Waas rond het wielrennen
wordt in stand gehouden
Idealist aan het roer van tennisdistrict
Voor Hennie Kuiper
is Parijs-Roubaix
de mooiste klassieker
Jaap Ever wijn: geen
woorden maar daden
vrijdag 11 april 1997
Hennie Kuiper: „Er moest voor mij echt een aanleiding zijn om te winnen."
Hennie Kuiper had al veel gewonnen toen hij op 10 april 1983
Parijs-Roubaix op zijn naam schreef. Zijn historische zege in de
wedstrijd over de kasseien van Noord-Frankrijk, een koers die
morgen (zondag) voor de 95ste keer op de kalender staat, maakte van
een mooie carrière een droomcarrière. Tijdens die gedenkwaardige,
door storm en regen geteisterde wedstrijd, putte de wielrenner Kuiper
oerkracht uit eerdere teleurstellingen. Dat was ook zo na zijn
loopbaan, waarin hij in korte tijd de dood van zijn renner Fabio
Casartelli, de scheiding van zijn vrouw Ine en een afscheid als
ploegleider van Motorola kreeg te verwerken.
Hennie Kuiper (48) zit strak in het pak.
In combinatie met de hem zo kenmer
kende gezonde blos op zijn wangen maakt
hem dat tot een gesoigneerd heerschap.
Hij heeft de avond ervoor bij voetbalclub
Sparta een lezing bezocht van Gerrie
Knetemann, zijn oude ploeggenoot die
van praten zijn werk heeft gemaakt.
„Ik heb al langer inmijnhoofd om spreek
beurten te gaan houden voor bedrijven.
Gerrie vroeg of ik een keert j e wilde komen
ldjken en om me een beetje te oriënteren
ben ik eens langsgegaan. Heel leerzaam.
Verder doe ik wat radio- en televisiewerk
voor de regionale omroep Oost en de orga
nisatie van de Tour de France heeft me ge
vraagd VIP's te gaan begeleiden. Ik moet
daar nog over nadenken. Ik ben trouwens
ook nog bezig met het opzetten van iets
zakelijks, maar daarover kan ik nu nog
niks zeggen."
Op afstand
„Ik volg de sport op afstand. Ga wel naai
de klassiekers die nu gaan komen, maar
het is natuurlijk anders. Het is wel heel
zinvol alles eens van een afstand te bekij
ken na er al die jaren middenin te hebben
gezeten. Altijd maar in die hectiek, dat
maakt dat je er op het laatst niet meer hel
der naar kijkt. Het is niet verkeerd om het
een keer vanuit een andere hoek te zien. Je
ziet dan anders. Misschien heeft het ook
met leeftijd te maken. Ais je er middenin
zit, draaf je maar door. Begrijpelijk, want
je moet gretig bijven. In het verleden was
ik in deze tijd vreselijk druk. Het is de
klassiekermaand hè.
Het gesprek is gekoppeld aan een bezoek
aan Parijs-Roubaix, de koers over de kei
en die Kuiper in 1983 won. Het was de
wedstrijd waarin hij, op weg naar de
overwinning, zes kilometer voor het einde
i zijn achterwiel kapot reed en smeekte om
een nieuwe fiets.
Dramatiek
„Parijs-Roubaix is voor mij de mooiste
wedstrijd omdat de dramatiek zich er zo
nadrukkelijk manifesteert. Het was bees
tenweer die dag. Voor het eerst na tien
j aar gingen we weer door het bos van Wal
lers. We hadden er wel van gehoord, maar
niemand wist eigenlijk wat hem te wach
ten stond. Het was daar eenravage. We re
den daar met elf man weg. Moser was er
bij Roche ook, Madiot en Duclos-Lasalle.
We werden als het ware op die kassei-
enstrook in Wallers gedropt en moesten
maar kijken hoe we eruit kwamen. Het
was een echte hel. Hondenweer! Toen de
ik nü al gaan of nog even wachten? Het
was mooi om later op televisie terug te
zien. Je ziet me eerst wat drinken en wat
eten en dan aanzetten. Toen ik weg was,
dachtik: nu nog even doortrekken en ik rij
straks zo de baan in Roubaix op. Totdat
die laatste kasseienstrook in Hem eraan
kwam. Ik nam elke keer de binnenbocht
om af te snijden. Hup, zo van de stenen op
het asfalt. Dat ging heel goed, tot die foto
graaf er opeens stond. Ik zag hem en
dacht: die gaat wel opzij. Maar hij had me
niet in de gaten! Toen zag ik die kuil. Ik
kon er niet meer omheen slingeren en
sloeg er met mijn achterwiel in. De tube
zat. er zó strak om dat alles was geblok
keerd. Dan zie je me ook dat gebaar ma
ken, dat in de handen klappen. Maar heus:
ik was niet in paniek.
José de Cauwer, de assistent-ploegleider,
bracht me uiteindelijk een andere fiets.
Die stond op het goeie verzet, 52x16. Ik
heb me flink op gang laten duwen en zat
zo weer op de veertig kilomter per uur.
Duclos-Lasalle zei later dat hij er héél
kort achter zat. 'Ik kon j e zien'zei hijHet
was nog niet eens 25 meter.
Een aanleiding
kruitdampen waren opgetrokken, was andere kant van de weg alsof er ijs op de
het peloton gezien. Het was vallen en op- stenen lag. Dat kwam door de klei."
staan. Eén keer gleed ik van de ene naar de „Ik voelde me goed die dag. Ik dacht: zal
„Ik was een typische renner. Ik had hele
maal niet zo'n drang om te winnen. Ik ken
van die mannen die vreselijk pissig waren
als ze niet wonnen. Dat begreepikniet. Er
moest voor mij echt een aanleiding zijn
om te winnen. In Parijs-Roubaix wilde ik
winnen omdat ik wilde afrekenen met alle
pech die ik eerdere keren had gehad en
met de stommiteit om niet te eten. En ik
werd alleen wereldkampioen (Yvoir, Bel
gië, 1975) omdatik een jaar eerder was ge
passeerd voor deelname aan het WK in
Montreal omdat ik te laat was aangeko
men. Dat heeft me zó geraakt. Ik had ver
plichtingen voor mijn sponsor in Dort
mund, maar er werd gewoon gezegd: jij
rijdt niet. Ik heb daar een zware klap van
gehad. Het heeft zóveel agressie in me ge
kweekt dat ik een j aar later wereldkampi
oen werd."
-Hoe kijk je nu tegen het wielrennen aan
„Wat ik geleerd heb is dat de wielrennerij
een wereld is waar een waas omheen
hangt. Iedereen houdt dat ook in stand.
Iemand roept iets en een ander neemt dat
over. Nu hoor ik weer die verhalen dat er
geen krachtsverschillen meer zijn tussen
de renners en dat dat te maken heeft met
het dopingmiddel EPO. Ik denk dat de
mensen te diep zoeken. Die nivellering is
een gevolg van het betere rijden van
1983. De triomftocht van Hennie Kuiper op de kasseien van Parijs-Roubaix.
foto Cor Vos/GPD
knechten. Vroeger moest een knecht in de
Ronde van Vlaanderen zijn kopman tot de
Oude Kwaremont uit de wind houden,
150 kilometer voor de meet. Dan mocht
hij afstappen. Tegenwoordig stappen
knechten niet meer af. Die moeten ook
punten halen, want anders zijn ze niet
meer interessant. Ach, die verhalen over
doping.... Als ik het allemaal goed beluis
ter, zou iedereen een klassieker kunnen
winnen als hij maar de best dokter heeft.
Onzin. Moet je eens kijken naar die gedre
venheid van Rolf Sörensen. Wat hij er al
lemaal voor doet om te winnen. Dat zou
wat meer benadrukt moeten worden
Scheiding
Tweeënhalf jaar geleden kreeg Kuiper de
grootste klap uit zijn privé-leven te ver
werken: de scheiding met zijn Ine, een ge
beurtenis die diepe sporen achterliet.
„Het doet nog steeds veel pijn. Want je
gaat niet trouwen om te scheiden. Als
wielrenner en ploegleider heb je een apart
leven. Heel enerverend. Je bent altijd weg.
Een vrouw moet helemaal achter de ren
ner staan, anders wordt het niks. Dat
heeft zij altijd perfect gedaan. We hebben
samen veel beleefd. Ine zag het niet meer
zitten. Het was haér keuze. Dan is het des
te pijnlijker".
„Ik heb er alles aan gedaan om weer bij el
kaar te komen, maar ze was heel resoluut.
Ik vind het vooral erg voor de kinderen
(jongens van22 en 17) want er veranderde
heel veel voor ze. Maar ik heb de keuze
van mijn ex-partner te respecteren. Ge
lukkig is het contact met Ine en de kinde
ren goed. Ik kan er nu over praten en dat is
een goed teken. Dat betekent datje er aar
dig overheen bent. Ik heb nu ook een heel
leuke vriendin met wie ik het prima naar
mijn in heb. Ik heb een nieuwe start ge
maakt."
Fred Segaar
Jaap Everwijn vond eigenlijk dat de tijd nog
niet rijp was om districtsvoorzitter van de
KNLTB te worden. Na het uitluiden van zijn
voorganger Kees Zuidweg werd Everwijn, die
twee jaar als voorzitter van de geselecteerde
jeugdteams had gefungeerd, op 23 november
geïnstalleerd als nieuwe frontman van het
district Zeeland van de tennisbond. Aan de
vooravond van de competitiestart prijst
Everwijn het 'voortreffelijke' werk van
voorganger Zuidweg, al beseft hij dat er in het
'geografisch ongunstige' district nog een hoop
werk aan de winkel is. Everwijn loopt er niet
voor weg. Geen woorden, maar daden, luidt zijn
motto.
Jaap Everwijn (54) keerde drie jaar gele
den vanuit Krimpen aan de IJssel terug
naar de provincie, waar zijn wortels lig
gen. Geboren en getogen werd hij in Zuid-
zande. Op 19-jarige leeftijd verkaste hij
naar de Randstad. Hij studeerde in Lei
den aan de inmiddels opgedoekte Rijks
belasting Academie. Na het volbrengen
van deze studie, ging hij aan de slag bij de
belastingsdienst, maar al snel stapte hij
over naar de douane in de Rotterdamse
haven. „Een mooi werkgebied", zegt
Everwijn, die als plaatsvervangend hoofd
van de douane district Rotterdam een
„wereldbaan" heeft. „Vorige week don
derdag had ik bij de opening van het nieu
we belastingkantoor op de Kop van Zuid,
hoog bezoek. Kroonprins Willem-
Alexander verrichtte de opening en ik had
het genoegen om hem wat te vertellen
over hoe het reilt en zeilt in de Rotterdam
se haven. Alles moest binnen zes minuten,
want prins Willem-Alexander heeft een
strak schema. Ik had niet verwacht dat hij
zo geïnteresseerd zou zijn, want uiteinde
lijk heb ik een kwartier met hem gepraat.
Dat zijn echt de leuke kanten van mijn
baan."
Dat Everwijn naar Zeeland terugkeerde.
heeft te maken met de intensiteit van zijn
beroep. „Ik ben best wel een workaholic",
erkent Everwijn. „Werkweken van zestig,
zeventig urn- zijn eerder regel dan uitzon
dering. De werkdruk is heel hoog. Toen ik
nog in Krimpen woonde, bleef ik te nauw
betrokken bij mijn werk. In plaats van te
werken om te leven, leefde ik om te wer
ken. Nu stap ik 's morgens om half zeven
in de Interliner ben ik rond half acht 's
avonds weer thuis. Wanneer dan de deu
ren van de bus opengaan, dan adem ik die
frisse lucht in en bekruipt mij het gevoel
van: hè, hè, mijn dag zit erop. Vooral in de
zomer is dat zo. Elke avond even een beet
je vakantie vieren."
Met tennis maakte Everwijn kennis in
Krimpen a/d IJssel, waar hij zich aan
meldde bij de plaatslijke club TCK. In
Zuidzande had hij in de jaren vijftig al
eens een poging ondernomen lid te wor
den van een club, maar hij kwam niet door
de ballotage. Tennis was toen nog een eli-
tesport Daardoor maakte hij zijn entree
op de tennisbanen pas op zijn 27e. Ever
wijn: „Ik ben eigenlijk maar een matige
speler, maar ik heb er wel ongelooflijk
veel plezier in. Op Tweede Paasdag, met
dat mooie weer, heb ik de hele middag met
mijn vrouw getennist hier in Zierikzee,
heerlijk."
„Met het. spelen in een brassband heb ik
wel de top gehaald zegt Everwijn, niet
zonder trots. „Destij ds speelde ik solocor
net in de brassband van Rotterdam. Ik
heb met die band opgetreden in de Royal
Festival Hall in London, dat was echt
•magnifiek. Voor mijn gevoel was daar
spelen bijna hetzelfde als tennissen op
Wimbledon."
Te zakelijk
Bij TCK werd Everwijn in 1984 naar vo
ren geschoven als voorzitter. Een functie,
die hij bekleedde tot 1992. Een jaar eerder
Jaap Everwijn: „Ik ben een matige speler, maar ik heb er wel ongelooflijk veel plezier
in." foto Dirk-Jan Gjeltema
was hij benoemd tot districtsvoorzitter
KNLTB van Rotterdam, waar hij twee
jaar aan het hoofd stond. Everwijn: „Het
gaat er in Rotterdam heel professioneel
aan toe. Iets te professioneel en te zakelijk
naar mijn zin, Dat heeft te maken met de
veel grotere concurrentie tussen de clubs
en de 'hardere' mentaliteit in dat gebied.
Geef mij dan maar het gemoedelijke Zee
land."
Tijdens één van de bondsvergaderingen
van de KNLTB Nederland in 1993 vertel
de hij aan zijn „vriend en collega" Kees
Zuidweg van district Zeeland, dat hij van
plan was om te verkassen naar Zierikzee.
Zuidweg wilde meteen met Everwijn pra
ten over een functie bij KNLTB Zeeland.
Het gevolg was dat de Zierikzeeënaar
binnen de kortste keren voorzitter was
van de commissie geselecteerde jeugd
teams. Een job, die hij direct zagzitten.
„Het klinkt misschien als een cliché, maar
de jeugd heeft de toekomst. Ook bij ten
nis. Het is heel bijzonder om daar een
steentje aan bij te dragen, al vond ik twee
jaar wat aan de korte kant. Zes of zéven
jaar zo'n functie bekleden. Dat is een stuk
doeltreffender. Kun je echt een stempel
drukken op het beleid. Ik hoop dat ik wel
een goede basis heb gelegd voor mijn op
volger, Jaap Alberda. En ik blijf het als
districtsvoorzitter natuurlijk nog steeds
nauw betrokken bij de jeugd."
Twijfels
Vorig jaar werd Everwijn tijdens een le
denvergadering benoemd als niemye dis
trictsvoorzitter. Het verwonderde Ever
wijn, dat hij als enige kandidaat naar
voren werd geschoven. „Ik had zo mijn
twijfels, want ik vond het niet goed om na
twee jaar geselecteerde jeugd direct het
hele pakket over te nemen. Ik had liever
eerst het district beter leren kennen, En
ook verplaatste ik mij in de gedachten-
gang van iedereen, die wat met tennis te
maken heeft in Zeeland. Ik dacht dat ze
misschien zouden denken: die Everwijn
komt als districtsvoorzitter van Rotter
dam, zit twee jaar het jeugdbestuur voor
en neemt nu de zaakjes al over. Maar ja,
het hele bestuur stond achter mij. Wie ben
ik dan te zeggen dat ik geen voorzitter wil
worden. Tot nu toe heb ik trouwens nog
geen moment spijt gehad."
„Een goede communicatie is de spil waar
het om draait", meent Everwijn. „En
daaraan schort het nog wel eens in tennis-
minnend Zeeland. Op de laatste ledenver
gadering, waar Kees Zuidweg afscheid
nam, waren er bijvoorbeeld maar 30 van
78 verenigingen uit district Zeeland ver
tegenwoordigd. Dat vond ik toch wel te
leurstellend. De verenigingen weten dus
te weinig over wat tennisbond kan bete
kenen. En je kunt leren van de initiatieven
van andere verenigingen. Ik weet dat ik op
dat gebied wel een idealist ben, maar ik
wens dat ook te blijven."
Everwijn heeft plannen om die communi
catie te verbeteren: „Daarom wil ik graag
een herhaling van de bijeenkomst in
Schoondijke van afgelopen september.
Dat was een dag waarin verenigingën uit
Oost- en West-Vlaanderen waren uitge
nodigd. Naast het spelen van een partijtje
tennis, mochten de clubs hun zegje doen.
In sommige problemen, die werden aan
gekaart, zat zeker wat in. Niet dat we ze
ter plaatse konden oplossen, maar we ne
men ze wel mee. Die bijeenkomst was de
eerste. In de toekomst willen we toe naar
één meeting per kwartaal en elke keer in
een andere regio." Het haperende auto
matiseringsbeleid van de KNLTB kwam
ook in Schoondijke aan de orde. Ever
wijn: Ik schaam mij daar als KNLTB-
bestuurslid diep voor. Door een verkeerd
beleid is het mis gegaan. Het imago van de
bond heeft daar enorm onder geleden. Het
is aan ons, als KNLTB Zeeland, om weer
nieuw vertrouwen te wekken bij de le
den."
Daarom heeft Everwijn voor het komend
jaar een aantal prioriteiten gesteld. „We
zijn met het bestuur op de goede weg,
denk ik. Met het aanstellen van Luc
Govers als fulltime districtstennisleraar
en zijn assistent Remco Maandag wordt
het]eugdtennis, met tachtig geselecteer
de leden, in Zeeland bijzonder gestimu
leerd. Het is alleen jammer dat Zeeland
zo'n ongunstige geografische ligging
heeft, mede door de Westerschelde. Als je
geen centraal punt hebt, betekent dat er
meer geld nodig is om hetzelfde te berei
ken als in andere districten. Het budget
van de jeugd zit momenteel aan het pla
fond en daarom is er dringend behoefte
aan nieuwe sponsors. Daarom is het goed
dat vorig jaar Piet Koster (de man die eer
der naam maakte als scheidsrechter en
voetbalbestuurder) als pr-manager werd
aangesteld. Hij kan in de komende tijd
prima werk verrichten."
Voorts heeft Everwijn voor de toekomst
de oprichting van regioteams in gedach
ten, roemt hij de toename en flexibiliteit
van de „onontbeerlijke vrijwilligers" en
staat hij open voor elke vernieuwing, die
goed is voor het Zeeuwse tennis. „Ze moe
ten niet bij mij aankomen van: dat hebben
we al een paar jaar geleden geprobeerd.
Dan zeg ik: gewoon nog een keer probe
ren. Wat dat betreft ben ik wel een door-
bijtertje. Geen woorden, maar daden."
Michel Brands