Moeder Marie krijgt
haar dochters terug
Jan wist wat
hij deed met
vuurwerk
Familiereünie in het verzorgingstehuis
oud nieuw dinsdag 31 december 1996 28
Hoewel de keuringsdienst van waren vuurwerk op deugdelijkheid test,
gebeuren er elk jaar ernstige ongelukken. foto Roland de Bruin
Marie Kersten (97) woont sinds
twee jaar in het
verzorgingstehuis samen met haar
dochters Time (76) en Annie (70).
Dochter nummer drie, Marietje,
staat op de wachtlijst van het huis.
„Moeder trekt niet bij haar kinderen
in, haar kinderen zoeken moeder
op." Staatssecretaris Erica Terpstra
zal watertanden van zo'n familie.
Dit bedoelt zij nou met mantelzorg.
Wat een schat, die Marie Ker
sten. Altijd een glimlach op
het 97-jarige gezicht. Als ze lacht
dan is het uitbundig, de vonken
springen over. Vriendelijke ogen
achter dikke brillenglazen. Beetje
doof, dat wel, maar kristalhelder
tussen de oren. Ze leest, ze puzzelt
en ze kaart elke zondagavond met
dochter Jet en schoonzoon Theo
van om de hoek.
Aan de muur hangt een grote foto,
een portret van een streng kijken
de meneer. Haar echtgenoot, hij
was binnenschipper. Een lieve
man. Kwam met een citer thuis in
plaats van boodschappen. Speel
de en zong liedjes, terwijl het schip
over de Europese rivieren voer. Va
der Kersten bracht mama elke
ochtend thee en een beschuitje op
bed Zijn vrouw schonk hem vijf
tien kinderen Tien dochters, vijf
zoons. Eén kind, Truus, is overle
den. aan kanker.
Marie Kersten is weduwe sinds
1956. Hi] was 21 jaar ouder. Zijn
schip werd in de oorlog door de
Duitsers in beslag genomen. Ze
woonden toen in Rotterdam en
vluchtten één dag voor het bom
bardement naar Oss. Dertien kin
deren zagen op het water het
levenslicht. Het gezin zou na de
oorlog aan wal blijven.
Bi] een oma horen tegeltjes. Moe
der Marie heeft er twee boven haar
bed:
God heeft ons
geen kalme reis
beloofd, maar wel
een behouden aankomst.
En:
Bemin het leven
en het leven
zal jou beminnen.
Zo is moeder Marie. Nooit klagen
en steunen. Ze zit bij het raam,
kijkt naar buiten en laat de dagen
in haar schoot vallen. „Ik heb het
altijd goed gehad. Veel meege
maakt, natuurlijk. Wie niets mee
maakt, leeft niet. Mijn geluk zijn
mijn kinderen en mijn gezond
heid. 't Had ook anders kunnen
zijn, je hebt niks in eigen hand en
zo hoort het ook."
Er gaat geen dag voorbij of er
komt bezoek. Tinie en Annie hoe
ven de lift maar te pakken, de an
deren wonen in de buurt of niet
echt ver van Oss. Annie zegt:
„Toen ik hier kwam wonen, zei ik:
moeder, ik ben weer thuis. Zo voel
ik dat Moeder Marie nam pas
twee jaar geleden het besluit om
ha'ar serviceflatje te verruilen
voor een stek in het verzorgingste
huis.
En nog wil ze van geen hulp weten.
Ja, de warme maaltijd wordt kant
en klaar op haar kamer geser
veerd, maar verder hebben de be
jaardenverzorgsters geen
omkijken naar mevrouw Kersten
Ze verzorgt zichzelf, smeert 's
morgens haar boterhammetje, tikt
om half twaalf een eitje, legt zich 's
middags even te rusten. Ze verlaat
zelden haar knusse woon-slaap-
kamer. Soms doet ze op de verdie
ping een bakje. „Ach. je moet toch
af en toe even je gezicht laten
zien."
's Avonds wil ze geen bezoek ont
vangen, pertinent niet. Geen An
nie, geen Time, geen enkele doch
ter, geen enkele zoon. niemand van
de 164 nazaten. Dan wil ze met
rust worden gelaten, dan is het
mooi geweest, dan krijgt de rook
van sigaretten (er mag bij mama
Marie worden gerookt) de kans om
weg te trekken. Journaal kijken,
puzzel afmaken of paar bladzij
den met grote letters lezen. Bed
tijd klokslag half elf. Echt diep
slaapt ze niet meer. Meestal maakt
de blaas haar om vier uur wakker.
Daarna slaapt ze niet meer in.
„Aan vijf uur slaap heb ik ge
noeg."
Denk nou niet dat Marie Kersten
een mens van orde en regelmaat is,
van vaste gewoonten en rituelen.
Misschien dat ze wel zo oud is ge
worden en zo gezond is gebleven
dankzij haar flexibele leefwijze,
haar instelling van 'leven en laten
leven', haar opgeruimd gemoed en
positieve inborst. Moeder Marie,
niet getekend door het leven, hoe
wel dat best zwaar is geweest, had
voor zichzelf en haar omvangrijke
gezin een koers uitgestippeld,
waarin orde en discipline de rich
ting bepaalden Dat moest ook wel
met zo'n kinderschare op een
vrachtschip.
Mater familias
Moeder was op een prettige ma
nier de baas en eigenlijk is zij dat
nog steeds, vinden de kinderen. Zij
beschikt over een natuurlijk gezag
en overwicht zonder haar omge
ving hinderlijk te domineren.
Niets ontgaat haar, ze geeft advies
als haar daarom wordt gevraagd,
ze wordt met respect behandeld.
Moeder Marie is de spil van een
matriarchale familie, zij is de ma
ter familias, het rust- en steun
punt. Een moeder van bijna hon
derd bij wie je mag uithuilen, met
wie je kunt lachen en voor wie
feestjes nooit lang genoeg kunnen
duren. Als er wat te vieren valt, is
Marie erbij. Ze komt als eerste en
vertrekt als laatste.
Familie Kersten in 1949, toen 'ons moeder' vijftig jaar werd.
En feesten kunnen ze. de 165
Kerstens. Met kerstmis kwam een
delegatie met moeder als stralend
middelpunt bij elkaar op de boer
derij van dochter Corrie. directeur
van een bijzonder project voor au
tistische kinderen. Het familie
koor Kersten zong kerstliedjes, ze
gingen naar de nachtmis en ston
den op Brabantse wijze stil bij de
geboorte van Christus Oma Oss,
zoals moeder Marie door de klein
kinderen wordt genoemd (voor de
achterkleinkinderen is zij Oho,
'vanwege het onderscheid'), ge
noot met volle teugen. Ze proefde
op die bijzondere dag nog iets van
de sfeer van vroeger, van de gezel
ligheid aan boord van het schip
Maar ze is geen type van 'vroeger
was alles beter', van omzien in
weemoed. Liever praat ze liefde
vol over haar man, een schipper en
een heer. keurig netjes in het kos
tuum als hij naar de beurs moest
om een opdracht in de wacht te
slepen.
Eén regel was heilig voor haar: de
kinderen mochten nimmer alleen
thuis zijn. Moeder was er altijd en
moeder is er nog steeds. Moeder
zal op haar beurt in de nadagen
van haar aardse bestaan altijd wel
iemand over de vloer hebben.
Wacht even, zeggen de kinderen.
Ze bezoeken moeder vooral voor
zichzelf, moeder trekt hun als een
magneet naar zich toe. Zij hebben
haar nodig.
Zo'n ochtend op de kamer van
moeder Marie ziet bruin van de
koffie en grijs van de rook. Wil ie
mand een sigaret op de gang gaan
roken dan roept mama Marie: 'Doe
niet zo ongezellig'. Alleen als Tinie
komt buurten, wordt er niet ge
rookt. De zusters kwebbelen,
moeder Marie probeert de babbels
te volgen. Als je duidelijk en luid
spreekt, verstaat ze alles.
Haar geheugen is scherp als dat
van een jonge griet, haar fijnzinni
ge humor werkt aanstekelijk. Hoe
zi t dat nou met ons Marietje? Wan
neer mag die in het bejaardente
huis? Moeder Mane haalt de licht
kromgetrokken schouders op:
„Als ze allemaal hier willen wo
nen. ga ik wel weg."
Het heeft haar trouwens best wel
wat moeite gekost om een plekje te
veroveren Dik in de negentig was
ze, maar de reactie was: 'mevrouw
Kersten, u bent nog prima in orde,
u heeft geen verzorging nodig'.
Uiteindelijk ging de indicatie
commissie overstag. De schip
persvrouw mocht naar binnen.
Dat ze er de honderd vol zal ma
ken, waagt niemand te voorspel
len. Haar afkomst biedt gunstige
vooruitzichten. Haar drie zussen,
van wie de oudste 96 is, en twee
broers (de jongste is 88) leven nog,
haar moeder is 88 geworden.
Sterk geslacht
Ze zou zich best op haar honderd
ste verjaardag willen verheugen,
want dan is er weer een feestje,
maar hoe luidt haar lijfspreuk ook
alweer? Je hebt niks in eigen hand.
Vader Kersten overleed, moeder
Kersten kwam er op haar 57-ste
alleen voor te staan. Maar niet
zonder haar kinderen. Ze hoefde
het huishouden niet alleen te
doen. Eén van de dochters hielp.
Vloog zij uit dan volgde een zusje
haar op.
De familiebanden waren en zijn
sterk, moeder Marie is het bind
middel, het cement, het funda
ment. Komt in de beste families
wel eens wat voor? Nou, bij de
Kerstens niet dus. Geen ruzies,
geen gevoelens van afgunst, geen
achterdocht, roddel of achterklap.
Dat zou moeder meteen in de ga
ten hebben en dat willen ze moe
der (en elkaar) niet aan doen.
Als symbool van die verbonden
heid prijkt in de woning van ieder
van de veertien kinderen een grote
familiefoto, kort na de oorlog ge
maakt, met vader en moeder Ker
sten, omringd door hun kroost.
Niet zomaar een familieportret,
een relikwie bijna, net als de inge
lijste bruidsfoto's v.an alle doch
ters en zonen staat het op de kast
bij moeder Marie. Voor moeder is
het minstens zo waardevol als de
trofee die zij kreeg voor het berei
ken van een unieke mijlpaal: ze
staat aan het hoofd van vijf gene
raties.
Dankbaarheid
Haar ogen glimmen van trots. Of
liever: dankbaarheid. Trots past
haar niet, dankbaar is ze voor wat
God haar gunt. Gezondheid, lief
hebbende kinderen, het leven met
haar zorgzame man. Is het daarom
dat ze ieder ander ook het aller
beste toewenst? Dat ze niemand
zal veroordelen om wie hij is of
wat hij doet? Dat ze niet betwete
rig het vingertje heft? Dat ze de
vooruitgang neemt zoals die op
haar af is gekomen?
Bemin het leven en het leven zal
jou beminnen. En ze zegt het weer:
„Het had net zo goed anders kun
nen zijn. Gezond blijven is geen
verdienste, dat is een geschenk dat
je krijgt."
Marie Kersten, 97 jaar oud al en
pas twee jaar in een verzorgingste
huis? Nee. Marie Kersten, 97 pas
en al twee jaar in een verzorgings
tehuis. Samen met dochters Tinie
en Annie. En Marietje zal zich
straks bij haar moeder en zusters
voegen. Dan ligt het voor de hand
te stellen dat de bejaardenver
zorgsters een makkie hebben aan
Marie Kersten. Die past immers
goed op zichzelf, die wast en
kleedt zichzelf, die zeurt niet over
het eten. En die heeft twee doch
ters in de buurt, onder hetzelfde
daknotabene.
Marie Kersten: „Ze zijn allemaal
heel aardig voor me in dit huis. Ze
zeggen altijd: als er wat is, bel
maar."
Wat zegt moeder Marie dan?
„Ja, maar er is niks."
Robin Bruinsma
Ze ziet het als een opdracht, de 30-
jarige Gaby uit Nieuwegein. Ze wil
het iedereen wel toeschreeuwen nu het
knallen weer begonnen is: „Kijk in
vredesnaam uit met vuurwerk, blijf er
nog liever van af, het kan in een paar
tellen je leven finaal verwoesten."
Afgelopen nieuwjaarsnacht verloor zij
op gruwelijke wijze haar partner Jan
Venrooy. Diens hoofd werd
weggeschoten toen het vuurwerk het
niet meteen deed en hij er zijn
brandende sigaret nog eens bij wilde
houden. Voor het eerst komt Gaby in de
publiciteit. Een sympathieke vrouw met
een traumatische levenservaring. „Ik
wil waarschuwen. Want dit mag zich
niet meer herhalen."
Ze hebben met een paar tegel ij k
naar binnen staan gluren. Niet
eenmaal, meerdere keren. Een stel
neuzen tegen haar raam aange
drukt - de schaamte voorbij. Vol
wassenen, ja óók volwassenen,
gaven de tengere Gaby uit Nieu
wegein het gevoel plotseling een
'kennisattractie' te zijn gewor
den. Op het winkelcentrum Cityp-
laza werd ze nagewezen. En auto
mobilisten 'pakten nog wel eens
een stoeprand mee' als ze de jonge
vrouw op straat zagen lopen.
Haar gewonde hart kromp telkens
ineen bij al dat 'ziekelijke ram-
pentoerisme'. „Wildvreemde
mensen kwamen me in de super
markt achterna en wilden het
naadje van de kous weten. Details,
ja dolgraag details." Het maakte
haar opstandig, bijna vijandig.
„Tegen diemensen voor mijn raam
heb ik wel eens geroepen dat ik er
geld voor ging vragen." Nu wil ze
praten, op eigen initiatief. „Ik zie
het als een opdracht te waarschu
wen tegen vuurwerk. Zo van: kijk
uit! Liever nog: blijf ervan af Het
kan zó verkeerd met je aflopen. El
ke dag nog hoor ik Jan tegen me
zeggen: 'Ik weet wel wat ik doe'.
Maar hij wist het niet."
Eén enkel moment van lichtzin
nigheid afgelopen nieuwjaars
nacht, van bravoure misschien 1
ook wel, en de 28-jarige Jan Ven
rooy stierf op een wijze waaraan
geen enkele tv-campagne tegen
vuurwerk zich wagen zal. „Dat
beeld, daar mag niemand mij naar
vragen."
Realistisch
Al is er maar één die, voor hij deze
jaarwisseling vuurwerk afsteekt,
zich nog even herinnert wat er met
Jan is gebeurd, dan is ze al tevre
den. „Beter zou natuurlijk zijn dat
iederéén er bij stilstaat. Maar ik
ben realistisch genoeg te beseffen
dat je nooit iedereen bereikt.
Oud en Nieuw vierden Jan en Ga
by afgelopen jaar grotendeels in
eigen huis met hun ouders. Met
een paar vrienden - „We hebben
gelukkig contact gehouden - gi ng
Venrooy 's nachts op een kruispunt
in Nieuwegein een pot met zwaar
siervuurwerk aansteken. Het
moest en zou een spektakelstuk
worden. De open ruimte was met
zorg uitgekozèn. Door de vochtige
atmosfeer brandde de kant-en-
klaar gekochte koker met een flin
ke diameter en een halve meter
hoog niet meteen. Jan Venrooy
boog zich over de verraderlijke
pot om het lont met een sigaret
nogmaals van vuur te voorzien. En
juist op dat moment ontplofte de
vuurwerkbom.
De Nieuwegeiner, medewerker
van een doe-het-zelf-zaak in Hou
ten, was op slag dood. Zelfs door
gewinterde rechercheurs moesten
voor zichzelf naar de trauma-
dienst. Ze heeft hem zien liggen,
haar 'maatje', en huivert opnieuw
als ze er voor de zoveelste keer aan
terugdenkt. „Ik word nooit meer
onbezorgd gelukkig, ik zal dit al
tijd met me mee dragen." Ze zat bij
een vriendin thuis aan een glaasje.
„Twee vrienden kwamen gillend
en volkomen in de war de kamer
binnen gerend en ik wist het di
rect. Dat voel je. Er was nog geen
woord gezegd. Ik ben er naartoe
gegaan, gegleden vooral, want het
was spekglad door de ijzel." Een
afwerend gebaar. „Traumatisch
zoiets." Juist die dag haddenze het
samen voor het eerst over kinde
ren gehad. „Jan gaf voor het eerst
te kennen er ook aan toe te zijn.
Horrorfilm
De tragedie is als een horrorfilm
die elke dag weer voor haar ogen
wordt afgespeeld. „Het blijft te
rugkomen, en maar terugkomen,
ontlopen kun je het niet." En ook
voortdurend moet ze terugdenken
aan die tv-uitzending vorig jaar
december waarin op de risico's
van vuurwerk gewezen werd. „Jan
kwam net thuis van zijn werk. Ik
zei tegen hem: 'Zitten en kijken'.
Het ging over een jongen die bij
het afsteken van rotjes blind was
geworden. Een leuke jongen om te
zien. Dat er in Putte ergens in Bel
gië vuurwerk was gekocht, zat me
al niet lekker. En ik wist niet eens
wat voor vuurwerk het precies
was."
Kordaat, alsof ze zichzelf daar op
die tweezitsbank onder de arm
neemt- „Ik heb het er niet op, en
nooit gehad ook. Sterretjes be
nauwen me al. Vingers eraf? Ik zie
Jan nog zijn schouders ophalen
voor de tv. 'Zeur toch niet'. Hij la
chen. 'Dat gebeurt mij niet. Ik
weet wel wat ik doe'. Maar hij kon
wel eens impulsief zijn, dat wist ik
gewoon."
Ze verkeerde na het drama in een
shocktoestandhad geen enkel be
sef meer van tijd en plaats. Ze
kieeg last van paniekaanvallen.
Nog altijd tobt ze met slapeloze
nachten. De politie van Nieuwe
gein houdt contact met haar en
zorgt voor opvang als dat gewenst
is. „Een vriendin van me werd dit
jaar zwanger. Een heel moeilijk
moment voor mij. Ik dacht: ik had
het ook kunnen zijn. Dan droom je
weer even weg. Dan huil je bittere
tranen. Het is nu weer de tijd dat je
vuurwerk hoort. Ik moet ermee le
ren omgaan, dat houd ik mezelf
ook voortdurend voor. Toen er
laatst hier vlakbij wat vuurwerk
werd afgestoken, stonden meteen
mijn buren aan de deur om te vra
gen hoe ik het maakte."
Nieuw huis
De 30-jarige Gaby heeft zich op
haar werk gestort waarvoor ze ook
plotseling diverse cursussen ging
volgen. Ze laat maar liever in het
midden waar dat is. Net zoals ze
niet met haar achternaam in de
krant wil. Want er zijn mensen ge
weest die op dit ongeluk reageer
den 'alsof ze van de boulevardpers
waren'. Behoefte aan een nieuwe
relatie heeft ze niet. „Dat komt
misschien later nog eens. Of niet.
We waren bijna vier jaar samen,
hadden nog maar net een nieuw
huis." Ze zouden de woning in ja
nuari kopen.
Haar grootste kameraad is nu Gis-
mo, de hondeen bruine Staffords-
hire. „Die was van ons samen. Het
dier voelde dat het noodlot ons ge
troffen had. Het was na het onge
luk een hele tijd van de kaart en
ook onhandelbaar. En maar jan
ken aan de voordeur. Maar het
baasje kwam niet meer thuis."
Ze staat voor de nieuwe jaarwisse
ling. Ze hoopt dat die net als de
kerst aan haar voorbij zal gaan.
„Er tegenop zien?" Een stilte. Dan:
„Ja, zeer. Ik bereid me voor. Wel
licht komen mijn ouders bij me. Ik
wil op tijd naar bed. En hopelijk
slaap ik er doorheen als het twaalf
uur is en de eerste pijlen de lucht
ingaan."
Johan Carbo
en Nelly Jacobs
Moeder Marie Kersten met haar twee dochters in het verzorgingstehuis: Als al mijn kinderen hier komen wo
nen, ga ik weg. foto Brand Overeem