In Londen verrijst iets heel moois De vrije val van het Nederlandse basketbal GuIIit zet Chelsea in vuur en vlam Opleiding van de jeugd verwaarloosd 199 Hemelshoge kranen markeren Stamford Bridge. In het hart van Londen, waar de jet-set zich stort in het bruisende uitgaansleven van Kingsroad, vormen zij het symbool voor de wederopstanding van een voetbalclub. Chelsea FC, opgericht in 1905 maar nooit verder gekomen dan één landstitel ('55), heeft een metropool met 15 miljoen mensen in zijn greep. En een Nederlander is daarvoor verantwoordelijk. Ruud Gullit, de nieuwe 'king of the party-boys' in de Britse hoofdstad, heeft een revolutie veroorzaakt. Anderhalf jaar geleden durfde de aan hang van 'The Blues' niet te dromen van grote voetballers. De echte sterren liepen rond in de nachtclubs, niet op het veld van Stamford Bridge. Op het mo ment dat Ruud Gullit binnenvloog vanuit Italië ging er een nieuwe wereld open. „Er kwam geen uitgerangeerde voetbal ler met rotte knieën, zoals sommigen vreesden," zegt voorzitter Ken Bates, „maar een speler met grote ambities die binnen een maand de Premier League aan zijn voeten had." Gullit zette Chelsea in vuur en vlam. De supporters, 30.000 man sterk, smeekten hem aan het eind van het vorige seizoen speler/manager te worden van hun club. Een uniek verzoek, want nooit eerder was een Nederlander speler/manager bij een Engelse topclub. De ex-international van Oranje besloot de uitdaging aan te nemen en zorgde er voor dat de beste voetballers uit de Serie A naar Engeland kwamen. Vialli, Di Mat- teo, Zola en Gullit in één elftal. Dromen zijn werkelijkheid geworden voor de ge wone man in Londen, die jaren met af gunst naar de grote namen bij Tottenham, Arsenal, Manchester en Liverpool keek. De gevolgen zijn enorm. Chelsea Football Club, waar premier John Major seizoen kaarthouder is, schiet in recordtempo de allergrootste clubs van Engeland voorbij. Investeerders, sponsors en bedrijven staan te dringen om hun miljoenen onder te brengen in het Chelsea van Ruud Gullit. Beurs Het stadion wordt voor 180 miljoen gul den gerenoveerd, er verrijzen hotelcom plexen, er worden luxe appartementen en penthouses achter de tribunes gebouwd, ondergrondse parkeergarages worden aangelegd. Op de beurs kunnen speculan ten en beleggers de ontwikkelingen nau welijks bijhouden. Een aandeel Chelsea op de AIM (Alternative Investment Mar ket) kostte voor de komst van Gullit 1,80 gulden. Op 1 januari 1997 bereikte het aandeel met 3,60 zijn hoogste koers in de geschiedenis. Er zijn 120 miljoen aande len, waardoor de totale waarde van de club is gestegen naar 432 miljoen gul den. Allemaal dank zij de komst van Ruud Gullit? „Ja," zegt voorzitter Ken Bates, die de club begin jaren tachtig voor het symbolische bedrag van één pond (plus een gigantische schuldenlast) overnam. „Wat Ruud hier heeft veroorzaakt is met geen pen te beschrijven. Noem het 'Chel sea- of Gullit-mania'. De mensen in Lon den kunnen het nauwelijks bevatten wat hier gebeurt. Vroeger kregen we met geen paard een buitenlandse ster naar Chelsea. Deze zomer kreeg onze telefoniste een rol beroerte. Gianluca Vialli hing aan de an De Premier League ligt aan de voeten van Ruud Gullit. foto's AP/Reuters dere kant van de lijn en vroeg ijskoud: 'Mag ik Ruud even?' Een week later stond hij hier op de stoep. De aanwezigheid van Ruud is bepalend geweest voor de komst van onze buitenlandse vedettes en zorgt er nu ook voor dat Chelsea aan het uit groeien is tot een gigantische club." Nieuw imago Volgens Bates heeft de club een nieuw imago gekregen. Gullit is de man die op het veld hard werkt aan een nieuwe uit straling, de voorzitter probeert daarmee commercieel zijn slag te slaan. Chelsea start in de zomer zijn eigen radio-station, opent aan het eind van dit seizoen een souvenirwinkel ter grootte van een super markt, zet nog dit jaar de deuren van vier restaurants en een hotel met 160 kamers open en neemt in december officieel 'Chelsea village' in gebruik. „Maar tegelijkertijd blijven er miljoenen beschikbaar voor Ruud om nieuwe spe lers te kopen. Als hij vindt dat er nieuw materiaal moet komen, krijgt hij daar voor de gelegenheid. We zijn enorm tevre den over Ruud als manager. Al zij n aanko pen zijn tot op heden voltreffers geweest. Door ook nog een paar spelers van de hand te doen, hebben de investeringen van Ruud slechts 6,5 miljoen pond (19,5 miljoen gulden) gekost. Dat is toch niks!" Guïhtzelf glimt van trots. Hij is in het die pe gesprongen en ziet al na een half jaar dat hij het trainersvak èn dat van mana ger in de vingers heeft. Een landstitel is dit seizoen misschien nog niet voor hem en Chelsea weggelegd, maar de stijl van zijn ploeg is aangeslagen in Engeland. Met tienduizenden staat men op zaterdag in de rij om het elftal van Gullit te zien spelen. Mooiste moment „Het mooiste moment voor mij kwam af gelopen zaterdag," zegt de Amsterdam mer. „We speelden voor de FA Cup tegen West Bromwich Albion, een club uit een lagere divisie. Toen ik uit de spelerstunnel kwam om het veld op te gaan zag ik dat het stadion tot de nok toe was uitver kocht. Geweldig! Iedereen wil Chelsea zien. Een mooier compliment kun je niet krijgen." Volgens Gullit heeft het niet alleen te ma ken met de manier waarop hij Chelsea laat voetballen. „Het is een complex van factoren. De mensen zien wat er hier ge beurt. Er wordt hard gewerkt, er wordt gebouwd. In hartje Londen verrijst iets heel moois. De hele club krijgt een nieuw elan. Langzaam maar zeker krijgt dat nu gestalte." Gullits bijdrage ligt voornamelijk op het technische vlak. „Ik moet mijn werk op het veld goed blijven doen. Het is nog steeds mijn eerste jaar als manager en als coach. Ik maak ongetwijfeld fouten, maar ik leer van alles wat ik doe. Ik probeer mij voortdurend te verbeteren. Ik heb een or ganisatie neergezet zoals ik die wenste. De spelers en de mensen van de club heb ben aan mijn wensen beantwoord. Ieder een heeft het goed opgepakt en daardoor is er nu een fantastische sfeer binnen de club." Wie zich niet kan vinden in de visie van Gullit kan vertrekken. Zo hard is de reali teit ook weer. Enkele spelers maakten stampij omdat er voor hen geen basis plaats was weggelegd. Gullit duldde ech ter geen ondermijning van de goede sfeer in zijn spelersgroep en verkocht de heren Phelan, Spencer en Peacock aan Queens Park Rangers en Everton. Zelfs Gianluca Vialli zit bij Chelsea soms op de bank. Gullit: „Ik maak geen onder scheid. Ik kies voor elke wedstrijd het ide ale elftal. Ik heb de spelers aan het begin van het seizoen duidelijk gemaakt dat we het met zijn allen moeten doen en dat ik twintig man nodig heb om op drie fronten te strijden. Iedereen is daarvan nu door drongen." -Is het waar datje zelf meer nadruk ivil leggen op je rol als coach en dat je jezelf daarom minder vaak opstelt? Gullit: „Nee, nee. Aan het begin van het seizoen had ik een blessure. Dat kwam me toen heel goed van pas omdat ik vanaf de bank een veel betere kijk op het elftal kon krijgen. Na een poosje raakte Frank Le- boeuf geblesseerd. Toen heb ik mijzelf weer in de basis gezet. We zetten toen een prima serie neer Ik heb met plezier als laatste man gespeeld. Maar het was niet mijn ambitie om op die plaats te blijven spelen Tegen Liverpool besloot ik weer op de bank te gaan zitten, omdat ik tac tisch heel goed moest opletten om het de tegenstander moeilijk te maken. Leboeuf speelde toen weer in de defensie en daar heb ik geen spijt van gehad. We wonnen met 1-0. Bovendien is Leboeuf de toe komst van Chelsea, ik ben al 34 jaar. Waarom zou ik met alle geweld blijven spelen als ik zo'n jongen de ervaring kan geven die hij nodig heeft? Ik zie hem elke week beter spelen. Dat geeft mij als coach veel voldoening." Zwakke plekken -Je bekijkt dus van week tot week of je jezelf opstelt? Gullit: „Precies. Het heeft vooral met de tegenstander te maken. Ik kijk waar de zwakke plekken zijn en of we de tegen partij daar het hardst kunnen raken. Ik offer mijzelf echt niet op voor mijn spe lers. Als ik vind dat ik moet. spelen, stel ik mijzelf op. Als ik vind dat anderen moeten spelen, blijf ik op de bank." -Chelsea is een van de favorieten voor een FA Cup-finale. Zou je jezelf op de bajik kunnen zetten als jouw team op Wembley speelt? Gullit, lachend: „Ja hoor, makkelijk. Ik heb al een paar finales gespeeld in mijn loopbaan. Als ik een ander de kans kan geven om zo'n finale te spelen dan heeft de club daar in de toekomst misschien wel veel meer aan." -Is de FA Cup de meest realistische kans op een hoofdprijs dit seizoen? Gullit: „Iedereen probeert nu de druk op te voeren op Chelsea. Nou, daarmee kan ik best omgaan hoor. Heel mijn leven heb ik al met druk en hoge verwachtingen te maken. En ik geef eerlijk toe dat ik be paalde dromen heb hier in Engeland. Ik zal je aan het eind van het seizoen laten weten of ze zijn uitgekomen. Mengelmoes -Je hebt een heel internationaal elftal. Geeft het je voldoening dat de mensen in Londen zo gek van jouw ploeg zijn? Gullit: „Zeker. Maar niet het feit dat ze Italiaans, Frans of Nederlands zijn zorgt voor het enthousiasme bij het publiek. Het gaat erom dat de spelers die hier nu zijn de mensen iets bieden. Ik heb ook nooit met opzet gezocht naar buitenland se spelers. Ik zocht goede voetballers. Na tuurlijk is het komisch wat er in de in het begin in de kleedkamer plaats had. Zo veel nationaliteiten, zoveel verschillende talen. Maar ik heb er op gehamerd dat er Engels wordt gesproken. Dan kunnen we elkaar allemaal verstaan." -Je hebt bij Chelsea je ervaring van de topjaren bij AC Milan overgebracht? Gullit: „Toen ik hier net kwam, vroegen de spelers allemaal hoe het er bij Milan aan toe ging. Als ik dan uitlegde hoe we trainden, hoe we ons voorbereidden op wedstrijden hoe de organisatie rond de club was, riepen ze allemaal dat het een saaie bedoening was. Maar wij wonnen met Milan wel alles in die jaren! Dat heb ik ze voorgehouden. Toch vind ik zelf ook dat het er bij Milan te serieus aan toe ging. Wat ik hier nu heb neergezet is een mix van de organisatie bij Milan en die bij een Engelse club. In mijn ogen moeten spelers vooral plezier hebben. Ik wil dat ze bin nen en buiten het veld vreugde uitstralen. Ze hoeven van mij niet altijd in trainings kamp of in hotels te zitten. Met de kerst zaten ze altijd opgesloten hier. Ik heb ze allemaal naar huis gestuurd en de spelers een bepaalde verantwoording gegeven. Dat hebben ze goed opgepakt. Chelsea heeft in jaren niet zoveel punten uit de kerstperiode gehaald. De spelers mogen van mij ook uitgaan in de stad. Het liefst nog met elkaar ook. Dan kweek je een be paalde teamspirit. Van tijd tot tijd is uit gaan wel eens goed. Iedere trainer heeft zijn eigen aanpak. Ik heb de afgelopen ja ren goed mijn ogen de kost gegeven. Nu breng ik al mijn eigen ideeën in de prak tijk. Het is schitterend om te zien dat mijn ideeën ook aanslaan bij de spelers. Ik ge niet elke dag dat ik hier train en speel in Engeland." Marcel van der Kraan Kees Akerboom is de beste basketbal ler die Nederland ooit voortbracht. Hij excelleerde in een periode dat Oranje nog vierde van Europa kon worden. Toen het nog" kon gebeuren dat een clubteam, 'zijn' Den Bosch, een Europacup 2-finale speelde. Omdat niemand de fenomenale schutter kon afstoppen als hij het op zijn heupen kreeg. Die Kees Akerboom is anno nu met zijn vracht aan kennis en ervaring geen coach van een clubteam maar zit wekelijks in een lege gymzaal achter een monitor commentaar te leveren. Blijft positief waar hij doorgaans veel gestuntel waar- neemt. „Omdat ik daar niet voor mezelf zit." Kees Akerboom voelt zich niet geroepen de paar kijkers, liefhebbers en 'die hards', te vertellen dat het Nederlandse basketbal tegenwoordig eigenlijk niet zoveel voorstelt. „Als de verdediging niets voorstelt is er altijd wel iets leuks over de aanval te vertellen. Ik ben com mentator, geen journalist. Laten die maar kritisch zijn." Als zijn microfoon eenmaal uitstaat geeft ook Akerboom zijn échte mening over de wedstrijd die hij zag. Akerboom mist een echte sportcultuur in Neder land. „Die is er niet. En zonder wordt het nooit wat. Er is geen bond waar het goed gaat. De directeur van de Nederlandse basketbalbond heeft niets te zeggen. Mag alleen beleid uitvoeren. De heden daagse besturen zouden eigenlijk ge woon moeten oprotten. Ze zouden clubs alleen moeten adviseren. Iedere bond is veel beter af met een directeur die in zijn eentje de besluiten neemt. Naar Ameri kaans voorbeeld. Doet hij het niet goed, dan mag hij weg. Eén directeur kun je makkelijk ontslaan. Dat zou pas echt professioneel zijn." Opleiding Akerboom weet best waarom het Neder landse basketbal zo'n vrije val heeft ge maakt. „Omdat er nooit iets aan jeugd opleiding is gedaan. De ene club waar soms nog een beetje geld zat kocht de rest van Nederland leeg. Of laten wat uitge bluste Amerikanen van 39 jaar overko men. Zo wordt het nooit wat. We zijn ge middeld het langste volk van de wereld maar in het basketbal loopt nauwelijks nog een jongen van boven de 2 meter 10 rond. Die zijn kennelijk gaan volleybal len." „Twee jaar terug speelde ik met de oud Kees Akerboom: „We mogen al blij zijn als er tien wat kunnen." foto GPD internationals in Limburg. Staat er een gozer tegenover me van 2.16 die tot twee keer toe makkelijk over mij heen dunkte. En ik ben 2.07, kan nog steeds aardig springen. Die jongen kon heel goed bas ketballen, maar ik heb nooit meer iets van hem gehoord." In Nederland, heeft Akerboom gemerkt, gaat het goed tot spelers een jaar of veertien zijn. „Daarna stokt het. Wordt er niets meer mee ge daan. Nederland speelde laatst tegen Kroatië. Die ploeg miste z'n beste tien basketballers omdat ze in Amerika spe len. Maar ze brengen moeiteloos tien andere jongens in het veld die niet veel minder zijn. En daarachter staan er nog genoeg. Wij mogen al blij zijn als we er tien hebben die wat kunnen." Akerboom weet niet of het topsportmo del zoals de handbalsters dat nu gaan in voeren en waarmee de volleyballers olympisch goud hebben gewonnen, iets zou zijn voor de basketbalbond. „Dat het kan in Nederland is wel bewezen. Fan tastisch wat die volleyballers hebben ge presteerd, maar het heeft geen enkel ef fect op de nationale competitie. Als je vijftien basketbaltalenten vier jaar dag en nacht met elkaar laat spelen zou dat ook iets opleveren. Maar het gaat er juist om de Nederlandse clubs in hun totali teit op te krikken. Zoals dat in Duitsland, Frankrijk, Turkije en Griekenland is ge beurd. Landen met wie Nederland zich nog niet zo lang geleden kon meten maar waar ze nu lichtjaren op achterlopen." Simpel Akerboom geeft toe dat in die landen wel geld beschikbaar was dat er in Neder land kennelijk niet is. „Maarzelfs in Bel gië, dat nog steeds te vergelijken is met onze situatie, hebben ze het beter door. Hier zegt een sponsor als hij geld geeft; 'wat krijg ik er voor terug'. iÜs hij drie ton investeert, wil hij er vijf terugverdie nen. In België stopt een sponsor geld in een sport omdat hij er hart voor heeft." Kees Akerboom, 44 inmiddels en grij zend, had ooit een vedette in de NBA de Amerikaanse profcompetitie, kunnen zijn. „Dat is 25 jaar geleden, een hele an dere tijd. Ik was een Europese topper, had het denk ik ook wel in Amerika ge red. Spijt? Het heeft geen zin daar over te praten, want het is nooit gebeurd." Feestjes In zijn tijd, zegt Akerboom, was het nor maal elke dag te trainen. „Nu gebeurt dat misschien nog drie keer per week, twee uur. Coaches zijn vooral vrienden gewor den, vaste gasten op feestjes. Staan niet meer echt boven de partijen. En ze weten nauwelijks wat internationaal basket bal is. Maar bedenk goed, voor j e één keer van een land als Spanje wint, moet je er eerst dertig keer van hebben verloren." Of het ooit nog wat wordt met het Neder landse basketbal vraagt Kees Akerboom zich af. „Dan zal er eerst de wil moeten zijn om beter te worden. Iedere club twee keer per dag moeten trainen. En mis schien moeten ze wel wat Joegoslavische B-coaches halen om het niveau op te krikken. Want basketbal is in wezen zo simpel. Dat zag ik vorig jaar nog eens tij dens een clinic van de Australische coach Barnes. Geen trucs, helemaal niets. Ge woon een kwestie van veel discipline, een beetje lengte en een paar goeie schutters. Meer niet." RuudRamler L

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 25