Invalide voor God en Vaderland PZC Over risico's denk je niet na Pas na een halfjaar miste ik mijn been Het haalde niet eens de krant oud nieuw dinsdag 31 december 1996 Tl Hospik Weerensteyn Soldaat Looman Adjudant Aarts De één mist een been, de ander een arm. Weer een ander zit in een rolstoel. Het zijn Nederlandse militairen die gewond en verminkt terugkeerden van een vredesmissie ergens in de wereld. Het is de harde realiteit van een nieuw defensiebeleid. Marine, luchtmacht en landmacht zijn ingekrompen en omgevormd tot organisaties die flexibel troepen kunnen uitzenden om wat met een mooie term heet 'de internationale rechtsorde te verdedigen of op te leggen'. Inmiddels zijn in totaal 25.000 Nederlandse militairen uitgezonden geweest naar onder andere Cambodja, voormalig Joegoslavië, Haïti en Angola. Een schaduwzijde is er ook: zeven doden, zestien zwaargewonden, vaak verminkt voor het leven. Zij vielen voor God en Vaderland, maar wel ver van het moederland. Vier invaliden komen hieronder aan het woord. Over hun leven en hun handicap. Zij vormen het levende bewijs van een 'aanvaardbaar risico', zoals politici dat afstandelijk kunnen formuleren. John Weerensteyn: Dat overkomt mijn buurman, denk je, maar je vergeet dat je buur man ook een buurman heeft. foto Phil Nijhuis John Weerensteyn (42), sergeant bij de geneeskundige troepen, werd in sep tember '93 uitgezonden naar voormalig Joegoslavië. Drie weken later reed bij met twee collega's in Kroatië op een mijn. Een dwarslaesie veranderde zijn leven. Het is al weer drie jaar geleden, maar ik ben nog steeds bezig te accepteren dat ik vanaf mijn middel verlamd ben. Dat ik gebonden ben aan een rolstoel, dat ik niet meer kan klussen zoals vroeger, dat ik geen militair meer ben. Je leert er mee leven, maar aanvaarden doe je het nooit. ,,Je weet dat er risico's zijn als je militair bent, maar daar denk je niet echt over na, ook niet toen mijn oproep kwam voor Joe goslavië. Je denkt: dat overkomt mijn buurman, alleen realiseer je je niet dat je buurman óók een buurman heeft. De situ atie ter plaatse interesseerde mij niet zo. Sommige collega's gingen uit idealisme, om de mensen daar te helpen. Ik ging vooral om onze eigen soldaten te onder steunen, in medisch opzicht en mentaal. Ik wilde nuttig zijn voor onze jongens." Verschrikkelijke knal „Ik was nog geen drie weken in Kroatië toen het gebeurde. Met twee collega's gin gen we in de omgeving van Darovar in West-Slovenië het front tussen de Kroa- ten en Serviërs verkennen. We passeerden een VN-checkpoint en de Argentijnse VN-soldaten wuifden ons vriendelijk door. Er was niets aan de hand, zo leek het. Een stuk verderop werd de weg slecht. Er zaten gaten in. We vertrouwden het niet en besloten terug te keren. We reden ach teruit en toen kwam die verschrikkelijke knal. Onze collega die achterin de jeep zat heeft vermoedelijk niets gemerkt. De mijn ontplofte precies onder hemIk werd door de voorruit geblazen. Door die val brak ik mijn rug. Door mijn medische op leiding wist ik onmiddellijk wat er aan de hand was." „Ik kon m'n benen niet meer bewegen. De chauffeur, die zijn schouder had gebro ken. ging hulp halen. Hij moest lopen en bleef 3.5 uur weg. Intussen lag ik op de grond te wachten, in de buurt van mijn dode collega, in een verlaten, gevaarlijke streek. De chauffeur had me een wapen gegeven om me te kunnen verdedigen. In die lange uren is m'n leven voorbij gegle den. Je weet dat het nooit meer wordt zo als het was. Je denkt aan je vrouw en kind. Aan je baan en aan je actieve hobby's. Ik heb er over gedacht om zelfmoord te ple gen. Het wapen had ik in m'n hand. Maar ik hecht toch aan het leven „Vier maanden heb ik in het ziekenhuis gelegen. Ik dacht alleen maar: als ik in mijn rolstoel zit wordt alles beter, dan kan ik me bewegen. Toen ik 'm eindelijk kreeg, kwam de klap. Die stoel zou mijn leven worden. Je merkt hoe beperkt dat ding ei genlijk is. Ik kwam in een diep dal te recht." Vechten, „Aan belangstelling had ik geen gebrek. De generaals stonden allemaal rond mijn bed. Ze beloofden dat ik me geen zorgen hoefde te maken over de toekomst. Defen sie was aansprakelijk voor alle kosten. Maar de werkelijkheid was wel even an ders. Voor alles heb ik moeten knokken. Ze hadden weinig ervaring met oorlogs invaliden. Ik ging ervan uit dat ik het net zo goed moest hebben als vroeger. Ze wil den mij een kleine auto geven, maar ik heb een vrouw, een kind, een hond en de rol stoel moest er ook nog bij. Ik wilde een re delijke, ruime auto. Zo moesten er dui zend en één dingen geregeld worden. Ik werd door Defensie ervaren als een lastige klant, maar wat zij als compensatie bo den. vond ik onvoldoende. Ik wilde als mi litair behandeld worden en niet als een in valide uit de burgersamenleving. Het heeft jaren geduurd eer ik alles voor el kaar had. Ik beet me vast in die bureau cratische regelgeving van Defensie. Het was een uitlaatklep voor m'n woede en frustraties. Daarom ben ik nu tevreden. Door mijn vechtlust heb ik veel voor el kaar gekregen en het heeft me ook door het diepe dal heen gesleept." Aanvaardbaar risico „Politici praten over uitzending naar Joe goslavië in de trant van een 'aanvaard baar risico'. Dat is een abstract begrip. Ze realiseren zich te weinig dat mensen ge dood of verminkt kunnen worden, gete kend voor hun hele leven. Ik heb een hoge prijs betaald in dienst van het vaderland, voor een politiek doel ergens ver weg." Ad Aarts: Mijn been was er af, in rook opgegaan; ik heb alleen een stukje van mijn schoenveter teruggevonden. foto Phil Nijhuis Ad Aarts (48), adjudant van de Explo sievenopruimingsdienst van de luchtmacht, moet nog een poosje revali deren. maar daarna zal hij weer als van ouds wroeten in de grond op zoek naar mijnen. In Bosnië rukte 23 april 1996 een antipersoneelsmijn zijn rechter onder been af. Ondanks de pijn, zo vlak na de ontplof fing, ben je bezig met overleven. Mijn been was er af. dat zag ik gelijk, maar waar was het? Ik heb om me heen gekeken, maar ik heb het nergens meer gezien. In rook opgegaan. Het enige wat ik heb ge vonden was een stukje van m'n schoenve ter, aan een tak in een boom." „Ik liep samen met collega-mijnopruimer Henk van der Slik op het pad waar we mij nen moesten gaan ruimen. Hel lag in de buurt van het stadje Turbe in Centraal- Bosnië, waar Kroaten en moslims tegen elkaar hadden gevochten. Waar volgens onze informatie geen mijnen behoorden te liggen, lagen er helaas wel een paar." „Henk was door de ontploffing bewuste loos geraakt, terwijl ik een paar meter verderop lag, zonder been, een open bot breuk en een slagaderlijke bloeding aan mijn linkerbeen. De pijn was intens. Ik dacht: ik moet hier weg. ik moet mezelf in veiligheid brengen. Net toen ik wilde wegkruipen, kwam Henk bij. Gelukkig maar. Hij zag dat er onder m'n mg nog twee andere mijnen lagen. Aan hem heb ik mijn leven te danken én aan gewonden verzorger Robbert Willems. die op zijn eerste klus meteen een mijnenveld in moest, terwijl ze iedereen op de cursus vertelden: ga nooit van de weg af. Toch deed hij het." „Henk heeft eerst die twee mijnen onder me weg gehaald en is daarna al prikkend een weg gaan vrijmaken door het mijnen veld naar een loopgraaf vijftig meter ver derop. Die was mijnen vrij, wisten we. Wat Henk deed was zenuwslopend, omdat je weet dat je collega ligt dood te bloeden. Hij heeft er 25 minuten overgedaan." Gevaar „Samen met de hospik kwam Henk terug. Het moeilijkste moest toen nog komen. Ze moesten met een brancard door het mij nenveld. Als je achter de brancard loopt zie je niks, je weet niet goed waar je je voe ten moet zetten. Ik gaf aanwijzingen van af de brancard. Het was echt iets wat we met z'n drieën deden. Bij de loopgraaf donderden we in een kuil. de brancard lag bovenop me. Maar we waren wel veilig. Als Henk en Robbert er niet waren ge weest, had ik het niet gered. Zij hebben met gevaar voor hun eigen leven mij het mijnenveld uitgesleept „Terwijl ik nog in het ziekenhuis van Novi Travnik lag, heb ik het verzoek ingediend of ik bij de explosievenopruimingsdienst van de luchtmacht mocht blijven werken. Binnen 24 uur nadat ik mijn been had ver loren lag het verzoek al in Den Haag. Je moet er snel bij zijn en voor jezelf opko men. Als je afwacht wordt alles voor je ge regeld. Ik wilde niet afgeschoven worden naar een kantoorbaantje. Tot mijn grote genoegen is het verzoek gehonoreerd, ik blijf op vliegbasis Gilze Rijen werken als mijnopruimer." Hobby „Mijn werk is mijn hobby, mijn grote lief de. Ik doe het al vanaf 1977 en met heel veel plezier. Dat mijn been weg is, is na tuurlijk heel erg. maar als ik mijn baan had verloren, zou het pas echt trauma tisch zijn geweest. Ik had er ook geen moeite mee naar Bosnië te gaan. We wis ten dat het gevaarlijk kon zijn. Achteraf zeg ik, dat vooral de enorme hoeveelheid mijnen die daar gelegd is de grootste ge vaarsfactor vormde. Daar ben ik echt van geschrokken." .„Ik kom over als iemand die het verlies van zijn been redelijk heeft verwerkt. Maar dat is schijn. Pas nu, ruim een half jaar later, begin je echt je been te missen. Ik deed veel aan sport en had een uitste kende conditie. Nu kan ik niet eens de trap op en kan ik maar een paar honderd meter lopen. Dat doet pijn. Mijnen zijn moordwapens, het is afschuwelijk wa pentuig waar vooral de burgerbevolking het slachtoffer van wordt. Daarom heb ben we in Bosnië nuttig werk gedaan. Dat is mijn overtuiging. Als ik weer word uit gezonden, heb ik daar geen bezwaar te gen. Mijnenruimen is toch mijn grote lief de." Cees van der Laan Gaby Looman (21), soldaat bij de Luchtmobiele Brigade, verloor zijn arm en een groot deel van zijn stem door een antitankgranaat. Zijn frustratie is echter dat zijn onderdeel in het Bosnische Simin Han nauwelijks aandacht kreeg in Nederland. T T 7at pijn heeft gedaan is hoe de Dutch- VV batters uit Srebrenica als helden werden ontvangen. Eerst in Zagreb en la ter op Soesterberg, met muziek, politici, generaals en grote media-aandacht. Dat was voor mijn maten in Simin Han. waar ook een deel van de Luchtmobiele Briga de zat, niet het geval. Op het vliegveld stonden alleen familie en vrienden. Het haalde niet eens de krant." „Als je weet wat die jongens hebben mee gemaakt, is dat niet terecht. Wij opereer den in een uiterst gevaarlijk gebied ten noorden van de Bosnische stad Tuzla. Er zijn mensen omgekomen en gewond ge raakt. Wij hebben veel voor onze kiezen gekregen in Simin Han, of beter gezegd op observatiepost Tango 2 in de Sapna-poc- ket. Vlak nadat ik naar het hoofdkwartier in Simin Han werd overgeplaatst, werd onze maat Jeffrey Broere gedood tijdens een granaatbeschieting, vermoedelijk door Serven. Zijn dood heeft een onge looflijke indruk gemaakt, we waren er kapot van. Het was regelrechte moord, gericht op VN-soldaten die de vrede moesten bewaren." Boordschutter „Wij reden op 3 juni 1995 met onze YPR (een gepantserd rupsvoertuig) terug van de observatiepost. Ik was boordschutter en hield de omgeving in de gaten. Ineens was er een flits en daarna weet ik niets meer. Ik kwam pas zes dagen later bij in het militair hospitaal in Utrecht. Later hoorde ik dat de chauffeur vanuit de ber gen een vuurbal op de pantserwagen zag afkomen, zeer waarschijnlijk van Servi sche zijde. De antitankraket schampte het voertuig en ontplofte. De comman dant van de YPR, een sergeant, en ik waren de klos, want wij staken met onze bovenlichamen uit het voertuig om de omgeving te verkennen Hij is op een ver schrikkelijke manier gewond gei-aakt en het is een medisch mirakel dat hij het uit eindelijk heeft overleefd. Ik verloor mijn linkerarm en ik kreeg een scherf in mijn strottenhoofd. Mijn stembanden en slok darm waren vrijwel weg en m'n kaak was gebroken. In het vliegtuig terug naar Ne derland ben ik bijna overlóden. Ik had een longtrauma, maar gelukkig hebben ze me kunnen redden." „De eerste reactie als je bijkomt uit je co ma i&er één van paniek: je aim is weg. Aan de andere kant heb ik wel eens gezegd: als mij iets overkomt, raak ik liever een arm kwijt dan een been, omdat je anders zo moeilijk kunt lopen. Mijn stem was ook een grote zorg. Eerst dachten ze dat ik nooit meer zou kunnen praten. Maar al gauw had ik in de gaten, dat ik wel gelui den kon produceren. M'n kaken waren dichtgenaaid, maar ik kon al een beetje grommen." „Sommigen zeggen dat ik pech heb ge had. Je kunt het ook anders bekijken. Als ik denk aan Jeffrey Broere, dan hebben hij en zijn familie de hoogste prijs betaald en heb ik geluk gehad. Als de granaat de pantserwagen had geraakt dan waren er vijf mensen dood geweest. Ik ben een nuchter mens. altijd al geweest en ik ben sinds die aanslag alleen maar nuchterder geworden." „Mijn stem zal nooit meer worden als vroeger, het blijft een hees geluid. Als ik iets koop in de winkel, zeggen ze soms feestje gehad? Tegenwoordig laat ik het maar, ik reageer niet meer." „Ik kan niet meer terug naar het leger Ze hadden gezegd dat ze er alles aan zouden doen om mij voor het leger te behouden, maar dat hebben ze niet kunnen waarma ken. De keuringseisen zijn streng. Mijn toekomst ligt waarschijnlijk bij een bur- gerbaan bij Defensie, maar niet van harte, want ik moet mijn uniform uitdoen." „Mijn familie heeft het er moeilijker mee dan ik om mijn invaliditeit te accepteren. Mijn broer, ook een militair, zegt dat het hem had moeten overkomen en niet zijn kleine broertje. Ik zelf leer er nu mee om gaan, maar accepteren doe je het nooit. Je hebt wel rancune jegens de mensen uit voormalig Joegoslavië, of het nu Kroaten, moslims of Serviërs zijn. Als ik hier in Ne derland mensen Joegoslavisch hoor pra ten, ga ik er met een boog omheen. Ik wil ze niet ontmoeten en wil niet met ze pra ten." Gaby Looman: Sommigen zeggen dat ik pech heb gehad, maar je kunt het ook anders bekijken. foto Phil Nijhuis foto Nick Sharp Nederlandse VN-soldaat begeleidt vluchtelingen uit Srebrenica, juli 199;

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 27