Zeurende kiespijn in het muziekleven breekt door H O L N D F S T V I^O Ik heb me een vreemde eend in de bijt gevoeld PZC Matthijs Vermeulen als festivalcomponist Van Vlijmen weg als directeur festival kunst cultuur 20 Festival uitgebreid op radio en tv vrijdag 30 mei 1997 jaar geworsteld met de pianopar tij van Vermeulens Tweede cello sonate, het was bijna ondoenlijk") was in die tij d adviseur voor 2 0ste- eeuwse muziek van het Concert gebouworkest. Hij trok zich woe dend terug nadat het ensemble een vernietigend oordeel over Ver meulen had geveld. 'Wij kennen aan zijn werk geen enkele kwali teit toe', heette het in een notitie van de artistieke commissie van het Concertgebouworkest. Het or kest werkte dan ook niet mee aan het Vermeulen-platenproject van Donemus, dat rond 1980 tot stand kwam. „Tijdens de onderhandelingen voor het Holland Festival is de naam Vermeulen niet genoemd", laat de directie van het Concertge bouworkest desgevraagd weten. Jan van Vlijmen kijkt daar niet van op. „Ik heb wel over Vermeu len gepraat, maar dat was nog met Jan Zekveld, kort voordat hij daar vertrok. Ik denk dat het daardoor is misgegaan." Van Vlijmen voegt er nog aan toe, dat ook zijn slechte relatie met Chailly kan hebben meegespeeld. Piet Veenstra, die bij het Concert- gebouworest tijdelijk als adviseur optreedt, weet zeker dat Chailly niets tegen de muziek van Ver meulen heeft. „Integendeel, toen ik hem de Tweede liet horen rea geerde hij heel geïnteresseerd. Ik denk dat hij binnenafzienbaretijd één van de symfonieën dirigeert." Over de taak van het Concertge bouworkest is Veenstra heel gede cideerd: „Als ze twee stukken van Esa Pekka Salonen op een pro gramma zetten kunnen ze zeker één S3'mfonie van Vermeulen spe len." Vreemde ontdekkingen In elke publicatie over Matthijs Vermeulen krijgt Mengelberg er van langs. Maar de gevierde diri gent had wel een heilige moeten zijn, wilde hij een partituur uit voeren van de muziekcriticus Ver meulen, die hem voortdurend op zijnhuid zat. Trouwens, ook ande re belangrijke dirigenten walden deze muziek niet uitvoeren. Sto- kowski, Koussevitzky, Monteux: ook zij retourneerden de partitu ren. Nu zal veel afhangen van bij voor beeld Ingo Metzmacher. Hij en het Radio Filharmonisch Orkest moe ten de Vijfde, waarmee het Con certgebouworkest zo gevochten heeft, onder de knie zien te krij gen. Het Noorhollands Philhar- monisch Orkest en het Nederlands Balletorkest gaan bij elkaar zitten om onder leiding van David Por- celijn de Derde symfonie uit te voeren. Kees Hillen, artistiek dircteur van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, heeft Valeri Gergjev een partituur van de Vierde plus een bandje van het Residentie Orkest met dit werk meegegeven. Assis tent-dirigent Jurjen Hempel, 'in- zeper' voor Gergj ev, begint voor de zekerheid deze week al met het Rotterdamse orkest te repeteren. Hillen: „Je doet vreemde ontdek kingen. Blijken in een contrabas- partij noten te staan, die zo hoog zijn dat je die alleen op een viool kunt spelen. We moeten maar even bij het Residentie Orkest vragen hoe ze dat daar hebben opgelost." Aad van der Ven De Nederlandse componist Mat thijs Vermeulen (1958). Wat de concertbezoekers er van denken? Moeilijk te zeg gen. Ze kennen Matthijs Vermeu len niet of nauwelijks. Maar daar in komt binnenkort verandering. In het Holland Festival wordt vrij wel zijn complete oeuvre uitge voerd, in combinatie met werk van enkele andere 20ste-eeuwse com ponisten. Festivaldirecteur Jan van Vlijmen heeft een aantal or kesten opgetrommeld. Of elk een symfonie voor zijn rekening wilde nemen. En zo komen ze, keurig in chronologische volgorde, alle maal aan de beurt, die zeven ge vreesde, gecompliceerde, geëxal teerde symfonieën van onze Nederlandse Skrjabin. Opstandje De dirigenten en orkesten die meedoen profiteren van de gloed nieuwe, door Donemus in verband met dit project uitgegeven parti turen en instrumentale partijen. Tot voor kort waren de noten van Den Haag, heeft het zelden zo moeilijk gehad. En Jaring Walta, beginnend concertmeester, met hem. 'Walgelijk' en 'daar begin ik niet aan', dat waren enkele kreten die hij van collega's om zich heen hoorde. Walta: „Die uitvoering van de Tweede symfonie kwam er, het zal niet perfect zijn geweest, maar de vonken vlogen er af. Dat heeft een geweldige indruk op me gemaakt." Geweldig Het Residentie Orkest heeft in de jaren zeventig en tachtig diverse symfonieën van Vermeulen ge speeld. Het heeft meer voor diens muziek gedaan dan welk ander or kest ook. In die tijd was Piet Veen stra cellist en - ten dele gelijktijdig - artistiek adviseur van het R.O. „Om die symfonieën van Vermeu len hebben ze me bijna ter dood veroordeeld", zegt Veenstra nu, met een schaterlach, over zijn col lega's. „Ik vind het geweldige mu ziek. Vermeulen is voor mij naast Sweelinck de enige werkelijk be langrijke Nederlandse componist. Maar ik weet uit ervaring hoe moeilijk die muziek is. Die door el kaar heen kronkelende, chromati sche melodieën, met voor de strij kers vaak die onmogelijke dingen in hoge posities, het is om gek van te worden. Je kunt er uren op stu deren en de volgende ochtend ben je het weer kwijt."Jaring Walta heeft elke Vermeulen-uitvoering als een gevecht ervaren. „Het hele notenbeeld is zo onoverzichtelijk, dat je al genoteerd bent voordat je een noot hebt gespeeld. Opvallend afwezig in het Vermeu- len-project is het Koninklijk Con certgebouworkest. Het nam Ver meulen tijdens zijn leven al niet serieus - Mengelberg wees hem de deur, pas bij VanBeinum werd dat even anders - en heeft sinds 1978 geen enkel werk van zijn hand heeft gespeeld. Dat jaar 1978 is in dit verband belangrijk. Toen speelde het Concertgebouworkest onder leiding van Diego Masson de Vijfde van Vermeulen, de lang ste en volgens velen verreweg de gecompliceerdste van al zijn sym- fonien. Woedend en wanhopig werkten de musici zich door hun partijen heen. Odilia Vermeulen, dochter van de componist uit zijn tweede huwelijk met Thea Die- penbrock, kan zich die uitvoering nog goed herinneren: „Masson had er wel gevoel voor. Alleen het tweede deel, dat ging te snel, dat was niet de oase van rust die de muziek daar moet zijn. Tijdens de repetities heb ik niets van obstruc tie gemerkt. Ze deden het heel pro fessioneel. Ik had daar wel bewon dering voor. Al na één bladzij zou ik hoofdpijn hebben gekregen. Reinbert de Leeuw („ik heb een Het Nederlandse muziekleven heeft een probleem. Het heet Matthijs Vermeulen en het duurt al tientallen jaren lang. De meeste musici willen hem niet. En zij die hem wel willen komen niet ver. Want Vermeulens muziek geldt als vrijwel onspeelbaar. We zitten behalve met een probleem ook met een schuldcomplex. Vermeulen is martelaar geworden. „Hij was te groot voor ons", fulmineren Otto Ketting, Reinbert de Leeuw en enkele anderen, die zijn muziek bewonderen om haar allure en oorspronkelijkheid. J. Bernlef sprak zelfs over 'de zaak Dreyfus in ons muziekleven'. Zo is het 'geval' Vermeulen als een zeurende kiespijn voortdurend onzichtbaar aanwezig in de Nederlandse muziek. Dat was al zo voordat Aad Nuis met de meetlat de orkesten langs ging. Matthijs Vermeulen, gefotografeerd in 1930, in welk jaar hij de muziek schreef bij Nijhoffs lustrumspel De Vliegende Hollander foto G. Marquis Vermeulen in de gekopieerde handschriften die de ronde delen moeilijk te ontcijferen. Wat de taak ervoor de musici niet makke lijker op maakte. Maar al ziet alles er nu netjes uit, die orkesten kunnen het in de ko mende weken nog moeilijk krij gen. „Ik acht het niet uitgesloten dat er hier en daar een opstandje uitbreekt", zegt Jaring Walta, eer ste concertmeester van het Resi dentie Orkest. Walta kan het weten. Hij was, in 1970, amper benoemd in de func- tie die hij nog steeds vervult, of de Tweede symfonie van Vermeulen werd bij het Residentie Orkest op de lessenaars gezet. Hiroyukilwa- ki, de toenmalige chefdirigent in Dat scheidend Holland Festival-directeur Jan van Vlijmen geen makkelijke jaren achter de rug heeft zal zelfs zijn felste criticus erkennen. Maar wie aan de vooravond van zijn laatste festival veronderstelt dat hij vast toch tevreden is over de vele bijzondere producties die hij met zijn krappe budget tot stand bracht, krijgt een terugblik waarin kritiek op de buitenwereld de boventoon voert. „Ik heb me in de hoofdstad altijd een vreemde eend in de bijt gevoeld. Er bleek hier een sterk gevoel van modieusheid te heersen waar ik niet op voorbereid was", verzucht hij in zijn kantoor in hartje Amsterdam. Van Vlijmen: „Heb je een paar maanden geleden die uitzen ding van Paul de Leeuw gezien? Ook De Leeuw vond het festival niets meer voorstellen, terwijl ik hem nog nooit bij een voorstelling heb gezien. Dat is typerend voor de opvatting binnen allerlei groe peringen in de Amsterdamse kunstwereld dat het festival vege teert. Ik heb kennelijk keuzes ge maakt die 'Amsterdam' niet wel gevallig waren, al dacht het publiek daar gelukkig anders over. Waar dat aan ligt kan ik niet goed vatten, zeker in vergelijking met hoe er wordt aangekeken te gen de problemen bij het Konink lijk Concertgebouworkest en Het Nationale Ballet. Daar worden veel minder vergaande conclusies uit getrokken. Ik vind dat een merkwaardig verschijnsel." Steun Maar kreeg hij afgelopen novem ber dan geen steun van een groep gerenommeerde kunstenaars als Louis Andriessen, Theu Boer- mans, Frans Brüggen, Hartmut Haenchen, Bernard Haitink, Wer ner Herbers, Reinbert de Leeuw, Hans van Manen, Gerardjan Rijn- ders en Edo de Waart? Het Amster damse D66-raadslid ('Ik weet niets van cultuur') Bart Robbers pleitte afgelopen najaar voor op heffing van het Holland Festival (HF) omdat de fut eruit zou zijn en dat vond dit neusje van onze cul turele zalm echt absolute onzin. In een boze brief aan staatssecre taris Nuis van OCW, de Tweede Kamer en de Amsterdamse ge meenteraad wezen de kunstenaars op de waslijst aan topproducties die Van Vlijmen de afgelopen jaren presenteerde en die 'zonder initiatief en inbreng van het HF niet mogelijk zouden zijn geweest'. Op him lijst met der tien klinkende voorbeelden prijk ten onder meer de serie nieuwe opera's van Nederlandse compo nisten als Ton de Leeuw en Klaas de Vries en bijzondere, grensver leggende, multidisciplinaire voor stellingen als The Cave van Steve Reich en De val van Mussolini van Dick Raaijmakers. Zware tol In zijn terugblik blijkt echter ook de strijd om subsidieverhoging een zware tol te hebben geëist. Van Vlijmen hamerde er jaar in jaar uit op dat het festival tenminste tien a elf miljoen gulden nodig heeft om zijn doelstellingen te verwezenlij ken. Dat hij daarin niet alleen stond bleek afgelopen najaar ook uit het verzoek om subsidieverho ging voor de komende Kunsten plan-periode dat zijn bestuur naar de Tweede Kamer stuurde. „Een HF dat kwalitatief en kwantita tief gedoemd is te blijven hangen tussen servet en tafellaken is uit eindelijk niet levensvatbaar. Dan moet zelfs opheffing serieus wor den overwogen", aldus het be stuur. Dat de Kamerleden het HF afgelo pen najaar toch nul op het rekest Scheidend festival-directeur Jan van Vlijmen: „Ik ben iemand die ontzettend snel en makkelijk vergeet." foto Roland de Bruin gaven, ook dat maakt Van Vlij mens terugblik er niet vrolijker op. Maar ontving hij in die tijd niet ook een bevlogen steunbetuiging van de directeuren van onder meel de Berliner Festspiele, het Edin burgh Festival, de Salzburger Festspiele en Wiener Festwochen? Wie veiwacht dat Van Vlijmen op zijn minst toch een beetje trots op deze bijval van smaakmakende collega-kunstbroeders uit bin nen- en buitenland is, heeft het mis. Alleen na de nodige aandrang erkent hij aarzelend: „Gegeven de beperkte financiële middelen en is het inderdaad een wonder wat er toch tot stand is gebracht. Dat stemt me in zekere mate tot tevre denheid." Als relativering wijst hij er bovendien op dat kritiek als rode draad door de vijftigjarige HF-geschiedenis loopt en dat het beleid van de opeenvolgende di recteuren achteraf altijd toch de hemel werd ingeprezen. Als mogelijke oorzaak van deze niet aflatende kritiek wijst Van Vlijmen op het feit dat het Holland Festival 'alleen maar een organi satiebureau is dat ook nog meeëet uit de toch al karige subsidieruif'. Het HF zou daarom makkelijker te bekritiseren zijn dan structu reel gesubsidieerde instellingen als het Koninklijk Concertge bouworkest. Aan de pleidooien van zijn critici voor meer nieuwe mediakunst in het HF (daar kwam ook Robbers mee op de proppen) heeft Van Vlijmen al helemaal een broertje dood gehad: „Ik heb het al vaker gezegd: eris de afgelopen ja ren geen sprake geweest van be langrijke avant-gardistische ont wikkelingen in de kunst. Een festival kan nu eenmaal alleen to nen wat er gaande is en dat stimu leren met opdrachten, maar kan nooit zélf kunst makenHij bena drukt dat het de taak van elk festi val is nieuwe ontwikkelingen te tonen, maar dat bijvoorbeeld me diakunst alleen zinvol is als het is ingebed in HF-producties van de afgelopen jaren als The Cave en Hiroshima mon Amour. Daarvan losgekoppeld bechouwt hij de me diakunst in de eerste plaats als modieus randverschijnsel. Van Vlijmen geeft toe dat de tur bulenties van de afgelopen jaren 'hem wel eens een beetje hebben opgevreten'. Maar hij verzekert tegelijk: „Ik ben iemand die ont zettend snel en makkelijk vergeet. Ik heb dan ook nergens geen last van. Bovendien kijk ik terug op veel leuke dingen. Ook internatio naal heb ik de afgelopen jaren heel veel kunnen zien en veel van me zelf gerealiseerd." Spectaculair Voor het aanstaande jubleumfes- tival prijst hij tenslotte enthousi ast Kagels Aus Deutschland ('Al leen al het decor van 140 piano's en vleugels is spectaculair'), de voor stellingen van Robert Wilson ('Een fantastisch acteur'), het Matthijs Vermeulen-programma ('Goed in gebed tussen andere composities') en de dansvoorstellingen van Mats Ek ('Heb ik grote bewonde ring voor'). Ook wil hij graag de bijzondere jubileumcassette met zes cd's en het jubileumboek onder de aandacht brengen. Na afloop van zijn zevende en laatste festival gaat hij 'tot aan zijn dood, of in elk geval zo lang mogelijk' in alle rust componeren in Frankrijk en zal Nederland al leen in die hoedanigheid nog van hem horen: „Ik heb vanaf mijn vijfentwintigste banen gehad naast mijn werk als componist. Dat is nu echt welletjes geweest." Dat Van Vlijmen de festivals van zijn opvolger Ivo van Hove zal blijven volgen ligt voor de hand, maar hij vindt het wel zo netjes daar verder niets over te zeggen: „Ik ken alleen zijn werk en heb in middels twee keer met hem ge sproken. Maar ik vind in principe dat je iedereen het voordeel van de twijfel moet gunnen." Francoise Ledeboer Juni is vanouds de cul- tuurmaand bij uitstek op radio en televisie. De vijftig ste jubileumeditie van het Holland Festival wordt dit jaar uitgebreid gevierd. Het grootste aandeel levert de NPS, die nauw betrokken is bij het festival. De eerste uitgebreide HF-uitzending op televisie is te zien in Pa norama Vrijdag, het cul tuurmagazine van Jan Meng, vandaag, 30 mei. In deze uitzending een inter view met Ivo van Hove, re gisseur van het toneelstuk Koppen (Faces) van de Ame rikaanse filmer John Cassa vetes, en vanaf volgend jaar de nieuwe artistiek leider van het Holland Festival. Zaterdag wordt in een live uitzending verslag gedaan van de opening van het festi val. Op Nederland 3 zal Joop van Zijl het programma aan el kaar praten dat bestaat uit reportages vanuit Carré, een terugblik op vijftig jaar Hol land Festival en een intro ductie op de uitvoering van Shakespeare's Een midzo- mernachtsdroom, een semi- theatrale versie met de ori ginele muziek van Felix Mendelssohn Bartholdy. De wereldpremière van deze voorstelling zal dezelfde avond live door de NOS worden uitgezonden op TV 2. Ook op Radio 4 zal de uit voering rechtstreeks te vol gens zijn. Op maandagavond 30 juni zendt de NPS de door Jellie Dekker geregisseerde tele visieregistratie uit van Aus Deutschland, een geënsce neerde liederen-opera van de Argentijnse componist Mauricio Kagel. Op 12 juni wordt deze voorstelling live uitgezonden via Radio 4, vanaf 20.15 uur. Vermeulen Verder wordt in het Uur van de Wolf, het cuituurmagazi- ne van de NPS op de late maandagavond, op 23 juni de documentaire Zonder Weerklank uitgezonden. Van de opera Jenufa van de Tjechische componist Leos Janacek, uitgevoerd door het koor van de Nederlandse Opera en het Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Edo de Waart, wordt voor later een tv-regi- stratiegemaakt. Radio Radio 4 wordt vrijwel de ge hele maand juni in beslag genomen door uitzendingen die betrekking hebben op het Holland Festival. Enke le hoogtepunten zijn op dinsdag 3 juni (20.15 uur) het concert door het Neder lands Philharmonisch Or kest en Toonkunstkoor Am sterdam onder leiding van Ed Spanjaard met werk van Matthijs Vermeulen, en op vrijdag 6 juni (20.15 uur) het concert van het Rotterdams Philharmonisch Orkest on der leiding van Valery Gerg jev met werk van Vermeu len, Galina Oestvolskaja en Prokoviev. Ook zaterdag 7 juni (20.15 uur) en dinsdag 10 juni (20.15 uur) is werk van de Nederlandse componist te beluisteren. Zaterdag in een concert van het Nederlands Balletorkest en het Noord hollands Philharmonisch Orkest onder leiding van David Porcelijn, op 10 juni speelt het Nederlands Phil harmonisch Oi'kest onder leiding van Hartmut Haen chen in het Concertgebouw naast Vermeulen ook werk van Varese en Zimmermann. Vermeulens werk is, in ver schillende uitvoeringen en naast composities van ande ren, nog te horen op woens dag 18 juni (20.15 uur. het Gelders Orkest onder lei ding van Christopher Lyn don - Gee), op 24 juni op dezelfde tijd door het Resi dentie Orkest onder leiding van Gennady Rozhdest- vensky en op maandag 30 juni door het Radio Philhar monisch Orkest onder lei ding van Ingo Metzmacher. In deze uitzending is ook aandacht voor de eenakters Zeus en Elida en Schone Ge- schichten van Stefan Wolpe. Opera Op 27 juni wordt de opera Oresteia en Agamemnon van Wim Laman opgevoerd door het Radio Symphonie Orkest en het Groot Om roepkoor. Tenslotte maakt de NPS, samen met Radio-Nederland Wereldomroep, opnamen van drie concerten in de se rie Sugar Spice, muziek uit de Cariben in het Ko ninklijk Instituut voor de Tropen. Deze worden op 15 juni21 juni28 juni en 5 juli uitgezonden in het pro gramma Radio Passaat, we kelijks op zaterdagavond van 18.0 uur - 19.00 uur via Radio 4. GPD

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 20