Vader van de
pop art ziet in
vrijheid om
Corneille toont creatieve slijtage
PZC
Ruim 200 werken van
Jasper Johns in Keulen
kunst cultuur
Museum
wil jeugd
trekken via
infotheek
Overzicht in
Cobra Museum
vrijdag 4 april 1997
deren - snelt het succes hem vooruit. De
critici zijn nog maar net gewend aan het
abstract expressionisme, onder aanvoe
ring van Willem de Kooning en Jackson
Pollock, als Jasper Johns ze verrast met
tamelijk banale realistische onderwerpen
als de Amerikaanse vlag, schietschijven,
letters en cijfers als ook bronzen sculptu
ren van gloeilampen, zaklantaarns en
bierblikjes, tot in detail nageboetseerd en
beschilderd.
Andere wetten
Hij confronteert de toeschouwer simpel
weg met de vraag of een geschilderde vlag
nu een schilderij of een vlag is. En stelt
daarmee in feite de vraag wat een vlag ei
genlijk is en wat een schilderij eigenlijk is.
Heeft een schilderij van een vlag nog de
zelfde symbolische betekenis die het na
tionale dundoek voor veel mensen verte
genwoordigt? Hebben de sjabloon-letters
en -cijfers op de doeken Gray Alphabets
en Numbers in colors van Jasper Johns
nog dezelfde betekenis als in het dagelijks
-A-A.'
7
7
Jasper Johns, Three Flags, 1958.
stract-expressionisme naar de nieuwe
tijd. Als een frisse bries, want Johns is an
ders dan alle anderen. Anders dan Ed
Ruscha, anders clan Roy Lichtenstein,
Frank Stella, Brice Marden of Chuck Clo
se. Johns werk is geen echo van zijn omge
ving. Ruscha vergelijkt het met 'een
atoombom'. Bruce Nauman noemt hem
de eerste kunstenaar 'die een intellectuele
afstand creëert tussen hemzelf en het fei
telijke schilderen'.
Terwijl Andy Warhol en Claes Oldenburg
zich op de soepblikken, cartoons en Cola
flesje storten, gaat Johns al weer verder
om nieuwe sporen te trekken. Hij creëert
werk gebaseerd op de kaart van de Ver
enigde Staten, hij ontwerpt sets voor bal
letten van Merce Cunningham, sommige
schilderijen krijgen monumentale afme
tingen, op andere doeken monteert hij
objecten als stoelen, schotels en kunstle
dematen. Alle ogen zijn op hem gericht.
Zowel van de schilders Frank Stella en
Robert Morris als van cle beeldhouwers
Donald Judcl en Dan Flavin.
Strepen
Roncl 1972 komt er een ommekeer in het
werk van Johns. De bierblikjes, platte
gronden etc. maken plaats voor schuin op
elkaar staande strepen, een thema dat
zich in alle mogelijke kleuren en varian
ten herhaalt. Cross-hatchings noemen de
Amei'ikanen het; in een van zijn schaarse
interviews onthult Johns dat hij het dia
gonale streepmotief ooit op een tegemoet
komende auto heeft gezien en toen
meteen wist dat hij dit in zijn volgende
schilderij zou gebruiken.
Het kost hem moeite zich weer van het
thema tefoevrij den. Maar in de eerste helft
van de j aren tachtig breekt hij met de pure
abstractie. In het begin grijpt hij terug-
naar cle vertrouwde bierblikjes, nu tegen
een cross-hatching-achtergrond, of het
Sauarin-koffieblik met penselen doemt
op te midden van nadrukkelijke diagona
len. Maar vanaf 1982 - wanneer hij in het
Stedelijk Museum in Amsterdam expo
seert - laat hij andere motieven toe, zij het
dat hij ook dan nog reprises toont van din
gen die hij al twintig jaar eerder heeft ge
daan, zoals de toepassing van lichaams
delen. Johns worstelt zich duidelijk uit
een crisis, is zoekende naar nieuwe we
gen. Hij vindt ruimte voor autobiografi
sche en kunsthistorische elementen. In
zijn werk worden verwijzingen naar het
kubisme zichtbaar, hij past afbeeldingen
van de Mona Lisa toe, evenals werk van
Barnett Newman.
Waar de meeste Amerikaanse kunste
naars in het begin van hun carrière Picas
so ontdekken, komen de invloeden van de
Spaanse schepper eerst halverwege de ja
ren tachtig bij Johns tot uitdrukking. Hij
verplaatst ogen en lippen uit vrouwenge
zichten naar willekeurige plekken, tot
zelfs op de was die aan de lijn hangt. Er
komen verwijzingen naar zijn jeugd op
het platteland, naar zijn grootmoeder
Montez, die altijd Red sails in the sunset
zong.
Jasper Johns, nog volop actief en expose
rend van Keulen tot Tokio, leeft sinds
1990 doorgaans op het Caraibisch eiland
Sint Maarten. Het is hier en daar zicht
baar in zijn kleurgebruik. Maar vooral
zijn fascinatie voor kunstenaars als Pi
casso, Holbein en Cézanne is in het werk
van de afgelopen jaren evident aanwezig.
Begonnen vanuit het abstract expressio
nisme, de eerste echt Amerikaanse kunst
stroming, lijkt deze grote vernieuwer van
de moderne kunst nu de weg terug naar de
Europese meesters te volgen. Alsof hij ge
arriveerd en wel daar nu pas de vrijheid
voor heeft. En dat terwijl zijn eigen plek,
onuitwisbaar in de kunstgeschiedenis,
toch al in 1958 werd bepaald.
Coos Versteeg
Jasper Johns retrospective is de eerste over
zichtstentoonstelling van de kunstenaar sinds
twintig jaar. Er worden meer dan 200 schilde
rijen, collages, aquarellen, tekeningen, etsen en
beeldhouwwerken geëxposeerd. Na een eerde
re presentatie in New York, is Museum Ludwig
in Keulen de enige plaats in Europa waar deze
tentoonstelling te zien valt, t/m 1 juni. Di. 10-
20 uur, woe t/m vrij 10-18 uur, za. en zo. 11-18
uur. Ma. gesloten. Op 28/3, 31/3,19/5vim 11-18
uur. Entree DM 13, catalogus DM 59.
Het Museum Catharijne-
convent in Utrecht wil
binnen vijf jaar een infotheek
openen waar bezoekers infor
matie kunnen krijgen over re
ligieus erfgoed. Daarmee
speelt het museum in op ont
wikkelingen in het voortgezet
onderwijs. De hoogste klas
sen moeten vanaf het najaar
1998 meer op pad om infor
matie te vergaren voor onder
meer scripties.
Educatief medewerkster
Anite Haverkamp hoopt
dat de infotheek ook een mid
del kan zijn om meer jongeren
in het museum te krijgen. De
jeugd laat het de laatste jaren
steeds meer afweten. Was vol
gens een Nipo-enquête in
1990 nog 39 procent van de
bezoekers van het Catharij-
neconvent 0 tot 29 jaar, uit de
cijfers van 1996 blijkt dat het
aantal jongeren sindsdien
met 10 procent is teruggelo
pen.
De ervaringen van het Catha-
rijneconvent komen overeen
met de bevindingen van het
Sociaal Cultureel Planbu
reau. Uit de onlangs gepre
senteerde studie Het Gedeel
de Erfgoed blijkt clat vooral
jongeren in de leeftijd van 16
tot 19 jaar het museum steeds
meer links laten liggen en zich
storten op hun eigen jeugd
cultuur.
Het is volgens Haverkamp
niet iets om echt van te
schrikken. „Het betreft na
tuurlijk een groep met een
heel andere belangstelling.
Sport, disco en het buitenle
ven zijn bij de jongeren in
trek. Dat is al veel langer een
gegeven. Wat je meestal ziet,
is dat jongeren die vroeger
met hun ouders naar bet mu
seum gingen, later wel weer
terugkeren. We zullen via de
scholen moeten proberen to eh
de aandacht van die jeugd te
trekken."
Miriam Blott van het Museum
van Speelklok tot Pierement
in Utrecht sluit zich bij die
conclusie aan. Zij is een tikje
verbaasd over de conclusie
van het Sociaal Cultureel
Planbureau dat Vooral veerti
gers zorgen voor de groei van
het museumbezoek. „Dat
herken ik hier niet. Bij ons ko
men juist erg veel dertigers
over de vloer. Vaak ook met
hun kinderen. De groep van
een jaar of 16 tot de afstudeer-
leeftijd is slecht vertegen
woordigd. Wij doenin school
verband van alles om die
groep toch te bereiken. We
presenteren ons bijvoorbeeld
actief onder studenten en be
vorderen bezoeken van klas
sen."
De groep jongeren van 19 tot
29 jaar is volgens Blott in haar
museum een tamelijk con
stante factor. „Cijfers over de
afgelopen jaren laten zien dat
die groep nauwelijks groter óf
kleiner wordt. Er zijn wel eens
wat schommelingen, maar
daar mag je geen conclusies
uit trekken." GPD
Jasper Johns wordt de Vader van de pop art genoemd. Hij behoort
dan ook tot de belangrijkste Amerikaanse kunstenaars van na de
Tweede Wereldoorlog. En tot de duurste: eind 1988 bracht zijn
schilderij False Start bij Sotheby's liefst 35 miljoen dollar op. In
Keulen is als enige stad in Europa tot en met 1 juni een
overzichtstentoonstelling van zijn werk te zien.
Ooit verkocht kunstenaar Jasper Johns
(66) een schilderij zelfs al vóór het be
stond. Een verzamelaar was op zijn ate
lier op het moment dat juist een aantal le
ge doeken werd afgeleverd. Zonder enige
aarzeling nam de man een optie op één
van de nog te maken schilderijen. De
anekdote is typerend voor de carrière van
Johns; zo'n succesverhaal waar Amerika
nen het patent op lijken te hebben. Gebo
ren in de middle of nowhere, het dorpje
Augusta in Georgia, groeit Jasper Johns
op in een boerenfamilie. Zijn ouders
scheiden als hij nog een peuter is en hij
komt onder de hoede van zijn grootvader,
eveneens een boer, die katoen, meloenen
en asperges teelt.
In dit Baptistische, volkomen on-artistie-
ke milieu kiest Johns voor een leven als
kunstenaar. „Op mijn derde jaar ben ik
begonnen met tekenen. En ik ben nooit
opgehouden", vertelde hij in 1962.
In één klap
Hij is dan al een bekend kunstenaar. Want
hoewel hij niet langer dan een paar maan
den kunstonderwijs aan de University of
South Carolina heeft genoten, is zijn
naam in één klap gevestigd na zijn eerste
solo-tentoonstelling in de befaamde Leo
Castelli Galleiw te New York, in januari
1958.
De expositie wordt bezocht door groothe
den uit de Newyorkse kunstwereld als
Willem de Kooning en Alfred H. Barr, di
recteur van het Museum of Modem Art
(MOMA), die na een eerste blik een van
zijn conservatoren in het museum belt en
vraagt direct te komen om te overleggen
welke werken ze zullen aanschaffen.
Tot de vier doeken die het MOMA dan
voor bedragen tussen de 700 en 1000 dol
lar koopt, hoort het nu wereldberoemde
schilderij Flageen op een ondergrond
van hout, linnen en kranten geschilderde
Amerikaanse vlag.
Omdat Barr bevreesd is dat het aankoop
comité van het museum het schilderij on-
patriottisch zal vinden, vraagt hij een
vriend het werk te kopen. In 1973 zal die
het doek, ter nagedachtenis aan Alfred H.
Barr, alsnog aan het MOMA schenken.
Vanaf die eerste expositie bij Castelli -
Jasper Johns zal nooit van galerie veran
Jasper Johns, Montez Singing, 1989.
gebruik? Of zijn het vormen met een eigen
zeggingskracht geworden? Op het doek
gelden immers andere wetten, het schil
derij heeft zijn eigen vocabulaire.
Neo-dada
Johns heeft niets te maken met de afspra
ken - want wat anders zijn cijfers en let
ters - van de buitenwereld en geeft deze
wereldwijde symbolen zijn persoonlijke
nieuwe betekenis. Met zijn filosofisch ge
tinte vragen treedt hij in het voetspoor
van de Franse dadaïst Marcel Duchamp,
de man die in 1917 een urinoir tot ready
made kunst verhief. Sommige critici noe
men Jasper Johns' werk dan ook neo-da
da.
Door Castelli en Alfred H. Barr wordt hij -
met zijn drie vrienden de schilder Robert
Rauschenberg, de componist John Cage
en de choreograaf Merce Cunningham -
dan ook al snel benoemd tot cultureel erf-
genaam van Marcel Duchamp. Later zal
Johns niet nalaten keer op keer te vertel-
ienhoebelangrijkRauschenberg, Cage en
Cunningham voor zijn ontwikkeling zijn
geweest.
Nog in de zomer van 1958 breekt Johns
ook in Europa door. Op de 29ste biennale
van Venetië, presenteert het MOMA zijn
werk. Een paar maanden later exposeert
hij in Parij s en voor het einde van het j aar
kent het Carnegie Institute in Pittsburgh
hem een award van 500 dollar toe voor
zijn schilderij Gray Numbers. Jasper
Johns is 28 jaar oud en zijn naam is inter
nationaal gevestigd.
Lijmfabrikant
De vlaggen, schietschijven en bierblikjes
bezorgen hem de naam 'Vader van de pop
art'. Maar net zo min als hij later daad
werkelijk deel zal uitmaken van stromin
gen als minimalisme, post-minimalisme
of conceptuele kunst, zo behoort hij ook
nooit echt tot de pop art-beweging. Op
een bepaalde manier blijft hij behoudend
en hij laat zich zeker niet verleiden tot het
commerciële circus van Andy Warhol.
Zelf reageert hij nogal laconiek op de va
der-titel. .Wanneer j e kauwgom maakt en
iedereen gebruikt het uiteindelijk als
lijm, dan krijg je- wie je ook bent -uitein
delijk de reputatie van lijmfabrikant."
Zijn invloed op andere Amerikaanse kun
stenaars is evenwel onmiskenbaar. Niet
zozeer met zijn manier van schilderen, als
wei met de ideeën die hij uitdraagt. Jasper
Johns vervult de brugfunctie van het ab
De overzichtstentoonstelling van
Corneille in het Cobra Museum ein
digt met het toppunt van wansmaak. De
kunstenaar heeft het onderste blad van
een lage glazen tafel versierd met vogels,
vissen, een vrouwengezicht en een kat.
Vlak boven die kleurige decoratie tikken
de wijzers van een klok de tijd weg. De
tafel is een van de onthutsende voorbeel
den van de creatieve slijtage die Corneil
le heeft ondergaan. De expositie beslaat
de periode 1947-1997 en dat maakt het
mogelijk dit proces stap voor stap te vol
gen.
Corneille GuillaumeBeverloo werd op
3 juli 1922 geboren in Luik en zal dus
over enige tijd 75 worden. Dat zijn werk
in de loop van zijn carrière immens po
pulair is geworden buit hij uiterst ge
wiekst uit met ontwerpen voor stropdas
sen (voor 168 gulden bij de ingang van
het museum te koop), horloges (voor 495
gulden), zijden shawls (voor 475 gulden),
zeefdrukken (voor 1500 gulden) en ga zo
maar door. Deze producten tonen steeds
anders gerangschikte maar altijd het
zelfde type kleurige zonnen, vissen, vo
geltjes en andere soorten dieren. Met
kunst heeft dat niets meer te maken, al
liet de kunstenaar zelf onlangs weten dat
hij dergelijk decoratiewerk toch een cre
atieve bezigheid vindt.
Randgebieden
Cobra Museum-directeur Leo Duppen
constateert in zijn inleiding in de catalo
gus mild dat Corneille daarmee de 'rand
gebieden' van de kunst bewandelt.
„Hoewel kunst en design vaak met el
kaar in tegenspraak lijken te zijn, vinden
zij bij Corneille een gemeenschappelijke
basis in het gegeven dat de kunstenaar
zich beroept op een universeel denken
waarin cultuur en natuur, kunst en leven
met elkaar samenvloeien", stelt hij ver-
dei'.
Dat zal vast waar zijn en hij heeft er 'het
foto Nico Koster
Een gouache-zonder-titel van Corneille uit 1948.
grote publiek' mee aan zich weten te bin
den. Maar als verklaring of excuus voor
Corneilles kwalitatieve achteruitgang is
deze observatie niet voldoende. Datzelf
de geldt voor wat Erik Slagter verderop
in de catalogus schrijft: „Hij is geen wor
stelaar met de materie; streeft niet het
onmogelijke na; hij heeft kunst willen
maken om het oóg en de lust tot kijken te
ac-tiveren, om emoties op te wekken en
iedereen te laten delen in zijn levens
vreugde en vrijheidsdrang."
Dat Corneille een paar weken geleden
werd onderscheiden met het Comman
deurschap in de Orde van de Nederland
se Leeuw, een van de hoogste koninklijke
eerbewijzen die ons land kent, blijkt op
deze expositie echter meer dan terecht
voor de vele prachtige schilderijen, teke
ningen en grafiek die hij voor de fase van
creatieve uitputting maakte. Vanaf zijn
Cobra-tijd (1948-1951) tot omstreeks
begin jaren tachtig zindert zijn werk van
spanning en vernieuwingsdrang, daarna
komt er mysterieuze redenen de klad in
en worden al die vogels en zonnen saai en
voorspelbaar. Of is de verklaring mis
schien simpel en treedt zo'n mechanisme
vaak vanzelf in werking als kunstenaars
ouder worden en er inmiddels tientallen
jaren noeste arbeid op hebben zitten?
Vlakbij de glazen tafel sieren zijn vogels
en zonnen ook een foeilelijk kamer
scherm. Als slotakkoord staat er boven
dien een vitrine met commerciële
producten en glanst soortgelijk versierd
keramiek. Wie het dan te kwaad krijgt,
moet daarna op weg naar de uitgang
vooral nog even langs een schilderij als
De stad uit 1947, of De grote aarde uit
1958. Dat haalt weer terug dat Corneille
tot zo'n vijftien jaar geleden wel degelijk
een van de belangrijkste Nederlandse
kunstenaars is geweest. 4
Francoise Ledeboer
De Corneille-tentoonstelling (CobraMuseum,
Sandbergplein 1, Amstelveenduurt tot en
met 25 mei. De openingstijden zijn van dins
dag tot en met zondag van 11.00 tot 17.00 uur.
Constant (1), Corneille (midden) en Hugo Claus in Parijs.