Middeleeuwer
had voeling
met alle talen
Altijd in de schaduw van Vandersteen
PZC
Latijn in de letterkunde
kunst cultuur
17
vrijdag 11 april 1997
Er bestaan nauwelijks teksten in het Nederlands van voor de 12e
eeuw. Op enkele schaarse fragmenten na. De wereld van de
handschriften bestaat tot die tijd in het Latijn. Daarna wordt er
geschreven en vertaald in het middelnederlans. De Latijnse erfenis in
de middeleeuwen, de relatie tussen volkstaal en Latijn, blijft vragen
oproepen.
Sinds het Tweede Vaticaanse concilie
(1962-1965) is het Latijn zo goed als
verdwenen uit de Katholieke eredienst.
Liturgie in de volkstaal werd het credo:
het geloof dichter bij de gewone mensen.
Die onderneming schijnt niet helemaal
geslaagd te zijn. Misschien hebben we het
Latijn wel weer nodig als tovertaal. Met
het toestaan van de landstaal in het laat
ste bolwerk van de Latinitas werd overi
gens in de jaren zestig een ontwikkeling
voltooid die al in de twaalfde eeuw begon
nen was.
In de vroege middeleeuwen bestaan er in
de noordelijke streken van Europa eigen
lijk twee culturen. De ene is van oor
sprong Germaans, maakt gebruik van de
volkstaal en is gebaseerd op mondelinge
communicatie. De andere cultuur gaat te
rug op de Joods-christelijke en de klassie-
iniiejmiirmku-f-Wibwf- fmm au
jtufu»»iïv HfiKttmw «Vb or iV «vittel»
tu tnin VLïttfijfs» (mttf>st&apitè ~J-
PlISHIf ui fajmm mc mm mtiC»
fat itimirfm* frtfnCrfiit fu
jtimiritrlhnt ftmmnif.Jvf
usirvnln rnfti mtmannr
Grisaille
waarop
Thomas van
Kempen is
afgebeeld in de
klooster
bibliotheek
ke traditie. Die laatste maakt gebruik van
het Latijn en is vooral een schriftelijke
cultuur. Daarin floreren de intellectuelen.
Zij hebben met hun Latijn het monopolie
op het terrein van kerk en wetenschap. In
de twaalfde eeuw raken deze werelden
verstrengeld en dan kun je spreken van
een tweetalige cultuur. De wereld van de
ene taal komt steeds meer overeen met de
wereld van de andere. Vertalers zijn brug
genbouwers geworden.
Heilige talen
Maar het Latijn bleef tot in de vroege 19e
eeuw de taal van de wetenschap en tot in
de tweede helft van onze eeuw de taal van
de kerk. Middeleeuwse geleerden zien de
taal van het volk nog als minderwaardig.
Voor de theologen uit die tijd zijn er drie
heilige talen: het Hebreeuws, het Grieks
en het Latijn en ze wijzen op het feit dat op
het kruis van Christus een inscriptie was
aangebracht in deze drie talen.
In het bekende verhaal van Beatrijs, die
door haar vrijage met een vreemde bui
tenstaander het ook niet altijd gemakke
lijk had, spreekt God deze aardige non in
het Latijn toe. En ze verstaat het onmid
dellijk. Maar in andere verhalen spreekt
Hij in de volkstaal. De schrijver van een
middeleeuwse levensbeschrijving van de
Zoon des Menschen, Van den levene ons
Heren vermeldt over Jezus: 'Hi conste
Fransoeys, Dietsch ende Latijn, Ende alle
talen die nu sijn.' Op religieus terrein be
staat kennelijk geen taalverschil. Gebe
den worden verhoord in alle talen. Tij dens
het pinksterwonder hoorde immers ook
iedereen de apostelen spreken in zijn ei
gen taal. In de middeleeuwse Spieghel der
menscheliker behoudenesse wordt ruim
hartig toestemming gegeven om bepaalde
sacramenten in de moedertaal te bedie
nen: '1st Walsch, Griex, Vlaemsch of La
tijn, dat doopsel mach ghegheven zijn.'
Coulant
De door de Ako-prijs nu weer zo populai
re Jacob van Maerlant is tamelijk coulant.
Voor goed rijmende regels moet je soms
gebruik maken van verschillende talen,
misselijke tongen, zegt hijZelfs voor dia
lectsprekers is hij interessant: 'Men moet
om de rime souken, misselike tonghe in
bouken: Duuts, Dietsch. Brabants,
Vlaems, Zeeus, Walsch, Latijn, Griex en
de Hebreeus.' Maerlant heeft dat uit
gangspunt dan ook in een gigantisch oeu
vre in praktijk gebracht: vertalend in zijn
moedertaal.
Uiteindelijk is de waarde van het Latijn
hoger: daarin is de Waarheid vastgelegd.
Het Latijn heeft status. Niet alles mag
echter in de volkstaal vertaald worden.
En op school is het verboden de volkstaal
te spreken. Teksten voor religieuze vrou
wen zijn in de volkstaal, voor mannen
doorgaans in het Latijn. Bij Geert Grote
en de broeders van de Moderne Devotie is
het spreken van Latijn regel: het schept
afstand in de contacten waardoor de ge
voelens minder van het goddelijke afge
leid worden. Zo dient het Latijn ook nog
de ascese.
Over de Latijnse traditie en de middel
eeuwen bestaat al bijna een halve eeuw
het befaamde standaardwerk van
Curtius: Europaische Literatuur und Lat-
einisches Mittelalter. Maar na vijftig jaar
valt daar veel meer over te zeggen en hier
en daar behoorlijk wat te corrigeren.
Daarom hebben enkele, veelal jonge on
derzoekers in een mooie bundel onder re
dactie van Paul Wackers hun studies ver
zameld over de relaties tussen de wereld
van het middeleeuws Latijn en het mid-
delnederlands. Er is onnoemelijk veel
vertaald: van leerboeken tot leesboeken,
van religieuze verhalen tot morele advie
zen. Uit het Latijn in het middelneder-
lands en soms omgekeerd. Regelmatig via
het Frans. Deze bundel, die af en toe te
recht wat specialistisch is, is met de ver
eiste toewijding gemaakt. Ze toont een
kant van de middeleeuwse wereld die te
lang in het verborgene van de handschrif-
tpmotit Ban Roimtcfi Sfcfbn/
Een van de
zeldzame
miniatured in
een Middel
nederlands
handschrift
waarin een
auteur zijn werk
- Historie van
den vromen
ridder Jason -
aanbiedt
aan een
opdrachtgever.
Vn V l-wi V) NjfH.1 t \x,
ten schuilging. We leren vooral de proble
men van het vertalen voor de middeleeu
wers in detail kennen.
Verrader
'Traduttore traditore', luidt een Italiaans
spreekwoord: een vertaler is een ven-ader.
Wie vertaalt kan kennelij k onmogelijk al
le nuances van een tekst weergeven. Kie
zen en sjoemelen met woorden, van twee
dingen het minst verkeerde - is dat het
werk van vertalers?
,,Een onbetrouwbare vertaling die zélf
weer een gedicht is valt verre te verkiezen
boven het meest exacte product van de
schriftgeleerden. Liever een vers gedicht
dan een dorre echo", heeft Gerrit Komrij
eens gezegd.Voor de middeleeuwer lag
het een slagje anders. De oude Hiërony-
mus, de meest gerespecteerde vertaler,
maakte een onderscheid tussen letterlijk
vertalen, waarbij zelfs de vorm van de
mededeling bewaard blijft en een verta
ling waarbij het meer om de strekking
gaat. Betrouwbaarheid in de overdracht
van kennis, dat is wat de middeleeuwse
vertaler nastreefde. In de woorden van
een bijbelvertaler uit 1360: de mensen
moeten het verstaen na den sede van on
sen lande. Daarvoor moet vertaalprecisie
soms wijken. Geert Grote sluit zich in zijn
vertaling van de Mariagetijden daarbij
aan: 'want die woerde sij n ende dienen om
die sinne ende die sinne niet om die woer
de'.
Dat in de middeleeuwen verhalen ver
taald worden uit het Latijn, is dus geen
nieuws. Maar dat in de tweede helft van
de 13e eeuw, zo tegen 1280, het beroemde
Van den Vos Reynaerde door ene Balduin-
us, klerk te Brugge, uit het middeleeuwse
Nederlands in het Latijn werd vertaald,
lijkt bijzonder. Waarom zou iemand in die
tijd uit de volkstaal in het Latijn vertalen?
Voor een opdrachtgever? Of om zijn leer
lingen spelenderwijs Latijn te leren? Net
als met de Latijnse Asterix nu?
Lo van Driel
Paul Wackers e.a.: Verraders en bruggenbou
wers. Verkenningen naar de relatie tussen de
Latinitas en de Middelnederlandse letterkun
de - Uitgeverij Prometheus, 364 blz., 65,-.
Professor Robert Schoysman ontkent
dat er in zijn ziekenhuis in Vilvoorde
vijf jaar geleden voor het eerst een mens is
gekloond. Dat is juist. Dat gebeurde toen
ook niet, maar al veel eerder. Al in 1937
voltrok zich in België een menselijke
reproductie, toen Paul Geerts in Turnhout
werd geboren als een perfecte afdruk van
Willy Vandersteen, de geestelijke vader
van Suske en Wiske.
De gemeenschappelijkheid van beide
'strippers' is inderdaad bijzonder fr
appant. Uiterlijk lijken de man Paul
Geerts (59) en de heer Willybrord Jan
Frans Maria Vandersteen in niets op el
kaar. De zwaar bebaarde Geerts tekent
bijvoorbeeld graag met een wijd openge
sperd overhemd, terwijl de immer gladge
schoren Vandersteen de plastron altijd
hoog tot tegen de adamsappel dichtkno
opte. Maar voor de rest loopt hun beider
leven opmerkelijk parallel.
Willy Vandersteen was in zijn jonge jaren
leerling van de Sint-Eligiusschool in Ant
werpse Seefhoek, een volksbuurt; precies
vijfentwintig jaar later - inmiddels inwo
ner van Deurne - zou ook Geerts op die
zelfde lagere school zijn eei'ste levensles
sen krijgen. Dezelfde klas, dezelfde bank;
mogelijk een andere onderwijzer. Vander
steen was in zijn jeugd lid van de scouts -
zo ook Paul Geerts. Let op: weer exact
vijfentwintig jaar later. In de Mutsaert-
straat bezocht Geerts dezelfde kunstaca
demie, waar Vandersteen een kwai'teeuw
eerder ook als student stond ingeschre
ven.
,,Dat kan allemaal toeval zijn", erkent
Geerts, maar als je ook nog eens in het le
ger bij hetzelfde onderdeel hebt gediend
en bij Innovation alle twee - met weer een
tussenpoos van vijfentwintig jaar - het
zelfde beroep als etaleur hebt uitgeoe
fend, dan is toeval wel erg toevalllig.
„En daarmee is het nog niet gedaan, hè",
zegt Geerts, zich de schouders tegen de
leuning van de stoel aanschurkend waar
in zijn leermeester tientallen keren werd
geportretteerd. „In 1968, toen ik bij Van
dersteen begon te werken, was hij vijfen
vijftig jaar. Ik dertig. Inderdaad, weer een
verschil van vijfentwintig. In 1960 bracht
Vandersteen een bezoek aan India, en ge
loof het of niet: op de kop af vijfentwintig
jaar later zou ik dezelfde plaatsen bezoe
ken waar hij toen was geweest. Dat is toch
straf, nietwaar1? Toen Vandersteen in 1990
overleed, hadden we beiden evenveel
Suske en Wiske-albums getekend. Dit
jaar heb ik er precies vijfentwintig meer
getekend dan hij ooit heeft gedaan. Het
getal vijfentwintig heeft iets magisch.
Voor mij dan toch. Ik ga er dan ook maar
vanuit dat ik in 2015 achtenzeventig jaar
oud ga worden - vijfentwintig jaar nadat
Willy in 1990 is overleden."
De bewondering van Paul Geerts voor
zijn inspirator is enorm. Nog altijd heeft-
ie de werkkamer waarin Vandersteen zijn
geesteskinderen vanaf zijn tekentafel de
wijde wereld instuurde, intact gelaten. De
naslagwerken zoals
Willy Vandersteen
die in een nis - iet
wat slordig - heeft
opgeborgen, liggen
er nog altijd precies
zo schots en scheef
bij als tien jaar ge
leden. De Tartaarse
Helm en de dolk van
sjeik El Ro-Jenbiet
zijn er uitgestald
zoals Vandersteen
ze heeft weggelegd,
inmiddels wel met
een laagje stof over
dekt.
Op de kast een ste
nen buste van de
jonge Vandersteen,
zo rond 1920 ge
maakt door zijn va
der, van beroep
beeldsnijder. Daar
naast beeldjes en
poppen die ooit in
zijn strips hebben
gefigureerd. Een jubileumuitgave van
Amoras, zijn eerste Sus en Wisalbum,
heeft er een prominente plaats. De Parel
in de Lotusbloem ligt eveneens nadruk
kelijk geëtaleerd, een eerbetoon van
Geerts aan zijn leermeester en vriend Wil
ly Vandersteen. Alles ademt de geest van
de meester.
Bureau
De werktafel is vrijwel leeg. Er liggen niet
langer potloden in het pennenbakje, het
bureauklokje wordt nooit meer opgewon
den en de kalender ontbreekt in de hou
der. Vijf jaar geleden werd de tijd kenne
lijk bewust stilgezet. Geerts: „Er wordt
mij vaak gevraagd voor een foto aan zijn
bureau te poseren. Dat zal ik dus nooit
doen. Jamais! Ik zou me bijzonder be
zwaard voelen. Net alsof ik zijn plaats wil
innemen. Dat ik op zijn stoel wil gaan zit
ten. Dat past mij niet."
Paul Geerts probeert nog altijd zichzelf
Suske en Wiske
De in 1990 overleden Willy Vandersteen (foto links), de geestelijke vader van Suske en
Wiske. foto Vetters en Venmans
Paul Geerts (foto rechts): Er wordt mij vaak gevraagd voor een foto aan het bureau van
Vandersteen te poseren. Dat zal ik dus nooit doen. Jamais. foto Boyd Smith
onbelangrijk te vinden. Het prototype
van een Vlaming. Zit nog altijd op de
plaats die Vandersteen hem negenen
twintig jaar geleden toewees. Laatste ta
fel aan het raam in de tekenkamer naast
het bureel van de meester. Heeft er een he
kel aan wanneer ge hem met u aanspreekt.
Vindt het zelfs helemaal niet erg wanneer
hij in een programma zoals onlangs dat
van Paul de Leeuw, nota bene uitgeno
digd als eregast, volkomen wordt gene
geerd. „Ik vond het een tof programma",
zegt Geerts. Hij applaudisseerde zelfs.
„Wanneer ik de kans krijg reclame te ma
ken voor ons product, grijp ik dat met bei
de handen aan en bekommer me niet om
andere zaken. Dat heb ik wel geleerd. In
het verleden heb ik me altijd in de scha
duw van Vandersteen opgesteld. Ik ver
zon en tekende de plots. Onderzijn naam.
Heb ik nooit een probleem van gemaakt.
Het uiteindelijke doel
was immers altijd - en
nog - de promotie van
ónze albums."
Nog altijd een adept
van Willy Vandersteen,
deze Paul Geerts. Met
handen en voeten trou
wens ook gebonden
aan zijn leermeester
sinds Vandersteen
zoon Robert na onder
ling overleg als opvol
ger passeerde ten gun
ste van Geerts. Die
wilde zich wel onvoor
waardelijk neerleggen
bij de eis van Vander
steen zijn werk tot in
lengte van dagen op
precies dezelfde ma
nier voort te zetten.
...r Naar letter en geest,
I zoals dat een kloon be-
I taamt.
I Door het venster op de
WkÊÊÊËm bovenverdieping van
Studio Vandersteen
aan de Kalmthoutse Beauvoislaan zie ik
bouw
vakkers de villa van Vandersteen in- en
uitlopen. „Dat moet een Vandersteenmu-
seum worden", volgt Geerts mijn blik
door het raam. Opnieuw een tribute aan
de legendarische striptekenaar. Dankzij
Geerts. „Zijn kinderen - drie dochters en
de in Brazilië wonende zoon - hebben zo'n
museum nooit zien zitten, denk ik. Nadat
de tweede mevrouw Vandersteen was ver
huisd. verkochten zij de villa. Aan iemand
die er geen bezwaar tegen had dat wij met
onze tekenstudio op zijn terrein zouden
blijven zitten. Dat vond-ie wel interes
sant. Hij heeft er echter nooit gewoond.
Daarna heeft het huis enige tijd leeg ge
staan en ben ik in extremis toch maar uit
mijn krammen geschoten. Het resulteerde
er uiteindelijk in dat het proviciebestuur
in samenspraak met de gemeente Kalmt-
hout ermee akkoord ging de villa te kopen
om er een museum in onder te brengen."
De villa wordt verbouwd tot Kindermu
seum, waarin Vandersteen met zijn gees
teskinderen Suske en Wiske centraal zal
staan. „Niet alleen zal de werkkamer van
Vandersteen heringericht worden in het
museum, maar ook zal op de traditionele
en de audiovisuele manier de hele ge
schiedenis van Suske en Wiske worden
verhaald."
Voorrecht
Normaal lezen kinderen de avonturen
van Suske en Wiske met enige gretigheid
tot hun twaalfde jaar, de leeftijd die Van-
dersteens hoofdfiguren al sinds hun te
kentafelgeboorte is toebedacht. Paul
Geerts is ook kind onder de volwassenen
gebleven, heb ik de indruk. Heeft zich het
voorrecht toegeëigend te kunnen wegdro
men in een wereld van fictieve striphel
den, waarin onwaarschijnlijkheid, fanta
sie, avontuur en ridderlijkheid tot één
beeldroman worden verweven. Gestuurd
door een simpel potlood van een man
wiens stem niet in de tekstballonnen
doorklinkt. Plij is de enige van de bijfigu
ren die doorlopend buiten beeld blijft,
maar wel de spil waar alles om draait.
Paul Geerts zal ook dit jaar vier nieuwe
albums op de markt brengen - 220 pagi
na's strips in een oplage van ruim ander
half miljoen, Frans- en Nederlandstalig.
Zo is hij dat ooit contractueel met wijlen
zijn leermeester overeengekomen. Om ie
der jaar zo'n gigantische klus te kunnen
klaren, moet je misschien ook wel in een
fantasiewereld kunnen en durven leven.
Wanneer je over zo'n dwingende afspraak
wat verder nadenkt, zou je de schrik wel
eens zodanig om het hart kunnen slaan,
dat de handen niet langer meer als de in
strumenten van de Toekijkende Tekenaar-
kunnen fungeren.
Huub Beens