Weg van je dorp, dat doet pijn Een woonzorgcentrum voor Wolphaartsdijk PZC Wennen in 'n nieuw tehuis zeeland woensdag 23 april 1997 16 Het nieuwe woonzorgcentrum De Meuleweie in Wolphaartsdijk verrees op de plek waar ooit Nieuw-Zorgvliet stond. „Het weg moeten van het eigen dorp. dat deed de grootste pijn", zegt Zeeuws consulente van de Landelijke Organisatie Bewoners Bejaardenoorden Alie Kooi man. Brouwershaven had de Zeeuwse primeur. Daar werd, ruim vijf jaar geleden, Poorters hof geopend, het eerste woonzorgcomplex in Zeeland. Sindsdien is het hard gegaan. Overal in de provincie worden woonzorgcentra neergezet. Vrijdag 25 april wordt er weer een lintje doorge knipt. In Wolphaartsdijk wordt overmorgen de officiële opening verricht van De Meuleweie, het zoveelste woonzorgcomplex in Zeeland. De ouderenzorg in Zeeland maakt ingrijpende veranderingen door. De vezorgingshuizen krij gen steeds meer het karakter van verpleeghuis en de functie van de traditionele bejaardenoor den wordt in toenemende mate overgenomen door woonzorgcentra. Het zijn groepjes huizen waar ouderen zelfstandig wonen, enkele ge- meenschapsruimten zijn en waar diverse vor men van thuishulp worden geboden. In Zeeland staat inmiddels al een flink aantal van dergelijke voorzieningen: in Brouwersha ven, 's-Gravenpolder, Sluis, Terneuzen, Hulst, Oostburg, Arnemuiden, Sint-Philipsland, Vlis- singen, Wolphaartsdijk. En er worden er binnen kort nog meer officieel in gebruik genomen: in Aardenburg, Sint-Maartensdijk, Zoutelande,' Middelburg. Bovendien zijn er plannen om woonzorgcentra te realiseren in Wemeldinge, Veere, nog een in Middelburg, in Tholen en in de directe omgeving van Bruinisse. Over de zegeningen èn schaduwkanten van de wozoco's. De Meuleweie bestaat uit twintig ruime woningen zonder traditionele ongemakken en aangekleed met faciliteiten die een lang zelfstand verblijf mogelijk en aangenaam maken. in het onvermijdelijke. Me vrouw M. P. Verheule - Van dei- Linde, 84 jaar: „Ik heb er geen moeite mee gehad." Grootste pijn „Het weg moeten van het eigen dorp, dat deed de grootste pijn", blikt Alie Kooiman, Zeeuws consulente van de Landelijke Organisatie Bewoners Bejaar denoorden (LOBB), terug. „Je praat over mensen van boven de tachtig, die plots hun vertrouw de omgeving kwijtraakten, die hun banden met het dorp waar zij opgroeiden en oud werden verbroken zagen." Kooiman heeft later een aanzienlijk aan tal ouderen die gedwongen wer den te verhuizen naar hun erva ringen gevraagd. „Door de bank genomen is de hele sluitings operatie goed verlopen. Achter af gezien is mij dat enorm mee gevallen. De meeste ouderen zijn in hun nieuwe tehuis vrij snel gewend geraakt. In de meeste gevallen is de begelei ding goed geweest." Eén vraag blijft echter door haar hoofd spoken: is de sluiting van de bejaardenhuizen wel écht nodig geweest? De verant woordelijke provinciebestuur ders roepen bij voortduring dat de provincie destijds niet anders kon. Alie Kooiman ('het ivas een platte bezuinigingsmaatregel') houdt zo haar twijfels. „In de wandelgangen heb ik wel eens gehoord, dat het eigenlijk niet nodig was. Maar ik kan dat op geen enkele manier hard ma ken." Prima Zij wenst niet verkeerd begre pen te worden: denk niet dat de LOBB tegen modernisering van de ouderenzorg is, integendeel zelfs. „De LOBB is eigenlijk de bedenker van de woonzorgcen tra. Ouderen willen nu eenmaal zo lang mogelijk zelfstandig blijven. En vergis je niet hoor; een verzorgingshuis leidt al snel tot hospitaliseringJe ziet men sen die een verzorgingshuis bin nenkomen van het ene op het andere moment afhankelijk worden, tot en met het haar kammen toe, bij wijze van spre ken. In woonzorgcentra moeten ze zoveel mogelijk zelf doen en dat is prima natuurlijk." In Zeeland worden in rap tempo woonzorgcentra gebouwd. Dat is mooi, vindt Kooiman. Maar er kleven ook nadelen aan. Meer zelfstandig wonende ouderen, betekent meer cliënten voor de thuiszorgorganisaties. En de wijkverpleegster en de gezins hulp kunnen hun werk nu al nauwelijks aan. „Dat was te voorzien, men wist het. De thuiszorg wordt het kind van de rekening, zeker weten." Er is, signaleert Kooiman, nóg een probleem: de betaalbas heid van de woonzorgcentra.] zijn, zegt zij, grote groepenu deren die zich een plaats ine woonzorgcomplex niet of na welijks kunnen veroorloven! huur bedraagt gemiddeld roi de zevenhonderdvijftig guldi per maand, de servicekosten] pen al gauw tegen de honden vijfentwintig gulden. Tel daa bij de eigen bijdrage op die; moeten betalen als zij zorgn dig hebben, de heffingen vi waterschap en gemeente, der kening van het nutsbedri 'voor de mensen met alle AOW is dat bijna niet op tebre gen'. „In de meeste geval! houden ze nog minder overal het zak- en kleedgeld in eenve zorgingshuis. Als je zoekt na de armoedegroep onder oud ren, moet je eerst in de aanleu woningen en woonzorgcent gaan kijken. Er is een groep d tussen de wal en het schip dra te vallen. Dat zijn de ouden voor wie in het verzorgingshr geen plaats is en voor wie e woonzorgcomplex te duur Die moeten dus blijven zitt waar ze zitten, ze worden stee afhankelijker van de thuiszo die steeds minder beschikba is." Geen voet Een paar jaar geleden verhui den mevrouw Kallewein, ra vrouw Van Strien en mevroii Verheule vanuit Wolphaartsdi naar 's-Heer Arendskerke. M vrouw Kallewein is sindsdi' nog wel eens teruggewee Maar niet zo heel vaak, ra weet je wel hoeveel een ta kost? Mevrouw Van Strien kor eveneens nog maar zelden haar geboortedorp. „Ik ben nog wel 's een keertje geivee maar dat is al lang geleden moet gehaald worden, ande gaat dat niet meer." Mevrou Verheule heeft sedert de dagd zij in Poelwij ck werd opgei men 'geen voet meer in Wc phaartsdijk gehad'. Op de plaats waar ooit Nieuv Zorgvliet stond, is nu een ra dern woonzorgcentrum ven zen. De Meuleweie hebben het gebouw genoemd. Mevrou Kallewein, mevrouw Van Stn en mevrouw Verheule hopent ooit nog eens te kunnen bezie, tigen, maar om er te gaan wora - stel dat ze daartoe in staatzoi den zijn, dan deden ze het ra niet. Want ach, ze zijn al zooi en in Poelwijck wordt tochoi voor hen gezorgd? Mevrou Kallewein kijkt stilletjes vu zich uit. Naar de zwart-witfo aan de muur, met dat karakt ristieke kerkje van Wolphaart dijk. Ze heeft het fijn, zegt ze. Willem van Dn Mevrouw M. P. Verheule-Van der Linde (84): „Ik heb er geen moeite mee gehad." Mevrouw G. C. J. van Strien (92): „Zorgvliet was gezelliger, het was een kleine gemeen schap, iedereen kende iedereen, het was al van het eigen dorp en dat is hier niet." Mevrouw H. Kallewein-Gelok (89) in het bejaardentehuis Poelwijck in 's Heer- Arendskerke: „Ik klaag niet, hoor." Terug naar Wolphaartsdijk? Oh nee, geen sprake van. Ze hebben er vele mooie jaren ge had, daar niet van. Maar terug naar het dorp waar zij geboren werden en het grootste deel van hun leven doorbrachten, 'dat kan niet meer als je zo oud bent, hè?' De kamer van mevrouw H. Kal lewein-Gelok (89) in het bejaar denhuis Poelwijck in 's Heer- Arendskerke biedt uitzicht over groen grasland. Aan de muur heeft ze een grote zwart-wit foto hangen; een foto van Wol phaartsdijk, het dorp dat zij een paar jaar geleden moest verla ten omdat de provinciebestuur ders hadden besloten dat Nieuw-Zorgvliet moest worden afgebroken. Mevrouw Kallewein en zo'n veertig andere bewoners van Zorgvliet werden gedwongen om te vertrekken. Ze verhuisden naar verzorgingshuizen in de omgeving. Naar Ranclhof, het Gasthuis of Poelwijck. Hemels breed een afstand van nog geen tien kilometer. Maar voor hun gevoel kwamen zij in een geheel .andere wereld terecht. In Wol phaartsdijk kenden zij de weg, hadden zij hun familie en ken nissen wonen, wat hadden zij in Goes of 's-Heer Arendskerke te zoeken, niets toch? Mevrouw Kallewein had het er moeilijk mee. Toen ze nog in Nieuw-Zorgvliet zat kwam haar dochter vaak op bezoek, die woonde vlakbij, 'dat was maar een snapje'. Sinds zij in Poelwijck verblijft is dat wat minder geworden. Maar ach, mevrouw Kallewein klaagt niet hoor, In Poelwijck zorgen ze tenslotte ook goed voor haar Op het eten valt weinig aan te mer ken en er is veel te doen - er is soos, er is een zangkoortje. Het was een mooie foto die in oktober '92 in de krant werd af gedrukt. Tientallen bejaarden stonden daarop. Zij poseerden, in klederdracht en rolstoel, voor hun tehuis waaraan een span doek was bevestigd: Nieuw- Zorgvliet moet blijven. Kort tevoren had het Provinciaal Be stuur van Zeeland aangekon digd, dat in de provincie zes ver zorgingshuizen gesloten zouden worden. Want de ouderenzorg moet gemoderniseerd, worden. Het bejaardenhuis oude stijl heeft zijn langste tijd gehad. Woonzorgcentrum De Meuleweie. Woonzorgcentra hebben de toe komst. Het zijn complexen woningen waar ouderen zelf standig wonen en zich toch van enige vorm van zorg verzekerd weten. Daarmee snijdt het mes aan twee kanten. Bewoners van de woonzorgcomplexen behou den grotendeels hun onafhankelijkheid èn - zeker gezien de toenemende vergrij zing van de Zeeuwse bevolking niet onbelangrijk - woonzorg centra zijn goedkoper dan ver zorgingshuizen. De plannen van het Provinciaal Bestuur om zes bejaardentehui zen te sluiten en de capaciteit van nog eens tien andere bejaar denoorden te verminderen de den een golf van verontwaardi ging door de provincie gaan. Er werden protestbijeenkomsten gehouden, spandoeken werden gehesen en mevrouw G. C. J. Van Strien (nu 92 jaar) dichtte een versje. Ze kent het, bijna vijf jaar later, nog altijd uit haar hoofd: Wij zijn nu oude mensen van tachtig, negentig jaar/ nu komen ze ons plagen ze ivillen ons verjagen dat is tegen onze zin wij blijven Zorgvliet in. „Maar het heeft niet geholpen, hè?" Nieuw-Zorgvliet in Wol phaartsdijk ging dicht, Bachten Vaete (Kruiningen) werd geslo ten, net als Russchevliet (Schoondijke), Sint-Maartens- hof (Sint-Maartensdijk), Ter Walle (Biervliet) en Ter Veste (Middelburg). Een paar hon derd bejaarden moesten nood gedwongen verhuizen. Ongeveer veertig bewoners tel de Nieuw-Zorgvliet destijds. Tien van hen vertrokken naar fotografie Dirk-Jan Gjeltema Poelwijck in 's-Heer Arendsker ke, anderen kwamen in verzor gingshuizen in Goes terecht. Voor de een viel dat niet mee; het verhaal van de oude bomen die je niet verplanten mag. Me vrouw Van Strien: „Zorgvliet was gezelliger, het was een klei ne gemeenschap, iedereen ken de iedereen, het was al van het eigen dorp en dat is hier niet." De ander schikte zich berustend

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 16