kunst cultuur
Taal van de jazz moet je
stap voor stap vergaren
Fantastische muzikanten
Joe Lovano
in Terneuzen
vrijdag 21 maart 1997
Wanneer mag iemand zich de beste
jazzmuzikant ter wereld noemen? Er
bestaan geen objectieve criteria om dat te
bepalen, maar de jaarlijkse peiling van het
Amerikaanse tijdschrift Down Beat geeft
een aardige indicatie. En zowel critici als
lezers van het gezaghebbende jazzblad zijn
het erover eens: de Amerikaanse
tenorsaxofonist Joe Lovano is op het
ogenblik de absolute nummer één. Niet
alleen riepen ze hem twee jaar achtereen
met overweldigende meerderheid uit tot
jazzmuzikant van het jaar, zijn cd's Rush
Hour en Quartets Live at The Village
Vanguard werden bovendien bestempeld
tot beste album van respectievelijk 1995 en
1996.
Dit weekeinde treedt Lovano op in
Nederland. Zaterdag met het Metropole
Orkest in Groningen en zondag met een
gerenommeerd trio Belgische
jazzmuzikanten in Porgy Bess in
Terneuzen. Is Joe Lovano de beste
jazzmuzikant ter wereld?Bij het horen van
de vraag buldert hij van de lach. „Ik? Ik
kom nog maar net kijken."
Vorig j aar kopte The New Yorker boven
een artikel over de saxofonist dat bol
stond van de superlatieven: 'Lovano de
geweldige'. De laatste vijftien jaar staat
de ontwikkeling van de jazz, net als die
van zoveel Amerikaanse cultuuruitingen,
op een laag pitje, schreef criticus Whitney
Balliett. Oorspronkelijke geesten moeten
met een lampje worden gezocht. Het we
melt daarentegen van neo-swing-muzi-
kanten, neo-beboppers, neo-hard-
boppers, neo-big bands, neo-avant-gar-
disten, neo-New Orleans-muzikanten en
neo-Dixieland-spelers. En binnen die
genres struikelt men over de klonen van
Louis Armstrong, Miles Davis, Stan Getz,
John Coltrane en al die andere legendari
sche jazzmuzikanten uit het verleden.
Maar er is hoop. In de jaren negentig is het
langzaamaan duidelijk geworden dat er
een redder van de jazzmuziek is opge
staan, aldus Balliett: de 'verbluffende'
saxofonist en componist Joe Lovano.
Weerbarstig
Lovano verbluft zijn luisteraars niet in de
eerste plaats met een wonderschone toon.
Anders dan jonge tenorsaxofonisten als
Joshua Redman of James Carter heeft hij
geen geluid om in één klap verliefd op te.
worden. Zijn saxofoon klinkt hees en zijn
spel is weerbarstig en wars van clichés.
Zelfs in een min of meer traditionele bop-
solo speelt hij nooit de noten die voor cle
hand liggen.
Het verbluffende schuilt evenmin in een
carrière als een komeet, want Lovano
timmert al meer dan twintig jaar als pro
fessioneel muzikant aan de weg. Pas de
laatste zes jaar maakt hij wereldwijd fu
rore.
Vanaf zijn geboorte - in 1952 - heeft zijn
leven in het teken van de jazz gestaan. Er
bestaat een oude - achteraf betekenisvol
le - familiefoto waarop Joe als baby in de
armen van zijn moeder ligt, samen met
een saxofoon. Geen toeval, want zijn va
der, Tony 'Big T' Lovano, was namelijk
ook een verdienstelijk tenorsaxofonist.
„Ik groeide op met jazzmuziek", vertelt
Lovano. „Ik kreeg de jazzgeschiedenis
met de paplepel ingegoten. Als jongen
leerde ik saxofoon spelen doordat ik thuis
de geweldigste platen hoordé en mijn va
der zag samenspelen met fantastische
muzikanten. Hij nam me mee naar con
certen en daar hoorde ik Sonny Stitt,
Rahsaan Roland Kirk, Dizzy Gillespie en
Gene Amnions. Man, dat veranderde mijn
leven. Vanaf mijn middelbare schooltijd
wist ik wat ik wilde doen: jazzmuziek spe
len en bestuderen en proberen mijn eigen
geluid en muzikale concepten te ontwik
kelen."
Hij studeerde aan de fameuze Berklee
School of Music in Boston, waar hij ken
nismaakte met onder anderen de vooruit
strevende gitaristen John Scofield en Bill
Frisell. Met beiden zou hij later optreden
en platen maken. Stap voor stap ontdekte
Lovano nieuwe gebieden binnen de jazz
muziek. Onder invloed van zijn vader be
gon hij als een vrij traditionele
mainstream jazz-artiest. Die kant heeft
hij nooit verloochend, maar in de loop dei-
jaren heeft hij wel zijn horizon enorm ver
breed.
Veelzijdigheid
Het werkelijk verbluffende aan Joe Lova
no is dan ook zij n onbegrensde veelzij dig-
heid. Hij kan uitstekenduit de voeten met
tonale en atonale muziek. Hij kan keihard
spelen, als John Coltrane, of zacht en te
der, als Charlie Parker. De ene keer speelt
hij met een traditionele ritmesectie, de
volgende keer met een free jazz ensemble,
dan weer met een groot orkest of juist met
alleen een vocaliste. Romantische ballads
liggen hem net zo goed als improvisaties
op thema's van modern-klassieke compo
nisten. En behalve tenorsaxofoon speelt
hij ook altsaxofoon, fluit, clarinet en
drums.
De albums die hij de laatste jaren uit
bracht weerspiegelen zijn veelzijdigheid.
Quartets is een dubbelcd, opgenomen in
de beroemde New Yorkse jazzclub The
Village Vanguard. Op de eerste plaat
speelt Lovano voornamelijk eigen com
posities met een drummer, een bassist en
een trompettist, op de tweede worden
vooral standards uitgevoerd in een bezet-
Joe Lovano: Redder van de jazzmuziek.
fotografie Stephen Danelian
Ik ben erg enthousiast óver het kwartet dat voor-
het concert in Porgy Bess is geformeerd, zegt
Joe Lovano. „Er staan fantastische muzikanten
voor me klaar." Op zijn eigen verzoek wordt de
Amerikaanse saxofonist in Terneuzen herenigd
met drie Belgische jazzmuzikanten die halverwege
de jaren tachtig regelmatig met hem op het podium
stonden.
Twee van de drie, pianist Michel Herren drummer
Dré Pallemaerts, toerden in 1986 met Lovano door
Europa en speelden uiteindelijk mee op zijn eerste
album als bandleider: Solid Steps. Bassist was
destijds Hein van de Geyn. Aangezien hij zondag
vanwege een optreden met zijn eigen groep
Baseline niet van de partij kan zijn, neemt
contrabassist Philippe Aerts de honneurs waar.
Ook hij stond eerder met Lovano in de
platenstudio.
Michel Herr is een van de bekendste jazzmusici van
België. Hij speelde samen met sterren als Joe
Henderson, Archie Shepp en Chet Baker. Sinds
1984 speelt hij in het kwartet van Toots
Thielemans. Hij leidt ook zijn eigen groepen, in
grootte variërend van trio tot big band. Hij schreef
composities en arrangementen, onder meer voor
film en televisie.
Philippe Aerts begon als bassist in dixieland en
mainstream jazzbands. Pianist Charles Loos zette
hem op het spoor van de moderne jazz. Op 32-
jarige leeftijd heeft hij reeds samengespeeld met
Amerikaanse solisten als Joe Henderson, Tom
Harrell, Chet Baker, Bob Brookmeyer en Steve
Grossman. In zijn eigen trio spelen tenorsaxofonist
John Ruocco en drummer Tony Levin. Verder
speelt Aerts regelmatig samen met gitarist Philip
Catherine en de Franse accordeonist Richard
Galliano.
Dré Pallemaert s is in 1964 in Antwerpen geboren.
Hij was 22 toen hij met Joe Lovano meespeelde op
Solid, Steps. Ook hij trad op met een
indrukwekkende rij jazz-artiesten, waaronder
Philip Catherine, Toots Thielemans, Archie Shepp
en John Scofield. Op het ogenblik maakt hij deel
uit van het kwartet van Bob Brookmeyer, het
Brussels Jazz Orchestra en Michel Herr's European
Quintet.
Het voorprogramma begint zondag om 15 uur en wordt
verzorgd door het Frank van den Berghe Quintet.
ting zoals die ook in Terneuzen te zien is:
saxofonist Lovano met drummer, bassist
enpianist. Ruim twee uur uur lang pende
len de musici voortdurend heen en weer
tussen traditie en vernieuwing,
Het verschil tussen Quartets en het één
jaar eerder uitgebrachte album Rush
Hour is zo groot als dat tussen nacht en
dag. Op Rush Hour werkt Lovano samen
met dirigent/componist Gunther Schui
lei- en een flink orkest. De plaat bevat on
der meêr composities van Charles Min-
gus, Ornette Coleman, Thelonious Monk,
Duke Ellington, Schuller en Lovano:
prachtige ballads, experimentele verken
ningen in de richting van Nieuwe Muziek
en complexe, opgefokte improvisaties.
'Betere muziek bestaat niet', aldus het
tijdschrift CD-Review. 'Deze plaat is een
wonder.'
Sinatra
Lovano's laatste - onlangs verschenen - cd
heet Celebrating Sinatra. Weer een ver
rassing vergeleken met zijn eerdere werk.
Het album bevat uitsluitend liedjes van
Frank Sinatra, niet zomaar nagespeeld,
maar opnieuw gearrangeerd en geïnter
preteerd.
Lovano beschouwt Sinatra - net als hij
van Siciliaanse afkomst - als een van de
belangrijkste jazzmuzikanten van deze
eeuw. In dat opzicht past Celebrating Si
natra naadloos in Lovano's oeuvre, want
wat hij ook doet, de traditie is altijd zijn
vertrekpunt.
„De studie van de jazz is alles", zegt hij.
„Als je niet bestudeert hoe de meesters
improviseer-den. leer je nooit hoe je moet
spelen. Wij hebben een enorm rijke bi
bliotheek aan jazzmuziek, niet alleen op
de plaat maar ook in geschreven composi
ties. Daarmee moet je vertrouwd zijn om
te kunnen spelen. Jazz is een taal en de
woordenschat vergaar je stap voor stap.
De geschiedenis van de jazz is het funda
ment voor een eigen sound."
Het karakteristieke van zijn eigen sound
is niet zo makkelijk in woorden vangen,
zegt Lovano. „Mijn geluid is vanzelf ont
staan. De muziek die ik speel en de men
sen met wie ik dat doe bepalen mijn ge
luid. Ik ben niet iemand die altij d dezelfde
sound heeft, met wie hij ook speelt."
Flexibel
„Als ik bijvoorbeeld met drummer Paul
Motian en gitarist Bill Frisell samenspeel,
krijg ik ideeën door de atmosfeer die wij
met zijn drieën creëren. Mijn geluid past
zich aan aan dat ensemble. Speel ik met
een bigband, met trompetten, trombones
en een saxofoonsectie, dan vraagt dat
weer een heel andere instelling. Hetzelfde
geldt voor een quintet met gitaar, piano,
bas en drums. Een muzikant moet flexibel
zijn. Verschillende atmosferen roepen
verschillende ideeën op. Hoe iets vorm
krijgt is afhankelijk van de muzikanten
met wie je speelt."
„Veel jazzmuzikanten spelen verschrik
kelijk goed, maar altijd hetzelfde, met wie
ze ook optreden. En de meesten spelen in
.een bepaald nummer zelfs altijd dezelfde
solo. Maar echt improviseren gaat dieper.
Je moet i n jezelf duiken èn in de ziel van de
muzikanten met wie je speelt."
„Dat betekent niet dat ik me voortdurend
aan anderen aanpas, wel dat ik alleen met
muzikanten in zee ga die bereid zijn zich
aan elkaar aan te passen. Ik weiger om sa
men te werken met iemand die alleen voor
zichzelf speelt. Dat levert geen creatieve
muziek op."
„Ik heb gespeeld met drummers als Jack
DeJohnette, Paul Motian, Elvin Jones en
Ed Blackwell, om er maar een paar te noe
men. Drummers die achter elke solo an
ders spelen. Ik heb een hekel aan drum
mers die alleen maar proberen te spelen
als Philly Joe Jones, of pianisten die wil
len klinken als McCoy Tyner. That's bo
ring, man. Zulke mensen luisteren niet
naar de muziek, ze voelen zich niet be
trokken. Ik wil spelen met drummers en
pianisten die naar de solist luisteren. De
muziek moet ter plekke vorm krijgen
doordat muzikanten op elkaar reageren.
Dat is improviseren. Probex-en je eigen fa-
voiïete muzikant te kopiëren is iets heel
anders."
„Ik ben beïnvloed "door saxofonisten,
maar ook door drummers en pianisten.
Door het werk van trompettisten als Miles
Davis en Dizzy Gillespie te bestuderen
heb ik net zoveel geleerd over de saxofoon
als door het luisteren naar John Coltrane.
Toen ik jong was, vertelde mijn vader me:
'Als jij straks met pianisten en drummers
samenspeelt, moet je weten wat ze doen.
Dus moet je op platen niet alleen naar de
saxofonist luisteren, maar ook naar de
pianist en de trompettist en de drummei-.
Als ik een plaat van Sonny Rollins en Max
Roach draaide, dan probeerde ik te be-
gi'ijpen waarom Sonny speelde wat hij
speelde door naar Max Roach te luiste
ren."
„Het is een val om één speler op je instru
ment te kopiëren en vandaag de dag zijn
er veel goede spelers die daar intrappen.
Die doen niet anders dan na-apen. Eigen
lijk kennen ze alleen een paar goeie licks,
de muziek hebben ze nooit echt bestu
deerd."
Geen laatbloeier
Hoewel hij pas x-ond zijn veex-tigste door
brak, beschouwt Lovano zich niet als een
laatbloeiei: „De mensen in de media en de
platenbusiness, dat zijn de laatbloeiers.
Ik was 23 toen ik in de band van Woody
Hei-man ging spelen. Ik deed internatio
nale tournees met een van de meest ge
vierde groepen ter wereld, maar in 1976
had iedereen alleen maar oog voor rock 'n'
ï-oll. Ik heb op een reeks van platen meege
speeld. Pas toen ik begin jaren negentig
voor het platenlabel Blue Note ging opne
men, ontdekte men ineens mijn muziek.
Maar ik had toen al een heel eigen ge
schiedenis. Ik had al met zoveel bekende
muzikanten samengespeeld."
„Jonge muzikantenkrijgentegenwoordig
de gelegenheid om platen op te nemen ter
wijl ze eigenlijk nog niets te zeggen heb
ben. Daai-voor hebben ze te weinig erva-
x-ing. Op twintigjarige leeftijd mogen ze
hun eerste plaat maken en een producer
vei-telt ze wat ze moeten doen. Ze weten
niet eens wie ze moeten opbellen om mee
samen te spelen. De namen van andere
muzikanten kennen ze alleen van een pla
tenhoes. Naar mijn idee nemen ze veel te
snel een plaat op. Ze klinken als student
jes in plaats van iemand die weet wat hij
wil."
„John Coltrane was 32 toen hij Giant
Steps opnam. Hij had toen al een rijke his
torie waax-uit hij kon puttenHij had al zo
veel gedaan en het was ook niet zijn eerste
plaat. Maar in de ogen van het publiek en
de media was Giant Steps het begin van
Coltrane als bandleider. Hij was daar echt
naai'toe gegroeid."
Multi-cultureel
Ver-geleken met twintig jaar geleden, toen
hij begon op te treden, is de aandacht voor
jazzmuziek de laatste jai-en explosief toe
genomen, vindt Lovano. „Er zijn meer
jazzmagazines, er is meer aandaclxt. Men
sen beginnen zich te realiseren dat jazz dè
creatieve muziek van deze eeuw is. De
volgende eeuw gaat j azz de mensen samen
brengen. Jazz is multi-cultureel en niet
aan generaties gebonden. Het is muziek
die x-itmes, melodieën en ideeën uit alle
delen van de wereld samenvoegt."
„Dat is begonnen met Duke Ellington en
zijn band. Hij reisde over de wereld en be
gon muziek te schrijven vol invloeden van
ritmische en melodieuze concepten die hij
onderweg tegenkwam. Creatieve, impro
viserende muzikanten als Ornette Cole
man, Miles Davis, Keith Jarrett en John
Coltrane deden precies hetzelfde. Dat
vind ik ook zo mooi, om nu te leven en de
toux-nees te maken die ik maak en mijn
muziek op een vergelijkbare manier te
ontwikkelen."
Lovano beseft dat hij nu een man met een
reputatie is die met zijn spel wellicht het
leven van veertienjarige jongetjes vooi--
gqed verandexi,, precies zoals hem vx-oeger
is ovex-komen. Hij blijft er bescheiden on
der „Ik vind het een sensatie om te weten
dat mensen mijn muziek hox-en en waar
deren maar er zijn zoveel goede muzikan
ten. Het is een eer dat mijn naam in een
adem genoemd wordt met die van gigan
ten als Sonny Rollins, Elvin Jones of
Keith Jarrett, maar zelf zou ik me nooit
met hen vergelijken. Zij zetten een niveau
neer waarnaar ik voortdurend probeer te
reiken."
„Wat kan iker verder van zeggen? Als ik in
een club speel en Geox-ge Coleman zit tus
sen het publiek, dan voel ik me een jonge
tje. Maar ik ben er wel tx-ots op dat hij naar
mij komt luisteren en met me praat en me
adviezen geeft. Zo leer ik weer beter spe
len."
Ernst Jan Rozendaal
Zo 23 maart: Joe Lovano met pianist Michel
Herr, contrabassist Philippe Aerts en drummer
Dré Pallemaerts in Porgy Bess in Terneuzen.
Aanvang voorprogramma15 uur.
Za 22 maart: Joe Lovano en het Metropole Or
kest, Oosterpoort Groningen. Aanvang: 20.15