Beelden van weelderige rijkdom
Zeeuws, 'oe schrief je dat?
PZC
arion hotel
De slinger dijk van
Jan zonder Vrees
Ouderenzorg werpt
blik over de grens
fl«i
«ffli.
zeeland maandag 27 januari 1997
bèl bèl
week 5
straatnaam
HET
GEBOUW
Restaurant "Ie Dauphin"
in het Rrion Hotel is sfeervol en gezellig!
voor gastronomen, huisvaders, directeuren, lekkere eters, oma's en
opa's, feestvierders, moeders, valentijns vierders, bouwvakkers,
notarissen, levensgenieters, zakenlunchers entja...voor wie niet.
Ris kennismaking bieden wij U t/m februari een aperitiefje aan.
voor reservering 0118-410502
rest. dagelijks geopend voor lunch en diner (za. en zo. geen lunch)
blv. Bankert 266 4382 RC Vlissingen 1
Reacties op deze rubriek
zijn welkom. Indien u wilt
reageren, of wanneer u
een tip voor ons heeft
kunt u schrijven of faxen
naar de PZC, Postbus 18,
4380 AA Wissingen, fax
0118-470102, onder ver
melding van Bèl, bèl.
als een h wordt uitgesproken, is
duidelijk. Er is evenwel geen en
kele reden om de g ook als een h
op te schrijven. Zeeuwen spre-
ken de g toch wel als een h uit,
ongeacht de spelling. En leest
een gewone g niet veel makkelij -
ker dan een h? Ei opa un hat in
dun 'of hehraeve of ei opa 'n gat
in d'n 'of gegraevel
Een geval apart is het gebruik
van en Onder invloed van
het Woordenboek der Zeeuwse
Dialecten wordt in Zeeland al
sinds jaar en dag van deze com
binaties gebruik gemaakt om de
bekende tweeklanken aan te ge
ven. Voor de komst van het'
woordenboek gebruikte menig
een slechts één dakje om een
tweeklank aan te geven, met al
leen ten behoeve van een rusti
ger woordbeeld, maar vooral
om de klankverandering (bij de
bijvoorbeeld van o naar a) die
in de Zeeuwse tweeklanken be
sloten ligt, aan te geven. Men
schreef dus stêen en boot in
plaats van stêên en bóót.
Dubbele klinkers
Op die manier worden ook
moeilijk leesbare spellingen als
stjêèn en boat overbodig. Veel
dialectschrijvers handhaven in
hun schrijfsels de dubbele klin
kers uit de oude Nederlandse
spelling. Het zou in verband met
de leesbaarheid verstandiger
zijn om die Zeeuws spelling aan
de Nederlandse aan te passen en
te schrijven over sténen bóten in
plaats van over stêênen bóóten.
Samengevat zouden dialect
schrijvers (al dan niet in spe) re
kening moeten houden met een
aantal uitgangspunten. Een
dialectspelling moet eenvoudig
zijn; het woordbeeld moet her
kenbaar zijn. Een dialectspel
ling heeft als basis de Neder
landse spellingsregels, omdat
die algemeen bekend zijn. Een
dialectspelling geeft in verband
met de herkenbaarheid de uit
spraak niet te gedetailleerd
weer. En een dialectspelling be
dient zich zo min mogelijk van
accenten en dergelijke, omdat
daardoor de leesbaarheid sterk
vermindert.
En ach, het ontbreken van een
standaardspelling voor het
Zeeuws heeft ook z'n voordelen;
fouten kan je glad nie maeke en
daerom kan je makkelijk zelf
öok 's probere om wat in 't
Zeeuws te schrieven.
L. Janse.
5 van onze verslaggever
3 Arjen Nijmeijer
Het sierlijke koetsje mindert vaart
en draait de oprijlaan op. Achter
s de bomenrij worden de contouren van
j het landhuis zichtbaar. De koetsier
3 brengt het rijtuig vlak naast het ge-
1 bouw tot stilstand. Maria Wilhelmina
van Vollenhoven stapt uit en laat haar
blik over het negentiende-eeuwse
3 park rond haar buitenplaats Vre
derust dwalen. Wanneer ze zich naar
r de voordeur richt, is die al geopend
3 door een dienstbode; de huiseigenares
r treedt binnen, op de voet gevolgd door
haar gezelschapsdame Elise Bauer,
t Het kost weinig moeite om je een
j voorstelling te maken van de laat-ne-
5 gentiende-eeuwse taferelen die zich
rond de buitenplaats Vrederust, te-
genwoordig Welgelegen, in Seroos-
3 kerke moeten hebben afgespeeld. Het
parkje rond de imposante woning, de
originele in eikenhout gebeeldhouw-
de trappen, het beeld op de trapleu-
t ning: de elementen voor een dag-
droom over aristocratische welstand
zijn nog ruim voorhanden. Zelfs nu
het grote pand inmiddels is veranderd
in een IPA-huis, een vakantie- en con
ferentieoord van de International Po
lice Association. Slaap-, zit- en verga
derkamers zijn het nu, waar vroeger
bedienden zich geruisloos haastten
om het diner in zilveren schalen op te
dienen in de eetkamer of de thee te
serveren in de salon.
Cadeau
Extreem rijk schijnt ze geweest te zijn,
die eerste eigenares, Maria Wilhelmi
na van Vollenhoven. Het verhaal gaat
dat de buitenplaats een cadeau was,
een geschenk met een doel. Haar min
naarkon weinig enthousiasme losma
ken bij haar vader, de burgemeester
van een Noord-Hollandse gemeente.
Als zij van een huwelijk zou afzien,
werd voor haar een huis gebouwd.
Maria Wilhelmina koos voor het on
roerende goed.
Op 8 september 1894 werd de eerste
steen gelegd voor het kasteelachtige
landhuis, naar de tekeningen van de
Haagse architect J. J. van Nieukerke.
Naast de woning zelf werd in het om
ringende park een gebouw neergezet
dat diende als koetshuis, stallen en
koetsiershuis.
Anderhalf jaar later namen juffrouw
Van Vollenhoven, 44 jaar oud, en haar
gezelschapsdame hun intrek in het
pand. De dames woonden er negen
jaar; in 1905 gingen ze naar Zürich.
Vrederust werd verkocht, maar niet
voor lang. Een jaar later meldde me
vrouw Van Vollenhoven zich samen
met haar kersverse 25-jarige Wissen-
kerkse echtgenoot Jan Roeland Tak
wederom in Serooskerke. Het echt
paar vestigde zich weer in Vrederust.
Vijf jaar later zeiden mevrouw Tak-
Van Vollenhoven en haar wederhelft
Vrederust definitief vaarwel. Seroos
kerke moet op de eerste eigenares van
het landhuis indruk hebben gemaakt,
want na haar dood schenk zij de ge
meente een legaat van enkele duizen
den guldens. Met dat geld werd Se
rooskerke een van de weinige
gemeenten op Walcheren die beschik
ten over een eigen lijkkoets.
Het huis was in 1912 verkocht aan Pe
trus Willem Marie Hoegen, die er met
zijn gezin ging wonen. Ook in deze ja
ren was het pand nog duidelijk een on
derkomen voor de rijken, met zijn
eikenhouten lambrizering, gebeeld
houwde open haard, glas-in-lood-ra-
men en dierenfiguren op de gevels.
Met een personeelsstaf van negen
mensen leefde het gezin Hoegen er
goed van.
Daar kwam een eind aan door de
Tweede Wereldoorlog. In 1943 verdre
ven de Duitse bezetters de familie
Hoegen van Vrederust en namen er
hun intrek. Op het dak werd afweer
geschut geplaatst; nog altijd vertonen
diverse tegels in de entree de scheuren
die zijn veroorzaakt door de lege hul
zen van drie hoog naar beneden we
len. Ook plaatsten de bezetters in het
park een installatie voor het afvuren
van V2's.
Na de inundatie in 1944 stond Seroos-
Het beeldje op de trapleuning begroet
kerke blank en vonden 120 dorpsbe
woners een tijdelijk onderkomen in
het hoog gelegen woonhuis. Twee jaar
na de oorlog verkocht Hoegen de bui
tenplaats aan de Vereniging Kinder
zorg, die er een opvanghuis voor kin
deren van maakte. Dat was ook de tijd
dat het pand zijn originele naam
kwijtraakte; omdat Kinderzorg asso
ciaties met de psychiatrische inrich
ting Vrederust in Halsteren wilde ver
mijden, werd het pand omgedoopt in
Welgelegen. Deze naam grijpt terug
op het gelijknamige tuinmanshuis en
voormalige herenhuis dat in het park
stond voordat juffrouw Van Vollenho
ven haar huis liet bouwen.
Torentje
Bijna veertig jaar lang maakte de Ver
eniging Kinderzorg gebruik van het
pand, als opvang voor kinderen en la
ter vrouwen. In 1986 verwisselde de
buitenplaats weer van eigenaar. De
IPA kocht het woonhuis en de ge
meente Veere ontfermde zich over het
koetshuis; in de laatste is tegenwoor
dig een advocatenkantoor gevestigd.
Het IPA gebruikt het imposante pand
e bezoekers bij binnenkomst.
als goedkoop vakantiehotel en verga-
deroord voor haar leden. Vrijwilligers
hebben het grotendeels opgeknapt en
zijn daar nog altijd mee bezig. Daar-
door zijn veel zaken van weleer be
houden gebleven of hersteld, zoals het
kunstige stucwerk op sommige pla
fonds, de nog altijd mooie haard en
natuurlijk het beeld op de trapleu-
ning, dat bezoekers welkom heet zo-
dra ze binnenti-eden. Maar één onder
deel van het gebouw schreeuwt nog
om aandacht; het torentje.
Van dichtbij bezien, na een korte klim
langs duizenden spinnewebben. is de
aftakeling duidelijk. Houtrot heeft
dragende balken aangetast, het to-
rentje staat er nog maar zielig bij. In
middels is de Stichting Torenrestau-
ratie IPA-huis Welgelegen in het leven
geroepen, die poogt anderhalve ton
bij elkaar te sprokkelen om de 'kroon'
van het pand van de ondergang te be
hoeden. Want, zoals twee vergelijken-
de foto's in de gang laten zien: Welge
legen zónder torentje is gewoon een
gi-oot huis, Welgelegen mét torentje is
een plaats waar de koets nog elk mo
ment kan komen voorrijden.
van onze medewerkster
Sheila van Doorsselaer
Eigenlijk was graaf Jan zon
der Vrees maar een bange-
schijter, hoewel zijn heroïsche
naam anders doet vermoeden.
Hij kon dan wel de held van het
front zijn, maar hij was als de
dood voor water. En terecht. Ten
eerste waren er in de tijd dat hij
het graafschap Vlaanderen be
stierde (van 1405 tot 1419) veel
stormvloeden en gingen daar
mee grote stukken land verlo
ren. Veel dorpen werden door
het wassende water verzwol
gen. Ten tweede: hij kon niet
zwemmen. Het was daarom niet
vreemd dat juist deze graaf zijn
ambtenaren de opdracht gaf om
het miezerige dijkje, dat het
kleine dorpje Boekhoute tegen
het water moest beschermen, te
laten verzwaren.
..Omdat de versterking van het
dijkje zo belangrijk was ge
weest, sprak men van 'de dijk
van hertog Jan', later verbas-
terd tot Graaf Jansdijk. In de
loop der eeuwen werd er steeds
een stukje dijk bijgebouwd en
zo slingerde hij zich een weg
door Westdorpe, Sas van Gent
en een stukie van Axel", zo
schrijven George Sponselee en
Jan de Klerk in hun fietsroute
boekje Langs de Graaf Jansdijk.
Vandaag de dag is erop de Graaf
Jansdijk weinig meer te merken
van de dreiging die eens van het
water uitging. Aan de dijkroute
liggen nu pittoreske boerderij
tjes en mooie huizen. Voor de
fervente wielertoerist is het een
lust om er te fietsen op een
mooie nazomerdag, voor de au
tomobilist echter is het sla-lom
men geblazen door de vele boch
ten in de kronkelige dijk. Zij
zullen zich vast wel eens hebben
afgevraagd waarom ze toenter
tijd die dijk niet gewoon recht
hebben aangelegd, in plaats van
met zoveel bochten. De uitleg is
simpel; verstoken van bulldo
zers moesten die kub's zand nog
wel enkele meters de hoogte in.
Daarom volgden de dijkenbou
wers gemakshalve de hoogste
punten in het landschap. Dat
scheelde hen letterlijk handen
vol werk. Het fabeltje 'voor elk
jaar dat ze aan een weg werken
een bocht erbij' is hiermee ook
gelijk de nek omgedraaid.
De dijk heeft het in al die eeu
wen van zijn bestaan zwaar te
verduren gehad. Telkens weer
brak hij door en werd hij weer
hersteld. Net zoveel keren kre
gen de nieuwe stukken dijk een
andere naam. Bijvoorbeeld
Landdijk en Sasdijk. Na ver
loop van tijd verloor de Graaf
Jansdijk zijn waterkerende
functie. Nu dient hij als graas-
mat van menig koe of schaap.
De dijk is een lust voor de fietser, maar door zijn bochten een crime
voor de automobilist. foto Charles Strijd
noordoost-Nederland en uit
Duitse steden als Hamburg,
Kiel en Oldenburg een spelling
voor alle Nedersaksische dia
lecten opgesteld. In Zeeland be
staat de spelling van het Woor
denboek der Zeeuwse Dialecten
(WZD-spelling). Deze sterk fo
netische spelling voldoet uitste
kend voor het schrijven van
woordenboeken en andere we
tenschappelijke publicaties,
maar voor een leesbaar stukje
proza of poëzie is ze ongeschikt.
Er wordt gebruik gemaakt van
voor de leek onleesbare tekens
als de stomme e (geschreven als
een omgekeerde e) en de ver
lengde klinker Een kwartier
zou gespeld moeten worden als
kertie:r.
Veel Zeeuwse dialectschrijvers
baseren hun spelling evenwel op
de WZD-spelling. Vooral in het
verleden zijn er echter dialect
schrijvers geweest, die hun twij
fels over de leesbaarheid van
dergelijke spellingen hadden.
D. A Poldermans weigerde ge
bruik te maken van bijvoor
beeld de en de Hij was van
mening dat de gewone Neder
landse ee en oo volstonden, om
dat een niet-Zeeuw toch niets
van die 'dakjes' zou snappen en
Zeeuwse dialectsprekers de
klanken ook zonder accenten
goed uit zouden spreken.
Kousemaker
Wijlen Jan Kousemaker is wel
de fanatiekste Zeeuwse speller
geweest. In het voorjaar van
1983 heeft hij zelfs een poging
ondernomen om Gedeputeerde
Staten van Zeeland zover te
krijgen zich in te spannen voor
de totstandkoming van een ge
standaardiseerde spelling van
loor Marco Evenhuis
^ien lezer reageerde op een
Cj opmerking in deze rubriek
ver het feit dat er op Walcheren
o weinig in dialect geschreven
rordt. 'Logisch', schreef hij, 'je
ou toch niet weten waar te be-
innen met al die tekentjes en
apjes op de meest vreemde
ilaatsen. Als de mensen zouden
reten hoe ze Zeeuws moeten
chrijven, zou er heel wat meer
o dialect geschreven worden.'
lij besloot zijn brief met de
raag hoe hij aan spellingsre-
;els voor hét Zeeuws kon ko
nen. Welnu, algemeen geaccep-
eerde spellingsregels voor het
!eeuws zijn er niet.
'.en ieder spelt zoals het hem of
iaar uitkomt en velen schijnen
laarbij te denken, dat hoe meer
eestekens er gebruikt worden,
ïoe 'Zeeuwser' hun schrijfsel is.
Weloverwogen en vooral lees-
lare spellingen kom je bij na uit-
luitend bij de 'top' van de
Zeeuwse dialectschrijvers te-
jen en zelfs daar is lang niet al-
ij d sprake van een consequente
oepassing ervan,
in andere delen van het land is
nen er reeds lang geleden in ge
laagd standaard dialectspel
ingen op te stellen. Zo bestaat
in Limburg de zogenaamde
ITSLDEKE-spelling, kent men
in de Achterhoek de WALD-
spelling en schrijven Zuid-Hol
landse dialectschrijvers in de
spelling van de stichting
Streektaal Alblasserdam en
Wijfherenland.
Set mooiste voorbeeld van een
gestandaardiseerde dialect
spelling is echter wel de zoge
naamde Vosbergenspelling,
genoemd naar een statig confe
rentie-oord van de Rijksuniver
siteit Groningen. In Vosbergen
werd in 1954 tijdens een vijf
daags symposium door een
groot aantal hoogleraren uit
Advertentie
doelstellingen van het samen
werkingsproject (gefinancierd
door de Europese Unie, de drie
provincies en de betrokken in
stellingen) is het opzetten van
een - wat wordt genoemd -
grensoverschrijdend 'kennis
centrum', Dat is een databank,
waarin informatie is opgesla
gen die voor ouderenzorgverle
ners in Belgisch- en Zeeuws-
Vlaanderen van belang kunnen
zijn.
Ook is het de bedoeling dat wer
kers in de Vlaamse en Zeeuwse
ouderenzorginstellingen met
grote regelmaat bij elkaar over
de vloer komen, bijvoorbeeld
via uitwisselingsstages.
Kosten
Het project gaat binnenkort van
start, loopt ruim twee jaar en
kost ruim 750.000 gulden. Blau
we Hoeve-directeur Janse
meent dat dat geld goed is be
steed en koestert hoge verwach
tingen. „Het is van groot belang
om onze blik te verruimen."
Het niveau van de ouderenvoor
zieningen in België ligt over de
gehele linie genomen wat lager
dan in Nederland.
Desondanks meent Janse dat de
Zeeuwse zorgverleners wel de
gelijk iets van hun Belgische
collega's kunnen opsteken.
„Aan deskundigheid ontbreekt
bet daar zeer zeker niet."
van onze verslaggever
Willem van Dam
Jan Kousemaker (hier met zijn laatste, in 1990 gepresenteerde boek) bepleitte in '83 bij GS de totstand
koming van een gestandaardiseerde spelling van het Zeeuws. foto Lex de Meester
We moeten voorkomen dat
we proberen om allemaal
hetzelfde wiel uit te vinden."
Directeur L. Janse van het ver
zorgingshuis De Blaauwe Hoe
ve te Hulst acht het de hoogste
tijd dat de ouderenzorginstel
lingen in Belgisch- en Zeeuws-
Vlaanderen vaker met elkaar
optrekken. Binnenkort komt
het ervan. Donderdagmorgen
30 januari worden in Terneuzen
de concrete plannen gepresen
teerd voor een project, waarbin
nen de ouderenzorginstellingen
in Belgisch Oost- en West-Vaan
deren en Zeeuws-Vlaanderen
gaan samenwerken.
Janse: ..We hebben bemerkt dat
we aa n weerszij den van de grens
met dezelfde zaken bezig zijn.
En daarom is het nuttig om des
kundigheid en ervaringen uit te
wisselen."
De Belgische en Nederlandse
ouderenzorg, zegt Janse, kent
veel raakvlakken. Wat voor
beelden? Zowel in Nederland
als in België wordt gewerkt aan
een verbetering van de kwaliteit
van de zorg. Ook wordt in beide
landen in toenemende mate
aandacht besteed aan de ar
beidsomstandigheden van de
werkers in de ouderensector.
Uitwisseling van kennis. Daar
gaat het vooral om. Een van de
het Zeeuws. (De roep om erken
ning van de streektaal als vol
waardig communicatiemiddel
is dus beslist niet iets van de af
gelopen weken.) Na advies inge
wonnen te hebben bij de Zeeuw-
sche Vereeniging voor Dia
lectonderzoek zagen GS daar
uiteindelijk van af. De Vereeni
ging was van mening dat het
vanwege de 'grote' verschillen
tussen de Zeeuwse dialecten on
mogelijk is tot een Zeeuwse
standaardspelling te komen.
Woordenboek
Kousemaker schreef daarover:
„HET Zeeuws. Zulks ten spijt
de ondeskundige en benepen
volharding waarmee enkelen,
wat judasserig, beweren dat het
niet bestaat. Maar we verstaan
elkaar dan toch maar van Stel
lendamtot diep in Vlaanderen."
De Vereeniging ging volledig
voorbij aan het feit dat. zelfs in
haar eigen Woordenboek der
Zeeuwse Dialecten cén en de
zelfde spelling gebruikt wordt
om alle nuanceverschillen tus
sen de verschillende Zeeuwse
dialecten aan te geven. Als
wordt afgesproken dat met een
bepaald teken een bepaalde
klank wordt weergegeven, wil
dat toch niet zeggen, dat er geen
ruimte is voor afwijkende klan
ken?
Uit de uitleiding van Kousema
ker's Evangelie van Judas in een
verzeeuivste bewerkienge
(1983) blijkt duidelijk hoe te
leurgesteld en verbitterd de
schrijver is: ..Nu Gedeputeerde
Staten van Zeeland ten duide
lijkste in gebreke zijn gebleven
(hetgeen in hoofdzaak is te wij
ten aan volslagen onjuiste ad
viezen van ter zake volkomen
ongeïnteresseerde ondeskundi-
gen, alsook aan de vrees dat het
geld zou kosten!) om iets posi
tiefs te bevorderen voor deze
sector van de Zeeuwse cultuur
rest alle dialectschrijvers
slechts één ding; iedere vogel
zinge zoals hij gebekt is. ieder
schrijve dat lied zoals hem/haar
goeddunkt."
Kousemaker lijkt gelijk te heb
ben gekregen, toen hij stelde dat
door de negatieve besüssing van
GS „ons gewest in deze evolutie
een halve eeuw terug is gewor
pen". Zeeuwse dialectschrijvers
lijken steeds minder geïnteres
seerd in de leesbaarheid van
hun schrijfsels. Velen schrijven
dialect om het dialect en niet. om
een verhaal te vertellen of een
gevoel uit te drukken. Hoe meer
ouderwetse woorden en onbe
grijpelijke aaneenschakelingen
van leestekens, hoe beter.
'n Sténen boot
Een voorbeeld hiervan is de
spelling van 'Zeeuwse' lidwoor
den. Steeds vaker lees je zinnen
als ut is dur un hróóte rotzoo,
terwijl 't. d'r en 'n gewoon in de
Van Dale voorkomen. In dat
zelfde zinnetje komt nog een
voorbeeld van 'overdreven spel
ling' voor. Dat de g in het
Zeeuws in de meeste gevallen
De spelling in het Woordenboek der Zeeuwse taal is sterk fonetisch.
foto Lex de Meester
on.
-■P'Wn («ccdi -
\v. (ontg. Mdb. r„
lAal-.t: G. (Gil/,
Dl.), f'.v. Blauftt,
■>l <ri)'-
3- v. c. persoon
e. wrcvcllig. oauMc-
(Lain.: Gra
pinneniacker de jonrsw
-•Herman, leerling'. \V.
(Hfc:.!: N.B. Karr.."
geen. die het langs!
NB. tKam.;.
pinncmutsld f
Z.V.W.: L v Ax-
tf Kimt i»
Vrederust/Welgelegen, waar de koets nog elk moment kan komen voorrijden.