Eiland neemt asielzoekers op in het dagelijks leven Ongewenste stad met ongewenste bewoners PZC Isolement op Terschelling als vreedzaam ervaren reportage zaterdag 5 april 1997 sbw Abdi Amina klaagt niet echt. De jonge Somalische vrouw leert Nederlands en Engels op de cöiriputer, haar twee kin deren spelen buiten. Als ze haar raam uit kijkt, ziet ze witte kruinen op de grijze Noordzee. Abdi is gevlucht. Ze ontsnapte uit een door de burgeroorlog verscheurd Somalië. Met haar twee meisjes vond ze veiligheid op Terschelling. De eenzaam heid en het isolement van dit meest noor delijke asielzoekerscentrum van ons land deren haar niet. De mensen uit Hoorn, uit Midsland en de 160 inwoners van Formerum zijn aardig. De asielzoekers zijn deel gaan uitmaken van de gemeenschap op het Friese eiland. „Dit is een goede plaats. Mensen hebben er duizenden gulden voor over om hier va kantie te vieren. Het is hier rustig en vei lig, ook voor de kinderen", zegt ze. Met hun campers en caravans zoeken de eerste bootladingen Duitse toeristen een rustig stekje. Zij vormen de voorhoede van duizenden vakantiegangers, die Ter schelling gedurende een half jaar in een grote kermis veranderen. Pas eind okto ber zal de rust terugkeren wanneer de jaarlijkse stroom van 15.000 toeristen voorbij is. Geaccepteerd De honderd vluchtelingen blijven. Na een eerste aarzeling hebben de overige 4800 Tersehellingers de groep vreemdelingen volledig geaccepteerd. „Wij zijn hier ge wend aan buitenlanders", zegt winkelier Willem Bier. Zijn supermarkt in Forme rum kreeg er drie jaar geleden plotseling honderd vaste klanten bij. Deze 26 extra families zorgen ervoor dat zijn winkel ook in de winter een extra kracht moet inhu ren. Net als de overige inwoners van het gehucht en de aanpalende dorpen wil hij 'zijn' asielzoekers niet kwijt. „Ze horen erbijIn het begin vroegen klanten me nog wel eens de asielzoekers in de winkel aan te wijzen. Dat gebeurt allang niet meer." Het Centraal Orgaan Opvang Asielzoe kers (COA) in Rijswijk verzorgt de huis vesting van zo'n 30.000 asielzoekers. De meesten van hen verblijven in opvang centra en reguliere asielzoekerscentra. Een veel kleiner aantal is ondergebracht in de 'aanvullende opvang', de vroegere noodopvang. Tal van hotels en vakantie oorden waren nodig om de grote instroom van asielzoekers op te vangen. Veel van deze faciliteiten zijn gesloten nu de toe stroom duidelijk verminderd is. Dat geldt niet voor het appartementenhotel op Ter schelling. Het Punthoofd, zoals het cen trum heet, zal voorlopig open blijven. CO A-medewerker Koos de Vetten: „De kwaliteit van de opvang is redelijk. Ook het maatschappelijk draagvlak is groot. Het centrum werkt wonderwel. Asielzoe kers klagen soms de eerste paar maanden dat zij zo ver van de bewoonde wereld moeten wonen. Na drie maanden is dat voorbij. Dat willen ze niet meerweg." Bij Het Punthoofd is de verhuurder ver antwoordelijk voor de materiële opvang. Daar zoi'gen twee beheerders voor, die echter vooral vraagbaak en toezichthou der zijn. In hun appartement koken de asielzoekers zelf, en ze houden hun ruim ten zelf schoon. Elk van de zestien wonin gen telt twee gezinnen of zes vrijgezellen. Het COA zorgt voor de immateriële zaken als gezondheid en maatschappelijk werk. Daarnaast helpen zoals vrijwel overal tientallen vrijwilligers uit de omgeving mee, met Nederlandse lessen, met knut- selmiddagen en met het organiseren van speciale activiteiten. Nieuwsgierig Toch is Terschelling anders. Maatschap pelijk werker Gert Cupido: „Je merkt dat de Tersehellingers nieuwsgierig zijn. Als een asielzoeker een paar woorden Neder lands spreekt, volgt er in de supermarkt al snel een gesprek. Uit dergelijke contacten zijn innige vriendschappen voortgeko men. Het geeft de asielzoekers een gevoel van geborgenheid." De sociale contacten helpen ook explosies te voorkomen wanneer vluchtelingen het niet meer zien zitten. Wanneer het verblijf in een ruimte met mensen die een andere taal spreken, te veel wordt. Of wanneer de zoveelste negatieve beschikking op de mat valt. „Toch hebben zij een behoorlijk vermogen in te schikken. Door de klein schaligheid hier hebben we niet veel pro blemen. Escalaties zijn er vooral in de grote centra. We merken wel dat de centra onrustiger zijn geworden sinds het ver- wijdercentrum in Ter Apel is opgericht." Gemotiveerd Oud-Rotterdammer en leraar Nederlands Wim Michon is een van de vrijwilligers die elke week een paar keer naar het centrum komt. Hij merkt dat zijn leerlingen sterk gemotiveerd zijn. „Ze zijn erg enthousi ast. Als ze de cursus hebben afgemaakt, kunnen ze zich staande houden in onze samenleving." De cursisten spreken na een jaar niet alleen redelijk Nederlands, maar hebben dan ook wat over de Neder landse samenleving opgestoken. Daarin komen controversiële zaken als aids en seks aan de orde, maar bijvoor beeld ook een bezoek aan de tandarts. „Wij behandelen onderwerpen zoals ze komen. Het valt op dat ze bijna allemaal wel van Willem Barentsz gehoord hebben, en weten van zijn overwintering op Nova Zembla. Ze weten daarover vaak meer dan N ederlanders De kinderen zijn gewoon leerplichtig. Zij gaan naar de basisschool of de mavo in Midsland, en doen gewoon mee. Na school brengen ze vriendjes mee, of worden bij Nederlandse kinderen thuis uitgenodigd. En voor het eieren rapen op paaszaterdag in Formerum kregen ook de buitenlandse schoolkinderen een uitnodiging. Te lang Tersehellingers en asielzoekers zijn voor alles eensgezind in hun afwijzing van de lange duur van de asielprocedure. Staats secretaris Sehmitz (justitie) wist vorig jaar de termijnen voor nieuwe gevallen weliswaar drastisch in te korten, Het Punthoofd kent nog talloze asielzoekers die al meer dan twee j aar op een definitie ve beslissing wachten. „De mensen moe ten te lang wachten. De procedure zou best in enkele maanden afgehandeld kun nen worden", zegt Super-eigenaar Bier. „Dat vinden de meeste mensen in het dorp. Er komt veel weerstand als asiel zoekers na een lang verblijf toch weg moeten. Die besluiteloosheid is niet ,goed." Ondertussen gaat Abdi Amina gewoon door Nederlands te leren, en zich verder te bekwamen op de computer. Ze woont sinds augustus op het Terschellinger duin. Ondanks twee negatieve beschikkingen'! hoopt ze alsnog in ons land te kunnen blij- ven. Moet ze toch weg, dan kan ze in ieder geval helpen haar land weer op te bou wen. Ze komt uit Kishmayo, in het zuiden, waar het volgens het ministerie veiliger is dan in de hoofdstad Mogadishu. Had ze daar gewoond, dan was ze inmiddels in Nederland toegelaten. Nu moet ze blijven wachten en hopen, en vooral veel televisie kijken. Zinvol is het allemaal niet. „Dit wachten is niks. We mogen niets doen. Laat ons in ieder geval studeren, zodat we nog wat kennis opdoen". Belangrijker is dat Nederland beslist wat er met mensen uit Somalië moet gebeu ren. „Als Nederland vindt dat Somalië veilig is, laat ze ons dan uitwijzen. Maar dat gebeurt ook niet. Ik heb begrepen dat het voor mij nog wel een of twee jaar kan duren. Dan kun je ons beter voorgoed hier laten." Louis Burgers Appartementenhotel Beek op Terschelling is vooral ver. Twee uur met de boot, tien kilometer over een tweebaansweg en dan nog eens drie kilometer de duinen in. Een geïsoleerder plekje Nederland is nauwelijks denkbaar. Hier wonen nu al drie jaar zo'n honderd asielzoekers, op vijftig meter van het strand, met konijnen, meeuwen en een hotelletje als naaste buren. Toch willen de mannen, vrouwen en kinderen niet weg. Zij waarderen de vreedzame rust, het gezonde klimaat en vooral de vriendschap van dé Tersehellingers. Kinderen van asielzoekers in Terschelling zoeken schelpen op het strand; op de achter grond het opvangcentrum. foto Henriëtte Guest De bewoners van Het Punthoofd koken zelf. Boodschappen kunnen worden gebracht, maar veel asielzoekers gaan op de fiets zelf om boodschappen naar het 3,5 kilometer verderop gelegen Formerum. foto Henriëtte Guest Een fakkeloptocht, enkele maanden geleden op de Erasmusbrugin Rotterdam, als protest tegen het uitzet- Het vertrekcentrum voor uit te zetten asielzoekers dat in Ter Apel in aanbouw is. tingsbeleid van asielzoekers. foto Jaap Rozema foto Wladimir van der Burgh Middenin het uitgestrekte akkerland van de Ter Apelervenen, nabij het zuidelijkste puntje van de provincie Groningen, verrijst een kleine stad: het Vertrekcentrum Ter Apel. Een gemeen schap met meer dan duizend zielen, met een unieke bevolking. Met haar eigen specifieke problemen en derhalve met haar eigen regels. V ertrekcentrum Ter Apel in aanbouw Een valse start. Zo betitelt directeur Jan Mulder de periode waarin zijn Vertrekcentrum in Ter Apel van de grond is gekomen. En hij wijt dit voor een deel aan zichzelf. Te laat is er begonnen met het geven van voorlichting over de gang van zaken in het centrum. Mede daar door is er volgens Mulder een verkeerd beeld ontstaan van het centrum. Een duidelijk omlijnd beeld hadden Mulder en de zijnen ten tijde van de opening in mei vorig jaar overigens zelf ook niet voor ogen. Het Rijk had bepaald dat er een apart vertrekcentrum moest komen voor uitgeprocedeerde asielzoekers. Een politieke keuze, waarvan de juiste invul ling in de praktijk moest worden ge zocht. Een valse start ook door de opstelling van verschillende ideologische organi saties. Bekend is dat het Vertrekcentrum op gespannen voet leeft met instanties als de werkgroep Vluchtelingen Vrij en de Raad van Kerken. „Ideologische in stanties gebruiken Ter Apel om hun sta tement te onderschrijven", zegt Mulder Positieve geluiden, die de weegschaal wat naar de andere kant konden laten slaan, kan hij niet laten horen. Mulder: „Ik kan geen succesverhaal A'ertellen. Want in Ter Apel zitten is niet positief. Bij de vreemdelingen die hier terechtko men, komt de realiteit weer naar boven; de poging om een verblijfsvergunning te verkrijgen is gestrand. Ze realiseren zich dat ze het land uit moeten. In de praktijk zie je twee reacties: of ze worden apa thisch, of ze worden boos. Juist die laat ste categorie, daar komt de pers op af. En daardoor wordt het negatieve beeld van het Vertrekcentrum in Ter Apelweer eens bevestigd. Actie Vrijdag 24 mei vorig jaar. Een aantal Pa lestijnse asielzoekers maakt zich kwaad over de wijze waarop de Nederlandse overheid met hun asielaanvraag is omge gaan, Er wordt brand gesticht in het cen trum en er worden fietsen door de ruiten gesmeten. Het lukte de politie en de ma rechaussee na een gezamenlijke actie, waarbij over en weer harde klappen vie len, de zaak weer onder controle te krij gen. De brandweer neemt zich na dit voorval voor niet meer zonder politiebe geleiding het verwij dercentrum in te gaan en de politie wil het terrein pas op als er versterking achter de hand is. Rond dezelfde tijd verklaart de voorzit ter van de provinciale Raad van Kerken, die contacten onderhoudt met de bewo ners van het centrumdat zich in Ter Apel 'concentratiekampachtige praktijken' afspelen. Daarop volgden berichten over hongerstakingen, onmenselijke ver- hoorsessies, dramatische uitzettingen en de zelfmoord (die overigens niets met het beleid in het Vertrekcentrum te maken had) van een Nigeriaan. Het Vertrekcen trum en het COA (Centraal Orgaan Op vang Asielzoekers) hebben er overigens nooit veel behoefte aan gehad deze be richten te nuanceren; de directie gaf vrij wel nooit thuis, terwijl de afdeling voor lichting van het COA zelden inhoudelijk op incidenten wilde ingaan. Escalaties zijn geen uitzondering in Ter ApelNiet voor niets hangt er in Mulders kantoor een bord met het opschrift 'Code geel: vechtpartij. Code rood: brand. Code zwart: ontruiming'. Behalve negatieve geluiden vanuit de vluchtelingenorgani saties zorgen escalaties èn het achter docht wekkende stilzwijgen daarover voor een grote druk op de schouders van het COA-personeel. Ook de pressie die van 'buitenaf op de medewerkers wordt uitgeoefend is erg groot. „Oh papa. Ze weten dat jij in Ter Apel werkt." Bij het horen van deze opmerking werd een me dewerker van het Vertrekcentrum op een pijnlijke wijze duidelijk dat z'n dochter tje zich eigenlijk schaamt voor de ma nier, waarop haar vader z'n brood ver dient. Niet alleen schoolkinderen, maar ook een volwassen deel van de natie be schouwt een baan in het Vertrekcentrum als besmet werk. En van mensen die er hun brood verdienen wordt gesugge reerd dat ze 'fout' zijn. De werkgroep Vluchtelingen Vrij vergeleek het ver- blijfseentrum voor uitgeprocedeerde vreemdelingen met Kamp Westerbork, dat in de oorlog door de nazi's werd ge bruikt als 'Durchgangslager' voor hun vernietigingskampen. Directeur Mulder heeft zich zelfs al eens 'kampbeul' horen noemen. Het personeel van het Vertrek centrum heeft dit ei-varen als een trap onder de gordel. Rechtsgevoel Wat heb j e er voor nodig om in deze situa tie te kunnen büjven functioneren? „Een rotsvast geloof i n de Nederlandse rechts staat. Zoveel kennis van de uitzettings procedure dat je zeker weet dat je juist handelt. Een goed, evenwichtig rechts gevoel. Je moet vakmatige contacten kunnen scheiden van intermenselijke emoties." De beste hulp die bewoners kan worden gegeven is, volgens Mulder, hulp bij de voorbereidingen voor de te rugkeer naar het land van herkomst. Hoe uitzichtloos de situatie van sommige uit geprocedeerde vreemdelingen dan ook moge lijken. Omdat het Vertrekcentrum uniek is in Nederland en zelfs in Europa, kunnen Mulder en de zijnen nergens de kunst af kijken. Er zijn al heel wat wielen uitge vonden in Ter Apel en tal van werkwijzen zijn nog in ontwikkeling. „Een voor beeld. De instroomprocedure voor het Vertrekcentrum. De dossiers van uitge procedeerde asielzoekers zijn in het bezit van de betreffende vreemdelingendien sten. Die proberen in eerste instantie de vreemdelingen zelf het land uit te krij gen. Lukt dat niet, dan wordt de casus doorgegeven aan de IND, de Immigratie en Naturalisatie Dienst. Dat laatste ge beurt niet altijd vlekkeloos. Daar liggen nog wat hobbels. Een ander voorbeeld: een vreemdeling die zich hier moet mel den, komt nooit aan. Wie moet dat con stateren? Het COA of de IND? Wie moet dit melden? En met wie moet dit worden teruggekoppeld? Zodra je het ene pro bleem hebt opgelost, dient zich weer een ander aan. Dat gaat maar door." Ondertussen wordt er op het voormalige militaire opslagcomplex druk gebouwd aan een nieuw verblijfscentrum voor uit geprocedeerde asielzoekers. Te midden van de uitgestrekte akkerlanden in de Ter Apelervenen wordt een kleine stad gebouwd. Wellicht het meest opvallende bouwwerk is de één kilometer lange muur rond de gevangenis voor 384 uit te zetten vreemdelingen die strafrechtelijk over de schreef zijn gegaan. De muren omvatten onder meer drie cellenblok ken, een medisch centrum, verblijfs- ruimten, een keuken en- een centraal gebouw waar de directie en de admini stratie worden ondergebracht en de be zoekers worden binnengelaten. Dit deel van het complex ressorteert, net als ieder ander huis van bewaring, onder het mi nisterie van justitie. Aangrenzend wordt de nieuwbouw vol tooid van het 'vrij toegankelijke' deel van het verwij dercentrum. Wat het eerst in het oog springt, is een terrein waar tachtig grote, identieke stacaravans zijn opgesteld. Algemeen coördinator en ad junct-directeur Jan op 't Holt: „Die wor den niet permanent bewoond, maar fun geren als buffer. Als er ergens ter wereld een conflict uitbreekt die een vluchtelin genstroom tot gevolg heeft, dan kan hier onmiddellijk een grote groep worden op gevangen." Winkel Op een steenworp afstand staan de na- gelnieuwe houten verblijfsgebouwen. De voorzieningen van het vertrekcen trum worden ondergebracht in een uit steen opgetrokken gebouw. De centrale hal drie verdiepingen hoog en de vleugels herbergen onder meer de kantoren van de IND, het COA, de medische dienst, on- derwijslokalen, een crèche, een recrea tieruimte en een kleine supermarkt. De winkel wordt gedreven door de rij dende winkelier die vorig jaar het Ver trekcentrum op z'n dagelijkse pad heeft gevonden In de schappen ligt een assor timent waar menig poelier wat van zou kunnen leren. Hier doen de binnenkort uitreizende bewoners van het centrum hun dagelijkse boodschappen. Nee, een grote centrale keuken is er niet. in het Vertrekcentrum. Alles in het het verwij- dercentrum is gericht op de terugkeer van de bewoners naar hun land van her komst. Wie wordt uitgezet, zal zich ver- dei- zelf moeten redden. En daarbij hoort ook het koken van het eigen potje. Jan Venema

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 26