Een beetje Rambo, maar wel vrouwelijk Kunst om de hoek onderwijs donderdag 9 januari 1997 23 Kijk maar naar je skeelers Francoise Luteijn. 77frg mooi, die schilderijen van J2j Rembrandt van Rijn of Vincent van Gogh. Maar het is vaak niet het juiste materiaal om kinderen ge boeid met kunst bezig te laten zijn, vindt Frangoise Luteijn (22) uit Sluis. In de scriptie, waarmee ze af studeerde aan de hogeschool in Vlissingen, pleit ze er voor kinderen te confronteren met 'kunst om de hoek'. Spreekt veel meer aan, weet ze inmiddels uit ervaring. Zelf staat Frangoise nog niet voor de klas. Ze volgt een aanvullende stu die Toegepaste Onderwijskunde aan de universiteit van Twente. Daar leert ze onder meer lesmateri aal te onwïkkelen. „Dat vind ik nog leuker dan lesgeven.In haar Pabo scriptie 'Beeldspraak' nam Fran- goise het vak kunstbeschouwing onder de loep. „Dat vak behoort, naast tekenen en handvaardigheid, tot het creatieve pakket. Maar ik heb de indruk dat het er op veel scholen maar 'een beetje bijhangt'." Leerkrachten grijpen doorgaans naar werken van beroemde kunste naars, wanneer ze kinderen met kunst willen confronteren. Frangoi- se adviseert hen dichter bij huis te blijven. „Neem ze mee de straat op en laat ze eens van gedachten wisse len over kunstwerken die bij hen in de buurt staan; die zien ze dagelijks. Maak ze bewust van de achterlig gende gedachten hieromtrent. Leer ze met andere ogen naar kunst te kijken en maak ze duidelijk dat kunst op straat ook meer is dan bij voorbeeld een 'grappig haasje-over object'. fotografie Lex de Meester Jakkes, roepen een paar meisjes. „Moet je mensen met enge ziekten helpen", huivert er een. „En dan al dat spugen", griezelt de ander. „Oh, wat lijkt me dat erg." Vorig jaar nog dacht Kim van Kerk hoven dat ze verpleegster wilde worden. Op school, het Reynaert College in Hulst, deed ze vbo-verzorging. Maar ze bedacht zich. Liever aan de machinebank dan aan het bed, realiseerde ze zich nog net op tijd. Dus switchte ze naar mechanische tech niek. Goed mogelijk dat ze straks lasser wordt. Eigenlijk zijn het allemaal buitenbeen tjes, de zestien jongedames die zich heb ben verzameld in het Zeeland Studie Cen trum te Aardenburg. Ze willen allemaal technisch vakvrouw worden: de kost ver dienen in een mannenwereld. Want tech nische meisjes, daar zijn er maar heel wei nig van. En het worden er nog minder. Emanciperen is leuk. Maar niet met vuile handen. De zestien zijn daar niet vies van. Ze lieten zich strikken voor een gratis cur sus 'Meisjes in het Voorbereidend Tech nisch Onderwijs'. Ze kregen er een dagje vrij voor van school, en steken er zelf hun vrije zaterdag in. Want wanneer ze straks als vakvrouw op de werkvloer van het an dere geslacht verschijnen, willen ze stevig in hun schoenen staan. Reactie „Hoe zullen de mannen reageren? Sluiten ze me buiten of niet?", vraagt Irene van der Zande uit Axel zich af. Het liefst werd ze deejay. Maar daar bestaat, voor zover ze weet, geen opleiding voor. Dus koos ze voor de bouw-klas. Kan ze in ieder geval metselaar worden. Samira Freyzer uit Hulst deed 'altijd alles al wat jongens de den' Maar ze venvacht dat ze later als meisje niet gemakkelijk aan meubelma- kerswerk kan komen. Laatst solliciteerde ze naar een weekendbaantje in de super markt. Mooi dat ze niet werd aangeno men. „Er was ook een jongen. En die ging dus voor." Campagnes Al jaren rept het bedrijfsleven over een schrikbarende daling van leerlingen in het technisch beroepsonderwijs. En al ja ren proberen overheidscampagnes dat verlies te compenseren door vooral ook meisjes voor een technische opleiding te interesseren. Het zet nog steeds geen zo den aan de dijk. Slimme meiden die zich op hun toekomst voorbereiden, kiezen zelden of nooit exact. Als ze dat wel doen zijn ze in het voorbereidend beroepson derwijs vaak het enige meisje in de klas. Kim van Kerkhoven uit Koewacht is er zo een. Haar vriendinnen kozen allemaal voor de verzorging. Zij aanvankelijk ook „Op de basisschool werd je niet zo met techniek in contact gebracht." Maar haar ambitie om verpleegster te worden ver bleekte als de wangen van een doodzieke patiënt, toen ze een rondleiding kreeg op de technische afdelingen van het Rey naert College. „Ik kwam erachter dat ik het leuker vind om met m'n handen te werken." Haar ouders reageerden 'best wel enthousiast' toen ze de overstap waagde naar mechanische techniek. Haar vriendinnen vonden het gek. „Maar nu vinden ze het normaal me in een overall te zien lopen." Het bevalt haar 'hartstikke goed', als eni ge meisjes tussen de jongens. Want ze krijgt enorm veel aandacht. „Hoe vol het soms wel niet aan m'n werkbank is." Daar zit ook een vervelend kantje aan. Want de jongens zijn soms wat al te hulpvaardig. „Wat zij kunnen, kan ik zelf ook." In ieder geval, jongens zijn gezelliger dan meisjes. „Meisjes zijn best cru. Jongens hebben een grote mond, maar een klein hartje. Er zit er ook wel eens een aan m'n lijf te slij men. Dan zeg ik: rot op. En dan doet-ie dat niet. Maar kom je 'm alleen tegen, dan is - ie meestal wel aardig. Zeeland telt negen scholengemeenschap pen met afdelingen voorbereidend be roepsonderwijs. De technische richtingen (bouw, elektro, mechanische techniek, motorvoertuigen en installatietechniek) tellen nauwelijks nog,meisjes. Vier jaar geleden waren dat er in totaal nog 55, twee jaar geleden 49 en nu 34. Van die 34 meisjes was dus bijna de helft op de cursus in Aardenburg present. Het organiseren de Netwerk Meisjes Vrouwen en Techniek ziet de terugloop met lede ogen aan. Maar maakt zich eerder zorgen over het toe komstig werkklimaat, dan over de scho ling. „Op school redden de meisjes het wel. Maar eemnaal in het bedrijfsleven, geven steeds meer meisjes er de brui aan. De praktijk is vaak heel anders dan ze zich hebben voorgesteld", zegt mede werksters. Verwijs-Van Kampen. De cur sus wil daarom in de eerste plaats aspec ten van het vakvrouwschap in beeld te brengen. Aan een baan zijn de meeste meisjes voor lopig nog niet toe. Vrijwel allemaal zijn ze /nval-leerkracht Madeleine van Wanrooy (21) uit Middelburg con stateert met genoegen dat basis scholen steeds meer proberen kin deren te interesseren voor techniek. Haar afstudeerscriptie 'Als de wek ker niet meer afgaat' biedt onder wijsgevenden daarvoor handrei kingen. „Oplossingen zoeken voor techni sche probleempjes is niet alleen leuk, het. is ook leerzaam. Het gaat er om datje kinderen leert zelf op lossingen te bedenken. Je moet dan wel dicht bij hun eigen belevings- wereld blijven. Laat ze bijvoorbeeld maar eens zelfstandig een videore corder programmeren. Of laat ze hun skeelers maar eens goed bekij ken, schaatsen op wieltjes. Daar zit ten kogellagers in. Dan kun je aan de orde stellen hoe die werken. Zelf heeft Madeleine nog nauwe lijks mogelijkheden gehad om met het onderwerp van haar scriptie aan het werk te gaan. Want een 'ei gen klas' heeft ze nog niet. Na haar Pabo-studie ivas ze korte tijd werk loos. Half oktober kon ze als inval ster aan de slag. Inmiddels werkte ze op zes scholen.Ik grijp elke kans om ervaring op te doen. Dat de kennis die ze in haar scriptie verwerkte ooit goed van pas zal ko men, staat buiten kijf. „In het on derwijs draait het er vooral om dat je als leerkracht de kinderen uit daagt zich verder te ontwikkelen. Het laten oplossen van technische probleempjes sluit daar perfect bij aan." Madeleine van Wanrooy. van plan om na het behalen van hun vbo- diploma door te leren. Zoals Claudine Eliette uit Vlissingen. De leerlinge van de Scholengemeenschap Scheldemond ziet toekomst in het beroep binnenhuisarchi tect. Dat betekent: doorstromen naar het middelbaar beroepsonderwijs, en daarna studeren aan de hogeschool. „Vroeger wilde ik kapster worden. Maar toen dacht ik: waarmee kan ik het meeste geld ver dienen? Met een baan in de bouw. Want waar is behoefte aan? Aan steeds meer nieuwe huizen. Timmeren gaat me niet zo goed af. Maar ik ben wel creatief. Dus ga ik huizen inrichten." Edelsmid Jennifer de Boer uit Hulst zoekt het ook in de culturele richting. Ze wil edelsmid worden. Daarom koos ze voor mechani sche techniek. „Niet dat ik dat nu zo leuk vind, maar als edelsmid moet je er wel eni ge kennis van hebben." Met het vbo-di- ploma op zak wil ze naar Antwerpen om daar 'een beetje kunstachtig' verder stu deren. Aan werken denkt ze voorlopig nog niet. Maar ze is benieuwd hoe de andere meisjes hun toekomst zien. Denken ze als meisjes gemakkelijk werk te vinden? En hoe vinden ze het om zoveel met jongens om te gaan? Tegenzin Nou, Vanessa van Swaal uit Hoek zag het aanvankelijk volstrekt niet zitten met al leen maar jongens naar school te gaan. Met tegenzin ging ze naar de bouwafde- ling van de Terneuzense Scholengemeen schap De Rede. „Maar na een week wilde ik al niet meer weg." En wat dat vinden van een baan betreft: als ze haar diploma heeft wil ze een schildersopleiding vol gen. „Want in een meisje dat metselt zit weinig toekomst. Als je de verhalen hoort. Vrouwen worden gewoon niet aangeno men. Want dan moeten ze aparte douches, aparte kleedruimtes, en meer van dat soort dingen bouwen.Irene van der Zan de uit Axel laat zich daar niet door af schrikken. „Er is een tekort aan goede metselaars. Dus moeten ze straks wel vrouwen aannemen." Grote mond Tenslotte: hoe ziet een vakvrouw er uit? Daar weten de vakvrouwen in spe wel raad mee. De tekenstiften glijden vlotjes over het papier. Je hebt een grote mond nodig, want je moet je kunnen verdedigen tegen praatjes. Je moet grote handen heb ben, want je moet handig zijn. En een groot hart, want je moet goed met mensen kunnen omgaan. Een vakvrouw is stevig gebouwd, heeft een eigen mening, laat de handen wapperen, gelooft in zichzelf, heeft oog voor detail, laat zich niet kleine ren en is niet gauw op haar teentjes ge trapt. Als vakvrouw moet je stevig in je schoenen staan, tegen een stootje kunnen en nergens vies van zijn. Je hebt hersens en inzieht nodig. En je staat open voor an dere culturen, gewoonten en meningen. Anders kun je niet samenwerken Cursusleidster: „Kan iemand dat samen vatten?" Jawel hoor. „Een beetje Rambo dus...", begint de een. „...En toch vrouwe lijk blijven", roept een ander, „Hard van buiten zijn, en zacht van binnen.En fluit een vakvrouw ook naar leuke jongens? „Natuuuuurlijk!!!", joelen zestien meis jesstemmen. Henk Postma

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1997 | | pagina 23