Proeven van de
pelgrimsmantel
Elastiek maakt
elke trui anders
Japanse vrouwen leren
Hindelooper schilderkunst
TO P ICO K
PZC
tafel en trend
39
Jacobsschelp
modetips
Expositie
kleding van
Wendela
van Dijk
Friese traditie
bloeit op in Osaka
In functionele sjaal
passen veel dingen
Be BpBP P' ©1997 Washington Post Writers Group
Plaats de aubergines
in een ovenschaal en
giet so hl tomatensap
op de men.
Verwijder de deksel en
Gedurende w minuten
serveren als bij
gerecht voor 2 pers.
vul de gehalveerde
aubergines het het
mengsel
bestrooien het
versgemalen mm
peper, besprenkelen
met oujfoue en fp
cttroensap.
HALVEER KLEINE
AUBERGINES
OVER DE
LENGTE-
VERWUDERHET
VRUCHTVLEES EN
SNIJD DIT IN KLEINE
BLOKJES.
MENG HET VRUCHT
VLEES IN EEN
KOM MET:
half kopje
fijngesneden prei, groene
paprika en tomaat.
kruiden met:
2 geperste teentjes knoflook
1 eetlepel verse gehakte
oregano
so gram verkruimelde fetakaas
1 eetlepel tomatenketchup
20ut naar smaak
zaterdag 19 april 1997
Culinaire snoepers hebben er een
omweg voor over. Goedbereide,
verse Sint-Jacobsschelpen staan
borg voor het hoogste culinaire
genot. De schelp is karakteristiek en
bij iedereen bekend, dank zij het
teken waaronder onze grootste
oliemaatschappij opereert. Maar
waarom heet het smakelijke dier in
de waaiervormige schelp naar de
heilige Jacobus?
Dat is verweven met de geschie
denis van Santiago de Com-
postella in het Noordwesten van
Spanje. De apostel en martelaar
Jacobus ofwel Santiago zou daar
begraven zijn. Althans volgens de
uit de twaalfde eeuw daterende
legende, die de heilige verhief tot
schutspatroon van Spanje en van
alle vissers. Alle pelgrimswegen
naar Spanje zijn sinds Middel
eeuwse tijden gemarkeerd met
de karakteristieke Sint-Jacobs
schelpen.
De antieke tocht naar de Spaanse
bedevaartplaats is in onze tijd tot
een ware attractie uitgegroeid. De
moderne pelgrims maken het zich
een stuk comfortabeler dan de
zwoegers uit vroeger tijden, maar
zij tooien zich wel nog graag met
een fraaie schelp, ten teken dat zij
de martelaarstocht ondernamen.
Zo blijft de schelp op diverse wij
zen in beeld.
Mantel
De bruinroze, als de tanden van
een kam geribbelde schelp lever
den in onze taal en in het Duits de
naam 'kammossel' op. In bijna alle
Europese talen is het schelpdier
bovendien vernoemd naar de hei
lige, naar zijn mantel of naar de
pelgrims.
Wie nu nog verse Sint-Jacobs
schelpen wil scoren moet zich
haasten. Het seizoen loopt alweer
ten einde. De tien tot vijftien cen
timeter grote schelpen zijn aan één
kant plat en aan de andere bol. Van
binnen zit, omsloten door een
mantel, een prachtig roomwit
weekdier en een oranj e half maan-
tje.
Het openen is een lastig werkje,
gaat anders dan bij een oester. Om
te beginnen moet de buit met de
bolle kant worden neergelegd op
een hete plaat, bijvoorbeeld een
aanbiedt. „Ik heb geen set hangen.
Mensen moeten zelf een broek bij
een truitje zoeken. Ik wil ze na
tuurlijk wel advies geven," lacht
ze. In haar winkel hangt zelden
iets van eigen hand. ,,Ik ga me niet
wagen aan een colbert, als iemand
anders dat veel beter kan." Haar
talenten liggen in de gebreide trui
tjes en jurken. Daarvoor is ze ook
onderscheiden en kon ze stage lo
pen bij een Japans modehuis.
Met de tienduizend gulden aan
prijzengeld bekostigde ze de stage
in Parijs bij het Japanse modehuis
Shinichiro Arakawa. Na een
maand stage kon ze voor vast blij
ven werken. „Dat heb ik een tijdje
gedaan, maar nu ik mijn winkel
heb, werk ik alleen nog op freelan
ce-basis." Vóór de opening van
haar winkel reisde ze elke week
einde naar het modehuis in Parijs.
„Nu gaat alles per fax en telefoon.
Persoonlijk contact is beter, maar
ik sta voorlopig alleen in de win
kel."
Droom
Haar winkel VANDIJK aan de Van
Oldenbarneveltstraat 105 is voor
de ontwerpster een droom die uit
gekomen is. „Ik houd van dingen
verzamelen. En ik verzamel kle
ding als verschillende items en
hang mijn verzameling in mijn
winkel voor de verkoop." Ze heeft
merken in huis als French Connec
tion, Shinichiro Arakawa en Hu-
manoid. Haar favoriete ontwerpei-
is Helmut Lang. De in Wenen wo
nende ontwerper levert haar in ju
li zijn winterlijn. „Het is de goed
kope lijn, maar net zo mooi als de
eerste, duurdere lijn," vindt Van
Dijk.
Alle kleding die in haar winkel
hangt en ligt, zou Van Dijk zelf
willen dragen. „Het is mooi en
tijdloos. En de kleding moet een
persoon mooier maken, maar niet
de aandacht van iemand afleiden.
Kleding zegt iets over de uitstra
ling. En als het goed is geeft het ie
mand een sterkere uitstraling,"
zegt de mode-ontwerpster.
Leonie van der Meer
Truien van Wendela van Dijk, t/m 2 no
vember in de vitrine van Het Schie-
landshuis, Korte Hoogstraat 31, Rot
terdam.
De geheimzinnige Sint Jacobsschelp van binnen en van buiten.
réchaud of heetgestookte koeken
pan. Dan wijken de schelpen en
kan de sluitspier langs de rand van
de platte kant voorzichtig worden
losgesneden. De donkergekleurde
mantel moet worden weggesne
den en het zwarte zakje verwij
derd.
Het stevige, witte deel dat over
blijft is niets anders dan de sluit
spier waarmee het dier zijn huis
gesloten houdt. Het wordt
omsloten door het zachtere halve
maantje, door kenners het koraal
genoemd. Dat zijn de voortplan
tingsorganen, zowel vrouwelijk
als mannelijk. Sluitspier en koraal
samen wegen ruim een half ons en
zijn dus best een flinke hap.
Juist dat koraal geldt als afro-
disiacum. Een geheimzinnig zin
nenprikkelend middel dus, be
doeld om de liefde op te wekken.
De Griekse godin van de liefde
wordt niet voor niets graag afge
beeld op een kammossel. Deze
Afrodite werd geboren uit de zee.
Ze verhief zich uit de baren, staan
de op zo'n schelp, en getrokken
door zes zeepaardjes.
Oogjes
Er is nog iets geheimzinnigs aan de
Sint-Jacobsschelp. De kammossel
is het enige schelpdier dat kan
zien. Langs de rand van de mantel
ligt een hele rij lichtgevoelige or
gaantjes. Het zijn geen echte oog
jes, maar de dieren kunnen er uit
stekend het verschil tussen licht
en donker en zelfs bewegingen
mee waarnemen. Zo bepalen ze
ook hun richting bij het zwem
men. Want dat kunnen ze uitste
kend door met hun schelpen te
klepperen. Een kampioen haalt
wel vier kilometer per uur.
Slechts weinig lekkerbekken eten
Sint-Jacobsschelpen rauw, zoals
bij oesters wel gebruikelijk is. Bij
na altijd wordt het witte en oranje
deel voorzichtig gepocheerd in
wijn of ander geurig vocht. Een
topkok als Paul Fager maakt bij
voorbeeld al dertig jaar furore met
zijn Sint-Jacobsschelpen in een
romige Noilly Prat-saus. Een
klassiek gerecht dat tong en zin
nen bekoort.
Een dergelijk gerecht kan abso-
foto Nederlands Visbureau
luut alleen uit verse exemplaren.
Koop die alleen als de schelphelf
ten gesloten zijn, dat is een garan
tie voor de kwaliteit. Op de markt
biedt men soms voordelig 'gapen
de' Sint- Jacobsschelpen aan. Die
hoeven niet in alle gevallen bedor
ven te zijn, maar eet ze wel dezelf
de dag nog en zorg dat ze goed gaai-
zijn.
De holle schelp is een uitstekend
vuurvast bakje om Sint-Jacobs
schelpen in op te dienen. Pocheer
de witte en de roze delen circa vijf
minuten. Snijd er plakjes van en
leg die in de holle schelpen.
Schenk er kaassaus over en grati
neer de voorgerechtjes onder een
hete grill.
Sint-Jacobsschelpen zijn jaar-
rond uit de diepvries te koop, maar
dat is niet je ware. Het voordeel is
-wel dat je uitsluitend de eetbare
delen koopt en, doordat de schel
pen ontbreken, beter kunt zien of
het grote of kleine exemplaren
zijn. Diepgevroren exemplaren
zijn, eenmaal bereid, taaier van
structuur en lang niet zo subtiel
van smaak als verse. En om die
smaak, daar gaat het toch om
Martin van Huijstee
Gebreide truitjes met ingebreid
elastiek. Het is het handelsmerk
van de Rotterdamse ontwerpster
Wendela van Dijk. Zes van haar
ontwerpen hangen vanaf heden in de
vitrine van Het Schielandshuis. De
vitrine is gereserveerd voor jong
aanstormend Rotterdams talent.
De 27-jarige Van Dijk mag zich
een talent noemen. Nog
voordat zij in 1994 afstudeerde
aan de Academie van Beeldende
Kunsten Rotterdam, sleepte ze
twee belangrijke prijzen binnen.
De Smirnoff Fashion Award en
de Drempelprijs voor toegepaste
beeldende kunst van de Rotter
damse Kunststichting. Deze laat
ste ontving ze vanwege haar hang
naar experiment en haar onder
zoek naar nieuwe kledingvormen.
Van Dijk houdt zich niet aan re
gels, normen en waarden in de mo
de. „Waarom zou een boord onder
aan een trui moeten zitten en niet
aan de zijkant?" vraagt ze zich af.
Haar truitjes zijn gemaakt van tri
cot, rekbare stof. Op sommige
plaatsen heeft ze elastiek ver
werkt. Het is het bijzondere in het
werk van Van Dijk. „Ik heb zelf
nog nooit bij iemand anders elas
tiek op die manier zien gebrui
ken," zegt de ontwerpster met eni
ge trots.
Accent
Door elastiek te gebruiken wordt
iedere trui anders. „Je kunt het
accent verplaatsen. Door bijvoor
beeld een truitje strak in een spij
kerbroek te stoppen, wordt het ac
cent op de buik gelegd. Maar je
kunt het elastiek ook over de bor
sten plaatsen en dan ligt het ac
cent daar. Het is voor iedereen an
ders," legt Van Dijk uit,
De ontwerpster vindt dat de dra
ger van kleding alles zelf in de
hand moet hebben. Vandaar ook
dat ze in haar, pas half jaar oude
winkel aan de Van Oldenbarne
veltstraat kledingstukken als item
In de grote Japanse industriestad Osaka
verbreidt een charmante vrouw een ou
de Friese traditie. „Deze lijn een beetje
dunner", legt Nobuko Sowa (42) uit. Al
pratende schildert ze een bloem op zwart
papier. Haar cursisten volgen haar streken
op de voet. „Maak het een beetje smaller
hier. Werk enkel aan de bovenkant. Vijf
stippen.-.-, zo. Zie je?" Langzaam ver
schijnt op het papier een traditionele Hin-
delooper bloem. De cursisten staan te po
pelen om het zelf te proberen. „Oefenen
geblazen", zegt Sowa opgewekt. De twee
jonge vrouwen knikken beleefd en gaan
aan de slag.
In kleine leeslok'aaltjes brengt Nobuko
Sowa haar landgenotes de beginselen
van de Hindelooper schilderkunst bij. Tij
dens een langdurig verblijf in Amsterdam
liep ze vijftien jaar geleden een souvenir
winkeltje bij de Munttoren binnen. Ze zag
daar chique bruine, blauwe en groene
kunstvoorwerpen. De verkoopster vertel
de dat ze handgeschilderd waren. „Ik had
toen geen idee dat ik dat zelf ook kon doen.
Stel'je voor."
Diep onder, de indruk vertelde Sowa haar
Japanse vriendinnen wat ze gezien had.
Eén van hen kende toevallig een leraar
Hindelooper schilderen in Osdorp. Die
wilde wel een cursus geven, maar dan
moesten alle cursisten uit Japan komen.
Acht Japanse vriendinnen vormden een
studiegroepje dat enthousiast aan het
schilderen toog.
Sowa raakte helemaal in de ban van Hin-
deloopen. Met haar echtgenoot bezocht ze
het Friese havenstadje enige malen. Terug
in Japan wilde ze haar ontdekking graag
met haar landgenoten delen, maar dat viel
tegen.,Ik kon nergens verf en houten on
beschilderde materialen krijgen. Daar
door kon ik niet schilderen, laat staan aan
anderen les geven."
Ze had de hoop bijna opgegeven, toen een
groot warenhuis haar de kans gaf om haar
eigenhandig geschilderde Hindelooper
Mode-ontwerpster Wendela van Dijk: waarom zou een boord onder aan
een trui moeten zitten? foto Cees Kuiper
Reinie Bos uit Groningen heeft
octrooi gevraagd op een uitvinding
die een hele uitkomst lijkt te zijn voor
verpleegsters, artsen,
schoonheidsspecialistes, kappers en
stewardessen. Het betreft een zogeheten
functionele sjaal, een giletachtig
kledingstuk waarin zakken en zakje«
zitten voor draagbare telefoons,
sleutelbossen, make-upkwasten,
scharen, kammen, borstels,
thermometers en wat al niet meer.
Volgens de officiële toelichting bij
octrooi nr. 1005477 betreft de uitvinding
van Reinie Bos 'een kledingstuk voor het
toegankelijk op het lichaam dragen van
voorwerpen'.
De eerste indruk die de sjaal
wekt is: wat een simpel ding.
Moet daar nou octrooi op worden
gevraagd? „Precies", zegt Reinie
Bos, in het dagelijkse leven advi
seur bij het kuurcentrum Fontana
inNieuweschans. „Het is in wezen
zo'n gewoon ding dat niemand tot
nu toe op het idee is gekomen om er
een te maken. Terwijl het toch een
heel handig kledingstuk is voor
mensen die tijdens hun werk
voortdurend verschillende dingen
moeten gebruiken. Met deze sjaal
kun je alles bij je houden en heb je
het steeds binnen handbereik. Als
je weg moet, trek je hem desnoods
met inhoud en al uit."
Het Innovatiecentrum in Gronin
gen, zegt Reinie Bos, reageerde po
sitief op haar eerste ontwerp en
verwees haar door naar de Oc-
trooiraad in Den Haag. Daar heeft
ze een hele middag' in het archief
zitten snuffelen om te kijken of er
al dergelijke uitvindingen waren
gedeponeerd. Ze vond niets van
enige betekenis.
Producent
Om er zeker van te zijn dat nie
mand anders haar idee na-aapt,
kreeg Reinie Bos de steun van een
octrooigemachtigde en van een
deskundige op het gebied van
merken en modellen. Ook is ze be
zig om een producent te vinden
voor de sjaal. Een van de bekend
ste fabrieken van vakkleding in
Nederland onderwerpt, zegt Rei
nie Bos, de sjaal onder meer aan
tests'op het gebied van wasbesten-
digheid.
Reinie Bos verkoopt haar idee
niet, maar krijgt een deel van elke
verkochte sjaal, waai-van de win
kelwaarde ongeveer veertig gul
den bedraagt. „Want het lijkt me
heerlijk," lacht ze, „om straks te
kunnen zeggen dat ik van mijn
royalty's leef."
Henk Kuipers
bieden scholen cursussen aan, 'Toolpaint'
uit de Verenigde Staten en Canada, 'Bau-
ermalerei' uit Duitsland en noem maar op.
„Maar Hindeloopen is anders"zegt Akiko
Yoshida (30), één van de gevorderde cur
sisten.
Ze wilde Toolpaint gaan doen en bezocht
een cursus. Het lokaal zat propvol cursis
ten en slechts één docent. „Onmogelijk om
op je gemak wat te leren, dacht ik. Toeval
lig kreeg ik de kans een proefles Hindeloo
per schilderen te doen." Yoshida was ver
baasd. „Toolpaint is vol met lieve beestjes,
beertjes, aardbeitjes, mierzoet allemaal.
Hindelooper werk is chic. De kleuren zijn
volwassen en rustgevend. Ik was meteen
in de ban van de mooie kleurencombina
ties."
In mei zullen Sowa en een groot aantal
cursisten een bezoek aan Hindeloopen
brengen. De lerares is heel nerveus, want
ze vraagt zich af of de Friese schilders „die
merkwaardige vreemdelingen uit Japan
die zo graag hun kunst onder de knie wil
len krijgen, wel zullen accepteren".
Kleur
Yoshida vindt, het heel moeilijk om Neder
landse landschappente schilderen, omdat
ze hier nog nooit is geweest. „De foto's die
we zien tonen altijd hetzelfde: molens en
tulpen. Ik weet niet hoe de kleur van de
lucht is of de kleur van de zee."
Mede-cursist Kayoko Okazoe (35) beaamt
dit. „Met de landschappen en het mengen
van de kleuren heb ik de meeste moeite. Ik
ben nog altijd niet tevreden met mijn
werk", zegt ze terwijl ze een grote bak be
schildert. „Als ik wat af heb, ben ik soms
heel blij. Maar dat is meestal van korte
duur, want ik wil nog beter worden."
Kjeld Duits
kunstvoorwerpen ten toon te stellen. Een
bekend hobbyblad wijdde een artikel aan
de expositie. Binnen enkele dagen kreeg"ze
een telefoontje uit het 600 kilometer ver
wijderde Tokio. „Wij verkopen alles wat u
nodig heeft", kreeg ze te horen. De leve
rancier introduceerde haar tevens op een
school in Osaka, waar zij les kon geven.
Dat was in 1989. Inmiddels geeft Sowa les
aanmeer dan vijftig cursisten op vier loca
ties. De meeste leerlingen zijn vrouwen
van veertig tot vijftig jaar. Maar de cursus
op zaterdag trekt ook veel jonge vrouwen.
Beginners hebben drie jaar nodig om bij
de gevorderden te horen. Weinig deelne
mers haken af. „Ze zijn allemaal verliefd
op de chique schilderkunst. Zeraken nooit
verveeld", legt Sowa uit. „En we vinden
onze lerares ook heel leuk", roept een cur
sist enthousiast. Sowa glimlacht verlegen.
In Japan bestaat er veel belangstelling
voor traditionele schilderkunst. Overal
bedek de bovenlaag met
verkruimelde fetakaas.
afgedekt [aten garen in de
oven op 190 °g.
Kayoko Okazoe: „Het schilderen van landschappen die ik nooit gezien heb is enorm
moeilijk. foto Kjeld Duits