Er zijn vele wegen die naar een diploma leiden Gehandicapten willen gewoon leren De wereld van sociale angsten Pesten blijft een actueel onderwerp onderwijs donderdag 9 januari 1997 25 Geralda Schipper Tijdens haar stage k reeg ze te ma ken meteen leerling die zich niet durfde uiten in de groep. Hij zat in een isolement. Het lukte haar niet hem daar uit te halen. Machteloos voelde ze zich. Tot ze op het idee kwam haar afstudeerscriptie aan het probleem te wijden. „Dat leek me een prachtige uitdaging." Voor haar werkstuk 'Teruggetrok ken gedrag door angst' dook Geral da Schipper (21) uit Leivedorp diep in de wereld van de sociale angsten, en dan met name de faalangst. Dat werd beloond. Haar streven de leer ling uit zijn eenzaamheid te verlos sen sorteerde effect. Onderzoek leerde Geralda dat 'suc ces-ervaringen' belangrijk kunnen bijdragen aan herstel van zelfver trouwen. Ze paste die wetenschap toe in de praktijk. En dat leverde re sultaten op. Maar ook andere me thoden, waaronder praten via een handpop, droegen er toe bij dat het kind steeds meer met klasgenootjes kon gaan communiceren. Als het nodig is, zal ze haar bevin dingen zeker opnieuw toepassen. Maar voorlopig heeft ze even andere dingen aan haar hoofd dan terugkij ken op de vervaardiging van haar scriptie. Ze is op twee basisscholen tegelijk aan de slag gegaan. Bij de ene, waar ze een jaarcontract heeft, werkt ze twee dagen per week. Op de andere is ze wekelijks drie dagen als invalkracht actief. „Ik heb het er erg druk mee. Dus voorlopig heb ik meer oog voor mijn eigen i nes." Jolanda den Exter Als de sfeer in een groep slecht is. gaan leerlingen elkaar eerder pesten. Dat had ze ooit: eens ergens gelezen. Tijdens haar stage probeer de ze er a ch ter te komen of da t klopt. Haar onderzoek leerde dat pesten niet altijd afhankelijk is van het groepsklimaat. Maar Jolanda den Exter (22) uit Goes beseft dat haar bevindingen niet maatgevend hoe ven te zijn. „Want ik heb er maar één basisschool voor onder de loep ge nomen. Vorig jaar juni studeerde Jolanda af aan de Pedagogische Academie van de Hogeschool Zeeland. Dat ge beurde met de scriptie 'Pesten en het groepsklimaat." Momenteel volgt ze een éénjarige opleiding voor speciaal onderwijs aan de Ho geschool Katholieke Leergangen in Tilburg. Pesten is altijd een actueel onder werp geweest en zal dat helaas ook altijd wel blijven. Daarom vond ik het interessant er een scriptie over te schrijven." Ze dook in de boeken om er van alles over te lezen. En sprak veel met haar leerlingen. „Ik heb ze bijvoorbeeld gevraagd of ze wel eens iemand pesten, of ze zelf gepest worden en hoe ze daar dan mee omgaan." Jolanda benaderde het probleem vanuit verschillende vakgebieden. Ze kaartte het bij voorbeeld aan tijdens de taallesde muziekles en het kringgesprek. Over de grens tussen plagen en pes ten is Jolanda heel duidelijk:Zo lang iemand zich nog kanverweren, is er sprake van plagen." In de hedendaagse samenleving staat het .individu centraal. Zoveel mensen zoveel wensen. Voor steeds meei1 van al die persoonlijke wensen wordt een oplossing gezocht. 'Zorg op maat' is de toverformu le die alom wordt gebruikt om die antwoorden te vinden. Inde gezondheids zorg en huisvesting van ouderen (woon zorgcomplexen, thuiszorg) maar ook in het onderwijs, waar de uitval van leerlin gen in het middelbaar beroepsonderwijs grote zorgen baart. De scholen(-gemeenschappen) met oplei dingen in het middelbaar algemeen voor bereidend onderwijs (mavo), voorberei dend beroepsonderwijs (vbo) en voorbereidend speciaal onderwijs (vso) staan grote veranderingen te wachten. Met ingang van 1 augustus 1998 verdwij nen deze namen. Voor hen in de plaats ko men nieuwe als leerwegen, leerwegonder steunend onderwijs, praktijkonderwijs en voorbereidend middelbaar beroepson derwijs. Vooral die laatste benaming geeft glashelder aan waar mavo en vbo voor op leiden: het middelbaar beroepsonderwijs. Het mbo is de meest logische vervolgop leiding voor leerlingen op mavo- en vbo- scholen. Maar ondanks dat zij vaak met goede resultaten aan hun mbo-loopbaan beginnen, redt een groot aantal van hen het niet. Niet omdat zij hun best niet doen - al zullen die leerlingen er ook tussen zit ten - maar vooral omdat de aansluiting slecht is. „We mogen dat niet generaliseren. Bij ve len gaat het goed. Maar elke leerling die voortijdig in het mbo strandt, is er een te veel", zegt R. Stufkens, decaan op het Zeeland College in Vlissingen. „Ik heb daar niet zo'n moeite mee als hij of zij het heeft geprobeerd maar het niet is gelukt." „Waar ik wel moeite mee heb", vervolgt Stufkens, „is dat leerlingen die ervan be zeten zijn een opleiding te halen daarin door uiteenlopende redenen niet slagen. Omdat ze niet weten hoe ze moeten stude ren, onvoldoende studievaardigheden hebben of niet kunnen plannen/organise ren. Bovendien krijgen ze meer vakken, moeten sneller en zelfstandiger werken. Het kan ook zijn dat wij als leraren pro blemen te laat signaleren. Want dat is ook een kunst, signalen op tijd herkennen." Leerwegen Om deze aansluitingsproblemen op het mbo het hoofd te bieden en om een betere aansluiting op de arbeidsmarkt te realise ren, verandert de opzet van mavo, vbo en vso ingrijpend. De commissie-Van Veen - genoemd naar de voorzitter ei*van, oud minister van onderwijs C. van Veen - lan ceerde daarvoor in 1994 het leerwegen stelsel. Het oude systeem van vrije pak- kettenkeuze en de niveaus a, b, c en d wordt overboord gezet. Daarvoor in de plaats komen drie leerwegen met elk vier sectoren (techniek, zorg en welzijn, eco nomie, landbouw). De theoretische leerweg, mavo/vbo-leer- weg en de beroepsgerichte leerweg leiden op tot het kort of lang mbo. Leerlingen fotografie Lex de Meester Scheldemond in Vlissingen. „Zij moeten zich een andere didaktiek eigen maken", verduidelijkt Stufkens. „De betrokken heid bij de leerlingen moet groeien, lera ren moeten probleemoplossend handelen in het onderwijs verwerken en naast klas sikaal ook meer projectmatig onderwijs gaan geven." Moore: „In de bovenbouw zal naast ken nis veel meer aandacht moeten worden besteed aan vaardigheden die de kans op slagen in het mbo groter maken." Er zal heel wat nodig zijn om de docenten ervan te overtuigen dat te doen. „Er komt heel wat op hen af", zegt Moore. „Eerst de ver anderingen in de basisvorming in de eer ste twee leerjaren van mavo/vbo en nu dit. Er klinken vaak kritische opmerkingen als 'We moeten meer vaardigheden aanle ren en tegelijk onze leerlingen klaarsto men voor het diploma'. Interessant zal daarom zijn in hoeverre de nieuwe exa menprogramma's een brug zullen slaan tussen de basisvorming en de nieuwe bo venbouw van mavo/vbo." Verantwoordelijk De sleutel tot de oplossing van de aanslui tingsproblematiek lijkt nu dus in handen gekomen van de mavo-, vbo- en vso-scho- len. Die wijzen echter van hun kant op de verantwoordelijkheden die ook het mbo heeft. Moore: „Zij moeten eveneens kri tisch kijken naar wat zij in hun eerste jaar eventueel kunnen verbeteren. We moeten vaker met elkaar om' de tafel gaan zitten en goed analyseren wat van de leerlingen wordt verwacht. En waarom sommigen het niet halen." Stufkens bestrijdt dat niet, maar wil ervoor waken dat er een discussie ontstaat wie moet veranderen. „Met elkaar de bal toespelen los je geen problemen op." Wat Stufkens betreft kan het leerwegen stelsel niet snel genoeg worden ingevoerd. Aanvankelijk zou dat in augustus 1996 gebeuren, maar dat is twee jaar uitge steld. Helaas, vindt Stufkens. „Zo mis je ontwikkelingen. Het duurt nu te lang voordat de eerste afgestudeerde leerlin gen van het vmbo naar het mbo komen. Dat wordt pas in 2002. Het was beter ge weest er toch al dit schooljaar mee te be ginnen. Dan hadden we twee jaar winst geboekt." Moore zegt het uitstel ook jam mer te vinden. „Maar we kunnen de ver anderingen nu wel beter voorbereiden." Stufkens erkent dat. „Nadeel is dat we eventuele problemen ook pas later ont dekken en dan pas kunnen aanpakken." Overigens klinken her en der in de onder wijswereld nu al kritische noten over het leerwegenstelsel. Het zou beter zijn de drie leerwegen die opleiden tot het mbo terug te brengen tot een of twee (voor kort en lang mbo). Stufkens vindt die kritiek wat al te voorbarig. „Het nieuwe stelsel is nog niet eens ingevoerd." Moore is van mening dat scholen zelf dit jaar de handen vol zullen hebben om tot een invulling van de leerwegen te komen, zodat leerlingen optimaal kunnen doorstromen. Maurits Sep voor op een functie in de praktijk via leer arbeidsplaatsen. De nieuwe opzet van het onderwijs vraagt wel om een andere benadering van de leerlingen door de docenten, beamen Stufkens en plaatsvervangend rector F.E.A Moore van Scholengemeenschap met gedeeltelijke of tijdelijke achterstan den kunnen via leeiwegondersteunend onderwijs - 'zorg op maat' - een diploma of certificaten behalen en toch doorstro men naar het mbo. Het praktijkonderwijs tenslotte bereidt scholieren die een regu liere opleiding niet kunnen halen direct Lichamelijk gehandicapten hebben het in deze samenleving - waarin hard ge roepen wordt over gelijke kansen en inte gratie - erg moeilijk. Een handicap is hoe dan ook een achterstand. Wil je als licha melijk gehandicapte de strijd aan met een 'gezonde' mededinger op de arbeids markt, dan is er toch altijd nog sprake van een oneerlijke concurrentie. De gehandi capte moet altijd een extra inspanning verrichten, om een opleiding te kunnen voltooien, om een baan te kunnen vinden. Op het gebied van de begeleiding van li chamelijk gehandicapten bij hun vor ming bestaat heel wat deskundigheid in Nederland. Doven-en blindeninstituten vervullen al vele decennia prima werk, zo ook diverse revalidatie-instellingen. Toch vindt minister Ritzen het wenselijk dat er meer expertise wordt opgebouwd op het gebied van het effectief begeleiden van gehandicapten in het regulier be roepsonderwijs. Vijf regionale opleiding centra (ROC's) werden door de minister geselecteerd om het proefproject vorm en inhoud te geven. Het Zeeuws-Vlaamse ROC Westerschelde is een van de vijf. Theo Herman mag zich projectleider Ex pertise Opbouw Beroepsopleiding Ge handicapten (EOBG) noemen, coördina tor zelfs, maar Herman laat de titelatuur liever maar voor wat ze is. „Waar het om gaat is dat we binnen dit project proberen om lichamelijk gehandicapten zo goed mogelijk te begeleiden bij hun beroepsop leiding. Helpen om drempels, opgewor pen door de specifieke handicaps, weg te halen. Komen we voor problemen te staan, dan zoeken we naar oplossingen. Vinden we die niet binnen ons instituut, dan doen we een beroep op Beroepsge richte Opleidingen Lichamelijke Gehan dicapten (BLG) in Rotterdam. Voor ons hèt kenniscentrum op het vlak van gehan dicaptenbegeleiding", legt Herman uit. Expertise De meeste lichamelijk gehandicapten willen eigenlijk niets anders dan niet ge handicapte mensen. Een opleiding door een voorbeeld te noemen. Kort geleden hadden we een leerling die moest naar Davos in Zwitserland om te kuren. Ze wil de in het sanatorium blijven leren. Nou, dan zorg je ervoor dat zo'n meisje via de computer haar werk kan blijven volgen. Een e-mailbakje en klaar is Kees." Toegankelijk Volgens Hei-man is het belangrijkste pro jectdoel het regulier beroepsonderwijs beter toegankelijk te maken voor licha melijk gehandicapten. „In feite doen wij nu remedial teaching, volgen we het Samen naar Schoolmodel om ervoor te zorgen dat het VSO en de re validatiecentra - vrij kostbare voorzie ningen - minder aanwas krijgen. Is er straks voldoende expertise in het gewone onderwijs voor gehandicaptenbegelei dingen, dan gaan er straks wat geoor merkte gelden naar de reguliere scholen en dat moet ieder ook maar een stuk ge handicaptenbeleid ten uitvoering bren gen." ..Kijk", gaat Hei-man verder, „het welsla gen van dit proefproject hangt natuurlijk wel af van de plaatsingmogelijkheid van een gehandicapte. Om de opleiding te kunnen volgen kunnen wat aanpassingen nodig zijn op bijvoorbeeld de werkplek. We hopen dat werkgevers daarin mee wil len gaan, want wij willen met dit project ook aantonen dat een gehandicapte niet altijd de minder van een 'gezonde' hoeft te zijn." Omdat het in eerste instantie de bedoeling is om zoveel mogelijk kennis en ervaring op te doen wordt het project nauwlettend gevolgd door GAK, GMD en andere dien sten. „Op zich begrijpelijk", zegt coördinator Herman, „wat opgaat voor een lichame lijk gehandicapte gaat ook op voor een deels arbeidsongeschikte, het een sluit het ander niet uit. Als je die via regulier onderwijs weer onder de pannen kan krij gen is dat natuurlijk erg interessant." Conny van Gremberghe lopen en ergens, bij een goede baas. aan de slag. Het een noch het ander blijkt dik wijls een haalbare kaart. In Rotterdam begon men in 1991 met specifieke be roepsgerichte opleidingen voor mensen met lichamelijke handicaps (BLG), om dat onderwijsgevenden in die stad tot de conclusie gekomen waren dat visueel, au ditief en motorisch gehandicapten met speciale begeleiding of met bepaalde aan passingen zeer goed in staat konden wor den geacht om beroepsopleidingen te vol gen. In vijf jaar tijd werd in Rotterdam proefondervindelijk heel wat expertise opgebouwd. Kennis en ervaring, die nu ook elders in den lande, van nut kan zijn. Het ROC Westerschelde maakt net zoals de overige vier opleidingcentra die aan het proefproject meedoen gebruik van de Rotterdamse ervaringen. Herman: „In Rotterdam zijn allerhande producten en programma's ontwikkeld, maar het is de vraag of de BLG-producten. die toch toe gepast zijn in een groot institituut, ook voor een kleinschalige instelling als de onze bruikbaar zijn. Dat weten we niet. Is dat niet het geval, dan zullen we zelf za ken moeten opzetten." Kleine doelgroep Het ministerie heeft de Terneuzense school twee ton subsidie verstrekt om de komende drie jaar te laten zien hoe licha melijk gehandicapten in Zeeuws-Vlaan- deren het best begeleid kunnen worden. De doelgroep is volgens Herman klein, zo'n 29 tot 32 mensen. De meesten hebben hun intake-gesprek achter de rug. Her man: „Tijdens zo'n gesprekje ga je na wat iemand mankeert en wat de belemmerin gen bij de studie zouden kunnen zijn. Is dat achter de rug, dan kun je samen met zo'n leerling kijken of zaken opgelost kunnen worden. Slechtzienden moeten hun teksten maar op A3- in plaats van A4- papieren zetten, werken met computers betekent voor deze mensen een grote let tertype, op het scherm, maar ook op het toetsenbord. Doven kunnen we voorzien van een gehoorslang of ruisonderdruk- kers. kortom we zoeken naar hulpmidde len. Het kan ook zijn dat er tijdelijk voor zieningen moeten worden getroffen. Om

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 25