We zoenen al in het openbaar
Dui
uitenbergjes slaan ook toe in Sluis
Meneer, mag ik alstublieft
een handtekening van u?
Fop Fonteijne beste
veteraan in Sluis
Kromkamp en
Kramer laten zich
pijnlijk verrassen
Henk en Sannah Angenent: de hysterie na de tocht
Oldambrit
afgelast
van onze verslaggever
Richard Thannhauser
SLUIS - René Ruitenberg, de winnaar van
de tweede Zwinstedentoeht, viel gisteren
van de ene verbazing in de andere. Het en
thousiasme van de mensen langs de kant
had hem aangenaam verrast. Net als de
Vlaamse beleefdheid van de gediscipli
neerde supporters, die niet het ijs opkwa
men. Ruitenberg: „En ze vroegen me: me
neer, mag ik alstublieft een bandtekening
van u? In de rest van Nederland gaat het
van: „hé, ik wil een handtekening."
De jongste telg uit de schaatsgekke Olde-
broekse familie was in een opperbest hu
meur. Zijn tweede overwinning op rij in
dit winterseizoen was daar ongetwijfeld
debet aan. Zelfs de ongemakken bedekte
hij met de warme mantel der liefde.
„Slecht ijs? Ja, ik was ervoor gewaar
schuwd. Bij de start was de ijsvloer inder
daad dramatisch, maar richting Brugge
werd het steeds beter. En ijs glijdt toch. En
als je dan ziet dat we de 68 kilometer in
twee uur en zeven minuten rijden... Das
toch een behoorlijk gemiddelde."
„Ach, wij zijn heus wel wat gewend, hoor.
We rij den wel vaker op slecht ijs en weet j e
wat we in de zomermaanden meemaken,
als we op de skeelers staan? Goed, op de
kluunplaatsen lag niet overal tapijt,
waardoor je in de berm en over asfalt
moest lopen. Ik heb een paar flinke bra
men aan de ijzers zitten, maar verder geen
noemenswaardige schade, hoor."
Stempelkaart
Ook het stempel-incident in de jongste
Elfstedentocht heeft Ruitenberg al ver
werkt. Hij werd net als Piet Kleine gedis
kwalificeerd, omdat hij de controlepost in
Hindeloopen niet met een bezoekje had
vereerd. „Ach... Dat mijn naam uit de uit
slag is geschrapt. Ik weet dat ik als veer
tiende ben geëindigd." Stempelkaarten
zijn toch al niet zijn favoriete attributen
tijdens een schaatsmarathon. Ook giste
ren ging het mis. „Ik had de stempelkaart
om mijn nek hangen, maar ben die verlo
ren bij het klunen. Dus heb ik de laatste
stempels maar op de mouw van mijn
schaatspak lten drukken. De organisatie
van de Zwinstedentocht deed daar niet
moeilijk over."
Toch nog maar eens een kritisch vraagje.
Wat is de waarde van een overwinning in
een veld met zo iveinig aansprekende A-
rijders? Ruitenberg haalt zijn schouders
op. „Je mag dan zeggen dat er weinig A-
rijders meededen, maar deze overwinning
telt toch weer. Staat heel mooi op de ere
lijst."
De kopgroep in de tweede editie van de Zwinstedentocht. Yep Kramer leidt de dans voor de latere winnaar René Ruitenberg en Jan-
Eise Kromkamp. foto Peter Nicolai
Rene Ruite
Ruitenberg slaat in slotfase beslissende slag in Zwinstedentocht
van onze verslaggever
Richard Thannhauser
SLUIS - Henri en René Ruiten
berg uit Oldebroek worden in
het marathonpeloton de ge
broeders Duitenberg genoemd.
Als er wat te verdienen valt, is
het tweetal van de partij. Welis
waar gaan voor Henri (39) de ja
ren tellen, maar René (26) is in
de kracht van zijn leven. Dat be
wees hij dinsdag door de zware
l!SA-marathon in Avenhorn te
«innen.
Gisteren mocht hij, met hulp
van Henri, opnieuw de vetste
geldprijs (1500 gulden) in ont
vangst nemen. In de slotfase van
de Zwinstedentocht, waarin
zijn broer demarrerende
schaatsers constant terugpakte,
plaatste René Ruitenberg van
de Wehkamp-ploeg de beslis
sende jump. De concurrentie
twijfelde even en zag de Gelder
lander pas na de finish terug.
„Ik zag een klein gaatje en ben
er direct ingesprongen", blikte
René Ruitenberg terug op zijn
ontsnapping. „Ik raakte nog
bijna een paaltje, maar gelukkig
ging het net goed. Kennelijk
hadden de anderen vernacht,
dat ik het op een sprint zou laten
aankomen. Die had ik ook aan
gekund, maar in de kopgroep
zat ook Ruud Borst, eveneens
een goede sprinter. Vandaar dat
ik voor een vroege aanval heb
gekozen."
Het toch al lucratieve tripje
naar Zeeuws-Vlaanderen was
voor de Ruitenbergjes de moeite
waard geweest. Beiden waren
gelokt met een aantrekkelijke
startpremie. Vandaar dat het
duo de meer aansprekende
Noorder Rondrit, die gelijktij
dig werd gehouden, graag liet
voor wat-ie was. Ook de af
schrikwekkende verhalen over
de ijskwaliteit in Sluis werden
voor kennisgeving aangeno
men. Al slaagden de toprijders
er gisteren wel in de organisatie
zo ver te krijgen, dat de Zwin
stedentocht met een derde deel
werd ingekort. De A-schaatsers
wilden maximaal twee ronden
afleggen en dreigden de wed
strijd niet uit te rijden als de
wedstrijdleiding zou vasthou
den aan een tocht over drie ron
den van 34 kilometer.
Vermoeid
Het compromis werd door de
schaatsers met instemming be
groet. „Drie ronden had echt
riet gekund", zei Henri Ruiten
berg, die zesde werd. „Het ijs
was heel slecht, bovendien zijn
we allemaal toch wel vermoeid.
Je kunt niet elke dag een wed
strijd over honderd kilometer
rijden. Zeker niet in de periode
na een Elfstedentocht. De mo
raal is er wel, maar eigenlijk zou
je een rustpeiiode moeten in
bouwen. Zo lang het vriest, gaat
dat niet. Morgen (donderdag) is
de Veluwemeertocht, voor ons
een thuiswedstrijd. Daar wordt
van ons ook weer wat ver
wacht."
Zoals verwacht werd al in de be
ginfase van de Zwinstedenma-
rathon het kaf van het koren ge
scheiden. Een groepje van een
man of zestien nam al snel af
stand van de rest. Verrassend
was de aanwezigheid van Alain
Vercamst in de kopgroep. De
Belgische B-rijder, die een dag
eerder de zege greep in de matig
bezette wedstrijd Sluis-Brug-
ge-Sluis, deed veel kopwerk.
René Ruitenberg verbaasde zich
over Vercamst. „Ik had nog
nooit van hem gehoord, maar ik
zal 'm niet snel vergeten. Vooraf,
in de kleedkamer, vertelde hij
dat hij gisteren had gewonnen.
En dat hij erg veel last had van
zijn benen. Ik dacht: die kan dus
niet schaatsen, maar vanaf het
begin reed hij goed mee. Ver
camst deed kopwerk, raakte
steeds op achterstand bij het
klunen, maar kwam toch steeds
weer terug. Pas bij de laatste
kluunplaats moest hij ons defi
nitief laten gaan. Petje af voor
die jongen."
Ook Fop Fonteijne uit Burgh-
Haamstede trachtte met de kop
mee te rijden, maar moest op het
lange stuk klunen bij de Siphon
de toppers laten gaan. Hij was
niet de enige. Het groepje slonk
tot een tiental (Henri en René
Ruitenberg, Borst, Baars,
Kromkamp, Bas van Hest, Kas-
per, Kramer, Molenaar en Ver
camst). De leiders werkten een
drachtig samen en bleven tot
enkele kilometers voor de finish
bij elkaar. Vanaf Damme werd
het tempo opgevoerd door een
aantal demarrages van onder
anderen Borst, Baars en Krom
kamp. Hun pogingen alleen weg
te komen, waren vruchteloos.
Een eindsprint leek de logische
ontknoping van de tweede
Zwinstedentocht, maar de dem
arrage van René Ruitenberg
gooide het scenario in de war.
Yep Kramer van de Klerks-
ploeg en Jan-Eise Kromkamp
van Netwerk, die het werk voor
de sprinters van hun ploeg, res
pectievelijk Ruud Borst en Pe
ter Baars, moesten opknappen,
reageerden te laat, maar legden
wel beslag op de overige plaat
sen op het erepodium.
Fop Fonteijne raast over de Damse Vaart. foto Peter Nicolai
van onze sportredactie
SLUIS - De slopende Elfsteden
tocht heeft hij inmiddels ver
teerd. Fop Fonteijne, die zater
dag de wedstrijd uitreed, maar
wegens tijdsoverschrijding niet
in de uitslag werd opgenomen,
maakte gisteren een sterke in
druk in de Zwinstedentocht. De
44-jarige veteraan eindigde op
bijna twaalf minuten achter
winnaar René Ruitenberg als
vijftiende, hetgeen hem de
winst in de veteranenklasse op
leverde. Zijn plaatsgenoot Cor
Muller werd zeventiende.
In de openingsfase bleef hij in
het spoor van de leiders, maai
bij de eerste serieuze kluun
plaats in Damme verloor hij het
contact met de leiders. „Ik heb
een tevreden gevoel aan de wed
strijd overgehouden", zei hij.
„Het ging lekker en het ijs was
niet zo slecht als iedereen be
weerde. Je hoort de A-rijders
toch ook niet klagen? Maar die
jongens zeuren nooit snel, ze
zijn heus wel wat gewend. Ik
heb marathons gereden in
Noorwegen en Finland. Reisjes,
die me duizend gulden hebben
gekost. Maar in die landen reed
je écht op slecht ijs."
Over Fonteijne ging in schaats-
kringen het gerucht, dat hij de
Elfstedentocht niet helemaal
zou hebben gereden. Gecon
fronteerd met het verhaal,
schiet hij spontaan in de lach.
„Het is mijn eigen schuld. Ik had
tegen een paar jongens gezegd,
dat ik overwogen had om het
stuk van Bartlehiem naar Dok-
kum over te slaan, omdat ik last
had van bevroren ogen. Kenne
lijk ben ik verkeerd begrepen. Ik
ben echt in Dokkum geweest, de
stempel staat op mijn kaart, die
thuis ligt."
van onze sportredactie
SLUIS - Terwijl-winnaar René
Ruitenberg bijna onder de voet
werd gelopen door een horde
Belgische journalisten, likten
de verliezers hun wonde. De
ploegen van Klerks en Net-
werk/VSP hadden in de finale
goede troefkaarten, maar speel
den die niet uit.Ik dacht dat we
de doorgang hadden versperd,
maar René Ruitenberg kon er
toch langs komen. Ja, je mag wel
zeggen dat hij ons behoorlijk
heeft verrast", zei Jan-Eise
Kromkamp.
De onoplettende rechercheur
uit Wolvega liet zijn 'gevangene'
ontsnappen, waardoor zijn
sprinttroef Peter Baars in een
klap kansloos was voor de zege.
Kromkamp trachtte de vluchter
te achterhalen, maar dat lukte
niet. Kramer werd tweede,
Kromkamp derde. „Dat is weer
eens wat anders dan al die twee
de plaatsen die ik al heb be
haald", berustte Kromkamp in
zijn lot."
Jan-Eise Kromkamp consta
teerde na afloop, dat hij de zwa
re wedstrijd zonder kleerscheu
ren was doorgekomen. „Mijn
schaatsen zijn heel gebleven",
zei hij na en vluchtige inspectie
van zijn ijzers. „Ja, het was door
het slechte ijs heel zwaar."
Kromkamp probeerde op één
van de laatste kluunplaatsen te
ontsnappen. „Maar Yep Kramer
trok het gat dicht."
Yep Kramer, ooit een begena
digd lange-baanschaatser, had
eveneens de smoor in. „Ruiten
berg begon vrij vroeg en wij rea
geerden te laat. Onze sprinter
Ruud Borst zat te ver van achte
ren en was geklopt. Jan-Eise
Kromkamp zette als eerste de
achtervolging in, ik ben er direct
achteraan gegaan. Vlak voor de
streep passeerde ik Jan-Eise
Kromkamp en werd ik tweede.
Maar die plaats telt niet."
Henri Ruitenberg had meer re
den tot lachen. Hij genoot zicht
baar van de aandacht, die zijn
jongere broer kreeg. „Hij heeft
prima gereageerd toen er een
gaatje viel. Hij pakte meteen
tien meter en heeft het goed af
gemaakt. Ik vond het in alle op
zichten een mooie wedstrijd.
Die gelukkig niet al te lang was.
Want morgen (vandaag) rijden
we op het Veluwemeer voor ei
gen publiek en dan willen we er
staan."
SCHEEMDA - De organisatie
van de Oldambrit heeft de voor
morgen, vrijdag, geplande klas
sieker afgelast. De kwaliteit van
het ijs is onbetrouwbaar. ANP
Jan-Eise Kronkamp verlaat als eerste de kluunplaats bij de Siphon.
Hij wordt gevolgd door Karst Zijlstra en Ruud Borst.
foto Peter Nicolai
van onze verslaggever
Frits Bakker
SLUIS - Aan de kade staan ca
mera's in slagorde, komt de
ochtend tot leven en slaat de
hectiek toe. „Waar is Henk An
genent, wie heeft hem gezien?"
Het is nog een klein uur voor de
start van de Zwinstedentocht,
alles is in afwachting van de
man die met één sprint plotse
ling beroemd is geworden. Wie
weet waar Henk Angenent is?
Het verlossende woord komt
niet veel later van zijn vrouw
Sannah. „Henk is ziek, hij rijdt
niet, hij ligt op bed." Dus even
geen schaatsen vandaag... In
het achterzaaltje van zijn res
taurant maakt Giel van Westen
(de organisator) een ontred
derde indruk.
De Zeeuwse klassieker op na
tuurijs - met de start in Sluis,
over kluunplaatsen en slecht
ijs naar Brugge en terug - is op
slag de grote vedette kwijt en
zal dus veel van zijn glans
verliezen. Het zijn nu de iets
mindere goden die het peloton
aanvoeren op een ijsvloer die
de toprijders afschrikt. „Maar
dat is niet de reden dat Henk
hier niet rijdt", zegt Sannah
Angenent gehaast. „Hij was al
grieperig en vanmorgen was
het helemaal mis. Aan het ont
bijt zij hij: ik zou hartstikke
gek zijn als ik nu ging rijden."
De winnaar van de Elfsteden
tocht, die dagenlang van de ene
huldiging naar de andere is ge
sleept, komt zijn verhaal zelf
later op de dag ook nog doen.
Hij kijkt waterig uit de ogen en
is vermoeid. „Zwak, ziek, op
gebrand", zegt hij in de came
ra's die hem overal blijven ach
tervolgen. „Het is vervelend
voor de mensen die me hier
naartoe hebben gehaald, maar
ik kon echt niet rijden. Het
zweet stond me vanmorgen in
het hotel op de kop."
Zelf is hij een paar uur terug
cle rem er even opzetten. Ik ben
op alles voorbereid. Dat ik de
Elfstedentocht heb gewonnen,
zal mijn leven natuurlijk wel
even blijven beheersen."
Verkoudheid
Henk Angenent heeft inmid
dels ook de schaduwkanten
van zijn snel gestegen roem
meegemaakt. „Ik heb dinsdag
een wedstrijd afgezegd, omdat
ik me ziek voelde, maar we zijn
's avonds wel al naar Sluis ge
reden. Anders ben ik nooit
ziek, nu ineens wel. Het komt
waarschijnlijk van die huldi
ging in Alphen. Daar zijn we in
een open auto rondgereden. Ik
had de muts niet op en dat heeft
me een verkoudheidje gekost.
Maar nu komen de verhalen
los. We zijn dinsdagavond ge
beld, het verhaal ging dat ik
mijn ziekte heb verzonnen.
„Je denkt toch niet dat ik zo
maar naar Sluis kom", zegt hij
geïrriteerd. „Ik heb geen ster
allures, ik wil altijd rijden,
maar niet als ik me beroerd
voel. Op de dag van de Elfste
dentocht had ik al een zere
keel. Door al die gekte in de da
gen daarna is het pas goed los
gekomen. Ik heb een paar da
gen rust hard nodig. Ik heb
extra vitamines genomen, blijf
donderdag nog thuis en wil za
terdagmiddag weer schaat
sen."
Want eigenlijk wil Angenent
niet geleefd worden. In de
raadzaal van Sluis, op de stoel
van de burgemeester vertelde
hij gistermiddag aan een horde
verslaggevers dat hij gewoon
boer blijft, dat het marathon-
schaatsen een prachtige sport
is, maar dat hij niet als geldrij-
der door het leven wil gaan. Re
né Ruitenberg, die de Zwinste
dentocht even daarvoor had
gewonnen, viel hem bij. „Henk
Angenent is een echte sport
man", zei hij. „Hij is anders dan
Huizebosch, die wil maar één
ding: scoren in de pers."
van het hotel. „Wie heeft de
wedstrijd gewonnen", vraagt
hij hees. Hij kucht, kauwt een
paar bruine boterhammen weg
en deelt handtekeningen uit
aan mensen van het hotelper
soneel.
Henk Angenent wil gewoon
blijven doen. „Ik heb geroepen
dat ik over twee weken weer
gewoon boer zal zijn, maar of
ik dat ook kan waarmaken...
Ze blijven vorst afgeven, we
blijven dus wedstrijden rijden.
Ik ben gisteren even thuis ge
weest. Voor foto's ben ik de
koeienstal ingegaan, anders
was ik daar in al die dagen niet
gekomen. Wat een hysterie,
wat een gekte."
Voor thuis maakt het niet veel
uit dat hij zich in de komende
weken vooral met schaatsen
zal bezighouden. Angenent se
nior kan het wel een tijdje al
leen af. „Mijn vader melkt de
koeien, we hebben een goeie
zomer gehad en moeten ons nu
aan het quotum houden. In de
ze wintermaanden kunnen we
Terwijl zijn collega's de Zwinstedentocht afwerken, leest de zieke Henk Angenent de krant in hotel De Wielingen in Cadzand.
foto Peter Nicolai
naar bed gegaan. Zijn vrouw
Sannah, al aardig bedreven in
de omgang met de media, heeft
zich wel naar de startplaats be
geven en wordt overspoeld met
vragen. Vooral over zaterdag,
over de dagen daarna, over de
gekte na de sprint op de Bonke-
vaart. Hoe voelt dat toch, om
van de ene op de andere dag een
bekende Nederlander te zijn?
Sannah: „We laten alles maar
op ons afkomen en vinden alles
nog' mooi." En of ze nu nog wel
tijd hebben voor de spruitjes?
„Nee, we hebben niet eens tijd
voor elkaar. We zoenen zelfs al
in het openbaar."
Hysterie
De hysterie na de tocht heeft
ook Henk Angenent getekend.
De Elfstedenwinnaar heeft op
zijn kamer in hotel De Wielin
gen in Cadzand alles even van
zich afgezet. Hij heeft zijn
vrouw verteld dat hij wel naar
de huldiging in Sluis zal ko
men. Zo tegen de middag ver
schijnt Angenent in de eetzaal