Politiek moet bekken Spreekbuis van Den Haag is vaak bliksemafleider PZC Speechschrijvers souffleren bewindslieden reportage zaterdag 24 mei 1997 sbw 26 illustratie Edith Buenen De speechschrijver van minister Anne- marie Jorritsma (verkeer en water staat) liet er geen gras over groeien. In af wachting van haar komst die warme zomer van '94, sloot hij zich twee maan den lang op in zijn werkkamer. Terwijl Nederland aan het strand lag, las Arthur van den Brink. Alle debatten ploegde hij door die zijn nieuwe bazin als Tweede-Kamerlid ooit gevoerd had. Hij verslond honderden in terviews met haar in dag-, week-, ja zelfs de roddelbladen.- Woorden werden betast, zegswijzen besnuffeld en ideeën gewo gen. Het sluitstuk van deze grondige analyse vormde een tweetal indringende gesprek ken met de minister. „Nadien kende ik het taalgebruik van Annemarie door en door, net als haar karakter. Binnen vijf secon den weet ik nu exact wat ze wil gaan zeg gen. Ik schrijf dat vervolgens voor haar op." Van den Brink, professioneel tekstschrij ver voor Jorritsma, is geen uitzondering meer in Den Haag. Politici beseffen steeds scherper de waarde van goede speeches, en daarmee van getalenteerde speechs- chrijvers. Neem Irene van Geest, onlangs benoemd tot directeur Voorlichting van het door negatieve publiciteit geplaagde ministe rie van volksgezondheid, welzijn en sport. Voorheen werkzaam als 'ghost-writer' bij een commercieel adviesbureau, put Van Geest haar inspiratie uit de gelikte spee ches van Amerikaanse presidenten. „Alle broodschrijvers in Nederland waren des tijds onder de indruk van de toespraken van J F. Kennedy. Reagan, Bush en Clin ton hebben dat alleen maar versterkt. Een steeds terugkerende boodschap, in gewo ne woordenondersteund door een warme glimlach en wat luchtbelletjes, dat is toch vakwerk. Dat het publiek zich op weg naar huis in één zin herinnert wat er ge zegd is." Gestuntel 'Amerikaanse toestanden' foeteren de critici, maar opmerkelijk genoeg laten ze de speechschrijvers met rust. Ministers en hoofdvoorlichters ruiken dan ook hun kans en zijn volop in de weer met een ver gaande professionalisering van het tekst schrijverschap. Naast Volksgezondheid en Verkeer hebben ook de ministeries van economische zaken, onderwijs en sociale zaken de afgelopen jaren in alle stilte aparte tekstbureaus binnen het departe ment uit de grond gestampt. Van Geest weet ook waarom: „We accepteren steeds minder amateurisme." Gestuntel is uit den boze, beaamt haar collega Henk Brons bij Onderwijs. Brons dient als directeur Vooi'lichting maar liefst drie bazen: Ritzen, Nuis en Netelen bos. „Alle drie zijn ze ervan doordrongen dat speeches steeds belangrijker worden om een boodschap goed over het voetlicht te brengen. De tijd is voorbij dat als de overheid iets riep, iedereen beleefd knik te. Beleid wordt niet meer in de Tweede Kamer besproken en daarna over de schutting het land in gekieperd. Je moet het aankondigen, neerzetten én uitleggen voor een breed, publiek." Walhalla Dat speeches daarvoor uitermate ge schikt zijn - zeker met enige steun van de media - weet ook minister Melkert van so ciale zaken. Zijn ministerie heeft daar voor sinds kort drie goedbetaalde profes sionals op de loonlijst staan, waaronder twee oud-journalisten. Sociale Zaken geldt in politieke kringen als het Walhalla voor speechschrijvers. Melkert schuwt het immers niet om proefballonnetjes op te laten of zijn tegenstanders via toespra ken onder vuur te nemen. 'Politics by speech' vat Van Geest de trend samen, naar analogie van het 'manage ment by speech' dat opgang maakte in het bedrijfsleven. Geen taaie ambtelijke no ta's meer maar krachtige 'mission state ments' van de minister; geen vuistdikke verkiezingsprogramma's (die toch nie mand las) maar bevlogen redevoeringen. Van Geest: „Personen in de politiek zijn steeds belangrijker. Niemand luistert graag naar lange doorwrochte uiteenzet tingen. Het publiek is ontzettend blij als er iemand opstaat die dergelijke zware kost in tien minuten helder kan samen vatten. Dan denken ze: hé, aan zo iemand vertrouw ik het land wel toe." Krachtig wapen Een krachtig wapen dus voor politici met pretenties, die speeches, maar geen een voudig wapen. „Speechschrijven is een vak", zo valt te lezen in een interne notitie van Economische Zaken (EZ). „Van een ambtenaar mag niet verwacht worden dat hij een goede speechschrijver is." Nieuw is deze conclusies allerminst. De vorige minister op dit departement, Koos Andriessen, ergerde zich begin jaren ne gentig mateloos aan het ambtelijk proza dat hij onder zijn neus kreeg. Te lang, te moeilijk, te gedetailleerd, en niet ter zake doend, brieste de CD A-bewindsman stee vast terwijl hij het papier tot een prop ver frommelde. trouwt ze mij. Ik krijg misschien één pro cent van mij n speeches terug, meestal om dat ze iets luchtiger moeten. Van den Brink sluipt regelmatig de zaal in als Jorritsma ergens spreekt. Niet om 'zichzelf' te horen, bezweert hij, maar om te luisteren of de minister misschien snel ler is gaan spreken. „Ik zit daar nooit met het gevoel van: wat doe je nou met m'n tekst? Eerder: Annemarie, wat verwen je m'n kindje toch." Premier Kok heeft diverse raadadviseurs en één vaste tekstschrijver om zijn toe spraken voor te bereiden. Die con- ceptspeeches komen soms terug als een schilderij, weten nauw betrokkenen. Hele passages worden geschrapt en de premier kan eindeloos vijlen aan woordjes en toonhoogte. Toch leunt de premier zwaar der op zijn tekstschrijvers dan zijn voor ganger Lubbers. „Die schreef 95 procent van zijn speeches zelf. Lubbers zat zo in de materie dat hij altijd zei: nee hoor, ik red me wel." Lubberiaans taalgebruik is sindsdien een begrip aan het Binnenhof, Theater Van Geest gebruikt theatertechnieken voor de toespraken van minister Borst en staatssecretaris Terpstra. „Cabaretier Youp van 't Hek opent zijn show altijd met een paar zinnetjes toegespitst op de plaats waar hij optreedt. Dat doen wij ook. Je moet de mensen in de zaal aanspreken, er met hun oren bijslepen. Dan praat je over de vorm van de speech, de stijl, niet over de inhoud." Stijl betekent ook poetsen op mooie zin nen en eindeloos schaven aan alinea's. Aan Melkerts toespraak op het Europese congres over sociaal beleid, is twee volle weken gewerkt. Nu is dit wel extreem maar de gemiddelde speech van een klein kwartiertje kost al gauw twee dagen werk. Volgens de betrokkenen is dit absoluut geen tijdverspilling of weggegooid belas tinggeld. Het levert immers niet alleen mooie maar vooral ook invloedrijke spee ches op. Brons (Onderwijs) herinnert aan de toespraak waarin een kersverse minis ter Ritzen de hoop op snelle veranderin gen temperde. 'Tien jaar kaalslag maak je niet in tien maanden ongedaan', liet Rit zen weten. Een verbale vondst van Brons, die voor weken discussie zorgde. Temeer daar Ritzens voorganger Deetman zich afgebrand voelde. Of wat te denken van premier Kok die met één zoi'gvuldige geregisseerde speech de discussie over de hogesnelheidlijn be slechtte, met zijn pleidooi voor een tunnel onder het Groene Hart. Dat het ook heel anders kan lopen, weet Van den Brink. Niet zo lang geleden sprak 'zijn' Annemarie bij de doop van een veer boot, cle Sire. Plichtsgetrouw had Van den Brink de route van de boot opgevraagd en voorbeeldig in zijn speech verwerkt. Naarmate Jorritsma vorderde met de tekst, werd de zaal rumoeriger. En ver baasder. Van den Brink: „Wat bleek: er waren twee veerboten met de naam Sire. Ik had de verkeerde route opgekregen. Toen Jor ritsma er achter kwam, barstte ze in la chen uit. 'Dat krijg je als je tekstschrijvers hebt', riep ze. Het was wel de leukste grap, die dag." Macht Grappig of niet, onbedoeld roept het voorval de klemmende vraag op hoe groot de macht van de tekstschrijver is. Zeker nu die steeds verder oprukt aan het Bin nenhof, getuige de aparte afdelingen met profs. En ministers steeds meer gechar meerd raken van spitse toespraken, waar van de invloed via de media veel verder reikt dan die ene zaal. Is de minister een leden popje op schoot van de speechschrijver? Is hij 'his masters voice' of blijft de speech 'Iris masten choice'? De volzinnen die normaliter uit hun pen vloeien, blijven nu achterwege nu plotse ling achterwege. Ontwijkende blikken en korzelige antwoorden volgen, precies als echte ministers. „De macht van de speechschrijver is nul"verzekert Van den Brink. Een opmerkelijke uitspraak voor iemand wiens teksten vrijwel ongewij zigd door de minister worden voorgele zen. En die.zegt met „haar hart en haar mond te spreken." Kerkstra (EZ) schat haar invloed aan zienlijk hoger in, zij onderhandelt dan ook met minister Wijers over bijna de helft van haar teksten. „De macht van de speechschrijver is vrij groot. Ik ben de laatste die het verhaal ziet voor het naar de minister gaat. Als ik iets schrap, weet ik gewoon dat hij dat ook zou doen. En als ik een passage er per se in wil hebben, is hij daar gevoelig voor." Voor Van Geest is er geen twijfel mogelijk. „Het belang van de speechschrijver groeit. De bewindspersoon bepaalt de in houd van de speech, zeker, maar voor de overdracht ervan en dus het effect is hij of zij steeds afhankelijker van goede tekst schrijvers. Dat is geen ramp. dat is ons werk." Mare Peeperkorn Hoorbaar maar nauwelijks zichtbaar breidt de macht van de speechschrijver zich uit. Ministers laven zich steeds vaker aan deze professionals om hun boodschap te verkopen. 'Politics by speech', aan het Binnenhof in Den Haag. Gewone woorden en wat luchtbelletjes. „Dat het publiek zich op weg naar huis in één zin herinnert wat er gezegd is. Dat is toch vakwerk." Op zondagmiddag kroop de minister dan in arren moede zelf maar achter zijn pc, een Apple-computer met een extra groot lettertype die hij hiervoor speciaal had aangeschaft. Daarnaast benoemde hij Jo lly Kerkstra tot de eerste officiële tekst schrijfster op het ministerie. Kerkstra: „Ambtenaren vinden speeches schrijven niet leuk. Ze stellen het rut. Op het laatst trekken ze dan een oude nota uit de kast, zetten er 'Geachte aanwezigen' boven en 'Dank voor uw aandacht' onder, en klaar is Kees. Dat werkt dus niet. Dat wekt al leen maar irritatie. De mokkende ambtenaar die met lange tanden aan een speech begint, bevolkt ve le Haagse burelen. Van Geest (Volksge zondheid): „Ambtenaren worden beloond voor nota's en brieven. Speeches schrij ven gebeurt tussen de werkzaamheden door. Of erna, op vrijdagmiddag, als de gehele afdeling verlaten is vanwege ATV. Dan zit die ene 'uitverkorene' nog te ploe teren op zijn tekst. Die dropt hij dan bij Voorlichting en dan gaan wij zitten schrappen. Vol rode strepen komt het te rug. Dan zijn de rapen pas echt gaar.Ook Brons (Onderwijs) weet dat speeches schrijven niet voor iedereen is weggelegd. „Ambtenaren beschrijven hun eigen wer kelijkheid. En dat is een heel andere dan die van politici en het publiek. Acht van de tien speeches die wij aangeleverd kre gen waren zeer volledig, zeer genuan ceerd en zeer geschikt om een collega ambtenaar te overtuigen. Maar de relatie met de mensen in de zaal was ver ter zoe ken. En daar stuurden wij de minister dan mee de wei in!" Schroom Onwillige ambtenaren, ongelukkige voorlichters, ontevreden ministers en een publiek dat onwetend in slaap sukkelde. Geen wonder dat het roer nu om is. Het verbaast eerder dat het nog zo lang ge duurd heeft. Geheel in stijl met de calvi nistische politieke traditie in Nederland ('doe maar gewoon') werden de eerste stapjes op weg naar professionalisering van het tekstschrijven vol schroom gezet. Ieder ministerie vond in stilte het wiel uit. Pas sinds kort durven de directeuren Voorlichting bij elkaar op de koffie te gaan om de fijne kneepjes van het vak te leren. De resultaten mogen er evenwel zijn. So ciale Zaken kent sinds een jaar het Bureau Presentatie waaronder de drie eerder ge noemde speechschrijvers vallen. Dit drie tal schrijft alle speeches na overlegmet de minister en de staatssecretaris. De ambte naren leveren de benodigde informatie en verdwijnen daarna uit beeld. Van hetzelf de laken een pak bij Verkeer en Water staat waar eveneens drie tekstschrijvers werken, terwijl Jolly Kerkstra (Economi sche Zaken) binnenkort versterking krijgt van een nieuwe collega. Bij Volksgezondheid en Onderwijsblijven de ambtenaren de speeches schrijven, maar nu wel onder zware begeleiding van Voorlichting. Van Geest wil gaan werken met een apart ploegje met een 'keurmerk' op hun hoofd: ambtenaren met een vlotte pen en oog voor politieke en publieke ge voeligheden. Onderwijs organiseert workshops waaraan het ambtelijk appa raat zijn pen kan slijpen. Drie apart aan gestelde speechcoördinatoren - voor iede re bewindspersoon één - herschrijven de tekst desnoods net zo vaak tot hij lekker bekt. De opluchting over de nieuwe werkwijze is groot, verzekert Kerkstra. „Ik had me voorbereid op een ernstig gevecht met de ambtenaren, maar dat viel reuze mee. Zij hebben verstand van de inhoud, ik van de vorm. Daar zijn we het over eens." Is de ambtenaar verlost van die vervelen de vrijdagmiddagklus, ook de ministers zijn zeer te spreken over de professionele aanpak. Melkert liet onlangs weten zijn Bureau Presentatie voor geen goud meer te willen missen. En Economische Zaken breidt de afdeling tekstschrijven niet voor niets uit. Speech-a-holic Volop ruimte dus voor de professionals. Speechschrijver Van den Brink voelt zich dan ook als een vis in het water bij Verkeer en Waterstaat. „Jorritsma is een speech- a-holic, ze geniet ervan. Daarbij ver Conversatie: „Hoi Hans, zeg, heb jij de tijd?" „Tuurlijk, even kijken, vijf voor drie. Maar je weet het niet van mij hè?" Ook als het onschuldige zaken be treft, drukken politici zich tegenwoordig bij voorkeur off the record uit. Tenzij het ventileren van een mening hen, politiek gesproken, goed uitkomt natuurlijk. Dan wordt een treffende one-liner voor radio of tv niet geschuwd. Maar door gaans prefereren de dames en de heren rond het Binnenhof het instrument van de oncontroleerbare, anonieme open baarheid. Openbaarheid als rechtsbeginsel dreigt het onderspit te delven, concludeert dr. Marja Wagenaar in haar deze week ver schenen proefschrift De Rijksvoorlich tingsdienst, geheimhouden, toedekken en openbaren. Politicologe Wagenaar, die eerder over Joop den Uyl publiceer de, signaleert daarin het gevaar van afglijden naar een off-the-record demo cratie. Journalisten zouden vaker moe ten aandringen op principiële openbaar heid en vaker een beroep moeten doen op de WOB, de wet openbaarheid van be stuur, vindt zijPolitici op hun beurt zou den niet zo bang moeten zijn om hun me ningen voor hun rekening te nemen. Voor een doorzichtige democratie is dat waar schijnlijk stukken belangrijker dan in gewikkelde voorstellen om het kiesstel sel te hervormen, meent zij Stempel Wagenaar nam de geschiedenis van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) onder de loep uit nieuwsgierigheid naar het func tioneren van deze bijzondere dienst, die veel informatie verstrekt maar ook be langrijke staatszaken uit het nieuws houdt en sterk het stempel draagt van de minister-president onder wie de dienst valt. Opgericht op vrijdag de dertiende (in juli 1945) en gezegend met een omvangrijke staf, oogstte de RVD - in die dagen nog Regeeringsvoorlichtingsdienst - trou wens al meteen kritiek. Te duur en te pro pagandistisch, oordeelde de pers. Na 1946, toen KVP-voorman Louis Beel mi nister-president werd, werd de omvang teruggebracht. Beel had meer op met ge heimhouding dan met publiciteit. De RVD moest zich vooi-al terughoudend opstellen, vond hij Ook Willem Drees was die mening toege^ daan. Voorlichting over de besluiten van de vrijdagse ministerraad was schaars. Op maandagochtend kreeg journalist J. Hobbel van het ANP enige informatie, en dat was alles, vertelt Wagenaar. Als er iets heel bijzonders aan de hand was, zo als de toestanden op Soestdijk met ge bedsgenezeres Greet Hofmans, lichtte Drees de hoofdredacteuren vertrouwe lijk in, met de opdracht er niets over naar buiten te brengen. Daar hielden zij zich aan. De toenmalige Federatie Neder landse Journalisten achtte zelfcensuur een goede zaak. De Quay Premier De Quay was iets opener tegen over de pers dan Drees. Dus de RVD ook. Behalve als het om het Koninklijk Huis ging. Onder zijn opvolger Marijnen kreeg de RVD met de televisie te maken; dat veranderde het voorlichtingsbeleid ingrijpend. Maar het was wennen. Toen in de nacht van 8 op 9 februari (precies in het weekeinde) 1964 in Nieuwspoort de verloving van prinses Irene werd aange kondigd, waren radio en tv niet uitgeno digd. De kritiek zwol aan. De RVD had in de kwestie-Irene hopeloos gefaald, luid de het oordeel. Tijdens de allereerste persconferentie over de identiteit van de aanstaande verloofde sprak het toenma lige RVD-hoofd Lammers nog de legen darische woorden: „Het is een man." In de ontstane verwarring nam de RVD de rol van zondebok op zich. Maar Gijs van der Wiel, toen medewerker, later hoofddirecteur van de RVD, beschouwt de lawine van kritiek op de RVD ook nu nog als 'geslaagd', zo vertelt hij in Wage naars proefschrift. Omdat de RVD de klappen opving, kon Juliana uit de wind worden gehouden. Haar functioneren als staatshoofd had immers ter discussie ge steld kunnen worden, omdat zij Irene de hand boven het hoofd hield zonder zich de staatsrechtelijke gevolgen ervan te realiseren. Onder Marijnens opvolger Cals speelde de verloving van Beatrix en Claus. Vol gens Wagenaar was de coördinatie tus sen hof, RVD en kabinet toen iets beter; hoewel Cals, die door de Telegraaf met de foto van Claus werd geconfronteerd, bij koningin en kroonprinses nog erg moest aandringen op een levensbeschrijving van de man in kwestie. Pas onder de voormalige onderzeeboot kapitein Piet de Jong kwam de omslag naar werkelijke openheid tot stand. Hij verbeterde het overleg met de koningin, hij gaf zijn ministers de raad televisie optredens niet te schuwen én hij introdu ceerde de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Tevens werd in die periode de basis gelegd voor de la ter ingevoerde Wet openbaarheid van bestuur, de WOB. Ook De Jongs opvolger Biesheuvel was een voorstander van meer openheid. Hij vroeg de hoofddirec teur van RVD het kabinetsberaad bij te wonen en verzette zich - mét Van dei- Wiel - tegen geluiden om de wekelijkse persconferentie af te schaffen. Gelukkig maar, want Joop den Uyl genoot van het wekelijks treffen met de parlementaire pers. Lockheed Den Uyl - en de RVD - kregen lof voor de mate van openbaarheid in het Lock- heed-drama. De openbaarheid tijdens de formatie van 1977 dreef verkiezings winnaar PvdA echter de oppositiebank jes in, concludeert Wagenaar. Toen Den Uyl buitenspel stond, konden Wiegel en Van Agt het via geheim beraad snel eens worden. Wagenaar: „Het politieke sys teem in Nederland blijkt niet effectief te kunnen functioneren zonder enige mate van geheimhouding." In de jaren tachtig, onder premier Lub bers, kwamen de kosten en effectiviteit van het voorlichtingsbeleid onder vuur te liggen. Ook liep het weer mis tussen Koninklijk Huis en RVD. Toen koningin Beatrix in 1987 tijdens een vakantie hersenvlies ontsteking kreeg, verzuimde het hof de RVD in te lichten. Terwijl hof en RVD en kele jaren eerder juist zo 'gescoord' had den met de openheid rondde depressieve klachten van prins Claus. In de kwestie-Beatrix nam de RVD, net als vroeger, de blaam op zich. Wagénaar: „Voor de pers is de RVD nog steeds de ge beten hond. Bij journalisten heerst wel het idee dat de RVD minzaam op in formatie blijft zitten. Niets is echter minder waar. Als er fricties zijn tussen Koninklijk Huis en RVD komt dat veelal door het feit dat het hof niet, of te laat, de minister-president of de RVD infor meert." Christl Visser

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 26