Op weg naar een historische uitspraak Oorlogstribunaal rondt zaak tegen Serviër Tadic af Tadic aangeklaagd wegens moorden en mishandelingen reportage zaterdag 3 mei 1997 29 heldere momenten delen mee van de ijzingwekkende martelingen waarbij uit eindelijk een gevangene een testikel werd afgebeten. Tadic was daarbij volgens Muslimovic en andere getuigen aanwe zig. Een grote domper voor de aanklagers was dat uitgerekend de beschermde getuige 'H', die er zeker bij was omdat hij werd ge dwongen het slachtoffer vast te houden, heeft verklaard dat hij Tadic niet heeft ge zien. „Ik durfde niet op te kijken.Hij ver klaarde dat een man met donker haar en een baard de opdrachten gaf. ..Ik geloof van niet", was zijn antwoord op de vraag of die man Tadic was. Om nog steeds on bekende redenen is de opgeroepen getuige 'G\ die de testikel moest afbijten, niet voor het tribunaal verschenen. Getuige 'L' De grootste miskleun van de aanklagers was de 'affaire-L'. die mogelijk ook de ge loofwaardigheid van andere getuigen heeft aangetast. De Bosnische Sender Dragan Opacic, ofwel de anoniem te blij ven getuige 'L', beweerde kampbewaker in Keraterm te zijn geweest. Hij verklaar de dat Tadic zich in dat kamp aan ver krachtingen had schuldig gemaakt. Maar Opacic werd door Tadic' advocaten ont maskerd als leugenaar, nadat zij zijn broer en vader, die volgens Opacic dood waren, hadden opgespoord. Na zijn de masqué verklaarde Opacic dat hij door het Bosnisch leger was gearresteerd we gens oorlogsmisdaden en door dat leger was getraind om de rol van 'L' te spelen. Bosnië heeft dit na onderzoek ontkend. Mogelijk wordt Opacic aangeklaagd we gens meineed. Voor de verdediging, die de meeste getui gen tegen Tadic al dan niet verkapt van meineed beschuldigde, was de affaire-L het grootste succes. De Britse kruisver hoor-specialist Steven Kay hield getui gen aan een stuk door voor dat het niet Ta dic was die zij in Omarska of elders zagen. Dat het niet Tadic was die zij namen van gevangenen hoorden afroepen. Dat het niet Tadic was die bij de Servische inname van Kozarac deelnam aan het gevangen nemen en afvoeren van moslimmannen naar kampen. Dat het niet Tadic was die jonge mannen uit het dorp uit de eindelo ze rij vluchtelingen selecteerde, die nooit meer werden teruggezien. Omdat Tadic nu eenmaal was gearresteerd en naar Den Haag was 'afgevoerd, vierden zij hun wraakgevoelens op hem bot, aldus Kay: „Ik suggereer dat u liegt." Bloembakken Om de geloofwaardigheid van getuigen te ondermijnen, gingen de advocaten ook over tot, te midden van alle tragedie, bijna absurdistisch onderzoek. Zo werd veel energie gestoken in onderzoek van de bloembakken die in het kamp Omarska de 'pista' markeerden, de binnenplaats waar de gevangenen in de moordende hit te van de zomer van 1992 op elkaar gepakt moesten zitten of liggen. Met foto's wilden de advocaten aantonen dat de bloembakken dusdanig geplaatst waren dat bepaalde getuigen vanuit hun positie Tadic onmogelijk hadden kunnen zien. Als tegenzet zette de aanklager 'bloembakgetuige' Said Grozdanic in. Hij behoorde eind augustus 1992 tot de laat ste groep Omarska-gevangenen, die in het goeddeels opgedoekte kamp alle bloed sporen moesten uitwissen. Tijdens deze grote schoonmaak, getuigde Grozdanic, werden de bloembakken verschoven en de recente foto's van Tadic' advocaten ga ven dus niet de situatie in '92 weer. De getuigen bleven veelal kalm onder de beschuldigingen van wraakzucht en leu genachtigheid door Kay en de andere ad vocaten. „Ik weet wat ik heb gezien", of: „Ik was daar, niet u", luidde hun verweer. Aanklager Hollis benadrukte in het slot- pleidooi dat-de zogenaamde 'zwakte' van getuigenverklaringen juist hun kracht is. Als je iemand erin wilt luizen, waarom dan vertellen dat je iemand op de rug, in het donker, of op honderd meter afstand hebt gezien, en dat hij alleen maar langs liep? Waarom niet zeggen dat je Tadic elke dag zag, in het volle zonlicht, frontaal, en dat hij jou en anderen vaak sloeg? Persoonsverwisseling Tadic' advocaten verklaarden aan het be gin van het proces op 'persoonsverwisse ling' te zullen aansturen. Want, zo hielden zij de getuigen voor, was er in de kampen niet een Bosnische Serviër die, met volle zwarte baard, veel van Tadic weghad? En was er niet een man die net als Tadic 'Du- Ie' werd genoemd, of soms ook 'Duca', beide afkortingen van Dusko? Dat was immers de naam die rondzong in het kamp als er misdaden waren gepleegd. „Duca, Dule of Dusko, het is in mijn hoofd allemaal hetzelfde", zei een getuige con fuus. Hoewel de verdediging de strategie van persoonsverwisseling uiteindelijk niet doorzette, werden de rechters geconfron teerd met een Tadic in vele gedaanten: glad geschoren, ongeschoren of onge kamd, met een 'kleine' of 'korte' baard of een volle zwarte. In een poli tie-uniform (vaak), in camouflagepak (vaak), in bur ger, in een grijs politie-uniform, in een pi- lotenjack, in een blauw politiejack, in een wit T-shirt. Hij droeg een band om zijn hoofd, een witte politieriem, een camou- flagehoed, een baret, een zonnebril. Hij zat op een motor, in een tank, in een auto, was gewapend met een pistool, een auto matisch gewösr, een mes. Over twee din gen waren getuigen het eens: Tadic liep 'als een beer'. En zo netjes als in de recht zaal hadden zij hem nooit gezien. Onvoorspelbaar Hebben de aanklagers Tadic' schuld 'bo ven redelijke twijfel verheven' bewezen? Voorspellingen over de uitspraak zijn zin loos. Een aantal getuigen is achter geslo ten deuren gehoord en het is niet duidelijk wat die aan be- of ontlastend materiaal hebben ingebracht. Levenslang of vrij spraak zijn de uitersten waartussen het vonnis zich kan bewegen. Mochten de rechters Tadic schuldig be vinden, dan hebben zij ook nog de moeilij - ke taak een strafmaat voor volgende pro cessen te bepalen. Topfiguren als Ratko Mladic en Radovan Karadzic zijn aange klaagd voor genocide op de moslimbevol king van Bosnië, een misdaad die levens lange opsluiting, de hoogste straf die de rechters kunnen opleggen, lijkt te recht vaardigen. De moorden en martelingen die Tadic zou hebben begaan, zullen daartegen ongetwijfeld worden afgezet. Marjolijn de Cocq en Simone van Driel MONTENEGRO Ruim vijf maanden na het horen van de laatste getuige doen de rechters van het Oorlogstribunaal voor ex-Joegoslavië in Den Haag woensdag uitspraak in de zaak tegen de Bosnische Serviër Dusko 'Dule' Tadic (41), verdacht van het plegen van oorlogsmisdaden in de regio Prijedor in het noordwesten van Bosnië. Het wordt een historische uitspraak: na de processen van Neurenberg en Tokyo is Tadic de eerste verdachte van oorlogsmisdaden die door een internationaal tribunaal is berecht. T Terwonderlijk is het niet dat de V ters zo veel tijd nodig hadden c t de rech- om tot een oordeel te komen. Zij hebben niet minder dan 115 getuigen gehoord, wier verklaringen soms lijnrecht tegenover el kaar staan. De getuigen die de aanklagers hadden opgeroepen, verhaalden over martelingen en moorden waaraan Tadic zich te buiten zou zijn gegaan en schilder den hem af als rigide nationalist, die vol overgave meedeed aan de 'etnische zuive ringen' tegen de moslims. De getuigen van de verdediging presenteerden een bijna sullige 'Dule', die voor de oorlog veel mos limvrienden had, verkeersagent was en zich vooral bekommerde om de leefbaar heid van zijn woonplaats Kozarac. Kat in 't nauw Was Tadic een oorlogsbeul of een ver keersagent? Toen hij twee weken voor de uitspraak om mysterieuze redenen zijn advocaat Michail Wladimiroff aan de dijk zette, ontlokte dat de raadsman het com mentaar dat Tadic handelde als 'eenkat in het nauw'. Getuige Senad Muslimovic: „Tadic wilde me doden. Iemand hield hem tegen. Toen zei Tadic: Maar ik moet hem op zijn minst een oor afsnijden." Getuige Edin Mkalj: „Tadic stak de loop van een pistool in mijn mond. Hij sloeg me met een ijzeren staaf op mijn hoofd. Mijn hoofd barstte, mijn tanden braken." Dusko Tadic is aangeklaagd wegens moord op en marteling van moslimbur gers in het 'dodenkamp' Omarska en de kampen Keraterm en Trnopolje. Tadic houdt vol dat hij nooit een voet in Omars ka heeft gezet, zoals hij alle punten uit de aanklacht van A tot Z ontkent. Toch heb ben alleen al 26 ex-gevangenen voor het tribunaal verklaard dat zij de oud-kara- te-expert en ex-café-eigenaar uit Koza rac een of meer keren in het kamp hebben gezien. Van die 26 kenden 22 Tadic al voor de oorlog uitbrak. De gevangenen zagen hem in Omarska praten met bewakers, ze zagen hem voor en in de buurt van het be ruchte 'Witte Huis', het marteloord waar bijna niemand levend uitkwam. Advocaat Wladimiroff stelde dat zelfs als Tadic in de kampen zou zijn geweest, dat nog niets bewijst. Maar aanklager Brenda Hollis noemde het regelmatig bezoeken van kampen waar mensen aan een stuk door werden gemarteld en vermoord 'een aanwezigheid die zwanger is van beteke nis'. Tadic ontkent ook in Keraterm te zijn ge weest. Hij geeft wel toe dat hij Trnopolje vijf keer heeft bezocht. Het ging volgens hem om 'humanitaire missies', zoals het opsporen van de zus van Jovo Samardzija, een oude familievriend. Samardzija be vestigde in zijn getuigenis het verhaal van Tadic. Maar terwijl Tadic zei dat hij in Trnopolje met gevangen 'moslimvrien den' had gepraat, vertelde Samardzija dat Tadic met kampbewakers sprak en dat die hen ook voor de lunch uitnodig den. Op de vraag of Tadic zich misdroeg tegenover de gevangenen, was het promp te antwoord van Samardzija: „Nee, in mijn aanwezigheid zou hij dat niet dur ven." Verkeerspolitie Waar was Tadic dan wel, als hij niet als 'slager van Prijedor' de kampen bezocht? Hij stond naar eigen zeggen burgerver keer te controleren, als reserveagent van de verkeerspolitie, op een checkpoint bij Orlovci tussen Kozarac en Prijedor-stad. Met veel moeite bevochten Tadic' advoca ten op de Bosnisch-Servische autoriteiten kopieën van dienstroosters en logboeken van de politie, die Tadic een alibi moesten verschaffen voor dagen waarop hij vol gens de aanklagers oorlogsmisdaden heeft gepleegd. Maar uit de roosters bleek ook dat Tadic op twee cruciale data met op het checkpoint is geweest. Diensten op andere dagen, of 's nachts, sluiten boven dien niet uit dat hij ook elders kon zijn ge weest - Omarska bijvoorbeeld lag slechts luttele kilometers verderop. Bekend is dat de Bosnisch-Servische politie zwaar be trokken was bij de etnische zuiveringen. Volgens een oud-collega van Tadic gingen de agenten soms na hun werk naar het po litiebureau om te zien of er 'andere taken of plichten' waren. Hij wilde niet zeggen wat die waren. Aanklager Hollis in haar slotpleidooi: „Is het niet verdacht dat (in oorlogstijd, red.) het aantal verkeersagenten het aantal agenten in vredestijd overstijgt? In een tij d dat benzine op rantsoen is en veel bur gers die een auto hadden dood zijn, in kampen zitten of verjaagd zijn? Is dat niet nog verdachter als je in ogenschouw neemt dat de verkeerspolitie alleen met burgerverkeer te maken had en geen au toriteit had over militaire voertuigen of militairen? En dat van negen urn- 's avonds tot zes uur 's ochtends een avondklok gold?" Tegenstrijdigheden Veel tegenstrijdigheden constateerden de aanklagers tussen de verklaringen die Ta dic tijdens zijn verhoor voor de rechters aflegde en zijn verklaringen tegenover de Duitse politie na zijn arrestatie in Mün- chen in februari 1994. Volgens hen heeft Tadic zijn verhaal voor het tribunaal aan gepast na de getuigenissen van zijn broer Ljubomir en zijn vrouw Mira. Het blijft onduidelijk wanneer Tadic door het Bos- nisch-Servisch leger is gemobiliseerd, er zijn drie verhalen hoe Tadic aan zijn auto matisch geweer kwam en evenzoveel ver sies over Tadic' functie in de lokale natio nalistische SDS-partij van Radovan Karadzic. Ook de verhalen over het ver trek van de familie Tadic uit Kozarac naar Banja Luka en later naar de stad Prijedor wijken op cruciale punten af. De advocaten sloegen groen en geel uit toen de aanklagers citeerden uit een brief die Tadic na zijn arrestatie aan Mira had geschreven: „Onthoud dat we van 15 juni tot 29 juni 1992 elke nacht samen hebben doorgebracht. Ik weikte voor de ver keerspolitie in Prijedor. Ik hoop dat je in staat zult zijn te getuigen." Wladimiroff probeerde het schrijfsel nog af te doen als 'bespiegelingen van een man die van zijn gezin gescheiden was'. Tadic was volgens de aanklacht in de periode van 15 tot 29 juni betrokken bij etnische zuiveringen en bij misdaden in Omarska. Gemarteld Als Tadic zoveel misdaden op zijn gewe ten heeft, waarom hebben dan niet tien tallen ooggetuigen zich gemeld om ver klaringen af te leggen? Het antwoord is dat die er niet zijn. Veel gevangenen in de kampen lieten het leven. Gevangenen werden in speciale ruimtes gemai-teld. En zij moesten met bewakers of andere auto riteiten in de buurt steeds met gebogen hoofd zitten of plat op de grond liggen. Opkijken of rondkijken, verklaarden zij, moesten ze met klappen of erger bekopen. Daarom hebben meer gevangenen het ge kerm en gekreun gehoord dan dat ze mar telingen of moorden hebben gezien. Ze zagen dat gevangenen werden wegge haald, die nooit meer terugkwamen. Ze vonden op wc's en in andere ruimtes tan den, stukjes huid en tegen de wanden ge spat bloed. Slachtoffers kwamen zwaar mishandeld terug en vertelden mede-ge- vangenen wat er gebeurd was. Toch hebben ex-gevangenen in het proces zeer belastende verklaringen afgelegd. Zoals Senad Muslimovic, die in Omarska door Tadic en andere Serviërs aan een grote autoband zou zijn vastgebonden en geslagen en geschopt. Tadic, zo verklaar de Muslimovic, sloeg hem het ergst en stak hem met een mes twee keer in zijn schou der. Muslimovic verloor een aantal keer het bewustzijn, maar maakte in zijn Eind mei 1992 dwongen (Bosnisch- )Servische troepen de moslimbevol king van de streek rond het stadje Koza rac in Noordwest-Bosnië zich over te geven. Sommige inwoners werden on middellijk gedood, anderen moesten naar Kozarac lopen vanwaar ze naar verschillende kampen werden afge voerd. Volgens de aanklacht van het Joegosla- vië-tribunaal heeft Dusko Tadic de Ser viërs bij de inname van zijn woonplaats Kozarac met lichtkogels naar doelen ge leid. Met een groepje Serviërs haalde hij vier jongens uit de colonnes moslims, die werden doodgeschoten. Tijdens de 'etni sche zuiveringen' in Prijedor zou Tadic ook betrokken zijn geweest bij vijf moorden en mishandelingen in de dor pen Jaskici en Si vei. Tussen 23 mei en 31 december 1992 was Tadic volgens de aanklacht betrokken bij ten minste dertien moorden en ern stige mishandelingen en martelingen in de kampen Omarska, Trnopolje en Ke raterm, die hij 'frequent bezocht'. - Tadic nam met een groepje Serviërs deel aan het slaan en schoppen van een groep gevangenen in het 'dodenkamp' Omarska. Twee gevangenen moesten een mede-gevangene, Fikret Haramba- sic, seksueel verminken. Een van hen beet Harambasic een testikel af. Hij en twee andere gevangenen overleefden de martelingen niet. - Een groep gevangenen in Omarska werd, op een na, dood aangetroffen, daags nadat zij door Tadic en andere Serviërs waren mishandeld. - Een groep Serviërs, onder wie Tadic, beval een groep gevangenen om 'als beesten' uit plassen op de grond te drin ken. De Serviërs sprongen op hun rug en sloegen hen tot ze niet meer konden be wegen. Tadic leegde een brandblusap- paraat in de mond van een van de slacht offers. - Een groep Serviërs, onder wie Tadic, sloeg gevangenen in het 'witte huis' in Omarska, de plaats waar de meeste mar telingen plaatsvonden. Een van de ge vangenen kreeg een touw om zijn nek. De Serviërs sloegen hem met stokken en staven en schopten hem tot hij bewuste loos raakte. Tadic heeft zich volgens de aanklagers schuldig gemaakt aan misdaden tegen de menselijkheid, ernstige schendingen van het internationale humanitaire recht, ernstige schendingen van de Ge- neefse Conventies en schendingen van het oorlogsrecht. Om Tadic te kunnen veroordelen voor schendingen van de Geneefse Conven ties, die de bescherming van de burger bevolking regelen, moet sprake zijn van een internationaal conflict. De rechters van het tribunaal zullen in het geval van Tadic dus ook een uitspraak moeten doen of Servië en het ex-Joegoslavische Volksleger JNA bij de oorlog in Bosnië betrokken waren. Met andere woorden: dat er in Bosnië geen burgeroorlog woedde maar er een conflict tussen zelf standige staten gaande was. Foto links: Verdachte Tadic op het proces. „Zo netjes heb ik hem nog nooit gezien." Foto boven: Tadic wordt voorgeleid tij dens het Joegoslavië-tribunaal.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 29