De liefhebber warmt Frikko op en roert er wat azijn door Alexander en Emily: doet-ie het of doet-ie het niet? Van Strien, ambachtelijk slager reportage zaterdag 19 april 1997 27 In de loop van het gesprek valt het woord Frikko. Mensen komen zelfs vanuit Goes naar zijn slagerij in 's-Heerenhoek om het te kopen. Het is er ook alleen maar op dinsdagmiddag en soms op woensdagmorgen. Maar de echte liefhebber neemt die gok niet. Hij maakt gemiddeld per week zo'n vijf kilo Frikko, maar de slager zou er wel vijftig kunnen verkopen. fi^essional Ambachtelijk slager Frans van Strien is trots op zijn Zeeuwse producten. Het recept van de boerenleverworst heeft hij met de slagerij van zijn voorganger overgenomen. Nog zo'n typisch Zeeuws product waar klanten voor omrijden. En dan wint hij op de vierjaarlijkse slagers- vaktentoonstelling in Utrecht een prijs nota bene met zijn Indische balletjes. „Tja die boerenleverworst is inderdaad een van onze specialiteiten. De mensen hier in de buurt houden van een beetje grove leverworst. En de jury in Utrecht vindt dat misschien dan weer te grof. Hoe ik dan op die Indische balletjes kom? Je moet gewoon eens wat anders proberen. Met iets nieuws komen wat nog niet iedere slager heeft. En dat lukte vier j aar geleden met mijn Indische balletjes. Nooit goed Frans zat nog op de mavo toen hij in Krab- bendijke de plaatselijke slager af en toe eens een handje toestak. Van het een kwam het ander. Zijn interesse voor het slagersvak werd gewekt, hij ging naar de slagersvakschool in Goes en werkte daar na op allerlei plaatsen als slager. In een supermarkt, bij een keurslager, bij een ambachtelijk slager, bij een vleesgroot handel en uiteindelijk in 1991 nam hij de zaak in 's-Heerenhoek over. „Ik maakte kerinis met alle aspecten van de slagerij Een supermarkt zag ik niet zitten. Dan ben je gewoon een pispaal. Je doet het nooit goed. Niet voor de klanten en het péi'soneel aan de ene kant en niet voor de baas aan de andere kant. Via de vlees groothandel kwam ik bij verschillende slagers over de vloer. Ik maakte links en rechts eens een praatje en ging bij mezelf aan het denken. Ik werkte in die tijd 50 of 60 uur voor mijn baas. Dat kon ik natuur lijk ook voor mezelf doen. Ik heb gewoon gewacht tot er een geschikte kans kwam om voor mezelf te beginnen." Onafhankelijk Nu maakt hij weken van 80 tot 90 uur en zijn vrouw werkt net zo hard mee. Maar hij is volledig onafhankelijk. Van Strien bepaalt waar hij zijn vlees koopt, welke producten hij verkoopt en hoe hij zijn werk inricht. Overigens is voor hem de keus van het vlees niet moeilijk. Hij laat gemiddeld wekelijks één flinke stier van het Franse Limousin-ras aanvoeren. Een bewuste keus voor kwaliteit, vindt hij. „Dat heeft te maken met mijn manier van Frans van Strien: „De mensen hier inde buurt houden van een beetje grove leverworst." foto Ruden Riemens werken en manier waarop ik over mijn werk denk." Het verschil met rundvlees uit de supermarkt is eenvoudig uit te leg gen. Een riblap uit de supermarkt moet 2,5 uur opstaan eer die gaar is. Een stuk vlees van een Limousin is veel vlugger gaar. Dat is een van de dingen waar je de kwaliteit van het vlees aan kunt afmeten, legt Van Strien uit. Met zijn varkensvlees gaat hij precies zo te werk. Een vaste leve rancier uit de streek levert de varkens al jaren. Een ambachtelijk slager doet alles zelf. De stieren worden bij de slagerij aan huis afgeleverd en daar slacht hij ze. In onge veer een uur is het beest gevild en in twee stukken gesneden. Vroeger brandde hij ook de varkens met stro. Dat kon niet thuis gebeuren. Daarom werd uitgewe ken naar een boer. Omdat dat allemaal te veel tijd ging kosten is hij daar vanaf ge stapt. Verder maakt hij allerlei worsten zelf. Ook al is hij slager in een tamelijk tradi tioneel agrarisch gebied, hij heeft de in houd van zijn vitrine de laatste jaren flink zien veranderen. Tegenwoordig staan daar ook soepen in, lasagna, nasi en bami. De klant ging steeds internationaler eten en de handel moest daarin mee. Hij heeft heel wat collega's die liever voor 100 pro cent echt slager zouden willen zijn. maar door het-veranderde koopgedrag van de klant ook gedeeltelijk voor kok moeten spelen. „Als het aan mij ligt zeg ik; wat doet boerenkoolstampot in een slagerij? Daar hoef ik trouwens in 's-Heerenhoek niet mee aan te komen. Dat maken de mensen liever zelf. Maar ik heb genoeg collega's die het wel verkopen. Als je met die trends mee wilt doen, heb je om de veertien dagen nieuwe artikelen op je toonbank en raak je steeds verder van het ouderwetse slagersgebeuren vandaan. Dat vind ik persoonlijk zeer jammer." Veel ambachtelijke slagers zijn in de ogen van Van Strien 'uitgemoord', vooral door steeds maar strengere keuringseisen. Zo kent hij een slager waarvan het plafond van de slagerij niet de vereiste drie meter was. maar twee en een halve meter. Zoiets aanpassen vergde zo'n investering dat de man er mee is gestopt. Op die manier verdwenen veel kleine ambachtelijke bedrijven. Maar aan de andere kant heeft iedereen de mond vol over streekeigen producten en traditionele werkwijze en kwaliteit. Volgens Van Strien is er wat dat betreft sprake van een tegenstelling in de maatschappij. Aan de ene kant heeft de klant een hang naar het traditionele en aan de andere kant kiest de consument voor het gemak en doet hij alle inkopen in de supermarkt. Het doet hem denken aan een gemeentelijke inspraakbijeenkomst in 's-Heer Arendskerke waar hij eens was. Daar klaagde een inwoner over het feit dat er op het dorp zo weinig te koop was. Maar diezelfde man deed zelf wel al z'n inkopen in Goes. Dat zijn zo van die din gen waar een dorps winkelier zich aan kan ergeren. Verwachtingen Als het per se moet wil hij bij wijze van uitzondering wel eens een partij vlees voor een grote barbecue op zondag leve ren. Bijvoorbeeld als de mensen zelf niet voldoende koelruimte hebben. „Dan hoor je dat alles in orde is. Het vlees was lekker, de kwaliteit was prima. Maar het duurt daarna weer maanden eer je die mensen in je winkel ziet. Ondertussen verwachten ze wel dat je dag en nacht voor ze klaar staat." Volgens de 's-Heerenhoekse slager willen de mensen gewoon beduveld worden. „Op een zeker moment zag je die supermark ten ineens overschakelen naar Engels rundvlees, zoals Greenfield. Toen was zo genaamd Nederlands rundvlees niet goed genoeg meer. Maar met die BSE-affaire ging dat Engelse vlees ineens weer de rek ken uit. Toen maakte ze reclame dat ze Nederlands vlees verkochten." Zelf merkt hij onder zijn klanten weinig van zaken als varkenspest of gekke koeien ziekte. Wat hem wel stoort is dat er in de media wel erg veel bloed en sensatie aan te pas komt, als er bericht wordt over die ge vallen. Speciale dingen met vlees doen is voor Frans een van de leuke dingen van het vak. Hij zou diep in z'n hart nog wel eens iets heel bijzonders van vlees willen ma ken en met zo'n product hoge ogen gooien voor de gouden slagersring. „Daar denk ik wel eens over na ja. Dan moet je eigen lijk iets totaal nieuws verzinnen. Maar al le onderdelen van bijvoorbeeld een koe worden al voor het een of andere product gebruikt. Op dat vlak is er niets nieuws te bedenken. Eigenlijk moet je dan al weer gaan denken aan de bex-eiding van het vlees. Dat zou je samen met een goede kok moeten doen. Dan lukt het misschien nog wel om gezamenlijk iets nieuws te verzin nen. Ach in de praktijk komt dat er ook niet van. Daar kom je gewoon niet aan toe." Streekproducten Daarom houdt hij het op z'n worsten en andere streekproducten. „Tonnen spek heb ik al gebakken. En vele duizenden ki lo's leverworst gemaakt. Ook voor colle ga's. Nog even terug naar de Frikko. De smaak is prima, maar veel mensen haken af als ze weten wat er in gaat. Niet iedereen kan orgaanvlees door zijn keel krijgen. Het is een lichte worst, gemaakt van de longen, het hart en de milt, aangevuld met kinne- bakspek ook wel keelspek genaamdAlles van het varken. De echte liefhebber warmt het wat op, roert er wat azijn door en smeert het op het brood. Van Strien slacht maar een bepei-kt aantal dieren per week. Daarmee blijft Frikko meteen een beetje exclusief. René Schrier Ze is de meest onzichtbare 'vriendin van': Emily Bremers, de geliefde van kroonprins Willem-Alexander. Al 2,5 jaar hebben ze verkering, maar bijna niemand kent haar. Koningin Beatrix zou Emily geen geschikte kandidate vin den, maar dat gerucht is inmiddels ont zenuwd. Alexander zelf aarzelt over een huwelijksaanzoek. De kroonprins wordt op 27 april 30 jaar, tijd voor een definitie ve keuze. I Op hoogtij dagen schittert Emily door af- wezigheid. Een maand geleden nog: Alexander doet belijdenis in de Haagse Kloosterkerk. De hele koninklijke fami- he zit op rij in de kerkbank, inclusief oma i Juliana en opa Bernhard. Maar geen Emily, terwijl de belijdenis voor Alexan der een belangrijk moment is. Na jaren- I lang twijfelen wordt hij lid van de Ne- derlandse Hervormde Kerk. Zolang er geen trouwplannen zijn, be staat de relatie officieel niet, zo luidt de regel van het hof. Dus wordt Emily bij plechtigheden buiten de deur gehouden. '(l Aanvankelijk deed het verhaal de ronde dat Beatrix de vriendin van haar oudste zoon niet zag zitten. Maar inmiddels klinkt in hofkringen een heel ander ge luid: Alexander lijkt zelf de grootste 5 twijfelaar. Niet aan zet „Als Emily zijn ware liefde is, kan de kroonprins naar zijn moeder stappen en zeggen: 'Mam, ik wil met haar trouwen, 1 wat vind jij daarvan?' Beatrix moet ui- 1! teraard wel, toestemming geven, maar zelfs al stribbelt ze tegen, dan nog zijn er -J genoeg andere wegen voor Alexander. Even bellen met Wim Kok of hij een goed ■j woordje voor hem kan doen. Eventueel ij belangrijke hoffunctionarissen aan klampen of zij zijn moeder willen over- ij halen. Maar zolang Alexander niet aan- ,i geeft dat hij met Emily wil trouwen, is •j Beatrix officieel nog niet aan zet"vertelt J een ingewijde. tl Volgens Edwin Smulders, de fotograaf I die de eerste foto van het verliefde stel maakte en nog steeds 'in de bosjes ligt', heeft de koningin Emily al stilzwijgend goedgekeurd. „Als ze haar echt niet ge schikt vindt, had Alexander de relatie al lang verbroken. Hij is gewoon nog niet toe aan een huwelijk, maar uiteindelijk wordt Emily zijn vrouw. Zeker weten". Laatbloeier Een laatbloeier in hart en nieren. 'Kin derlijk', zo omschrijven ingewijden de bijna dertig jarige kroonprins. Toen Bea trix zo oud was, was ze al bevallen van haar oudste zoon. Zijn moeder was so wieso veel eerder volwassen. Toen ze achttien was, de leeftijd waarop de Oranjes officieel troonopvolger worden, deed ze haar belijdenis en begon gedre ven aan haar rechtenstudie. Na vijf jaar slaagde Beatrix 'met genoegen' en ze ma nifesteerde zich al op 23-jarige leeftijd als ambitieuze koningin in spé. De gemoedelijke doch wat nonchalante kroonprins lijkt geen haar op zijn perfec tionistische moeder. Als Alexander zijn achttiende verjaardag viert zegt hij te gen zijn biografe Renate Rubinstein; „Als ik mocht kiezen of ik of mijn broer Friso koning moest worden, dan zou ik het koningschap, meteen aan hem over geven". Een keihard werkende student is Alexander niet geweest. Toen hij aanzijn zesde studiejaar geschiedenis begon, werden hoffunctionarissen behoorlijk zenuwachtig. De kroonprins heeft het te druk met publieke optredens, zo stelde de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) hen gerust. Dat bleek overigens wel mee te vallen, zo leert een kij kj e in de archieven. In zes jaar studietijd heeft hij zo'n vijftig bijeenkomsten bijgewoond en zeven buitenlandse reizen gemaakt. Koningin Beatrix had tijdens haar eerste drie studiejaren al meer dan negentig of ficiële verplichtingen voltooid en was een jaar eerder klaar met haar studie dan haar oudste zoon. Als hij uiteindelijk na zes jaar zijn bul krijgt, begint de kroonprins aan zijn 'Op leiding tot Koning'. Alexander loopt stage bij diverse ministeries en gaat op aandringen van zijn moeder mee op Prins Willem Alexander viert samen met de Nederlandse volleyballers het behalen Spelen in Atlanta. staatsbezoek naar Indonesië en Zuid- Af rika. Tijdens een informele ontmoe ting formuleert Alexander haarfijn hoe hij zich voelt als 'leerling-koning: „Het is waanzinnig, twee weken lang word je ge leefd." En: „Diners zijn dodelijk." Zijn eerste werkbezoeken aan de Nederland se Antillen waren ook nog niet echt seri eus, De kroonprins was voornamelijk uit op trucs om zich de veiligheidsagenten van de gouden medaille op de Olympische van het lijf te houden zodat hij rustig kon stappen, zo vertelt een van zijn toenmali ge gesprekspartners in 'de West'. Volgens hem is Alexander inmiddels wel zakelij ker geworden en meer inhoudelijk be trokken bij de problematiek op de Antil- I len.'Het huwelijk' is een belangrijk 2 onderdeel in de 'Opleiding tot Koning'. Voordat de kroonprins de troon bestijgt, I moet zijn aanstaande echtgenote immers worden omgeschoold tot 'koningin'. Hoffunctionarissen koesteren dan ook i] de vurige wens dat Alexander zo snel I mogelijk trouwt, want dan kunnen zij aan de slag. Bovendien;'een vaste part- fi ner brengt rust in de tent. Met echtgenote kan Alexander makkelijker buitenland- se reizen maken dan zonder, zo oordeelt het hof. Zijn gastheer over de grens heeft vaak een vrouw aan zijn zijde en volgens de etiquette in die kringen is het dan wel zo wenselijk dat Alexander ook met een dame ten tonele verschijnt. In de wandelgangen klinkt echter het ge- I luid dat zijn jongste broer Constantijn (27) het eerst in het huwelijksbootje zal I stappen. Hij heeft inmiddels ruim een l jaar verkering met Laurentien Brink- q hqrst (29), dochter van D66-Europarle- I; mentariër Laurens-Jan Brinkhorst die goed bevriend is met de koninklijke fa- i milie. Constantijn heeft sowieso een se- J rieuzere reputatie; zowel in zijn werk als in de liefde. Vóór Laurentien had hij vrij j lang verkering met Barbara de Kanter, J het „charmante buurmeisje" van Ruud Lubbers. De middelste zoon van Beatrix (j en Claus, prins Johan-Friso, heeft daar entegen nog weinig ex-varing met vrien- dinnen. Emily, die na haar rechtenstudie bij de f KLM is gaan werken, moet inmiddels uitgebreid door koningin Beatx-ix zijn 'gescreend'. Zij zal er voornamelijk op I letten of de 27-jarige juriste het leven in de 'glazen kooi' aan kan. Haar eigen mensenkennis is de belangrijkste gi'aad- 1 meter. Het wachten is nu op het huwe lijksaanzoek van Alexander. Doet-ie het j of doet-ie het niet? Optimisten aan het hof beschouwen zijn belijdenis als voor- teken dat hij zijn leven serieus ï-ichting wil gaan geven. Zij hebben de hoop op een spoedig huwelijk in ieder geval nog niet opgegeven. Carine Neefjes

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 27