Bettine Vriesekoop ziet het
mooie van ouder worden
Beste tafeltennisster
van Nederland ontdekt
het leven wat later
uitgeweken Chinese topper dreigde ooit
zelf het slachtoffer te worden van het
soms absurde regime. „Chinese meisjes
mochten zichzelf niet mooi maken. Make
up was al helemaal verboden. Ni werd er
eens van verdacht een permanentje in
haarte hebben gezet, Maar ze had gewoon
lang, dik haar. Toch stonden ze op het
punt om haar uit de selectie te gooien. Uit
eindelijk heeft ze door onder de douche te
gaan staan, kunnen bewijzen dat ze geen
permanent had. Van water gaat een per
manent helemaal krullen en dat gebeurde
bij haar dus niet."
Ni Xia Lian bevestigde ook wat
Vriesekoop al jaren vermoedde. De Chi
nezen stemden hun strategie af op dat
meisje uit Europa. Ze wierpen voor
Vriesekoop extra moeilijk te bespelen ta-
feltennisters in de strijd. Zoals Ni Xia
Lian. „Zij heeft me verteld hoe de Chine
zen over mij dachten. Over mijn spel werd
vaak gepraat. Leuk om te horen. Ze acht
het ook heel goed mogelijk dat er gemani
puleerd werd, maar dat werd haar na
tuurlijk nooit verteld."
Laatbloeister
Haar aanval op de Chinese top heeft het
succes van de Aziaten nooit ondermijnd.
Soms kreeg ze een voet tussen de deur,
maar meestal werd die voor haar neus
dichtgesmeten. Met haar studie sinologie
maakt ze feitelijk de cirkel rond. Ook in
haar toekomst zou China best een promi
nente plaats kunnen innemen. Met de aan
de Universiteit van Leiden opgedane ken
nis ziet ze een rol als intermediair in het
toenemende handelsverkeer tussen Ne
derland en China wel zitten.
De plannen zijn echter allesbehalve con
creet. Eigenlijk zit Vriesekoop nog in een
verkenningsfase. Bij haar is bijna alles
met vertraging onder de aandacht ge
bracht. „Ik ben een beetje een laatbloei
ster. Ik ben in een dorp opgegroeid, daar
zat ik in een isolement. Ik lig er niet meer
wakker van. Zo is het nu eenmaal gegaan.
Op mijn twintigste had ik helemaal geen
persoonlijkheid. Ik was naïef. Niet te ver
gelijken met sommige kinderen van nu."
„Aan de andere kant heeft het ook iets
moois. Ik zie het mooie van ouder worden.
Je takelt lichamelijk af, maar mentaal en
geestelijk groei je. Je ziet waarom de din
gen er zijn. Dat is het leuke van ouder
worden. Toen ik twintig was zat er niet
veel diepgang in mijn leven."
Kind
Over vijf jaar kan het interieur van haar
leven er weer heel anders uitzien. Is er
misschien geen ruimte meer voor tafel
tennis. „Het kan goed zijn dat ik er nooit
meer iets mee te maken wil hebben. Zo'n
type ben ik ook wel. Ik kan me heel goed
voorstellen dat ik ook gelukkig zou kun
nen worden in andere werelden. Ik heb zo
lang in het tafeltenniswereldje gelopen,
dat het een beetje benauwend is gewor
den."
„Misschien heb ik over vijf jaar wel een
kind. Daar kan ik niet mee wachten tot ik
vijfenveertig ben. Ik heb iniedergeval wel
die vrouwelijke gevoelens." Vroeger kon
ze nog wel eens argeloos een kind voor
bijlopen. Dacht ze: blij dat ik nog geen
moeder ben. Tegenwoordig wordt ze bij
een dergelijke confrontatie overmand
door sentimentele gevoelens. „Ik probeer
me voor te stellen hoe het is om een kind
van jezelf te hebben. En hoe het is om een
kind te baren. Ook al is dat nog zo zwaar,
je wilt het als vrouw meegemaakt hebben.
Aan de andere kant vind ik het vreselijk,
vrouwen die alleen maar dwepen met kin
deren en nergens anders meer over kun
nen praten. Ik weet wél dat mijn leven
door een kind zal veranderen. Nog meer
dan door tafeltennis. Maar binnen twee
jaar is dat nog niet aan de orde." besluit ze
met een stralende lach.
Edwin Alblas en
Cees Olsthoorn
Het leven heeft inmiddels ook zijn beste kanten aan Hubertina Petronella Maria
Vriesekoop laten zien. Het gekooide vogeltje van toen is verworden tot een
intelligente vrouw op ontdekkingsreis. Haar belevingswereld van een paar
vierkante meter expandeerde in het voorbije decennium tot een bestaan van
onmetelijke waarde. Misschien is in dat leven straks wel helemaal geen plaats meer
voor tafeltennis.
Van het internationale afscheid wordt
werk gemaakt. Het decor van de Eu
ropese Top 12, volgend weekeinde in
Eindhoven, is voorbestemd om nog één
keer als plankier voor Bettine Vriesekoop
te dienen. Ze 'doorleefde' al zeventien
edities. In twee gevallen als triomfator.
Na Eindhoven is de 35-jarige Amster
damse met achttien deelnemingen alleen
houder van het record, dat zonder twijfel
tot ver na de eeuwwisseling stand zal hou
den. In eigen land blijft ze wel spelen.
Voor haar club HAKA/De Treffers en in
cidenteel op kampioenschappen. Zonder
toestanden.
De relatie met de organisatoren van haar
afscheidsfeestje wordt gekenmerkt door
haat èn liefde. „Ik heb natuurlijk niet al
tijd een goede band gehad met de bond.
Maar ik kan ook niet zeggen dat ze niets
mogen doen. Ik vind het bovendien wel
leuk om een aantal mensen te zien. Ik mag
ze uitnodigen. Mensen waar ik toch wat
aan te denken heb. Maar alsjeblieft geen
sentimenteel gedoe. Ik zie mezelf daar al
staan met een betraand gezicht."
De voorspelling van een afscheid vrij van
waterlanders is gedurfd. Hoewel de afre
kening met het verleden vergevorderd is,
hakte Vriesekoop nog niet eerder met dit
bijltje. Dat besef dringt tot haar door als
ze in de auto sentimenteel wordt van een
liedje op de radio. „Dat vind ik eigenlijk
niets. Ik zet het ook af, maar ik betrap me
zelf erop dat ik het toch een beetje aan het
verwerken ben. Ik zie beelden van vroeger
voorbijkomen. Net alsof je een film terug
draait. Ik moet afstand doen van bepaal
de dingen. Ik vertel geen verhalen meer
over vroeger. Daar ben ik mee gestopt.
Maar er wordt nog wel over geschreven,
terwijl ik er in interviews nauwelijks iets
over zeg. Ze citeren gewoon uit oude in
terviews. Daar heb ik geen invloed op."
Bettine Vriesekoop: „Misschien heb ik over vijf jaar wel een kind."
Personage
Toen Vriesekoop na de Olympische Spe
len van Seoul (1988) abrupt stopte met ta
feltennis betrof het een impulsieve daad
zonder toeters en bellen. Interviews in die
dagen werden onderbroken door huilbui
en. Het labiele meisje had zwaar geleden
onder het juk van de autoritaire trainer
Gerard Bakker. Dat personage is niet
meer uit haar huidige verschijning te dis
tilleren. Zonder Bakker ging in haar
tweede tafeltennisleven een wereld voor
haar open. „Nu kan ik gewoon stoppen.
Toen was ik niet in staat om iets anders te
gaan doen. Ik had ook niets anders. Ik was
opgeleid als tafeltennismachine. Zoek het
maar uit. Ik heb nu veel meer alternatie
ven, een meer gevestigd privéleven. Toen
zat ik daar in de polder in mijn eentje op
een flatje. Geen idee wat ik zou gaan doen.
Van een leven van alleen maar tafeltennis
naar helemaal niets. Nu heb ik andere in
teresses opgebouwd en kan ik het aan."
Nog leunt ze niet voldaan achterover. „Ik
ben heel erg kritisch. Maar het is wel heel
wat beter dan acht jaar terug. Ik kan wat
meer stootjes hebben. Ik ben vrij negatief
opgegroeid. Sommige kinderen dreinen al
in de wieg en dat blijft hun hele leven zo.
Je krijgt ook iets mee. Dat kan alleen nog
maar erger worden door je opvoeding of
worden gestimuleerd. Aan de ene kant
ben ik heel onbevangen, in voor dingen.
Maar ik kan ook enorm piekeren, over
dingen inzitten. Dat zit toch een beetje in
me. Dat kan ik wel in banen leiden, maar
ik zie eerder de zwakkere dan de positieve
kanten van di ngen in. Ik dwing mezelf nu
om wel de goede kanten te zien van men
sen, van wat ik meemaak."
Doet ze dat niet, dan slaat de faalangst
toe. „Je maakt het jezelf alleen maar
moeilijk als je alles zwart ziet. Je komt er
niet ver mee."
Met faalangst worstelt ze al bijna haar he
le leven. Misschien is het altijd een onbe
wuste drijfveer geweest om dat te over
winnen, zegt ze nu. Vriesekoop is bang om
enge dingen te doen. Ze speelt doorgaans
op 'safe'. „Naarmate je ouder wordt,
wordt dat steeds erger. Toch snap ik het
niet, want toen ik twaalf was durfde ik
wel alles."
Spanning
Het lichaam en de geest van Vriesekoop
werden vijftien jaar lang geteisterd door
spanning. Pogingen om die stress de baas
te worden draaiden op niets uit. Het zo
veelste bewijs leverde ze ongewild op de
Olympische Spelen in Atlanta. Daar rolde
de kop van Vriesekoop al bij de eerste
schifting.
„Ik heb me zelf ontzettend onder druk ge
zet. Trainingskamp hier, trainingskamp
daar. Terwijl dat helemaal niet reëel was.
Ik was onnatuurlijk bezig. Dan raak je in
de stress. Prestaties móeten op een na
tuurlijke manier tot stand komen.
Die wijsheid heeft ze al langer dan van
daag in pacht. „Het is heel raar. Achter in
mijn hoofd weet ik het wel, maar dan wil
ik het toch doen zoals ik het vroeger heb
gedaan. Dat is een beetje mijn drama. Ik
het er op aankwam kreeg ik angst om te
minderen. Hoe kan ik zo weinig trainen en
toch van die en die winnen. Dat zat er zo
ingebakken. Net alsof het in je genen zit,
zo raar. Ik durfde niet op mijn capacitei
ten te vertrouwen. Ik was zo opgevoed.
Mij werd voorgehouden dat ik niet zo veel
talent had en dat ik dus hard moest trai
nen."
Daar teert ze nu op. Toch nog een leuk er
fenisje uit die tijd. „Er zijn maar weinig
spelers die zo'n basis hebben als ik. Ik kan
tot mijn vijfenveertigste doorgaan en dan
nog win ik in Nederland alles. Behalve
misschien van de nummers een en twee."
Rode draad
Vriesekoops fascinatie voor China is na de
eerste kennismaking altijd op peil geble
ven. Acht keer verbleef ze er een korte of
langere periode. Als een rode draad lopen
de warme gevoelens voor het land en zijn
volk door haar leven. Ze werd geplaagd
door een China-syndroom. Drong door
tot de wortels van de Chinese beschaving.
Verstopte zich in de hol van de leeuw. „Ik
was heel erg jong toen ik daar voor het
eerst kwam. Ik ben er heel erg van ge
schrokken. Het heeft me ook ontzettend
bang gemaakt hoe mensen daar moeten
overleven. Daar zijn ze mee bezig, met
overleven. Nog steeds. Hoe ze daar wor
den onderdrukt, ongelooflijk."
Haar eerste verblijf in de Chinese ge
meenschap staat Vriesekoop nog helder
voor de geest. Afgesloten van de buiten
wereld. Het thuisfront vernam pas na drie
weken een teken van leven, toen in Ha-
ben in mij n j eugdjaren gevormdAls ik me
later niet goed voelde, viel ik terug op het
spelletje van vroeger.Dat zat er ingebak
ken. Ingeprogrammeerd. Onuitwisbaar.
„De laatste jaren van mijn carrière is het
alleen maar erger geworden. Omdat de
kansen om iets te winnen afnamen. Mis
schien is die faalangst ook een signaal dat
je er mee moet kappen. Het lichaam roept
die faalangst op. Diep in je hart wil je niet
meer zo graag. Presteren is blijkbaar niet
meer voor mij weggelegd. Vier dagen op
een hotelkamer voor een kwartfinale bij
een open kampioenschap. Wetende dat je
daarin altijd een goede Chinese tegen
komt. Wat doe ik hier eigenlijk, vroeg ik
me steeds vaker af. Het had gewoon geen
zinmeer."
Sinologie
Het besluit om te stoppen nam Vriesekoop
niet van de ene op de andere dag. De
'kwestie' kwelde haar al jaren. „Het was
altijd de eerste vraag die in me opkwam
als ik onnodig had verloren: moet ik stop
pen? Voor mijn coach Jan Vlieg was het
ook niet altijd leuk om dat aan te moeten
horen. Dat heeft hij ook wel eens hard te
gen mij gezegd. Maar aan de andere kant
was het wel een beetje logisch. Je bent al
zo lang bezig. Het is makkelijker vol te
houden als je prestaties levert. Hoewel
een derde plaats bij de Top 12 een goed re
sultaat is. was het niet opzienbarend
meer. Dan is het moeilijk om daar gemoti
veerd te staan."
Het afscheid uitstellen was altijd de weg
van de minste weerstand. „Ook omdat ik
geen ander beroep achter de hand had en
zeker niet een beroep waarin ik de beste
zou kunnen zijn.Die last is voorgoed van
haar schouders gevallen. „Nu heb ik mijn
studie sinologie. Ik ga om negen uur de
deur uit om iets anders te doen dan tafel
tennis. Ik kom met andere mensen in con
tact. Mijn concentratie is verdeeld. Ik heb
trouwens niet eens de tijd om veel te trai
nen. In plaats van vijf uur te trainen, stu
deer ik nu vijf uur. Het is zwaar, dat wel.
Vooral die Chinese karakters oefenen. In
China zitten kinderen niet voor niets van
negen tot zes op school. Wat nou tussen de
middag door je ouders worden opgehaald.
Geen sprake van. Je moet die karakters
elke dag een tijdje zien, anders kun je ze
nog wel lezen, maar niet meer schrijven.
Daarnaast heb ik nog enkele cultuurvak
ken: geschiedenis, klassiek Chinees,
aardrijkskunde. Ik ben geïnteressebrd in
China, daar heb je het de hele dag over.
Misschien is dat op een gegeven moment
ook wel vervelend, maar dat heb je met al
les. Tot nu toe gaat het mij vrij goed af. Als
ik voor tentamen zou zakken, houd ik er
ook mee op."
Tafeltennis is bijzaak geworden. En zie,
haar spel heeft er nauwelijks onder te lij
den. „Ik train op het gemak twee uurtjes
en speel heel fanatiek. Dat is heerlijk. Het
is frustrerend om je uit de naad te trainen
en het levert niets op. Dat gevoel ken ik
ook. Jeetje, wat heb ik me al die jaren toch
uitgesloofd."
Soms nam ze zich wel voor haar leven te
beteren, om trainingsuren te schrappen.
Maar het bleef altijd bij een intentie. „Als
foto Roland de Bruin/GPD
zerswoude haar eerste brief op de deur
mat viel. De kilo's vlogen eraf. Dagelijks
diarree. „Dat was link. Ik had toen dood
ziek kunnen worden."
Om op de been te blijven las ze De Geverf
de Vogel van de Russische auteur Jerzy
Kosinski. Het treurige relaas van een jon
getje dat nog grotere ontberingeh door
stond. „Toen besefte ik dat het nog erger
kon." Later schreef Vriesekoop zelf nog
een boekje over haar belevenissen en ge
voelens.
In het gesloten hart van China leerde ze
ook een belangrijke les. „Ik zag wel direct
in dat, als ik zo goed wilde worden, ik ook
de mentaliteit van de Chinese speelsters
zou moeten hebben. Daarom zijn ze zijn
goed. Niet omdat ze toevallig intelligen
ter zijn. Ik denk dat ik in mijn goede tijd
qua atletisch vermogen veel beter was
dan de Chinezen. Twintig jaar terug kon
je in China op geen enkele andere manier
dan via een sport boven de grijze massa
uitsteken. Ik vond eigenlijk ook dat het zo
moest. En Bakker benadrukte dat: je moet
niet anders aan je hoofd hebben en ner
gens naar kijken."
„Ik heb tot mijn tweeëntwintigste met
oogkleppen op gespeeld. Net als de Chine
zen. Zij hebben ook geen alternatief. Kin
deren van twaalf jaar die sporten zien hun
ouders één keer per jaar. Ik woonde nog
gewoon bij mijn moeder. Wat lui je nou,
dacht ik. Vergeleken bij de Chinezen was
alles wat ik meemaakte te verwaarlozen."
Nieuwe details vernam Vriesekoop dit
seizoen van haar ploeggenote bij De Tref
fers, Ni Xia Lian. De naar Luxemburg
Bettine Vriesekoop is vroeger opgeleid tot tafeltennismachine.