Op van die lichte toetsen
glijd je makkelijker uit
Nederlandse muziek
wordt steeds beter
Depeche Mode laat moed nog niet zakken
PZC
Brautigam met
fortepiano en Mozart
door Nederland
Nationale Ballet danst
op de Rolling Stones
kunst cultuur
22
Nieuw album
Ruth Jacott
cd
vrijdag 18 april 1997
Ronald Brautigam: „Bij de Russen voel ik me net een pianist die acteert dat hij Tsjaikovski of Rachmaninov speelt."
foto Maurice Nelwan
Tsjaikovski speelt hij liever niet.
Te veel ego-muziek, te veel
melancholie. „Daarvoor neem ik
mezelf niet serieus genoeg", zegt
Ronald Brautigam. De komende
twee maanden reist hij rond met de
sonates van Mozart. En met zijn
eigen ranke fortepiano.
Als David eri Goliath staan ze
tegenover elkaar in zijn roya
le zolderkamer met uitzicht op het
Vondelpark, de bescheiden,
breekbaar ogende McNulty en de
stoere, robuuste Bösendorfer. De
eerste kent hij een jaar of vijf, de
tweede is al veel langer een trouwe
kameraad. Ronald Brautigam
(1954) concentreert zich nu even
op de door Paul McNulty rond
1990 gebouwde fortepiano. Over
een paar maanden krijgt de
Bösendorfer-vleugel weer alle
aandacht, maar voorlopig, tot be
gin juni, reist Brautigam met zijn
McNulty - een kopie van een 18de-
eeuws 'Hammerklavier' - en de so
nates van Mozart door
ons land.
„Fijn, zo'n aaneengeslo
tenserie", zegt de pianist.
„Ik zou toch niet meer,
zoals vroeger, zes of zeven
verschillende program
ma's in één seizoen willen
spelen. Dan voel je je net
zo'n Chinese goochelaar
met van die borden." Van
Maastricht tot Bloemen-
daal, van Oegstgeest tot
Apeldoorn, bijna heel
Nederland kan Brautigams Mo-
zart-cyclus meebeleven. En wie er
niet aan toe komt kan altijd nog de
cd's kopen. Want voor het gere
nommeerde Zweedse label Bis
heeft de bekende Nederlandse
pianist alle achttien sonates van
Mozart opgenomen. Kort geleden
verschenen de eerste twee van in
totaal zes cd's, met elk drie sona
tes.
Gedoe
Het is wel een gedoe, zo'n tournee
met zijn eigen fortepiano, geeft
Ronald Brautigam toe. Voor elk
concert wordt het instrument door
een verhuisbedrijf opgehaald en
na afloop weer afgeleverd. Zijn
buren in de Amsterdamse Vossius-
straat zijn al gewend aan de ver-
huislift en aan de auto's, die in een
lange rij achter de verhuiswagen
staan te wachten totdat het kar
wei geklaard is.
Er is geen andere keus. Brautigam
wil niet verhuizen, veel van zulke
uitstekende fortepiano's zijn er
niet en de pianist moet er elke dag
op studeren, willen de zestiende
noten goed lopen en de trillers
mooi parelen. „Het is een gevaar
lijk instrument", zegt Ronald
Brautigam met een listig lachje.
„Kijk, doordat die toetsen zo lek
ker licht gaan, lijkt het makkelijk.
Maar dat is bedrieglijk. Je glijdt
ook makkelijker uit. Als je aan de
normale piano gewend bent, moet
je opeens kracht opgeven. Dat
geeft je in het begin een hulpeloos
gevoel. Belangrijk is dan, dat je die
kracht niet in verkeerde spieren
gaat stoppen. Want dan ben je ver
der van huis."
Bij Ronald Brautigam hoefde er
geen fysiotherapeut aan te pas te
komen. „Ik heb er anderhalf jaar
de tijd voor genomen om er op
thuis te raken. Daarna durfde ik er
voorzichtig mee in de openbaar
heid te komen". Dat laatste was
niet eens de opzet, toen hij het in
strument in 1988 bestelde en op
een wachtlijst terecht kwam. Hij
had zijn zinnen op een fortepiano
gezet om te kunnen voelen hoe het
Alfred Brendel, die heeft gezegd,
dat hij de beperkingen van de for
tepiano weigert te accepteren.
Brautigam: „Wat hij als beperkin
gen ziet ervaar ik bij Mozart hele
maal niet als beperkingen.'Alles
valt juist precies op zijn plaats.
Het instrument past de muziek als
een handschoen. Maar ik denk dat
het ook een generatiekwestie is.
Bovendien zijn de kopieën in de
laatste jaren veel beter gewor
den."
Busje
Ronald Brautigam gaat volgend
seizoen ook een paar keer naar het
buitenland met zijn McNulty, on
der meer naar Denemarken voor
een aantal concerten. „Dan gaat
die achterin het busje waarin ik
rijd. Dat heeft wel iets moois. Het
schept een band met je instru
ment. Overigens pieker ik er niet
over om ook een eigen concert
vleugel overal mee naartoe te ne
men. Goede vleugels zijn er overal,
zeker in Nederland. Bovendien
neemt dat iets van de spanning
was en om te kunnen horen hoe het
klonk: Mozart op een instrument
van het type dat de componist zelf
heeft bespeeld. Maar nadat de Mc
Nulty in 1991 was afgeleverd
raakte hij er steeds meer aan ver
knocht.
Onnatuurlijk
„Ik had eigenlijk al heel lang de in
druk dat juist voor Mozart de mo
derne concertvleugel niet ideaal
is. Je moet je daarop voortdurend
inhouden om die muziek haar ei
gen karakter te geven. Dat leidt
tot een enigszins onnatuurlijke
manier van spelen. Op zo'n forte
piano kan je echt uitpakken want
dat instrument overschrijdt het
voor Mozart gewenste volume
niet. Snelle begeleidende passages
in de linkerhand klinken er ook
mooier op. Die worden op een gro
te vleugel automatisch stug. Die
combinatie van lichtheid en fel
heid op de fortepiano, daarop ben
ik erg gesteld."
Hij is het volstrekt niet eens met
weg. Je moet het jezelf niet te mak
kelijk willen maken."
Hoeveel hij ook van het instru
ment houdt, Ronald Brautigam
ziet zich niet als een 'echte forte
pianist', zoals zijn collega's Mel-
vyn Tan (met wie hij in mei een
paar keer quatre-mains speelt) en
Malcolm Bilson. „Ik blijf de pia
noconcerten van Mozart in de
meeste gevallen op een moderne
vleugel spelen, ook al omdat dat
moeilijk anders kan wanneer je als
solist met een normaal orkest op
treedt. Anders zouden ze je niet
eens horen. Ook Schubert speel ik
meestal op een grote vleugel. Ik
heb afwisseling nodig. Zo vei'heug
ik me nu al op een uitvoering van
een concert van Stenhammar in
juni. Dan kan ik weer ongegeneerd
op de grote vleugel tekeer gaan.
Het is met die twee instrumenten
net als met twee auto's: een kleine
voor het stadsverkeer, een grote
voor de lange afstanden."
Reizen doet hij ook vaak met de
violiste Isabelle van Keulen, met
wie hij een duo vormt. Ook in an
dere kamermuziekformaties wil
hij wel eens optreden. „Volgend
seizoen maak ik een tournee met
het Vermeer Kwartet. We doen het
Pianokwintet van Dvorak. Dat
lijkt me wel iets.Hij geeft toe, dat
hij de laatste tijd weinig moderne
muziek heeft gespeeld. „Boulez of
Xenakis, dat vraagt zo'n ander
soort techniek. Ik weet niet of dat
wel mijn terx-ein is."
In 19 90 had Ronald Brautigam een
aanvaring met de Hongaarse, in
Duitsland wonende componist
Gyrgy Ligeti. Deze hoorde tijdens
een pxivé-auditie hoe de Neder
landse musicus zijn Pianoconcert
speelde en raadde hem terstond
dringend af dit werk in het open
baar ten gehore te brengen. Brau
tigam vond het maar het vei"stan-
digst deze raad op te volgen. De
geplande concerten en de plaatop
name met het Concertgebouwor
kest onder Chailly kwamen te ver
vallen.
Of die pijnlijke geschiedenis met
Ligeti nog een nawerking heeft
gehad? „Toch wel enigs
zins", zegt Ronald Brau
tigam. „Ik ben iets voor
zichtiger geworden Ik
heb me later afgevraagd:
als het Concertgebouwor
kest me nu eens niet had
gevraagd dat werk van
Ligeti te spelen, had ik het
dan zelf gekozen? Nee. Ei
genlijk is het geen stuk
voor mij. Om dezelfde re
den houd ik ook niet van
de eerste twee concerten
van Baidók. Ik heb wel het Derde
gespeeld. Dat is lyrischei", niet zo
agressief'." Mozart en Gershwin,
Schumann en Loevendie: klein en
eenzijdig is zijn repertoire niet.
Wel is het ontbi'eken van Russi
sche componisten - Tsjaikovski,
Rachmaninov, het paradijs voor
talloze virtuozen - opmerkelijk.
„Als het goed wordt gespeeld kan
ik het wel mooi vinden", zegt Ro
nald Bi-autigam. „Maar ik kan er
niet toe komen om het zelf te doen.
Ik voel me dan als het ware een
pianist, die acteert dat hij Tsjai
kovski of Rachmaninov speelt.
Het komt niet uit mezelf voort, al
die melancholie. Daarvoor neem
ik mezelf niet genoeg serieus. Dat
is het, denk ik."
Aad van der Ven
Ronald Brautigam concerteert onder
meer in Rotterdam (19 april, Hil-
legondakerk), Utrecht (29 april, Vre-
denburg) en Amsterdam (3 en 31 mei in
de Waalse Kerk)
(Advertentie)
Het Nationale Ballet danst van
25 april tot en met 10 mei op
muziek van de Rolling Stones. De
Britse choreograaf Christopher
Bruce schreef balletten op acht
nummers van de Stones, waaron
der 'Little Red Rooster' en 'Lady
Jane'.
De acht stukken worden uitge
voerd onder de naam Rooster. Met
Rooster, dat door tien mensen ge
danst wordt, wilde Bruce niet al
leen een eerbetoon aan de Stones
leveren.
Bruce, een van de belangsrijkste
Bi'itse choreografen van dit mo
ment, wil in Rooster ook de ver
houding tussen man en viuuw tot
uitdiukking bi-engen. De mannen
in het ballet vertonen haantjesge
drag, de vrouwen accepteren dat
wel maar dooi-zien de heren me
teen.
Het Nationale Ballet bi-engt op de
zelfde avond nog Collective Sym
phony van Van Dantzig, Van Ma
nen en Van Schayk en Violin
Concerto van George Balanchine,
alles op muziek van Sti'avinsky.
Het ballet maakt een toeiuee langs
Amsterdam, Den Bosch, Venlo,
Utrecht, Eindhoven, Tilburg.
Arnhem, Maastricht, Heei'len.
Nijmegen, Enschede en Giunin-
gen. ANP
Ganzepoorlstraal 3, Goes
Nu ook
DOLCE GABBANA
De Muynck
Optiek
De zangeres is in opperbeste
stemming. Vlak voor het in
terview kreeg ze het bericht dat
haar nieuwe album Hartslag op
vijf binnenkomt in de album top
100. „Mijn dag begint goed",
zegt Ruth Jacott met een stra
lende lach. „Het heeft lang ge
duurd voordat dit album er was.
We hebben veel tegenslag ge
had. Er stond iets te veel op de
agenda, terwijl je op tijd rust
moet houden voor je stem. Daar
om zijn de opnames een paar
keer verschoven. Maar het was
de moeite waard, zeker nu blijkt
dat het album meteen goed
scooid. Daar word ik een tevre
den mens van."
Die aanstekelijke lach klinkt
nog menigmaal. Hij is een
van de pijlers van haar succes.
En dat succes bezorgt Ruth Ja
cott een drukke agenda. Naast
de pi'omotie van de nieuwe cd
loopt ook de concerttournee nog
een tijdje door. Sinds een jaar
volgt ze zanglessen om haar
stem vlekkeloos door dat druk
ke programma te loodsen. „Het
is topspoid waannee ik bezig
ben", oordeelt ze. „In het verle
den heb ik dat ondei'schat. De
laatste jaren is het steeds druk
ker geworden, dus moet ik zui
niger op mijn stem zijn. Het is
handig als je daarvoor bepaalde
technieken aanleert."
Stemproblemen speelden een
rol bij het uitstel van Jacotts
vierde Nederlandstalige album.
Een aantal concerten moest
worden afgezegd om dezelfde
reden. „Ik hou van mijn vak; ik
wil niet anders. Als mensen be
talen om mij te zien in het thea
ter, mag iedereen instorten. Be
halve ik. Ik moet mijn naam
hoog houden door mijn werk
goed te doen. Het is mijn taak
dat het publiek na afloop van
een concert fluitend naar huis
gaat. Zorg ik daar niet voor, dan
doe ik mijn werk niet goed."
Smaak
„Natuurlijk kan ik het niet ie-
dei*een naar de zin maken. Het
blijft een kwestie van smaak.
Dat geldt ook voor dit nieuwe
albumMaar j e moet het publiek
blijven verwennen. Daarnaast is
het voor mezelf heel prettig om
me steeds te vernieuwen. Ik
denk dat dat met Hartslag ook is
gelukt. Dit album is niet belang
rijker dan de voorgaande; elk al
bum is een soort van kindje dat
je baart en elk kindje is even be
langrijk. Ik probeer mezelf te
verbeteren en hoop dat het pu
bliek met me mee gaat.
„Mijn publiek varieert in leef
tijd van 4 tot 74 jaar. De vraag is
iedere keer weer: hoe hou je ze
allemaal gelukkig? In het verle
den waren het vooral vrouwen
die naar mijn optredens kwa
men. Toen kwam het moment
dat mannen vei'plicht mee
moesten. Nu komen veel man
nen alleen. Tegenwoordig zie ik
ook bouwvakkers mee huppelen
met Ruth Jacott. Ik bedoel: er is
niet één bepaald soort fans dat
ik heb."
„Bij mijn shows moeten ze zelf
weten wat ze doen. Ik dwing ze
tot nietsMeteen in het begin zeg
ik al: dit is ons feest, als je wil
mag je meedoen. Vanaf de eerste
seconde wil ik energie uitstra
len. Ik moet die energie gewoon
kwijt." Soms, zoals onlangs in
Nijmegen, loopt dat uit de hand.
„Na afloop van het concert wer
den alle uitgangen van de
schouwburg geblokkeerd door
fans. Dat was een eng idee. Er
hoeft maar één gek tussen te
staan die... We hebben het met
elkaar besproken en misschien
moet ik toch maar bodyguards
inschakelen."
Achter de schennen speelt le
venspartner Humphrey Camp
bell een steeds grotere rol in de
carrière van Ruth Jacott. Op het
album Hartslag staat ook een
aantal composities van Camp
bells hand. „Het werkt voor mij
gemakkelijker wanneer Hum
phrey zich ermee bemoeit. Hij is
de enige die precies weet hoe ik
een liedje aanpak zonder dat we
daarover vooraf praten. Hij is
een gouden man, de motor ach
ter mij en de hele groep."
Stimulerend
„Humphrey werkt erg stimule
rend. Hij is een prettige man om
mee om te gaan. Hij is nooit ge-
stressed. En wil je in dit vak goe
de prestaties leveren, dan kun je
geen stress om je heen hebben.
Humphrey heeft ook twee hitjes
voor mij geschreven. De platen
maatschappij ziet graag dat hij
voor mij schrijft. En ik merk dat
het steeds beter werkt. We wer
ken allebei aan onze eigen carri
ère. Een duet hoeft niet zo nodig
voor Humphrey. Hij zal zich
nooit opdringen. Maar als we
het juiste liedje vinden, zullen
we dat absoluut doen."
Een van haar wensen is een rol in
een film. „Ik wil op het witte
doek verschijnen", stelt ze reso
luut. „Ik denk dat ik dan alles
heb gehad wat dit vak te bieden
heeft. Aan de rest heb ik al mo
gen proeven. Maar het moet wel
een goede film zijn, geen ballen-
film. Ik wil een bitch spelen, dus
het tegenovergestelde van wat
ik ben. Ik dacht lange tijd dat ik
dit soort dingen niet hardop
moest roepen. Maar waarom
niet? Als je bepaalde gaven hebt,
moet je die ook zonder opleiding
kunnen gebruiken."
Vast team
„Ik heb een vast team van men
sen om heen. Componisten,
tekstschi'ijvers, producers. Dat
maakt het makkelijker om nieu
we dingen te doen. Omdat ieder
een van elkaar weet wat we van
elkaar verwachten. En toch is
het iedere keer weer de vraag of
het allemaal goed genoeg is, of
het wel kan wat we doen. We zit
ten met dat hele team regelmatig
om tafel om zeker te weten dat
we de goede keuzes maken. Daar
gaan we echt niet laks mee om.
Dat team maakt het voor mij al
lemaal wat lichter."
„Ik kan geen mooie liedjes
schrijven. Ik ben er wel eens
voor gaan zitten, maar heb de
gave niet. Waarschijnlijk ben ik
daar ook te lui voor. Ik wacht af
tot er goed materiaal is. Dan
kom ik pas los. Maar misschien
moet ik het toch eens serieus
gaan pi'oberen als ik wat ouder
ben. De Nederlandstalige mu
ziek wordt alsmaar beter. Het
mag weer en dat werd tijd ook.
Ik ben er trots op dat ik daar als
zangeres een steentje aan bij
draag. En in de toekomst mis
schien' ook als componiste of
tekstschrijfster."
Martin Hermens
Ruth Jacott: „Als mensen betalen om mij in het theater te zien, mag
iedereen instorten, behalve ik."
Commercieel gezien gaat het Depeche Mode
de laatste jaren meer voor de wind dan ooit.
Het vorige album Songs Of Faith And Devotion
behaalde de platinastatus in Engeland en ook de
meest recente singles Barrel Of A Gun en It's No
Good haalden daar moeiteloos de top tien. Het is
een pleister op de wonde voor de privé-
p roblemen binnen de band. Zanger Dave Gahan
deed een mislukte zelfmoordpoging nadat zijn
vriendin hem had verlaten en Alan Wilder stapte
uit de band. Dat Wilder ook nog leeft is een
wonder: hij zag vorig jaar een gevechtsvliegtuig
een paar honderd meter voor zich op de autoweg
waarop hij reed neerstorten.
De ellende rond de band drukt zwaar
op het nieuwe, twaalfde, album Ultra
(Mute/PIAS). De cd klinkt donkerder en
zwaarmoediger dan ooit, en eigenlijk is
Depeche Mode nooit op haar sterkst in die
dramatische synthi-stukken. The Love
Thieves en Home worden nou eenmaal
niet gekenmei-kt door een spannende of
meeslepende melodie; daarvoor moeten
we als vanouds toch weer bij de meer up-
tempo-stukken zijn. En dat zijn de twee
voornoemde singles plus het nummer
Home. Heel bijzonder is The Bottom Line.
met de pedal steel van B.J. Cole. Sister Of
Night en Freestate hebben ook een duide
lijke melodiestmctuur, maar slepen zich
weer zo traag voort dat ze nauwelijks be
klijven. Het is, kortom, een beetje behel
pen met deze nieuwe Depeche Mode.
Chemical Brothers
Chemical Brothers is eigenlijk wel een
goedgekozen naam van het producersduo
Tom Rowlands en Ed Simons, want als ze
met hun muziek iets bereiken is het wel
chemie. Het tweede album van de voor
malige Dust Brothers, Dig Your Own Hole
(Virgin) staat weer proppievol met zwe
pende, zwetende beats en dubs die de
luisteraar onderdompelen in een bad van
vette funkbassen en smerige gitaamoise.
Opvallend is de vocale gast bijdrage van
Oasis-zanger Noel Gallagher in het span
nende Setting Sun en die van Beth Orton
in het zachtaardige Where Do I Begin.
Terwijl het plezier er van afspat in het ne
gen minuten durende slot The Private
Psychedelic Reel. Zodra de Chemical
Brothers zich met pure techno inlaten (in
It Doesn't Matter en Don't Stop The Rock)
wordt het wat mij betreft allemaal wat
minder onweerstaanbaar, maar verder
zindert deze cd vrolijk verder op de weg,
die dit Britse duo met haar veelgeprezen
debuut Exit Planet Dust insloeg.
Punk
Tegen Green Day en The Offspring kan
geen enkele skatepunkband in Californië
op. NOFX zit er dicht tegenaan, en ook
het energieke Pennywise probeert het
tenminste nog. Maar de vierde cd Full Cir
cle (Epitaph) maakt duidelijk waar het
aan mankeert: een onweerstaanbare me
lodie. Strak en lekker agressief is niet vol
doende voor de punkers van tegenwoor-
dig, er moet meegebruld worden en het
liefst zo hard mogelijk. Pennywise is ei
genlijk te snel om mee te bieren en boven
dien lijken de liedjes onderling te veel op
elkaair De belangrijkste uitzonderingen
staan op de tweede helft: Running Out Of
Time, What If I en Did You Really. Het
slotnummer Bro Hymn Tribute is een eer
betoon aan Pennywise-basgitarist Jason
Thirsk, die voiig' jaar zelfmoord pleegde.
Een stukje melodieuzer en vooral gevari
eerder is Ten Foot Pole op haar tweede al
bum Unleashed (Epitaph). Sinds het ver
trek van zanger Scott, die als pitcher van
de LA Dodgers toch al negen maanden in
het jaar de band links liet liggen, lijkt de
band nog strakker geworden. De liedjes
hebben een sterke spanningsopbouw en
de rauwe gitai'en doen de rest.
Rauwe gitaren ook volop bij Wayne Kra
mer, wat geen wonder is bij deze voorma
lige gitarist van het legendaiische MC5.
Maar waar de gitaar op zijn twee vorige
albums in dienst stond van punk en gi-
taarrock is Kramer op Citizen Wayne
(Epitaph) honderdtachtig graden ge
draaid. Hij maakt nu echte liedjes, die
door producer David Was soms van
dance-iitmes en samples zijn voorzien.
Die dienen als het fundament, waar Kra
mer met zijn gitaar overheen zwerft.
Gert Meijer
(Advertentie)
Nu ook
DOLCE GABBANA
De Muynck
Optiek