Disputen gedijen,
als ze maar feesten
Scholen hebben een grote prullenbak
PZC
onderwijs
29
Uitliefde
voor
het woord
In het spoor
van de
Compagnie
donderdag 9 januari 1997
Anne-Marie Stigter.
77*en woord is vaak zo vanzelf-
J-J sprekend dat het alleen nog
maar als een verzameling dode let
ters wordt ervaren. „Zo'n woord
gaat pas leven wanneer je de achter
grond ervan kent. Neem nou 'arre-
slee'. Dat dankt de naamgeving aan
narren; op zo'n slee zitten dezelfde
belletjes als narren aan hun pak
hadden." Met haar Pabo-scriptie
leder woord vertelt een verhaal'
koos Anne-Marie Stigter (21) uit
Burgh-Haamstede voor een onder
werp dat haar bijzonder boeit: ety
mologie, speuren naar de oorsprong
en de geschiedenis van woorden.
„Elk woord heeft een verleden en
een eigen verhaal. Ik wilde kinderen
laten ontdekken dat de taal een le
vend organisme is. Door ze kritisch
naar taal te laten luisteren, en ze
plezier te geven in het spelen met
taal. Tegelijk kun je ze dan een beet
je wereldoriëntatie bijbrengen. Dat
gaat goed samen, want veel woor
den die we doorgaans gebruiken
zijn afkomstig uit het buitenland."
Anne-Marie Stigter ging na haar
Pabo-studie aan de hogeschool in
Vlissingen niet meteen in het basis
onderwijs aan de slag. Ze zette haar
studie voort aan de universiteit van
Twente, waar ze zich specialiseert
in Toegepaste Onderwijskunde. „Ik.
hoop in de toekomst lesmateriaal te
mogen ontwikkelen. Het liefst op
het gebied van taal; daar gaat mijn
grootste interesse naar uit."
Tijdens haar stage merkte ze dat
haar aanpak aansloeg. „Eén van de
leerlingen zag een poster van de
brandweer hangen. Hij vroeg zich
onmiddellijk af waar het woord
'brandweer' nu eigenlijk vandaan
komt. Op zo'n moment ben ik best
een beetje trots op mezelf."
fotografie Lex de Meester
Erwin van de Linde.
Zijn docenten hadden aanvanke
lijk hun bedenkingen. Hij wist
hen er uiteindelijk toch van te over
tuigen dat hij met 'De VOC in Zee
land'een sterke troef in handen had.
Erwin van de Linde (22) uit Vlissin-
gen moest zijn docenten wel belo
ven dat hij zich niet tot het vak
geschiedenis zou beperken. Zijn af
studeerscriptie zou ook andere
vakken meenemen in de sporen die
de Verenigde Oostindische Com
pagnie in Zeeland achterliet. „Geen
probleem. Dat vond ik zelfs leuk.
Aardrijkskunde en beeldende vor
ming bleken leenden zich daar pri
ma voor."
Erwin werkt inmiddels als inval
kracht op een Middelburgse basis
school.
„Het leek me leuk", zegt hij. „om
kinderen te confronteren met regio
nale geschiedenis." Om een blik
vanger te hebben voor het lespro
gramma dat hij rond de VOC
-ontwikkeldemaakte hij een kistje
uit de zeventiende eeuw na. „Er zit
stof op. Als je dat er tijdens de les af
blaast, wordt het logo van de VOC
zichtbaar. In het kistje, zitten voor
werpen uit de VOC-tijd. Die kun je
er tijdens de les een voor een uitha
len. Met ieder voorwerp kun je weer
een onderwerp inleiden.
Tijdens zijn stage nam Erwin de
leerlingen ook mee naar buiten; op
zoek naar sporen van het vervlogen
VOC-verleden.
Daarvoor ging hij met de leerlingen
naar het Stedelijk Museum in Mis
singen. Regionale geschiedenis
blijkt ivel degelijk aan te slaan bij
kinderen in het basisonderwijs.
Voorwaarde is wel, dat die geschie
denis op aansprekende wijze wordt
gebracht."
Hoe schoon is het studentenleven. Dat
kunnen we opvatten als een verzuch
ting maar ook als een vraag. Blijft het
romantische beeld van de feestende stu
dent, in groepsverband op zoek naar ver
tier, vermaak en seksuele ervaringen, nog
wel overeind in deze tijd van uiterst krap
pe studiefinanciering? Of hebben we te
maken met het type van de arme werkstu
dent, blokkend op een koude zolderka
mer, ploeterend in schamele baantjes en
huiverend in zijn versleten plunje?
In Vlissingen, met de inmiddels uitgefu-
seerde Hogeschool Zeeland dè studenten
stad van Zeeland, kom j e ze geen van bei
den tegen. Het studentenleven staat er
nog maar in de kinderschoenen en het
ontwikkelt zich naar het beeld van deze
tijd. Relieken uit de oude doos, zoals je in
oude universiteitssteden nog kunt tegen
komen, zie j e in Vlissingen niet. Corpsbal
len die zich van ieder sociaal contact, be
halve met elkaar, afsluiten, wrede
ontgroeningspraktijken en heftige pro
testacties tegen beleid van hogeidiand,
zijn in Vlissingen nog niet voorgekomen.
Maar een geheel is het Vlissingse studen
tenleven ook nog niet. Veel meer dan tus
sen faculteiten in universiteitssteden,
blijven er scheidingen tussen de verschil
lende afdelingen van de Hogeschool. Het
studentenleven, voor zover zich dat niet
in de kroeg afspeelt, is nog erg categoraal
ingericht.
Dat heeft ongetwijfeld zijn wortels in het
verleden. Zoveel tijd is er nog niet verstre
ken sinds de PABO van Middelburg naar
Vlissingen verhuisde, de laboratorium
opleiding uit Goes naar Vlissingen kwam
en de HBO-verpleegkunde erachteraan.
De afdelingen die van oudsher in Vlissin
gen zaten, HTS, Maritiem Instituut De
Ruyter en, sinds het ontstaan, de HEAO,
hadden allemaal hun eigen studentenver
enigingen, evenals de nieuwkomers, die
ze gewoon meeverhuisden.
Vanuit de schoolleiding werden geen bij
zondere pogingen ondernomen om het
verenigingsleven aaneen te smeden, be
halve de instelling van een overkoepelen
de studentenorganisatie (OSO). OSO
ondersteunt de bestaande studentenver
enigingen en verdeelt ook het geld dat
jaarlijks door de school voor studenten
activiteiten beschikbaar wordt gesteld-
Behalve OSO zijn er nog twee organisa
ties die zich op alle afdelingen van de
Hogeschool Zeeland richten. HZ-sport en
de Vlissingse Studenten Vakbond (VSV)
Van HZ-sport moet je lid worden, maar
dan kun je ookmeedoen aan de wekelijkse
trainingen, wedstrijden en toernooien,
zonder dat het verder geld kost. Geld is
een probleem bij de studenten van tegen
woordig.
„Geld en tijd", aldus Ronnie van Kurin
gen, voorzitter van de VSV. „Daarom
doen wij niet moeilijk als iemand geen lid
is van de vakbond en wel om bemiddeling,
informatie of een andere dienst komt vra
gen. De vakbond is er voor alle studenten,
of ze die 25 gulden per jaar nou betalen of
Bedrijven en instellingen overstelpen
scholen met lesbrieven en ander in
formatiemateriaal. Vaak gaat het om ver
kapte reclame. Soms ook zijn de publica
ties goedbedoeld en knap gemaakt.
Schoolleiding en docenten hebben er ech
ter een hele kluif aan om het kaf van het
koren te scheiden.
Directeur J. Bogers van de rooms-katho-
lieke basisschool Schuttevaer in Hans-
weert pakt een pas ontvangen pakket les
brieven. Hij heeft ze besteld uit 'De Gids
van onderwijspublicaties voor het basis
onderwijs'. 'Zorgen voor jezelf' is de titel
van de informatieboekjes. Het leek hem
aardig ze te gebruiken bij de lessen Ge
zond Gedrag, wanneer het thema hygiëne
aan bod komt.
De directeur laat de inhoud van de doos
zien. Behalve de boekjes bevat het pakket
ook reclameverpakkingen maandver
band en mini-tubes met crème tegen
jeugdpuistjes. „Het klonk volgens de ca
talogus allemaal erg mooi", zegt Bogers.
,En dan krijg je zoiets binnen. Grote hila
riteit bij mijn huisgenoten natuurlijk.
'Heb ik dat besteld?', denk je dan."
Als hij wil, kan Bogers elke week nieuwe
dozen lesbrieven bestellen. De folderach
tige boekjes met informatie over een be
paald thema zijn afkomstig van instellin
gen en bedrijven. Ze hebben titels als
'Reclame', 'Ontbijten? Hoezo?', 'Kinder
mishandeling' of 'Postzegels Verzame
len'.
Müsli
De lesbrieven vormen vaak een verkapte
vorm van reclame. 'Ontbijten? Hoezo?'
bijvoorbeeld somt de voordelen op van
een goede maaltijd 's morgens. Het boekje
blijkt te zijn gemaakt in opdracht van een
bekende fabrikant van müsli en andere
producten.
Uit het doorbladeren van een stapel les
brieven uit de collectie van Schuttevaer,
blijkt dat er veel kaf is onder het koren.
Sommige publicaties springen er echter
ook in positieve zin uit. Zoals het boekje
'Helpvan het Jeugd Rode Kruis. De les
brief staat vol foto's, grappige stripteke
ningetjes, krantenknipsels, opdrachten
en vragen. En de teksten zijn op begrijpe
lijke wijze geschreven: 'Het Rode Kruis
helpt ook dichtbij, in ons eigen land.
Voedselhulp is niet nodig in Nederland.
Wat dan wel? Mensen een bezoekje bren
gen die al heel lang ziek zijn of die een
zaamzijn.'
Niet alleen basis-, maar ook middelbare
scholen worden overstelpt met informa
tie. Een goede selectie is belangrijk, vindt
rector R. Soesman van rijksscholenge
meenschap prof Zeeman in Zierikzee. Hij
maakt zelf geen keuze, maar laat de be
oordeling van de lesbrieven in principe
aan de leerkrachten over. In een heel enkel
geval gooit hij het aangeboden materiaal
meteen in de prullenbak. „Zo kreeg ik ooit
een Belgische tekst, die een historische
verdraaiing was van de feiten over de
joodse kwestie in de Tweede Wereldoor
log."
Die verdween al op de kamer van Soes
man in de prullenbak. Doorgaans echter
speelt hij de aanbiedingen door aan de do
centen.
„De dingen die slecht zijn, daar zijn we
heel blij mee", zegt sectiehoofd geschie
denis en staatsinrichting Jvan Dij k, „Dat
is makkelijk weggooien." Behalve op de
inhoud, selecteert hij de lesbrieven ook op
inpasbaarheid in het onderwijsprogram
ma. Het is leuk wanneer de informatie die
een instelling of bedrijf biedt, past bij een
actueel thema. Zo kan de viering van Be
vrijdingsdag aanleiding zijn om aandacht
te besteden aan een recente publicatie van
de Anne Frank stichting. Een nadeel is
volgens Van Dijk echter dat dat soort in
formatie vaak veel te laat bij scholen bin
nenkomt.
Directeur M. de Regt van de Prinses Ma-
rijkeschool in Axel selecteert streng. Hij
schat dat hij van het materiaal dat bin
nenkomt, 95 procent direct weggooit. „Je
wordt overspoeld met lesbrieven. Het
lijkt of bedrijven en instellingen denken
dat we niets anders te doen hebben dan
die dingen lezen. Ik heb geen tijd om alles
goed te bekijken. De werkdruk in het on
derwij s is ook zonder het lezen van die les
brieven al groot genoeg."
„De school is een public relations-object
geworden", vindt rector Soesman van de
Zierikzeese scholengemeenschap. „Het
leesvoer is flink toegenomen de laatste ja
ren. Daardoor leg je dingens ook sneller
terzijde. Organisaties schieten zo hun
doel voorbij. En dat kan voor sommige in
stellingen best een handicap zijn
Caroline Moerland
niet." De uiterst magere studiefinancie
ring, het feit dat veel studenten erbij moe
ten klussen om rond te komen en het gege
ven dat de studieduur gelimiteerd is,
maakt dat veel studenten moeten kiezen.
Ook zij kunnen elke gulden maar één keer
uitgeven en ook voor hen gaan er maar 24
uur in een dag. „Daarom zijn er veel stu
denten die maar lid worden van één club
en heel vaak is dat een feestclub. Je kunt
dat die mensen niet kwalijk nemen, je
moet ook een beetje lol kunnen hebben",
aldus Van Kuringen.
Streekvervoer
Dat begrip heeft nog niet zo verschrikke
lijk veel leden opgeleverd. Van de 3000
studenten die aan de Hogeschool zijn in
geschreven. zijn er maar honderd lid van
de VSV. Veel meer komen er om informatie
vragen in het hokje dat de VSV toegewe
zen heeft gekregen om er dagelijks zitting
te houden. De vakbond bemiddelt bij con
flicten tussen studenten en docenten,
fungeert als klachtenbureau, vertegen
woordigt Vlissingen in de Landelijke stu
dentenvakbond, vertolkt de stem van de
student in de schoolorganisatie en ligt bij
na voortdurend in de clinch met de streek-
vervoersmaatschappij ZWN. „Steeds
wanneer de ZWN iets aan een dienstrege
ling verandert, zijn er weer een heleboel
thuiswonende studenten gedupeerd."
Dat al het werk met een groepje van een
man of vijf, zes moet worden verzet, zou
Van Kuringen graag veranderd zien.
„Voor vakbondsactiviteiten zouden meer
studiepunten moeten worden gegeven.
Ook mensen die drie tot rijf uur per dag in
de vakbond steken, moeten een minimum
aantal studiepunten per jaar halen en ex
tra studietijd is er voor enthousiaste vrij
willigers evenmin."
Terwijl het vakbondsbestuur bloedseri
eus bezig blij ft met betere studie-omstan
digheden, ontwikkelt zich buiten de
school de feestcultuur. De HEAO-afde-
ling heeft wat dat betreft altijd een beetje
voorop gelopen. Het is dan ook de enige
afdeling waar in het studentenleven spra
ke is van concurrentie. Beide HEAO-stu-
denten verenigingen, Mort Subite en
Cineadus, exploiteren een soos in de Vlis
singse binnenstad. De ervaring leert dat
wie de beste en de meeste feesten geeft, de
meeste leden werft. De twee verenigingen
doen weinig voor elkaar onder.
Feesten
Gezelligheid, feest, sociale contacten
staan bij alle studentenverenigingen het
hoogst in het vaandel. Feesten, ieder jaar
bij de introductie van de nieuwe studen
ten, zijn ook de enige evenementen die de
verenigingen gezamenlijk organiseren.
Ook de vakbond doet dan mee, zij het be
scheiden, met een informatiestandje. Ne
gen van de tien studenten beslissen tij
dens de introductiedagen bij welke club
ze zich zullen aansluiten en negen van de
tien keer is dat de vereniging die bij de af
deling hoort.
Het ziet er niet naar uit dat het Vlissingse
studentenleven op korte termijn zal sa
mensmelten tot een één grote Hoge
schoolvereniging. Integendeel, de be
staande verenigingen zijn bezig zich
fijner te vertakken, overigens naar het ou
de voorbeeld van de universiteitscorpsen.
Ook hier loopt de HEAO weer voorop. In
middels hebben zich al een aantal dispu
ten gevormd, clubs van een zes tot acht
personen die gezamenlijk optrekken op
school en in het uitgaansleven. Sommigen
laten zich sponsoren en doen, in ruil voor
uniforme dispuutkleding, promotieacti
viteiten voor het bedrijfsleven. De dispu
ten zijn nagenoeg allemaal homogeen wat
betreft de sekse, ook weer naar antiek
corpsvoorbeeld, maar de soep wordt niet
zo heet gegeten als hij vroeger werd opge
diend.
Van tijd tot tijd komen de disputen, man
nen en vrouwen, samen. Niet om een the
ma te bespreken, ook niet om schoolpoli
tiek te bedrijven maar natuurlijk om te
feesten. Want dat blijft het belangrijkste
doel naast afstuderen.
Mieke van der Jagt
(Advertentie)
Directeur J. Bogers van basisschool Schuttevaer in Hansweert: Heb ik dat allemaal besteld?
Heb je verkeerd gekozen
en overweeg je een overstap
Wacht niet tot september!
Start in februari
HEAO Breda
Accountancy «nijd
Bedrijfseconomie Jü
Bedrijfskundige Informatica «ow
Commerciële Economie voltijd
International Business School voi<ud
Management, Economie
en Recht vowid
Hogeschool West-Brabant maakt werk van je studie!