Roofvogels tellen
verveelt nooit
Stuten in 't angen van d'n diek
PZC
zeeland
9
week 17
Inwoners Walcheren
historisch bewust
bèl bèl
straatnaam
Vele gezichten van een
weg naar het jachtveld
maandag 21 april 1997
door Richard Hoving
Het begon ruim dertig jaar geleden
als een hobby, maar inmiddels
besteedt Rinus van 't Hof (45) zo veel
tijd aan het bekijken van roofvogels
dat hij het als een tweede baan is gaan
beschouwen. Een gevoelstempera
tuur van 25 graden onder nul of een
stevige voorjaarsstorm weerhouden
de Nieuwerkerker er niet van om de
natuur in te trekken. „Gezellig thuis
onderuit op de bank voor de televisie
is nu eenmaal niets voor mij."
Gewapend met een telescoop en een
opschrijfboekje is Rinus van 't Hof
bijna dagelijks te vinden in een van de
vele natuurgebieden op Schouwen-
.Duiveland. Sinds 1985 telt hij in op
dracht van de Werkgroep Roofvogels
Nederland het aantal roofvogels dat
hier overwintert en broedt. De slikken
van Bommenede, het Dijkwater bij
Dreischor of het natuurreservaat
Kakkersweel tussen Kerkwerve en
Noordgouwe, Van 't Hof kan er uren
lang rondzwerven. „Het verveelt
nooit. De omgeving alleen al is prach-
j en de variatie aan roofvogels erg
groot. Op het ene moment heb je een
bruine kiekendief in het vizier en even
later scheert er een boomvalk hoog
over je hoofd."
Het tellen van roofvogels is een eenza-
mebezigheicl. Van 'tHof trekt ernage-
noeg altijd alleen op uit. „Het heeft
geen zin om met z'n tweeën te gaan.
Als je maar het minste of geringste ge
luid maakt sta je zomaar uren voor
niets te kijken."
Verrekijker
Van 't Hof is al vanaf zijn jeugd gefas
cineerd door roofvogels. „Adellijke en
machtige vogels die destijds - en nog
steeds - een verpletterende indruk op
mij maakten." Hij was tien jaar toen
hij voor het eerst op zijn fietsje en met
een tweedehands verrekijker op zoek
ging naar roofvogels. De jonge Nieu
werkerker legde elke middag na
schooltijd en in het weekeinde tien
tallen kilometers af om een glimp van
een sperwer, buizerd of torenvalk op
Voor Rinus van 't Hof is het tellen van roofvogels bijna een tweede baan: 'Ik moet naar buiten, de natuur zit me in het
bloed zoals het voetbal bij Johan Cïuijff'. foto Pieter Honhoff
te vangen. Het leverde hem op de lage
re school al snel de bijnaam 'Rinus Vo
gel' op. Jaren later kan Van 't Hof er
wel om lachen. „Als ik niet buiten
was, zat ik thuis aan de keukentafel te
tekenen roofvogels natuurlijk." De
tweedehands verrekijker is ruim der
tig jaar later vervangen door een tele
scoop van een paar duizend gulden.
,Het is een hoop geld .maar ik heb het
er graag voor over." Het in de gaten
houden van de roofvogelstand doet
Van 't Hof naast zij n voltij dbaan bij de
groenvoorziening van de gemeente
Schouwen-Duiveland. „Het kost zo
veel van mijn vrije tijd dat het eigen
lijk een tweede, weliswaar onbetaal
de, baan is geworden.
Veel verschil lende soorten roofvogels,
waaronder de bruine- en blauwe kie
kendief, zijn na j aren van afwezigheid
terug in de Zeeuwse natuur. De veran
derde opvatting over de vroeger vaak
verguisde vogels en het toenemend
aantal beschermde natuurgebieden
heeft de roofvogelstand goed gedaan.
„Op Schouwen-Duiveland broeden
sinds jaren weer buizerds, sperwers en
boomvalken", zegt Van 't Hof trots.
Jagers
Hoewel het de goede kant op gaat met
de roofvogelpopulatie is het volgens
Van 't Hof nog veel te vroeg om tevre
den achterover te leunen. „De roofvo
gel heeft nog steeds vijanden. Vergif
tiging, afschot en vernieling van
nesten zijn aan de orde van de dag."
Over de daders hoeft hij niet lang na te
denken. „Jagers", zegt hij resoluut.
„Het is onbegrijpelijk, maar er zijn
nog altijd jagers die denken dat een
buizerd of een sperwer het op fazan
ten heeft voorzien. De klauwen van
deze roofvogels zijn eenvoudigweg te
klein om grote vogels te grijpen. Veld
muizen of hooguit een waterhoen be
horen tot hun voedselspectrum.
Heel af en toe ziet Van 't Hof een zeld
zame roofvogel als hij ergens staat te
turen. Vorig jaar december stond de
Nieuwerkerker op een zondagmiddag
met zijn telescoop op de dijk bij Ou-
werkerlr toen hij ineens een rode
wouw opmerkte. „Aan zijn karakte-
ristieke'oranje v-staart zag ik onmid
dellijk dat het een volwassen manne
tjeswouw was. Normaal gesproken
zie je die niet in Nederland. En uitge
rekend die middag had ik geen foto
toestel meegenomen." Van 't Hof be
dacht zich geen moment en sprong in
de auto. Over de dijk langs de slikken
van Viane reed hij achter de wouw aan
richting het natuurgebied De Maire.
In De Maire streek de roofvogel ver uit
het zicht neer in een hoge boom. „Ik
heb nog wel even gewacht, maar te
vergeefs. Nog steeds kan ik mijzelf
wel voor het hoofd slaan dat ik geen
fototoestel bij me had."
Animo
Van 't Hof begrijpt best dat niet ieder
een zo 'gek' is als hij om al zijn vrije
tijd aan roofvogels op te offeren. Toch
vindt hij het teleurstellend dat er op
Schouwen-Duiveland zo weinig ani
mo is voor het tellen van de vogels.
Samen met één collega is hij verant
woordelijk voor het gebied van Brui-
nisse tot Westenschouwen. „Moderne
verworvenheden als de televisie en de
computer houden de mensen binnen.
Nu de dagen weer langer worden moet
de Nieuwerkerker er niet aan denken
om na een dag werken onderuit op de
bank voor de televisie te gaan zitten.
„Ik moet naar buiten. De natuur zit
mij nu eenmaal in het bloed, zoals het
voetbal bij Johan Cruijff."
W. L. Valckenier von Geusau.
foto Lex de Meester
1
Troenken
Polderlandschap bij Cadzand; destijds kwamen de dijkwerkers met luin korrewaogens van heinde en verre om nieuwe dijken aan te leg
gen. foto's Charles Strijd
ioorRinus Willemsen
Behalve in de taal kun je ook
in het landschap streekei-
|eu zaken herkennen. Of beter
jezegd, die kon je herkennen,
fait, het zal bekend zijn, na de
porlog is er op het platteland
jteel veranderd. De verzorgers
ton het landschap tot die tijd
;waien de boeren en hun arbei
ders. Zij gingen ander werk
Alen met nieuwe machines die
jtroeger nooit in de polders te
hen waren. De greinioegen ver
ouderden in brede asfaltwegen,
Óe greppels en rêêjen werden
dichtgegooid nadat er een beter
jirainagestelsel was aangelegd
u kreken en laaggelegen wei
landen veranderden in akker-
kuvgronden.
Kjdens vergaderingen over de
lierinrichting van het kustge
bied in de buurt van Cadzand
kwamen onlangs dergelijke ge
dachten naar boven. In eerste
instantie wilden de herinrich
ters in de buurt van de duinen
een soort bos- aanleggen. Wie
westelijk Zeeuws- Vlaanderen
vanuit het Land van Axel bin
nenrijdt, ziet na de bossen in de
Braakman echter niets anders
dan bomenrijen op dijken. In
derdaad zijn er wat bomengroe-
peringen rondom Aardenburg
(d'Elderschanse), Sluis, Cad
zand ('t Bos van Erasmus) en
Nummer Eén, maar het weidse
landschap wordt gedomineerd
door de watertoren van Oost-
buig; die is in heel het Land van
Cadzand zichtbaar.
Terug naar de herinrichting van
het kustgebied. Zou het niet mo
gelijk zijn om daar oorspronke
lijke landschappelijke elemen
ten terug te brengen? Zoals een
laaggelegen weiland, waarop je
in de winter kan schaatsen. Of
een kreekrest uitdiepen met een
paar troenken er langs. Deze
passen immers beter bij het
Land van Cadzand dan bijvoor
beeld vier hectare populieren,
doorsneden met wandelpaden,
voorzien van picknickplaatsen,
plastic prullenbakken, par
keerplaatsen en een gluurmuur
waar mensen met zaktelefoons
het thuisfront inlichten over in
teressante vogels die ze niet
kunnen thuisbrengen omdat ze
hun verrekijker zijn vergeten.
Zeeland kenmerkt zich door de
polders. De oudste zijn van om-
Jan de Klerk was vroeger grif
fier-ontvanger van de Axelse
Beoosten Blijpolder Benoorden
en de Pierssenspolder onder
Sluiskil.
streeks 1200. Zeeuws-Vlaande-
ren kreeg de huidige vorm na
1648. Omstreeks 1650 worden
de Zaamslagpolder en de Prins
Willempolder beverst (bedijkt),
waarin de dorpen Zaamslag en
Schoondijke kwamen te liggen.
Beide polders behoren tot de
grootste in de streek tussen de
grens en de Westerschelde. Na
de verkaveling werd de jonge
klei doorsneden met rechte we
gen en sloten, maar er bleef ook
een deel over voor natuurge
bied. Dat waren de vroegere kil
len.
Net als kreken maakten ze deel
uit van het waterafvoergebied
in de jonge polders. Als er over
eenstemming was met de ge
rechtigden van een in te dijken
schorrengebied, werden de te
keningen gemaakt en na de aan
besteding van de dijk, trokken
in het vroege voorjaar de dijk
werkers met hun korrewaogens
(kruiwagen) de schorren in.
Paaltjes markeerden de plaats
waar het dijklichaam zou ko
men. Van heinde en verre kwam
het werkvolk. De werktijden
waren afhankelijk van het tij.
De keetbaas zorgde voor het
eten, nee, eigenlijk deden dat
zijn vrouw en dochter. Hij zorg
de voor de sterke drank.
Het was bijna vaste regel, dat er
op den duur ontevredenheid
over het loon uitbrak en dat het
leger orde en rust onder de dijk
werkers moest herstellen. In die
periode was de dijk al een heel
eind aangelegd en was 't er wè
êên van de joengers over de pu-
t'aok getrouwd.
De puthaak was de haak, waar
aan de aker werd neergelaten in
de welput. In de keet sliepen bij
de polderjongens vaak mannen
en vrouwen. Als scheiding ge
bruikte men put'aoken, een
onvoldoende afscheiding. Van
daar het gezegde over de put'a-
ok trouwen.
De vosse kaoie, de nieuwe (let
terlijk verse) dijk, was meestal
een meter hoger dan bedoeld
was. Vooral waar de dijk door
een kil of kreek ging, was de
kruin veel hoger. Dit vanwege
het zetten van de grond. Bij
Hoofdplaat bleef de naam Vos-
sekaoi overigens zo'n tweehon
derd jaar in gebruik. Het werk
woord vervossen horen we in 'n
put vervossen. 'n slööte vervos
sen: een drinkput, een sloot
voorzien van zoet water.
Roosterwerk
Als in de nieuwe polder de grond
wat zanderig was, kwielden de
slööt'n in. Soms moest er van
wilgentenen een slööte ivorr'n
afgetuund: er kwam dan een
roosterwerk van wilgentakken
op de bodem. De kanten zakten
dan niet zo snel in.
De afvoer van het water was een
ingewikkelde zaak. De polder
had daarvoor enkele polder
werkers in dienst. Ze mosl'n 't
land afgrippen, het land van
greppels voorzien. Hoe dieper
die greppels werden, hoe hoger
de grond omhoog gegooid moest
worden. d'Aerdekant kwam
dan op het land te liggen en
moest later verspreid worden.
Een zwaar werk. Binst de schof-
tiid (tijdens de schaft) zaoten
die mannen daorom lekker ud
der stuten (boterhammen) op
t'eten in 't 'angen van d'n diek
(de helling van de dijk).
Paolienk
Polders en polderbesturen ho
ren bij elkaar. De diekgraof
werd vroeger ook wel president
genoemd en de griffier de pen-
nienkmêêster. Bij hem moesten
de polderlasten (het dijkge-
schot) betaald worden.
Jan de Klerk uit Axel is enige
tijd ontvanger-griffier geweest
van de Axelse Beoosten Blijpol
der Benoorden en de Pierssens
polder onder Sluiskil. „Het was
een hele administratie en ach
terloop", vertelt hij. „Je moest
zorgen dat het geld op tijd be
taald werd, maar ook dat iedere
eigenaar op tijd zijn lasten be
taalde. Als er mensen kwamen,
belden of schreven, dan ging het
meestal over geldzaken. Dat
waren niet de eenvoudigste ge
sprekken."
Grote problemen heeft hij nooit
gekend. Eén keer per jaar kwam
het polderbestuur bij elkaar. In
die jaarvergadering werden de
zaken uit de doeken gedaan.
Eigenaren kozen daar ook het
bestuur. Eigenlijk is het polder
bestuur onze oudste democrati
sche instelling. Sommigen had
den het overigens niet over de
jaorvergaoderieng of d epolder-
vergaoderieng, maar zeiden met
een veel betekenend gebaar dat
zenao 't paolienkmaol gingen.
Rekening
Over deze feestelijke eetpartij-
en na de jaarvergadering kan De
Klerk ons niet meer vertellen
dan dat het gezellig en aordig
was en dat kunnen we best be
grijpen als we de nota's van de
Zaamslagpolder uit het begin
van vorige eeuw lazen,,. Het
gebeurde nogal eens dat bij de
polderrekenieng van de Pies-
senspolder weinig ingelanden
kwamen opdraven. „Geen pro
bleem hoor. De paÜng kwam wel
op."
Over deze en andere zaken
rondom het polderbestuur ver
schijnt binnenkort een boek
werk. Het is ontwikkeld bij de
Rijksuniversiteit te Gent, in de
reeks Woordenboek van de
Vlaamse Dialecten. In het boek
is veel aandacht besteed aan de
situaties in Zeeuws-Vlaande-
ren.
Reacties op deze rubriek
zijn welkom. Indieii u wilt
reageren, of wanneer u
een tip voor ons heeft,
kunt u schrijven of faxen
naar de PZC, Postbus IS.
4380 AA Vlissingen, fax
011S-470102, onder ver
melding van Bèl, bèl.
door Richard Hoving
De geschiedenis van Walche
ren staat volop in de be
langstelling. In tien jaar tijd is
het aantal leden van de Heem
kundige Kring Walcheren
verdubbeld. Tijdens de jaarver
gadering aanstaande woens
dagavond in de Aula van de
Zeeuwse Bibliotheek in Middel
burg wordt officieel het twee
duizendste lid verwelkomd.
„Een magische grens is over
schreden", zegt de secretaresse
van de Heemkundige Kring
Walcheren, W. L. Valckenier
von Geusau. De kring werd in
1971 opgericht met als doel de
inwoners van Walcheren de mo
gelijkheid te bieden zich te ver
diepen in de geschiedenis van
hun eigen omgeving. Valckenier
von Geusau: „Heem is het oud-
Nederlandse woord voor huis of
erf."
Met tweeduizend leden is de
Walcherse heemkring een jaar
na het vijfde lustrum veruit de
grootste in Zeeland. Valckenier
von Geusau is zelf al tien jaar
'enthousiast lid'. Het succes is
volgens haar niet alleen toe te
dichten aan hel: feit dat de be
volkingsdichtheid op Walche
ren groter is dan in de rest van
Zeeland. „De kring houdt het
hele jaar door lezingen en ex
cursies die goed aanslaan.
Daarnaast ligt de drempel om
lid te worden erg laag. De con-
door René Hoonhorst
Een Chinees-Indisch restau
rant aan het begin van de
straat en een heel bos aan het
eind. Statige herenhuizen en
vervallen kotjes. Verwilderde
tuinen en geknotte wilgjes, die
zo keurig op een rijtje staan dat
ze meer op leilinden lijken. De
Heerstraat in Sint Jansteen is
een straat met twee, of eigenlijk
nog veel meer, gezichten.
De straat loopt bijna uit het cen
trum van het dorp naar het wa
terwingebied. Van de klinkers
van de Brouwerijstraat, via een
asfaltstrook bij cle grens van de
bebouwde kom naar een zand
pad in het bos. Echte scherpe
bochten zijn er niet, maar toch
lijkt de straat langzaam Sint
Jansteen uit te kronkelen. Dooi
de gemêleerde bebouwing en
het voor de moderne tijd niet erg
brede wegdek is het voorname
er een beetje af.
Jachterrein
Maar het leidt nauwelijks twij
fel dat de Heerstraat ten tijde
van de Heerlijckheid Sint Jan
ter Steen een voorname verbin
ding was van het Steen (de
burcht of stenen vesting die er
van de dertiende eeuw tot acht
tiende eeuw moet hebben ge
staan) naar het jachtterrein van
de landsheren die er sinds Zeger
van Gent woonden. De oor
sprongvan de Heerstraat is in de
toch rijkelijk gevulde archieven
van Hulst niet direct te vinden.
Voor archivaris A Prinsen staat
echter zo goed als vast dat de be
tributie bedraagt per jaar
slechts 17,50." Volgens Valc
kenier von Geusau is het voor de
heemkring in de toekomst voor
al belangrijk om meer jongeren
te betrekken bij de activiteiten.
„Ons ledenbestand is erg ver
grijsd. Ik ben met 49 jaar een
van de jongste leden."
Heemgezintl
Het binnenhalen van het twee
duizendste lid is voor de Heem
kundige Kring Walcheren aan
leiding geweest om na te gaan
waar de leden vandaan komen
en vast te stellen welke stad of
dorp nu het meest heemgezind
is. De overgrote meerderheid
van de leden woont uiteraard op
Walcheren, zegt Valckenier von
Geusau. „Maar de belangstel
ling voor de geschiedenis van
Walcheren strekt zich ook uit tot
ver over de provincie- en lands
grenzen. We hebben leden in
Drenthe, Groningen, België en
zelfs Canada."
Dat de heemgezindheid op Wal-
chei'en nogal verschilt per stad
of dorp blijkt uit het ledenbe
stand van de kring. De inwoners
van Biggekerke zijn het meest
begaan met hun eigen verleden.
Ruim vijf procent van de inwo
ners is lid van de heemkring.
Arnemuiders zijn het minst ge
ïnteresseerd in de eigen geschie
denis. Slechts een half procent
van de bevolking komt voor op
de ledenlijst.
tekenis naar het roemruchte
verleden van de Pieren van
Steen verwijst.
Straten werden destijds vaker
genoemd naar heren, graven,
hertogen en andere edellieden
of mannen die zich daartoe re
kenden. Dat ook de vrouw wel
eens met een straat werd geëerd,
wil er bij F. Moelans niet in. Hij
woont in de Vrouwstraat aan de
rand van Zuiddorpe. De verkla
ring dat die naam aan Maria,
Onze Lieve Vrouwe, toebehoort,
durft hij niet te onderschrijven.
Vorsingen in etymologische
woordenboeken leerden
Moelans dat vrouw weliswaar
van frouwa (meesteres, vrouw
van adel) afstamt, maar tegelij
kertijd veiwijst de grondvorm
frawan naar een woord als
vroon (dat wat de heren be
hoort).
Moelans betoogt, nog steeds met
de naslagwerken in de hand, dat
een naam als Vrouwenakker af
komstig is van Fronackere. Net
als in Franeker geeft Vrouwen
akker dus aan dat de 'akker in
hetbezitisvan een heer'. Die be
tekenissen volgend komt ook
het eerbetoon aan de vrouw in
Zuiddorpe in een ander daglicht
te staan. Of zoals Moelans
schrijft: „Het is dus niet uitge
sloten dat, hoe gek het ook
klinkt, de betekenis van Vrouw
straat Heerstraat is.
Andersom gaat die redenatie
gelukkig niet op. Als de Steense
Heerstraat ook nog androgyne
trekken had, zou in de vele ge
zichten van de straat helemaal
geen samenhang meer te ont
dekken zijn.
Agenda
Zaterdag 26 april kimt u
in zaal Onder de toren te
Wissenkerke gaan kijken
naar het toneelstuk 'Kol
der in Wiskerke'. Het stuk,
waarin een reeks kolde
rieke gebeurtenissen cen
traal staat, speelt zich ge
heel af in een Wiskerks
café. Kees van Boven
schreef het stuk, dat door
leden, van de Wissenkerk-
se Öndeniemers vereni
ging in het Zeeuws wordt
gebracht. De voorstelling
begint om 20.00 uur en
kaarten zijn vanaf 21 april
voör 5,- verkrijgbaar bij
de WV, Voorstraat 37 en
aan de zaal. Meer inlich
tingen krijgt u via tele
foonnummer (0113)
371514.
'Eveneens op zaterdag 26
april kunt u tijdens een
feestavond in Grijpskerke
gaan kijken naar een op
treden van de beruchte
Bevelandse rockgroep
Surrender. Johan van de
S wal uw, Kees 'Wonder-
gem en Fons van Swaal
hebben deze winter hard
gewerkt aan een nieuwe
cd, die nota bene is opge
nomen in de studio van
Normaal. Ongetwijfeld
brengen de heren in
Grijpskerke een aantal
nieuwe nummers van die
cd ten gehore. U kunt van
af 18.30 uur terecht in de
feesttent op 't Geitedurp.
Het is niet uitgesloten dat de oorspronkelijke betekenis van Vrouw
straat eigenlijk naar een heer verwijst; andersom gaat die redenatie
echter niet op. foto Charles Strijd