Eindeloos is meer dan een musical Kleinkunst verstopt in popmuziek Ik heb Tasso strijdbaarder gemaakt Liesbeth List en Lottie Hellingman kunst cultuur 20 Acteur Erik Ward Geerlings vrijdag 4 april 1997 Liesbeth List en Lottie Hellingman spelen moeder en dochter in de nieuwe Nederlandse musical EindeloosNou ja, musical...? Voor beide vrouwen is musical eigenlijk iets anders. Eindeloos is domweg een nieuwe vorm van theater. Ontstaan uit de experimenten van Dick en Rob Hauser met hun groep Hauser Orkater: een band op het toneel als spil van een voorstelling met aanstekelijk theater. Kortom: een band met zangers, acteurs en een lekker verhaal. Ger Beukenkamp schreef het verhaal, Rob Hauser maakte de muziek en broer Dick Hauser voert de regie van deze voorstelling die donderdag 17 april in Breda zijn première beleeft. Liesbeth List houdt niet van musicals: „Als dit een echte musical was geweest, zou ik nooit hebben meegedaan." En ook Lot tie loopt niet echt warm bij het idee in een musical te moeten spe len: „Ik ben er een beetje van te ruggekomen. Bij musical denk ik tegenwoordig zo gauw aan iets zoetsappigs. Maar Miss Saigon, dat spreekt mij nog wel aan." En ook Liesbeth vindt: „Er moet een goed een verhaal in zitten. Bij ons is het in ieder geval geen kwestie van een liedje en een dansje. Het is totaaltheater." Liesbeth speelt een aan de drank geraakte vrouw, die in de jaren ze ventig als groupie niet was weg te slaan bij de jongens van een toen legendarische popband. Ze is met leden van de band naar bed geweest en daarom is ze nu de moeder van dochter Pearl. Na conflicten met haar drinkende moedêr, sluit die zich aan bij een groepje opstandige leeftijdgeno ten om uiteindelijk de wereld in te trekken, op zoek naar haar vader. Maar wie van de vijf is papa? Het brengt haar naar diverse uit hoeken van de wereld, waar ze de bandleden, allemaal gespeeld door Coen van Vrijberghe de Co- ningh, ontmoet. Het publiek reist niet alleen met haar mee, maar flitst ook nog eens met haar door de tijd, want de muziek van de ja ren zeventig en die van nu is volop in de show verwerkt, muziek van twee generaties. „Lottie is de ster", vertelt Liesbeth over de bescheiden lachende de butante uit deBeemster. „Zij staat vrijwel de hele avond op het to neel." Maar het rasp aardje Hel lingman laat zich niet gek maken. „Ik heb er mijn studie medicijnen voor onderbroken, maar ik kan straks altijd nog terug. Entoch, als ik nu 's ochtends in de bus zit met mijn ex-klasgenoten die gaan stu deren, ben ik toch erg blij dat ik naar de repetitie ga Heeft ze een beeld van de jaren ze ventig? „Het lijkt me een te gekke tijd. Vooral de periode daar net voor, de late jaren zestig. Een beet je vrij, los. En Woodstock, dat op eens ontstond. Nu is het leven strakker, jongeren staan meer on der druk. Neem mijn studie. Je kunt niet meer experimenteren, maar moet meteen de goede keuze maken en knetterhard werken om binnen de termijn klaar te zijn. Anders verlies je veel geld." Liesbeth corrigeert: „Als student had je misschien meer tijd, maar je moest ook werken om wat bij te verdienen. Werkstudenten.... En wat betreft dat losse: die sfeer is heel geleidelijk ontstaan. De jeugd begon te reageren op de generatie die de oorlog had meegemaakt en keihard aan de wederopbouw werkte. Er kwam welvaart, men sen kregen voor het eerst boter op hun brood en die kinderen roken dat-, die wilden iets nieuws." „In de jaren zeventig was de eufo rie er trouwens wel een beetje af. Eerlijk gezegd heb ik ook nooit in die popscene gezeten. Voor mij ging het om de Franse film, klas sieke muziek, jazz, het chanson. Dylan zei me niet veel, wel later een groep als Blood, Sweat and Tears. En ik was natuurlijk erg druk met Ramses Shaffy. Wij wa ren discipelen van Jacques Brei. Ogen Liesbeth kwam destijds naar Am sterdam en kwam terecht bij de groep rond Ramses Shaffy. Zonder enige theateropleiding. „Dat kon toen nog. Ik leerde van het kijken. Shaffy hield me alijd voor datje de woorden die je gebruikt moet proeven, dat je moet zijn wat je zingt. Het publiek moet het perso nage in je ogen kunnen zien." Lottie knikt: „Onwillekeurig wist ik dat wel, maar nu ben ik me dat ook bewust." List vervolgt: „Maar nu heb je the ateropleidingen en daar. komen prachtige talenten vandaan, Maar je moet dan wel héél erg goed zijn wil je boven komen drijven. Hoe wel, een opleiding zegt nog steeds niet alles. Om iets te bereiken heb je meer nodig. De Duitsers noe men het Das gewisse Etwas. In Ne- derland noemen we dat magie." Het lijkt er veel op dat Lottie dat ook heeft. Zonder opleiding kwam ze in deze voorstelling terecht, na dat ze eerder al eens in de finale stond van Joop van den Ende's competitie A star is bom. Haar er varing deed ze op bij het Neder lands Kindertheater in Purmer end. „En daar heb ik wél veel geleerd." Verbaasd luistert Liesbeth hoe haar theaterdochter vertelt over de tournee van het NKT naar Mos kou, Praag en natuurlijk New York. Ze was zeventien toen ze daar in het Lincoln Centre stond en namens de groep voor de came ra's van NBC in het coast to coast- ochtendprogramma America to day het woord voerde. „Twee shows per dag speelden we daar en de laatste voorstelling ging ik door mijn enkel. Maar ik heb doorge speeld, want ook die laatste keer wilde ik nog buigen voor het ap plaus." „Jij bent Alice in Wonderland!", roept Liesbeth. „Geweldig. Ik her ken dat. Zo kwam ik destijds naar Amsterdam. Ik wist nog van niets, maar ik stond daar wel opeens naast Ramses, de mooiste man van Nederland! En ik glom als ik be kende mensen in de zaal zag zit ten." Een gevoel van herkenning bij Lottie: „Liesbeth was voor mij een begrip. Toen ik hoorde dat we naast elkaar zouden staan, schoot me niet direct een liedje van haar te binnen. Maar wat voelde ik me gevleid. Maar optreden naast een be roemdheid kan volgens Lottie ook betekenen dat iemand dichtslaat. Het doet Liesbeth denken aan die keer dat ze Barbra Streisand zag optreden. „Die maakte zó'n ver pletterende indruk dat ik drie maanden niet heb kunnen optre den." Optreden naast beroemdheden is trouwens niet altijd een eer. Lies beth herinnert zich dat collega's met wie ze optrad een enorme minachting voor haar voelden. „Daarom treed ik alleen nog op met mensen die me liggen. Ik houd er niet van om alleen voor het brood op de plank te werken. Ik ben dus wel eens eigenwijs ge weest en heb daarvoor moeten be talen." Nu luistert Lottie verbaasd als Liesbeth vertelt: „Zo stond ik eens in een toneelstuk waarin de ande ren steeds voor mij gingen staan,, want ik was maar een zangeres. Toch kreeg ik na afloop het meeste applaus. Natuurlijk merkten de anderen dat enna een week liep al les alsnog normaal. Maar toch.... Ik ga dus zeker niet in op elke aan bieding." Verknocht Ook op Eindeloos wilde ze aan vankelijk niet ingaan. „Gelukkig kon ik zeggen dat ik geen tijd had, wegens mijn tournee. Maar latei- werd ik gebeld, dat de productie was uitgesteld en of ik nu wèl zou kunnen. Ik dacht: dat uitstel is een 'teken'. Ik besloot de synopsis te lezen en was daarna meteen ver kocht. Eindelijk mocht ik eens een dèl spelen." „En daarbij is deze voorstelling zo eigentijds, zo nieuw. Dit is een avontuur. En zoals hier door Dick Hauser wordt gerepeteerd. Zo or ganisch, met zo veel rust en humor. Het onstaat gewoon. Net als de dansen van Job Cornelissen, die eigenlijk geen echte dansen meer Ze zijn verbaasd door de belangstelling". Thomas Acda en Paul de Munnik, de pers staat in de rij en de hele week klinkt hun cd op Radio 2. „Kom je langs een bouwsteiger, hebben die kerels onze liedjes aan", roept Acda. Inderdaad, het is een wondertje dat de eerste cd die deze twee jonge honden van de Nederlandse kleinkunst hebben gemaakt zo lijkt aan te slaan. Want simpel zijn hun teksten niet. Sterker nog: Acda en De Munnik tonen zich in hun getoonzette verhaaltjes meesters in het weglaten. De luisteraar moet meedenken. Acda en De Munnik... leren ze de jongste generatie luisteren naar teksten die verdergaan dandie van de hitlijsten? Ze kij ken vragend en stellen dan vast dat het jon ge radiopubliek niet luistert. Zonder het fe nomeen Borsato te veroordelen noemen ze zijn hit 'De Waarheid' in wezen arrogant. Maar niemand lijkt dat op te vallen. En toch is dat heel duidelijk verstaanbaar. Daarentegen hebben de liedjes van hun ti telloze cd een wat hogere drempel. Maar het zijn dan ook teksten uit hun theaterpro gramma, waar ze zijn voorzien van een flin ke aanloop. Verpakt in een muzikale sfeer die werd ingegeven door de lp Déja Vu, pop muziek van twee generaties geleden. „Niet de muziek van onze generatie", zegt De Munnik. Maar het werkt. Hoewel de teksten op de cd soms verloren dreigen te gaan in de gedreven begeleiding is deze aanpak niet slecht. Muziek veran dert, dus is het goed als ook de popmuziek invloed heeft op de begeleiding van het ca baretlied. Ofschoon dat ten koste kan gaan van de verstaanbaarheid. Dat geldt ook voor een van de mooiste tek sten van de cd: Esmee. Thomas Acda erkent grif dat de muziek wat gebrekkig is: „Ik heb maar vijf akkoorden tot mijn beschikking. Thomas Acda en Paul de Munnik: „Onze teksten zijn af." Het is een verhaal over een jonge artiest die na jaren achter de ramen van een bordeel een klasgenootje van de havo herkent. Net als Eduard Jacobs een eeuw geleden in een dergelijk lied deed, neemt Acda het op voor het meisje en wijst hij in de richting van de jongen en zijn hypocriete houding. Hij ver schuilt zich in het gesprek met haar achter zijn eigen nog niet al te florissante carrière. „Op zich is die houding niet zo bijzonder. Ie dereen beschermt zich. Het idee voor het liedje ontstond toen ik op een zaterdagoch tend met mijn vriendin naar de markt ging en zij op een van de wallen een meisje uit haar klas herkende. Het was treurig, maar ik dacht wel: daar zit een liedje in." Zo eigentijds als de twee ook mogen zijn, ze wortelen hoorbaar diep in de traditie. Voor al Jacques Brei klinkt regelmatig door. De Munnik beseft zich dat terdege: „Ik heb me pas in hem verdiept toen ik op de klein kunstacademie zat. Hij geldt daar als stan daard voor kwaliteit. Geweldig zoals hij zich helemaal in een lied kan storten en toch de controle houdt op alles wat hij doet. Ik heb een video-opname van hem, waar ik da- zijn. Het is een bewegen vanuit de tekst. Over tekst gesproken: ik ben dan wel een kind van Brei, maar ook dit script is heel goed. Poë tisch, maar toch helemaal geba seerd op spreektaal. Dat is ook de reden waarom Brei nog altijd mo dern is." Liesbeth speelt een moeder die be hoorlijk met haar dochter botst. „Ik moest ooit in een Duitse film een moeder spelen die haar kind uitschold. Maar ik kon me niet voorstellen dat zoiets ooit gebeur de. Er werd bij ons thuis nooit ge scholden. Omdat ik niet ben opge voed door mijn echte moeder deed je dat niet, want ik moest dank baar zijn. Maar nu ik zelf moeder ben, weet ik dat het gezond is om af en toe eens te schelden. Anders kun je nooit een echt goede ver houding met elkaar krijgen. Hans Visser Eindeloos is onder meer te zien in Eindhoven (5, 6, 7 april), Etten-Leur (9 en 10 april), Breda (15,16,17 (premiè re), 18 ,19 april), Tilburg (22 april), Roosendaal (23 en 24 april), Rotterdam (25 t/m 29 april en 1 t/m 3 mei) en Am sterdam (26 t/m 29 mei). gelijks naar kan kijken". Voor de jonge ge neratie is Brei inmiddels een onbekende dichter en zanger. Van hem staat ook 'Am sterdam' op de cd, in de al veel geroemde vertaling van Ernst van Altena. „Studenten van de toneelschool die het hoorden, stonden perplex. Ze kenden het nummer niet eens. Wij zingen het heel an ders dan Brei. We doen het samen en elke avond is het weer een soort wedstrijd die eindigt in een climax. En als we dan samen bij het eind zijn heeft dat iets ontroerends, ook voor het publiek, dat daarin is meege gaan". Carrière Met weinig woorden weten de twee in hun liedjes veelte suggereren. Acda; „Onze tek sten zijn af. We hebben een mooi beroep: in dertig zinnen een heel verhaal vertellen". Bijvoorbeeld in 'Als het vuur gedoofd is'. Het verhaal van een man met een gezin en een mooie carrière, die te laat ontdekt dat hij toch eigenlijk had moeten zwerven. He laas zijn de jaren zestig voorbijdus gaat het mis als hij besluit zijn aktetas weg te gooien en alsnog te gaan zwerven. Ondanks de cd en de uitstapjes naar radio en televisie blijven Acda en De Munnik zich vooral theaterartiesten voelen, met de lo pende tournee door het land als hun eerste zorg. Die gaat nu goed, vinden ze, met elke avond zo'n tachtig tot honderd bezoekers. Tijdens de lay-outs waren dat er minder: zo'n dertig soms. Dan vroegen ze het pu bliek bij hen op het podium te komen zitten. Echt intiem theater. Een vol Bellevue in Amsterdam is voorlopig hun hoogtepunt. De Kleine Komedie zou wel leuk zijn, maar daarvóór vinden ze het zelf nog te vroeg. Hans Visser Het opvoeren van de tragedie Torquato Tasso van Goethe is op zich al geen kleinigheid. Erik Ward Geerlings doet dat in zijn zelfgeschreven parafrase van deze klassieker elke avond met wisselende vertolkers. Hijzelf speelt de getormenteerde en later krankzinnig geworden zestiende-eeuwse dichter Torquato Tasso, die het meest beroemd is om zijn epos La Gerusalemme Liberata. De vier andere rollen worden bij toerbeurt vervuld door onder anderen Sam Bogaerts, Hans Croiset, Karst Woudstra, Geert de Jong en Henri van Zanten. Erik Ward Geerlings beeldt Tasso uit in een volwaardige en goed ingestudeerde rol, terwijl de andere medespelenden met het script in de hand en met een mini male voorbereidingstijd er maar wat van moeten zien te maken,,Ik moet het hebben van het contrast tussen de spontaniteit en arge loosheid van die gastspelers, die niet goed weten in wat voor stuk ze zijn terechtgekomen", zegt hij in zijn wanordelijke werkruimte in Rotterdam. Samen met nog twee andere be werkingen van Goethe's drama Torquato Tasso door Theatercol lectief 't Barre Land en Theater groep Wtirz wordt deze versie van Erik Ward Geerlings als drieluik in Theater Kikker en andere loca ties in Utrecht, in de Rotterdamse Schouwburg en de Nes-theaters in Amsterdam gespeeld. Zijn concept van Torquato Tasso is volgens Erik Ward Geerlings mede door gebrek aan financiën ont staan. „Er was te weinig geld om die vier andere rollen door evenzo- vele acteurs volwaardig te laten spelen. Daarnaast lijkt me deze speeltrant aardig als statement in zo'n Tasso-cyclus. Het stuk gaat toch over het kunstenaarschap en dus ook over mijn positie". Voorde rest staat hij persoonlijk verre van de zielepijn van Tasso. „Net als in het origineel gaat het over de gekwelde en melancholi sche kunstenaar en over de men sen van wie hij financieel afhan kelijk is. Tasso is een enorme romantische ziel. Maar ik be schouw mijn stuk ook als een over winning op het romantische beeld dat we van de dichter hebben. Ik heb Tasso strijdbaarder gemaakt, omdat ik niet goed werd van die grote klaagzang". Borstbeeld Voor zijn interpretatie heeft Erik Ward Geerlings geput uit de oor spronkelijke toneeltekst van Góe- the en de vertaling van Boutens, die „zonder meer fabuleus is. Ik gebruik die twee werken om mijn eigen tekst uit te spugen, waarbij ik op bepaalde momenten Goethe behoorlijk trouw blijf". De jambi sche maat heeft hij daarbij aange houden. Geerlings zegt met klem dat zijn bewerking heel weinig met Goe the van doen heeft. „Het is een soort Droste-effect. Je hebt de dichter Tasso, je hebt Goethè, die maakt er een stuk over, en ik maak daar opnieuw een stuk van. Goe the komt in mijn versie alleen als borstbeeld voor". Hij wijst met zichtbaar plezier naar een gipsen beeldje op een oud tafeltje. Een meer opvallend decorstuk is een uitvergroting van een fleurige kleurenfoto van een uitgestrekte klassieke tuin. Hij licht verder toe: „In het eerste bedrijf in Goethe's stuk biedt Tas so de hertog, die zijn mecenas is, zijn nieuwe gedicht aan. Hij wordt er meteen voor gelauwerd. In mijn bewerking gebruik ik die scène als proloog. Ik kom op als Geerlings en zeg: 'Dag mensen, ik heb weer eennieuw stuk bedacht'. De ande re spelers grissen het uit mijn han den en beginnen het gelijk te le zen". Hij gniffelt van voorpret. „Die hertog dat zijn voor mij di recteuren van theaterwerkplaat sen en gezelschappen en degenen die je subsidie toekennen". Het is voor Erik Ward Geerlings blijkbaar een uitdaging om be staande en vooral gerenommeerde stukken geheel naar zijn hand te zetten en er een compleet eigen in terpretatie aan te geven. Met als duidelijk voorbeeld de opmerke lijke theaterreeks, waarin elke week een stuk uit het wereldreper toire - uiteenlopend van Griekse tragedies tot hedendaagse stuk ken-werd samengevat tot een op voering van een kwartier. In zijn voorstellingen streeft hij ernaar „het theater meer te laten zijn dan een verzameling spreken de hoofden die met een soort poë zie hardop een boegbeeld oprich ten voor de Grote Schrijver van een of ander stuk. Er moet voor mij een duidelijke reden zijn om een stuk op te voeren. Daarbij wil ik zelf iets creëren en niet alleen maar intermediair zijn, hoe groot ik de schrijver van het stuk ook be wonder, Het is tevens een soort re belsheid van me. Maar ik ben daar erg tweeslachtig in, omdat ik heel veel van literatuur, van taal en tekst houd. Ik ben ook langzaam mijn werkzaamheden van toneel maken naar die van schrijven aan het verschuiven". Hobby Hij heeft filosofie gestudeerd, maar gaf zich uiteindelijk gewon nen aan een andere voorliefde: het theater. „Het spelen of het kijken ernaar heeft zo'n impact; het heeft ook een therapeutische werking op mijIk schrijf en lees veel liever toneelstukken dan romans. Al is muziek mijn eigenlijke passie. Ik bespeel zelf allerlei instrumenten, op een laag niveau, maar ik ben wel veel met muziek bezig. Het is een hobby". Met het hoofd knikkend alsof hij pas nu daartoe besloten heeft, ver volgt hij: „Hobby's, het moet eens afgelopen zijn met die hobby's! Ik ben 33 en heb sinds negen maan den een kindje. Ik moet me nu echt eens gaan specialiseren om meer geld te verdienen dan tot op heden het geval is..Daarom wil ik meer gaan schrijven. Ik vind schrijven waanzinnig leuk en opwindend en het is te verkopen. De laatste jaren leef ik van mijn werk: een op dracht hier en daar, dan een cursus geven en dan nog eens een werkje maken. Binnenkort maal? ik voor Rotterdam nogmaals een soa pachtige komedie voor van de zo mer. Van die dingetjes dus. Het liefst zou ik jaarlijks drie projec ten willen doen: twee stukken schrijven en een regisseren". Ambities om artistiek leider te worden bij een van de repertoire gezelschappen heeft hij wis en ze ker. In zijn visie is het gros van de vaderlandse artistieke leiders op dood spoor geraakt. „Er wordt in houdelijk zo weinig doorgedacht. De enige intelligente regisseur is momenteel Ivo van Hove. Hij is de enige die niet in een crisis zit". „Ik heb Euripides bij Fact gedaan. Ook al zaten er mijn teksten in en rockmuziek en stripachtige geini ge acts, het waren toch Electra en Orestes die je zag. Jongeren moet j e ook kunnen aanspreken, zonder meteen MTV op het toneel neer te zetten. Dat vind ik interessanter dan zo'n niks zeggende drol als Woyzeck van Peter de Baan bij het RO Theater, waarin hij nog refe reert aan zijn oude Sater verleden. Dat vind ik nou je taak als artis tiek leider bij een repertoiregezel schap niet serieus nemen. Dat is alleen maar afstoffen. Als je reper toire brengt, danmoet je er wel een visie op hebben, anders ben je met museumtoneel bezig". Max Smith Samen met twee andere bewerkingen van Goethe's drama Torquato Tasso door Theatercollectief't Barre Land en Theatergroep Würz wordt de versie van Erik Ward Geerlings gespeeld in Theater Kikker Utrecht (t/m 5 april), Rotterdamse Schouioburg (9 t/m 12 april) en Nes-theaters Amsterdam (22 t/m 26 april). Erik Ward Geerlings: Goethe komt in mijn versie alleen als borstbeeld voor." foto Sanne Pepers Liesbeth List en Lottie Hellingman spelen moeder en dochter in de musical Eindeloos, foto CeesZorn

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 20