Nooit gedacht dat ik weer zou zingen H PZC Corry Brokken Deep River Quartet jubileert met lichte tegenzin Dat een goede sopraan dik moet zijn is nonsens vrije tijd 41 M", dinsdag 31 december 1996 Woorden op de nieuwe cd van Corry Brokken die eigenlijk alles zeggen: Dat ik weer voor jou zou zingen/al is het nog zo zacht/nooit gedacht/nooit gedacht/Jij tv as nooit uit mijn herinnering/nog geen dag, geen nacht/nooit gedacht/nooit gedacht. Want de zangeres verruilde beginjaren zeventig haar glansrijke carrière plotsklaps voor een loopbaan in toga. Niemand had durven voorspellen dat zij ooit nog een noot zou zingen. Nooit Gedacht, luidt dan ook de toepasselijke titel van haar verrassende terugkeer naar haar grote liefde: de muziek. [uziek, zegt ze, is altijd mijn enige grote hobby geweest. „Uiteindelijk gaf ik toe aan de groeiende heimwee naar het zin gen, de muziek en het theater", zo verklaart Corry Brokken, inmid dels 63 jaar, haar terugkeer in de muziek. Ondanks een hectisch le ven vertoont haar gelaat opval lend weinig tekenen des tijds. De jaren waarin de schijnwerpers waren gedoofd, maakten haar slechts rijper en wijzer. In de jaren vijftig en zestig was Corry Brokken niet zomaar een zangeres. Nadatzij in 1957 het Eu rovisiesongfestival won met het inmiddels klassieke nummer 'Net als toen' wachtte haar een glans rijke carrière in de Nederlandse showbizz. Liedjes als La Mamma, Milord en Mijn Ideaal maakten haar onsterfelijk. Ondanks de ja renlange muzikale stilte, Brokken was een nieuw leven begonnen als advocaat en later rechter, werd haar naam doorgegeven van moe der op dochter, van oma op klein zoon. Want Brokken is een van de meest geliefde zangeressen die de Nederlandse muziekwereld ooit heeft voortgebracht. De zangeres had eigen tv-shows in Nederland en Duitsland en schit terde in de Snip en Snap Revue van René Sleeswijk, haar tweede echtgenoot. Toch besloot zij begin jaren zeventig plotsklaps om een punt te zetten achter haar carri ère. „Ik werd geleefd, ik was de greep op mijn leven kwijt. Op een gegeven moment dacht ik: Is that all there is, naar het bekende liedje van Peggy Lee. Bovendien werd ik het zat dat alles wat ik deed breed werd uitgemeten in de pers. Ik wil de niet eens een rustpauze, ik dacht echt: ik schei ermee uit." Rechten Ze besloot een nieuwe uitdaging aan te gaan. De in 1932 in Bi-eda geboren zangeres had echter al leen de Mulo gevolgd, zodat zij staatsexamen moest doen om toe gelaten te worden tot de studie rechten aan de Utrechtse Univer siteit. „Ik was altijd al geïnteres seerd in de juridische aspecten van platencontracten en optredens. Ik ben een wroeter, wilde altijd al van de hoed en de rand weten", zegt Brokken over die keuze. Toch was ook haar nieuw ingeslagen weg voer voor de bladen en bleef die zo gewenste stilte uit. „Toen ik ging studeren schreven de bladen: 'wat nou weer. Een zangeres die gaat studerenAchteraf begrijp ik ook wel dat dat gewoon nieuws was, maar ook tijdens mijn studie werd ik constant gevolgd. Ze lagen bij wijze van spi'eken in de bosjes en zaten zelfs met flitsers in de colle gezaal. Toen ik wist dat de pers lucht had geki-egen van mijn af studeren, ben ik niet eens naar de bul-uitreiking geweest. Toen ik later rechter was geworden, bel den ze zelfs naar de rechtbank. Ik wilde die aandacht helemaal niet, want ik vind gewoon dat iemand die zoveel publiciteit kiïjgt het rechterswerk niet voldoende en in alle rust kan doen." Advocatenpraktijk Tijdens haar studie ontmoette Brokken haar huidige echtgenoot Jan Meijerink en samen begonnen ze een advocatenpraktijk in het Corry Brokken: Het artiestenbloed blijft stromen. Gooi. Maar Brokken ging verder. In 1988 werd zij voor het leven be noemd tot rechter in Den Bosch. „Ik deed onder meer strafzaken, echtscheidingen en adopties. Ik heb dat werk altijd als zeer plezie- rig eiwaren", is het enige dat Brok- ken kwijt wil over die periode. Zij wil niet inhoudelijk ingaan op de zaken die zij onder handen kreeg. Haar artiestenbloed ging weer stromen toen zij vorig jaar acte de presence gaf op het Grand Gala du Disque. Uit handen van Willem Duvs ontving zij daar een Ere- Edison voor haar compilatie-al bum 'Net als toen' Dat album was in 1994 op verzoek van Brokken met weinig trompetgeschal gelan ceerd. „De platenmaatschappij had al eerder aangedrongen een album met mijn vroegere succes sen uit te brengen", zegt Brokken. „Maar ik wilde dat niet zolang ik nog rechter was. Omdat veel men sen blijkbaar behoefte hadden aan die plaat heb ik toestemming gegeven, maar wilde zo min moge lijk publiciteit. De platenmaat schappij heeft die wens geïnspec teerd, want contractueel gezien hadden ze dat album op ieder mo ment kunnen uitbrengen." Op die gala-avond waren er tal van vertegenwoordigers van de Nederlandse muziekwereld die haar probeerden over te halen nieuw repertoire op de plaat te zetten. Ook bij Brokken zelf begon het steeds meer te kriebelen, hele maal toen zij op het podium een staande ovatie in ontvangst mocht nemen. Haar terugkeer naar haar grote liefde werd onvermijdelijk. „Bij zo'n besluit ga je niet over één nacht ijs, daar heb ik goed over na gedacht Ook over mijn stem had ik mijn twijfels. Ik ben toen naai de bekende zangpedagoge Maria Rondèl gegaan en die heeft mij an derhalf uur onder handen geno men. Daarna zei ze: 'Je stem is nog geen klap veranderd: hi] is zelfs warmer geworden en heeft zowel naar boven als naar beneden meer bereik gekregen. Je moet alleen nog wat oefenen op het middenre- gister'. Daarna heb ik de knoop doorgehakt en afgelopen januari afscheid genomen van mijn colle ga-rechters." Bovendien had ze zich voor haar comeback-album van de medewerking van grote na men in de Nederlandse muziek verzekerd. Lastige tante Die hang naar perfectionisme le verde Brokken, ook in het verle den wel eens de kwalificatie 'lasti ge tante' op. „Ik zorg er altijd voor dat ik mijn zaakjes voor honderd procent voor elkaar heb, niet al leen in mijn zangcarrière. Als ad vocaat streefde ik naar sublieme pleidooien en als rechter zorgde ik altijd dat ik de dossiers van binnen en van buiten kende. Je kunt dat lastig noemen, ik noem het liever perfectionistisch Ook deze keer wilde de zangeres niet zomaar een paar liedjes op de plaat zetten. Het repertoire werd zorgvuldig bijeen gezocht en de beste mensen werden opgetrom meld om het op de plaat subliem te laten klinken. Harry van Hoof te kende voor de arrangementen. Louis van Dijk nam plaats achter de vleugel en Ruud Jacobs deed als oude bekende van Brokken de productie. De teksten werden be dacht en vertaald door onder meer Toon Hermans, Henk Westbroek, Coot van Doesburgh en Liselore Gerritsen. „Zeurpiet of niet, ik wil gewoon altijd het beste", zegt Brokken over dit muzikale keur korps. „In de studio was het dan ook puur genieten met die drie 'Louis van Gaals' achter het glas." Zelf is Brokken het meest te spre ken over het gevoelige nummer De Tijd (naar Lascia Chio Pianga van Handel) waarbij zij slechts wordt begeleid door Van Dijk op de vleu gel. Maar ook het liedje over de door haar zo geliefde stad Amster dam is favoriet. „Ze zeggen zelfs dat dat nummer een hit kan wor den", lacht Brokken. „Net als Lek ker Leven een carnavalskraker zou kunnen worden. Ik zou me dood lachen als dat gebeurt." Ouderwets De zangeres bereidt intussen ook haar terugkeer op de theaterpodia voor. „Gewoon kleinschalig, niet te veel toeters en bellen. Ik zie er graag verzorgd uit. eenvoudige chique, geen verschrikkelijke glit terjurken meer om in van de trap pen neer te dalen." Zowel nieuw als - aangepast - oud repertoire wil ze ten gehore gaan brengen. „Sommige liedjes van vroeger zijn nu eenmaal geda teerd. Neem Mijn Ideaal, dat zijn nu zulke ouderwetse woorden, over een man die wenst dat je flensjes voor hem bakt! Boven dien reageert, een jong meisje nu eenmaal anders dan een vrouw van mijn leeftijd. Nu ik beter weet hoe het leven in elkaar zit, kan ik de emoties ook beter zingen." Berrit de Lange The Deep River Quartet bestaat vijfentwintig jaar. De heren vieren dat met de cd As Time Goes By. De bijbehorende theatertournee is in volle gang. Maar de tour wordt in deze tijd even onderbroken voor de gebruikelijke eindejaarsconcerten. Even een traantje wegpinken bij stijlvol gepresenteerd swingend nieuwjaarsrepertoire. Jubileumfeestje? Siebe Vink, die met zij n diepe basstem de groep vijfentwintig jaar geleden begon, moet er niet aan denken. „Zijn we allergisch voor", zegt hij in zijn tot Deep River-kantoor omgebouwde garage. „We hebben ook geen cd- presentatie gedaan. Moet je een restaurant afhuren of een zaaltje. Nodig je deze en gene uit. Daar komt vervolgens de helft niet van opdagen. En uiteindelijk komt het erop neer dat je maar een beetje staat te staan. We hebben zelfs nog even overwogen het hele jubileum stilzwijgend voorbij te laten gaan. Maar het is aan de andere kant goed dat de mensen weten dat we geen eendagsvliegen zijn. En trou wens, er is geen reden om aan te nemen dat we het niet nog eens vi j fentwintig j aar volhouden Siebe Vink heeft weer alle ver trouwen in het kwartet, dat nu is voorzien van het trio van Joop van Deuren. Vink spreekt van een 'stukje kwaliteitsverbetering'. Signalen Hij is nu ook officieel de leider van de groep. „We hebben de koers bijgesteld. Er moest echt wat ge- The Deep River Quartet. beuren. We kregen verschillende signalen dat we te geroutineerd waren geworden. Zonder dat we het ons realiseerden gingen we ons verschuilen achter de act. Dans pasjes, gebaartjes en muzikaal be gon het minder te worden. Er moest echt iets gebeuren. Terwijl ik een democraat ben in hart en bloedvaten, heb ik de leiding ge nomen. Iemand moest het gewoon doen. Ik vond dat ik dat moest zijn, want ik ben tenslotte de oprichter. Ik beschouw het Deep River Quar tet nog steeds als mijn groepje. Mijn droom." Ruzies „Die veranderingen gingen alle maal lang niet zo gemakkelijk als ik het nu vertel. Veel gepraat, ru zies. Maar we realiseerden ons al lemaal dat we tot elkaar veroor deeld zijn. Muzikaal hebben we elkaar wel nodig. Er is een aantal beslissingen genomen. Alle vier hebben we nu zangles. Onze pia nist Joop van Deuren is de vaste arrangeur en repetitor geworden Repeteren onder leiding van Joop hadden we veel eerder moeten doen. Vroeger waren we een soort gezelligheidsclubje. Bij een repe titie druppelde iedereen binnen. Koffieteuten en praten. Veel pra ten. Over ditjes en datjes. We wer ken nu heel efficiënt. Iedereen bereidt zijn partij thuis voor. Nu komen we met het zweet op ons voorhoofd de repetitieruimte uit. En niet voor niets. We merken dat de nieuwe manier van werken z'n vruchten afwerpt." De nieuwe cd is er een illustratief voorbeeld van. Voor het eerst kreeg de groep een (uiterst positieve) recensie in Jazz Nu, het vaktijdschrift dat alle voorgaande cd's negeerde. „Deze cd is een neerslag van wat we een seizoen in de theaters hebben ge daan. We hebben het live in de stu dio ingespeeld. Gewoon met z'n vieren het begeleidingstrio de stu dio in. Alles live, niets ingedubd. En het resultaat is gewoon zoals we zijn. Hier moet men het mee doen. Beter dan dit kunnen we niet." Moderne saus „Op de vorige cd's stonden nog wel eens stukken die we eigenl i j k hele maal niet mooi vonden. Sail Along Silvery Moon, bijvoorbeeld. Heb ben we er alleen op gezet omdat we in veronderstelling verkeerden dat het de verkoop goed zou doen. En dan werd er zo'n moderne saus overheen gelegd. Snerpend hoog, veel laag Hing zo'n zoemend ge luid overheen. Die tijd is voorbij. We zingen nu stukken waar we achter staan." Ton Ouwehand Vet resoneert niet. Dat een goede sopraan dik moet zijn is dus nonsens, zegt Ank Reinders. De bekende zangpe dagoge heeft een boek over de zangkunst geschreven dat loopt als een trein. Een sopraan die in aria's van Mozart een glansrijke triller produceert, is daarbij aange wezen op haar kantelende schildkraakbeen. Voor een mooi vibrato is het daarente gen noodzakelijk, dat tong been, strotteklepje en huig in actie komen. Weinig muziek liefhebbers zullen zich hiervan bewust zijn. Weinig sopranen trouwens ook. Zingen is, zelfs voor veel professionele vocalis ten, in sterke mate een intuïtie ve aangelegenheid. Pas wan neer er problemen ontstaan - door forceren, slijtage, ouder dom - worden er vragen ge steld. Veel van die vragen worden beantwoord in de Atlas van de zangkunst, een handboek van de Haagse zangeres Ank Reinders. „Er was een gat in de markt", zegt de onlangs 65 jaar geworden zangeres en zangpe dagoge. Er zijn tegen de vijf duizend exemplaren van ver kocht. Diverse conservatoria hebben het verplicht gesteld voor hun zangleerlingen. Want de duizendpoot mag dan in de war raken wanneer men hem vraagt in welke volgorde hij zijn voeten neerzet, enig begrip van de fysieke aspecten van het zingen doet de zanger zeker geen kwaad. In het voorjaar van 1997 ver schijnt bij Barenreiter een Duitse vertaling. Er ligt ook al een Engelse vertaling klaar. „Er is een uitgever voor; alleen nog een handtekening, maar dat is niet meer dan een forma liteit", zegt Ank Reinders gede cideerd. Misschien komt er ook een Japanse uitgave. In februa ri reist zij naar Japan om een vocale demonstratieles te ge ven. De mogelijkheid om haar boek onder de aandacht te brengen zal zij zeker niet onge bruikt laten. Haar jeugd bracht Ank Rein ders door in het voormalige Ne- derlands-Indië. „Daardoor kan ik zo goed voor in de mond praten. Dat is voor een zange res heel prettig", zegt zij, ter wijl zij een mooi Indisch accent produceert. In 1946 - zij was toen 15 - vestigde het gezin Reinders zich in Den Haag. Die stad is zij trouw gebleven. Zij gaf er talloze concerten (liede- renavonden, oratoria) en werd wel de 'huis-sopraan' van de Haagse Kunstkring genoemd. Ook in het buitenland, met na me in Wenen, trad zij herhaal delijk op. Voornamelijk in lie deren en oratoria Opera Opera heeft zij weinig gezon gen. „Ach", zegt zij. „Zo bij zonder was die stem van mij nu ookweerniet. Een lyrischesou- brette, zo noemen ze dat stern- type wel. Daarvan gingen er dertien in een dozijn. Hetgekke is, dat die stemsoort nu schaars is geworden. Er wordt steeds dieper, met een lager strotte- hoofd en daardoor met een donkerder kleur gezongen". Op haar 50ste nam zij afscheid van het podium. „De menopau ze, daar kun je niet omheen. Die gaat niet aan je strot voorbij. Dan gaat alles hangen, zelfs je stem. Heel veel zangeressen hebben tussen hun 40ste en 50ste een crisis. Je moet het vanaf die tijd doen met wat je vocaal hebt opgebouwd, met de rente van je kapitaal. Er zijn heel wat zangeressen die daar goed doorheen komen en be paalde technische problemen weten te compenseren, ook door hun artisticiteit natuur lijk. Maar ik vond dat het ge noeg was geweest". In de jaren zeventig begon Ank Reinders zich te verdiepen in de zangpedagogie. „Bij mij was alles altijd heel makkelijk ge gaan. Ik hoefde nooit na te den ken hoe ik mijn stem moest gebruiken. Toen ik boeken daarover las ging er een wereld voor me open". Zij gaf tien jaar les aan het con servatorium in Enschede. „Je moest de kaken van de mensen daar werkelijk van elkaar trek ken', zegt Ank Reinders, niet onverdienstelijk het Twentse accent imiterend. „Het was een weldaad te kunnen werken met een paar Vlaamse zangers. Die praten zo mooi vloeiend. Dat merk je ook meteen bij het zin gen". Congres Zij heeft een aantal acteurs zangles gegeven, onder wie Er ic Schneider, die zich onder haar leiding in Schuberts Win- terreise verdiepte. Zij organi seerde het eerste congres voor zangpedagogen in Nederland. En zij werd een schakel tussen de medici - de foniaters vooral - en de zangers. „Een zanger die zich één avond foceert in II Tro- vatore kan al knobbeltjes op zijn stembanden krijgen. Die traint hij er in de meeste geval len weer af. Komt het vaak voor, dan wordt het moeilijker. In ernstige gevallen wordt er geopereerd. Dat is eigenlijk heel simpel. Ik heb ook wel eens een leerling geadviseerd dat te laten doen toen die werkelijk niet meer verder kon". Gaat zij naar een concert, dan valt het haar moeilijk onbevan gen naar een collega te luiste ren. „Dan zijn er momenten dat plotseling je schoenen te klein worden. Dan denk ik: kom toch eens langs. Het gaat vaak maar om een kleinigheid. Maar dan denk je: o, als het zo doorgaat, komen er problemen. Soms zelfs met bekende zangers. Olaf Barbijvoorbeeld. Zingt prach tig. Maar de manier waarop hij inademt, met zoveel lawaai. Dat is technisch niet goed". Registers Wanneer Olaf Bar over enkele maanden de Duitse vertaling van Ank Reinders' Atlas van de zangkunst ter hand neemt vindt hij al in het eerste hoofd stuk zeven pagina's over de adem. Daarna kan hij zich ne gen pagina's lang in strotte- hoofd, oor en neus verdiepen en zeventien pagina's in geluid, resonanties en registers. Het boek bevat ook veel praktische aanwijzingen, een beknopte geschiedenis van de zangkunst en een overzicht van het werk van enkele prominente zangpe dagogen vroeger en nu. Nog een brandende vraag: is een sopraan beter naarmate ze dikker is? Ank Reinders: „Dat is alleen maar een excuus van dikke zangeressen. Je hoort wel eens, dat een stem in het vet moet liggen, maar dat klopt niet. Want alleen die plaatsen in het lichaam die resoneren helpen mee. En vet resoneert niet Dat is alleen maar vet" Aad van der Ven Ank Reinders - Sesam Atlas van de zangkunst. Uitgeverij Bosch Keurnng. Prijs f39.90. Ank Reinders: Er wordt steeds dieper gezongen. foto Harry Verkuylen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 41