Kreeg de
vervoering
maar de
boventoon
Zinloos woordgekletter
van Allard Schroder
PZC
Anna Enquist:
Het geheim
Schierbeek herdacht
kunst cultuur vrijdag 17 januari 1997 16
proza
poëzie
herdrukken
letterkundige kroniek
foto Klaas Koppe
Steeds staan er nieuwen op:
auteurs van vette woorden
maar van magere literatuur. Al
lard Schroder is een voorbeeld
van zo'n schrijver die eigenlijk
niet schrijven kan. Er verschenen
al een paar romans van hem, on
langs kwam zijn verhalenbundel
Het pak van Kleindienst uit. Een
dun boekje dat vol dikke regels
staat. De eerste zin van het eerste
verhaal is meteen een veel te
zwaar opgeblazen luchtballon.
Eén prikje en hij spat uit elkaar.
Want hoe gewichtig het ook be
doeld mag zijn, het boek begint
met daverende onzin: 'Het meisje
keek door het raam van de
stoomtram naar buiten en ving
de winterzon in haar hand, wat
niet moeilijk was, want hij was
zwak.'
Er gebeuren meer vreemde din
gen met de zon in deze verhalen.
Wanneer een slaaf gebrandmerkt
gaat worden, krijgen we te lezen:
'Terwijl de vuile, rode zon van het
ijzer het gezicht van Adrastus
naderde om hem in de boeien van
de pijn te slaan, leek het alsof de
tijd haai- pas inhield en hem zo
nog even respij t gunde.Zeg alles
zo mal en zo omslachtig moge
lijk, dan ontstaat vanzelf litera
tuur, denkt Schroder blijkbaar.
Maar stilistische vuurpijlen als
de zijne verwacht je toch eerder
in boeken als Maar de zon blijft
schijnen, Het staat in de sterren.
Als het geluk zegeviert of Het
rusteloze hart.
Nietszeggend
Inmiddels kan de auteur zelf er
geen genoeg van krijgen. Gul
strooit hij de bladzijden vol met
woordrijke en nietszeggende re
gels: 'Het koude licht was als fijn
grijs krijt over de kleuren van de
stad gestoven, de schaduwen
maakten zich op om uit de stegen
en gangen te sluipen en de wereld
te bevolken met onrust.' Iemand
tuurt 'met samengeknepen ogen'
- gewoon kijken is voor deze au
teur veel te gewoon - naar 'een
kouwelijk ineengedoken pand.'
Een oosters tapijt ontkomt uiter
aard ook niet aan een beschrij
ving die je geduld zwaar op de
proef stelt: 'Dwangmatig volg
den haar ogen de rand die om het
midden een sierlijke contradans
van patronen uitvoerde met de
wilde warreling van bloemen,
palmetten en arabesken van het
middenveld waarin, geheel in
zichzelf besloten, een goud glan
zend medaillon opvlamde.'
Geforceerd
De geforceerde zinnen van
Schroder vragen zoveel aan
dacht dat het nauwelijks opvalt
dat de onderwerpen van de vijf
verhalen al even geforceerd zijn.
Ze gaan over een meisje van acht
dat haar levenskracht op oude
mensen over moet brengen, over
een gedeserteerde Spartaanse
soldaat, over een duiker met wie
het verkeerd afloopt ('Tijdens de
novemberstormen van dat jaar
spoelde ik levenloos aan op een
kleine zandplaat'), over een mili
tair met fantasieën rondom een
moordlustig barmeisje, en over
een Romeinse slaaf. En ja, het
woordgekletter blijft in alle he
vigheid doorgaan: 'Een scherpe
steek van geluk ging door zijn in
gewanden toen ze nieuwsgierig
naar de dood zocht, die zich los
maakte van de plekken waar hij
zich al die tijd al schuil had ge
houden. om de eerste vlekken op
zijn ingewanden te maken.'
Het merkwaardige is dat mensen
die beter moesten weten dit pro
za uitbundig prijzen. Volgens één
criticus zou Schroder zich 'in de
voorste linie van de literatuur'
hebben geschreven. Volgens mij
strompelt de auteur van Het pak
van Kleindienst moeizaam met
de achterhoede mee.
H.W.
Allard Schroder: Het pak van Klein
dienst. Vijf verhalen - 128
pag./f 27.50- De Bezige Bij, Amster
dam.
Allard Schroder: Stilistische vuurpijlen.
De tweede roman van Anna Enquist (geb. 1945;
pseudoniem van Christa Widlund Broer) is getiteld
Het geheim. De hoofdpersoon Wanda Wiericke heeft haar
leven gewijd aan de muziek en daarvoor haar man in de
steek gelaten. Na vele jaren besluit hij haar op te zoeken in
haar huis in de Pyreneeën.
Willem van den Huil: Autobiografie (Verloren, 736 blz„95,-). Autobio
grafie, bezorgd door Raymonde Padmos en Bert Sliggers. De Haarlemse
onderwijzer en kostschoolhouder Willem van den Huil (1778-1854) is
een van de eerste biografen die uitvoerig over zijn jeugd heeft geschre
ven en geldt als een mijlpaal in de ontwikkeling van het genre in Neder
land.
Pim Hofstra: Dienaar (Arbeiderspers, 47 blz., 29,90). Nieuwe gedich
ten. Hofstra (1952) debuteerde in 1995 met de bundel Ianus.
Michael Ondaatje: De Engelse patiënt (Bert Bakker, 262 blz., 34,90).
Derde drukvanOndaatjes roman uit 1992,bekroondmetdeBookerPri-
ze. Het verhaal speelt zich af aan het eind van de Tweede Wereldoorlog.
Een jonge Canadese verpleegster blijft alleen achter met een man die
letterlijk zijn gezich heeft verloren omdat zijn hele lichaam onherken
baar is verbrand. Het boek is onlangs verfilmd en is eind volgende
maand in de Nederlandse bioscopen te zien.
Renate DorresteinVoor alles een dame (Pandora, 15,-). Luchtige
mengeling van kalender, almanak en roman, die in 365 afleveringen het
turbulente leven beschrijft van mevrouw Meermin. Het boekje van Dor
restein, boekenweekschrijfster 1997, dat bij verschijnen al direct een
herdruk beleefde, bevat naast proza ondermeer honderden spreuken, de
verjaai'dagen van auteurs uit binnen- en buitenland en de beste taarten
van 1997.
Salman Rushdie: Oost, West (Pandora, 168 blz., 12,50). Tweede druk
van Rushdie's verhalenbundel uit 1994.
Iris Murdoch: Antwoord op het raadsel (Pandoi'a, 569 blz., 17,50). Ro
man uit 1989 in herdruk. Hoofdpersoon is een trouwe volgeling van de
filosoof Marcus Valler die probeert zijn 'Messias'over te halen zijn in
zichten op papier te zetten.
Jane Austen: Emma (Pandora Klassiek, 412 blz., 15,-). Vijfde druk van
Austens roman over de koppelaarster Emma die de man van haar dro- J
men ontmoet.
Michael Roads: Gesprekken met de natuur (Pandora Visie, 143 blz.,
12,50). Aan de hand van zijn persoonlijke ervaringen beschrijft Roads
hoe hij naar de wijsheid van eenvoud werd geleid. Tweede druk.
Vivanne Crowley: Hekserij (Pandora Visie, 252 blz., 15,-). Moderne be
nadering van een oeroud fenomeen. Tweede druk.
Fleur Bourgonje: Spoorloos (Pandora, 109 blz., 10,-). Romandebuut
uit 1985 over een jonge vrouw die tijdens haar reis naar Zuid-Amerika
mensen ontmoet die, net als zij, hardnekkig en rusteloos op zoek zijn
naar zichzelf en naar liefde
Margriet de MoorEerst grijs dan wit dan blauw (Pandora, 273 blz., j
15.-). Eerste roman van Margriet de Moor, in 1992 bekroond met de
AKO-literatuurprijs, 23e druk.
Rosita Steenbeek: De laaste vrouw (Pandora, 317 blz., 15.-). Het ver
haal van de liefde van hoofdpersoon Suzanne voor drie Italiaanse heren j
op leeftijd. Vierde druk van het romandebuut van Rosita Steenbeek uit
1994.
Vorig jaar, kort voor hij 7 8 zou
worden, overleed Bert Schierbeek.
Zijn bescheiden plaats in de
Nederlandse literatuurgeschiedenis
dankt hij vooral aan Het boek Ik, een
veelgelezen experimentele prozatekst.
In liet literaire tijdschrift Raster wordt
hij herdacht door zijn collega's, doorzijn
vrienden en door zijn vrouw.
Thea Schierbeek schrijft on dei-
meer: 'Hoewel ik er tegenop
gezien had, ging alles heel gemak
kelijk. Op Schiphol zette ik je op
de lopende band voor het open
controlekastje. Niemand zei iets
en aan de andere kant kwam je er
gewoon weer uit. In het vliegtuig
naar ïbizastond je op de grond, als
handbagage. Naast me zat een
dikke man die soms tegen je aan
schopte.' Ze is met de as van haar
gecremeerde man onderweg naar
zijn geliefde eiland Formentera:
'Om één uur zou het gebeuren, dan
zouden we je aan de Middellandse
Zee geven, de zee waarvan je zo
veel hield en waarover je zoveel
geschreven hebt.'
Zo indringend, zo eenvoudig en zo
persoonlijk zijn de andere bijdra
gen natuurlijk niet. Maar het gaat
minstens even vaak over de mens
Schierbeek als over de schrijver
Schierbeek. Rudy Kousbroek ont
hult dat Bert voor hem heeft ge
vochten, na het uitspreken van de
woorden: 'Wie aan Rudy komt
komt aan mij'. Kees Fens signa
leert dat iedere pose hem vreemd
was: 'Soms leek hij recht van de fa
briek naar het podium gekomen
Ik geloof dat ik hem daarom
alleen al zeer sympathiek vond.'
Naast een reeks korte essays door
onder anderen Graa Boomsma, K.
Schippers, Robert Anker en J.
Bernlef (die over zijn kennisma
king met Het boek Ik bericht: 'Het
was alsof ik een exploderende gra
naat in mijn handen hield'), zijn er
ook dichterlijke bijdragen. Remco
Campert eigende zich voor één
keer de poëtische stijl van Schier
beek zelf toe om hem te bezingen:
'Vogel gevlogen/mee met de tegen
wind/nu al in China/in Chili/of
Beerta/waar ook/de aarde maar
is'.
Waardering
In een onbeholpen stukje ('Ik was
vijftien en mijn ervaringen met li
teratuur stonden nog in hun kin
derschoenen') vertelt T. van Deel
over zijn wisselende waardering
voor Schierbeek. Geruime tijd
was diens literatuur voor hem 'een
norm voor hoe het niet moest'.
Later vond hij hem 'allerminst on
leesbaar'. Er is een gesprek met de
auteur uit 1960. De kritieken op
zijn prozawerken worden doorge
nomen. En Cyrille Offermans bla
derde in een weinig bekend reis
boek van Schierbeek uit 1965,
getiteld tellem, verkenning van
een oude afrïkaanse cultuur. Maar
het is tekenend voor dit nummer
van Raster dat er meer aandacht is
voor zulk bijwerk dan voor het
hoofdwerk. Iedereen benadrukt
wat een aardige man hij geweest
is. Niemand vertelt iets opmerke
lijks over zijn literatuur. En mis
schien is dat nog de meest toepas
selijke benadering ook. Want als je
zijn snel vervliegende werk over
ziet, blijkt hij meer een boeiend
mens dan een belangrijk schrijver.
H.W.
Raster nr. 7 6 over Bert Schierbeek -216
pag./f 25 - De Bezige Bij, Amsterdam.
De moeder van Wanda Wieric
ke - de concertpianiste om
wie het in Anna Enquists nieuwe
boek Het geheim allemaal draait -
was zangeres. Haar lijflied is af
komstig uit 'Fledermaus', de ope-
rette van walsenkoning Johann
Strauss: 'Glücklich ist... wer ver-
gisst... was doch nicht zu andern
ist.' Die regel keert in de roman
steeds terug. Ja, het lijkt de be
langrijkste wijsheid die de schrijf
ster, ook als psychoanalytica
werkzaam, in dit boek uit wil dra
gen. Om gelukkig te kunnen leven,
moet je in het reine zijn met het
verleden. Leg je neer bij waar je
toch geen invloed meer op hebt.
Niemand begrijpt goed waarom,
maar Anna Enquist is sinds ze in
1991 debuteerde met Soldatenlie
deren een naam geworden in de
Nederlandse literatuur. Haar vier
boeken vonden vooral waardering
bij mensen die zelden een poëzie
bundel onder ogen krijgen. Veel
kenners reageerden honend op
haar verzen, die soms de frisheid
hebben van het werk van een zon
dagsdichter maar meestal de hou
terigheid ervan. Wat er allemaal
mis gaat in haar dichtwerk, werd
door Erik Bindervoet en Robbert -
Jan Henkes uitgelegd in een arti
kel 'Waarom zijn de gedichten van
Anna Enquist zulke shitgedich-
ten'. Geliefd bij het publiek, ge
minacht door de specialisten: mis
schien heeft ze ook dat herkend bij
Strauss.
Helderheid
Muziek is een van de grote liefdes
van haar leven. Dat kun je in haar
poëzie goed merken. Helaas zijn
die muziekgedichten erg verve
lend, te vergelijken met een praat
je bij een plaatje. Regelmatig
schrijft ze over de therapeutische
werking: 'Mettertijd/wordt de
muziek tot troost: geenszins/als
streling, maar als schema van de
wanhoop,/glanzende partituur
van eenzaamheid.' Wat muziek
voor haar betekent, wordt duide
lijk genoeg. Maar haar pogingen
om te omschrijven wat muziek is,
verzanden hopeloos. In haar proza
lukt dat laatste beter. In Het ge
heim zegt ze er tenminste allerlei
intéressante dingen over, zoals: 'In
de muziek werd helderheid ver
schrikkelijk overschat Hel
derheid was goedkoop, gemakke
lijk en misleidend. Het verhulde
de geheimzinnige ondoorzichtig
heid waarin de kern van alle mu-
Bert Schierbeek.
ziek schuilging.' In 1994 publi
ceerde ze haar eerste roman Het
meesterstuk. Het was niet bepaald
een meesterwerk, met vele onhan
dige zinnen en opdringerig melo
drama. Maar er stonden voldoen
de treffende passages in het boek
om met verwachting naar nieuw
prozawerk van haar uit te zien.
Anna Enquists nu verschenen
tweede roman stelt zeker niet te
leur. Ze heeft in die korte tijd veel
bijgeleerd: kolderieke beeld
spraak weet ze meestal te vermij
den en ze schrijft minder
wijdlopig. Maar ze heeft de zon
dagsschrijver nog niet helemaal
uit haar binnenste weten te ver
drijven. Er wordt al te nadrukke
lijk een programma aangehouden.
Het geheim van Wanda Wierickeis
eerder punt zoveel van het schema
dan een geloofwaardige dreiging.
foto Klaas Koppe I
Ideale zithoogte
Je zou wensen dat Enquist altijd
de vervoering had waarmee ze
over muziek schrijft. Wat is bij
voorbeeld de passage over de idea
le zithoogte van een pianist prach
tig: 'Hoog zitten betekent meer
macht en overzicht, je kan met
zware armen op de toetsen beu
ken. Te hoog maakt de klank hol
en geforceerd, dan val je niet meer
maar ga je duwen en slaan La
ger dus. Voordeel: de handen han
gen aan het toetsenbord, de fraai
ste legatoklank ontstaat vanzelf,
omdat de vingers aan het ivoor
kleven. De laag zittende pianist
heeft een perfect besef van zijn el
lebogen.'
Haar boek valt vooral te genieten
als een ode aan de muziek. Want
ook over de eindeloze oefeningen
('De handen raakten gespierd als
wilde dieren'), over het nerveuze
ritueel voor een optreden, over het
liefdevolle werk van de piano
stemmer schrijft ze meeslepend.
In het proza van Anna Enquist dooft het vuur jammer genoeg altij d snel.
werken. Ze ziet het als haar plicht
een hoofdstuk over Wanda's verle
den af te wisselen met een hoofd
stuk over hoe zij tegenwoordig
leeft.
Gekunsteld
Het geheim van Het geheim is voor
de lezer al snel geen geheim meer.
Het is nogal gekunsteld dat de
schrijfster er desondanks tot pagi-
Vol passie gaat ze in op muziek die
ze mooi vindt èn op muziek die ze
lelijk vindt. De hoofdpersoon en
de schrijfster hebben weinig op
met eigentijds werk: 'Dat jij je
leent voor die stompzinnige mu
ziek! Ik vind het verraad', laatEn-
quist haar onder meer zeggen.
Jammer genoeg dooft het vuur al
tijd snel en gaat de schrijfster weer
braaf haar lijst voornemens af-
na 189 de spanning probeert in te
houden. Dan wordt Wanda aan het
sterfbed van haar moeder duide
lijk wie eigenlijk haar vader is.
Dat was niet Egbert, de echtge
noot van haar moeder, maar de
joodse meneer Max de Leon. Em
ma oefende altijd met hem voor
haar optredens en werd hevig ver
liefd, Haar dochter Wanda - ge-
borden in 1933 - blijkt een groot
muzikaal talent. Ze krijgt les van
De Leon, tot deze door de Duitsers
wordt weggevoerd. Het plan van
Emma om hem uit hun handen te
redden komt nèt te laat. Voor Wan
da is het een grote schok wanneer
ze na de oorlog verneemt dat haar
geliefde leraar in Auschwitz is
omgekomen.
Wanda gaat helemaal op in de mu
ziek en ze wordt een beroemd pia
niste. Ze trouwt met de arts Bouw
Kraggenburg, maar is niet bereid
haar reizende leven op te geven.
Na een miskraam verlaat ze hem.
Aanhaar glanzende carrière komt
in het begin van de jaren tachtig
een einde door een aandoening:
'De gewrichten van polsen en vin
gers lijken vol gemene, scherpe
kristallen te zitten.' De diagnose
van de dokter: 'reumatoïde artri
tis'. Onmiddellijk stopt ze: 'Ze laat
die piano hier achter, ze gaat op
een berg wonen in de zon.Ze trekt
zich terug in de Pyreneeën en blijft
worstelen met wat er vroeger is ge-
foto Klaas Koppe
beurd. Na jaren wordt er een cd
met oude opnamen van haar uit
gebracht. Bouw leest erover en be
sluit Wanda. zo'n dertig jaar na
hun scheiding, op te zoeken. In de
zelfde tijd heeft zij weer een piano
in huis genomen.
Zo werkt Enquist naar het senti
mentele slot van haar verhaal toe.
Terwijl Wanda eindelijk weer
speelt ('Het heftigst was het heim
wee naar het eerste akkoord'), is
hij op wegnaar haar huis. Hij gaat
niet naar binnen, hij luistert alleen
maar. Deze vrouw en deze man
hebben de woorden uit 'Fleder
maus' begrepen: 'Glücklich ist...
wer-vergisst... was doch nicht zu
andem ist.' En natuurlijk is het de
muziek die speler en luisteraar
troost.
Hans Warren
Anna Enquist: Het geheim. Roman -
208 pag./f 34,90 - De Arbeiderspers,
Amsterdam-Antwerpen.