Kerstboom legt het loodje kerst PZC Fijnspar aardt niet in ons zeeklimaat kort Kerstkaart Even bij de Hema een stel kaarten kopen met be sneeuwde landschappen in de sfeer van Anton Pieck, je naam erop krabbelen en dan de hele rommel zo snel mo gelijk inde brievenbus dum pen, Zo ging het vroeger, maar in de jaren negentig kan dat 'absoluut' niet meer. Met een kerstkaart moet je 'scoren', zoals dat tegen woordig heet. Zo'n kaart moet iets vertellen over je zelf, over de markante per soon die je bent. Zodat de ontvanger denkt: 'wat een voorrecht, dat ik die gabber tot mijn vrienden mag reke nen', Aan de slag dus. Zelf een eigen kaart ontwerpen, dat is de grote 'hype'. Plak ken en knippen. Composi ties maken. Naalden uit de kerstboom trekken en op de kaart plakken. Of eigen breiwerk. Nieuwste trend: een kerstkaart met een foto van jezelf erop. Of de baby, die op een schapenvachtje ligt. 'Kijk, jongens, dit is ons eigen kerstkindje'. Dat is pas 'kicken', zeggen we in 1996. En we hopen stiekem dat onze kaart bovenaan het touwtje in het huis van de ontvanger wordt opgehan gen. Witte kerst Bing Crosby was geen ge wone zanger. Hij was een 'crooner'. Dat is een vrij wel onvertaalbaar woord. Een 'kreuner' is het in ieder geval niet. Misschien zou je kunnen spreken over een vertolker van romantische smartlappen. En zeg nu zelf: wat is er romantischer dan een witte kerst? Crosby droomde ervan in zijn we reldberoemde nummer, op genomen in 1942, Er zijn 25 miljoen exemplaren van verkocht. Iedereen wil graag een witte kerst, en ge leerde koppen hebben zich afgevraagd hoe dat komt. Sneeuw is altijd mooi, dus waarom smeken we er uitge rekend met Kerstmis om? De meningen lopen uiteen. Sommige wetenschappers zeggen dat een sneeuwde ken voor 'licht' zorgt in de donkere dagen. Anderen menen dat Kerstmis de fa miliebanden versterkt, een gevoel dat sterker wordt naarmate het buiten kouder en 'enger' is. Tenslotte zou de maagdelijk witte sneeuw een symbool van de maagd Maria kunnen zijn. Een wit te kerst in Nederland is hoe dan ook zeldzaam, en komt gemiddeld eens per dertien jaar voor. Supersonisch Amerikaanse weten schappers hebben het uitgerekend: in de kerstnacht moet de kerst man over de hele wereld in circa negentig miljoen hui zen door de schoorsteen kruipen, om zijn kerstca deaus te bezorgen. Hij moet daarvoor dan een afstand afleggen van exact 121,5 miljard kilometer. Dat bete kent dat het oude baasje door het luchtruim suist met een vaart van 1046 kilome ter per seconde. Dat komt neer op drieduizend keer de snelheid van het geluid. En dat kan dus niet, zeggen de onderzoekers. Hun trieste conclusie is, dat de kerst man niet bestaat. Onzin, na tuurlijk. De kerstman is wel oud, maar gaat met zijn tijd mee. Dus beschikt hij over een supersonische slee, een space shuttle met automa tisch door computers ge stuurde rendieren, waarmee hij in luttele seconden de wereld rondvliegt. We blij ven maar gewoon in de kerstman geloven, wat die heidense Amerikanen ook mogen beweren. Landgenoten De koninklijke radio- groet op Eerste Kerst dag werd voor het eerst 65 jaar geleden uitgeproken, in 1931 door koningin Wilhel- mina. Radio was een nieuw medium en de vorstin voelde zich niet op haar gemak. De toenmalige minister-presi dent Ruys de Beerenbrouck zei tegen AVRO-voorzitter Willem Vogt: „De aanblik van een microfoon maakt Hare Majesteit nerveus." Uiteindelijk was de konin gin toch bereid het volk toe te spreken. Haar boodschap werd uitgezonden door de NCRV. „Over de wereld, ge dompeld in kommer, daalt de kerstnacht, komt de lief de van God ons lichtend te gemoet, schenkt God zijn heerlijke gave. Immanuel daalt af in onze diepste nood. Het licht schijnt in de duisternis." Er is in 65 jaar veel veranderd, maar de kerstgroet is gebleven. En koningin Beatrix is allesbe halve een type om nerveus te worden van een microfoon, die voor haar grootmoeder nog een nieuw technisch wonder was. dinsdag 24 december 1996 In het Nederlandse bos zijn alleen de sperwer, de kuifmees en het goudhaantje nog blij met de aanwezigheid van de kerstboom. Het hout van de boom levert geen cent meer op. Alleen de krantenpapierfabriek neemt soms nog een paar stammetjes af van de fijnspar, die rond 1900 als werkverschaffing aan werklozen op grote schaal in Nederland werd aangeplant. Als kerstboom volgehangen met ballen en engelenhaar in huis en winkelcentrum heeft de kerstboom het daarna in Nederland helemaal gemaakt. Maar in de bossen gaat het niet goed met de fijnspar. De boom blijkt niet bestand tegen zure regen en stormen. Bosbouwers zijn de kerstboom liever kwijt dan rijk. „Als ze eenmaal zijn gekapt, planten we niet meer aan." Z n Nederlandse collega's, van wie de na zaten nu alle winkelstraten decoreren met kerstbomen, hadden zelfs nog nooit van een kerstboom gehoord en versierden in die tijd alleen hun winkels als sinterklaas speculaas, marsepein en pepernoten in kocht. Om het succes van de kerstboom actie van Nölken onderuit te halen, deden Nederlandse banketbakkers zelfs voor stellen om twee keer in de december maand sinterklaas te vieren: op 5 decem ber en met de kerst. Volgens historisch onderzoeker AJ. Dek ker. die verslag deed van zijn bevindingen in het Volkskundig Bulletin, waren het Nölken en andere Duitse immigranten die de oer-Duitse kerstboomstraditie in Ne derland introduceerden. Compleet met kerstballen, pieken, kerstkransjes, kaars jes, Weihnachtstol en natuurlijk de hart versterkende opgewarmde rode wijn met veel kruiden. Arbeidsverschaffing Voor onze vooroudérs was de versierde kerstboom tot ongeveer 1840 een totaal onbekend fenomeen. In de Nederlandse bossen werd de kerstboom pas rond 1900 en 1935 massaal aangeplant als arbeids verschaffing aan werklozen, die verplicht de handen aan de schop moesten slaan om 'woeste grond' te ontginnen. Tot groot verdriet van hedendaagse boseigenaren en natuurbeheerders, want die willen unaniem van de kerstboom af. Kerstbo men op middelbare leeftijd blijken niet tegen een stormpje in ons zeeklimaat op gewassen, breken bij windkracht tien als lucifershoutjes, of vallen met wortel en al tegen de grond. Uit het onderzoek van Dekker blijkt dat toentertijd eerst de winkeliers in de sjieke Amsterdamse winkelstraten met opge tuigde kerstbomen kwamen om de welge stelde klantenkring naar de winkels te lokken. Verder gingen de adel, onder wie de Oranjes - ook vanwege de intensieve contacten met Duitsland - en de gegoede burgerij ertoe over een kerstboom in huis te halen. Overigens was het rond 1840 ook in Duitsland geenszins algemeen gebruik dat er een kerstboom in de woningen stond. Een versierde boom was lange tijd voorbehouden aan de rijken. Het gewone volk in Nederland vergaapte zich aanvankelijk alleen in winkelstraten aan de bomen met geëmailleerde glim mende kerstballen en kaarsjes, maar pie kerde er niet over een fijnsparretje in de toch al veel te kleine woning te zetten. Als er al een boom het huis binnenkwam dan uitsluitend in de vorm van brandhout. Kerstbomen waren bovendien duur, al daalde de prijs naarmate de vraag steeg. In 1858 kostte een kerstboom een tot drie gulden. In 1879 nog slechts 35 cent, zo blijkt uit onderzoek naar krantenadver tenties uit die tijd. Gezinsideaal De opkomst van de kerstboom en de he dendaagse kerstviering ging in Neder land niet zonder slag of stoot. De in vloedrijke Maatschappij tot Nut van het Algemeen was in de vorige eeuw voor stander van een huiselijke kerstboomi dylle. De kerstboom werd gezien als ver sterking van het gezinsideaal. Met het hele gezin gezellig rond de kerstboom was in elk geval beter dan de uitbundige drinkgelagen bij bruiloften of na afloop van begrafenissen. Bovendien, zo beschrijft Dekker, was 't Nut niet gecharmeerd van het sinter klaasfeest. Want Sint en Piet waren door hun 'ruwe bangmakerij' niet best voor de kinderziel. Sinterklaas hield zich bezig met 'bijgelovige praktijken' en dat kon deze organisatie van gegoede burgers niet bekoren. Tot de verbreiding van de kerstboom on der het gewone volk hebben in Nederland vooral de zondagsscholen bijgedragen. Als aardige afsluiting van het jaar ont stond de gewoonte tijdens de zondagse bijbellessen in scholen een kerstboom te plaatsen, compleet met stichtelijke ca deautjes als psalmboekjes en bijbels. Door deze vorm van kerstviering werd de nadruk gelegd op 'Jezus als kinder vriend'. Er was echter ook protest. Zo wilden in 1885 de zondagsschoolleiders in Uit hoorn geen kerstboom meer, omdat niet het geloof in het middelpunt van de vie ring werd geplaatst, maar de opgetuigde kerstboom, de versnaperingen en de ca deautjes. Ook ontstond er rond 1880 een heftige pennenstrijd over de vraag of de kerstboom ons door de Duitsers was op gedrongen ten koste van het sinterklaas feest. Redacteur H. ter Veer van het 'Nieuws van de Dag' begon in 1880 een emotionele actie om het sinterklaasfeest te behouden Feitelijk werd de kerstboom als middel punt van de huiselijke kerstviering pas na 1945 gemeengoed. Steeds meer mensen haalden een fijnspar in huis die werd op getuigd met kleurige ballen, engelenhaar, een glanzende piek en echte waskaarsen. Die brandende kaarsen bezorgden de vrijwillige brandweer in heel Nederland in de decembermaand handenvol werk. Menig brandweerman moest jaarlijks dan ook het gebraden kerstkonijn en de gefrustreerde familie achterlaten voor het bestrijden van de zoveelste kerst- boombrand. Aan het massaal uitrukken van de brand weer rond de kerstdagen kwam een einde door de groeiende populariteit van de elektrische kerstverlichting. Eerst bin nenshuis, maar later ook buitenshuis werden dennenbomen op grote schaal volgehangen met lampen, alle campagnes voor energiebesparing ten spijt. Teelt De opkomst van de kerstboom als decora tie in de kersttijd deed de vraag naar kerstbomen enorm groeien. Op dit mo ment komen veel kerstbomen uit Scandi navië en Polen. Menig volkstuinder, boer of boseigenaar in Nederland beplantte een achteraf hoekje met kerstbomen om een aardige stuiver bij te verdienen. De kunst van het kweken van een goede kerstboom is het voorkomen van bruine takken. „Voor kerstbomen selecteren we geen zaad voor een snelle groei, maar om een mooie, dichte boom te vormen", verklaart hoofd onderzoek terreinbeheer Gert Kra nenborg van het Instituut voor Bos- en Natuuronderzoek in Wageningen. „De kerstboomkweker krijgt vervolgens een goede kerstboom door het onkruid te be strijden. Hoog gras onder de bomen ver oorzaakt bruine takken. Ook bomen die te dicht op elkaar staan, worden niet mooi." Veel zaad is er voor de kerstboomteelt overigens niet nodig. Eén kilo is genoeg voor honderdduizend boompjes. Begin deze eeuw werd de fijnspar in de Nederlandse bossen geïntroduceerd. Een ver gissing, bleek in 1972 en 1973, toen hele kerstboombossen tegen de vlakte werden ge blazen. foto's Charel van Tendeloo In het Nederlandse bos werd de fijnspar aan het begin van deze eeuw geïntrodu ceerd, omdat de soort snel groeide en bo vendien vurenhout leverde dat als goed koop zaaghout en voor de fabricage van palen uitstekend dienst kon doen. Op de zandgronden van Drenthe, Overijssel, Gelderland, Brabant en Limburg ver scheen de kerstboom in enorme aantallen. Vooral de heidevelden, nu de meest be dreigde natuur in Nederland, werden op grote schaal met fijnsparren ingeplant. Maar wat in de bosbouw tot een succes story werd uitgeroepen, bleek met name bij de stormen inde jaren 1972en 1973een geweldige mislukking. In Drenthe, maar ook in de rest van Nederland blies de wind kerstboombossen massaal tegen de vlak te. De bomen braken af of werden met wortel en al door het natuurgeweld tegen de grond gewerkt. Honderden hectares gingen tegen de vlakte, het werd een dra ma voor het bosbeheer in Nederland. „Uit de gevoeligheid voor storm blijkt dat de fijnspar van nature niet in ons land thuishoort. De fijnspar wortelt onvol doende om ons zeeklimaat te trotseren. Om die reden zijn wij begonnen de fijns par langzamerhand uit ons bos te verwij deren". zegt boswachter Sjaak van Dijk van Staatsbosbeheer op de Sallandse Heuvelrug. Er staat nog 32 hectare fi jnsp- arbos op de Sallandse Heuvelrug dat om streeks 1950 werd geplant. In geheel Ne derland zetten boseigenaren de bijl in de kerstboom. En waar de kerstboom ver dwijnt, wordt de fijnspar niet meer inge plant. Sjaak van Dijk behoort overigens met tot de bosbouwers, die vinden dat alle exo- ten. de in Nederland niet van nature thuishorende boomsoorten, moeten ver dwijnen. „Nee, wij streven in ons bos naar een optimale variatie in soorten en leeftij den van de bomen. Wat mij betreft mogen er best exoten blijven staan. Alleen de fijnspar voldoet als groenblijvende naaldboom niet. Het is in Nederland beter de larix, de douglasden of natuurlijk de inheemse grove den aan te planten. Maar waar de fijnspar door natuurlijke uitzaai weer groeit, daar gaan we de soort zeker niet bestrijden." Ook bosbaas Gert Jan Roelofs van het Twentse landgoed Twiekel, met 4000 hec tare een van de grootste particuliere na tuurgebieden in Nederland, heeft de kerstboom al bijna uit het bos verbannen. „We laten de bestaande opstanden nog groeien om ze uiteindelijk voor de beste prijs te verkopen. Maar als ze eenmaal zijn gekapt, planten we geen fijnspar meer aan." Beuken, eiken en grove den nen nemen op Twiekel de plaats van de kerstbomen in. De teloorgang van de kerstboom in het Nederlandse bos heeft ook een economi sche achtergrond. De kwaliteit van het Nederlandse kerstboomhout is aanzien lijk minder dan van fijnsparren uit Fin land en Zweden. Bovendien levert het hout in Nederland geen cent op.,Voor bo men met een stamdiameter van 27 centi meter op borsthoogte krijgen we op dit moment een tientje. Dat is wel eens het dubbele geweest, maar deze opbrengst is natuurlijk bijzonder laag." De belangrijkste klant is de krantenpa pierfabriek Parenco, die af en toe een la ding Nederlands kerstboomhout op koopt. Sperwer Over de betekenis voor planten en dieren van de kerstboombossen staan de natuur beheerders evenmin te juichen. „De fijns par biedt optimale broedgelegenheid voor de kuifmees en het goudhaantje", vat boswachter Sjaak van Dijk de ecologi sche betekenis van de kerstboom samen. Met name in de monotone dennenbossen komen nauwelijks andere vegetatie en dieren voor. Alleen schimmels en insec ten, die het leven van de kerstboom zuur kunnen maken. Dat kan bijna letterlijk worden opgevat, want in het Nederlandse bos blijkt de kerstboom ook nog eens bij zonder gevoelig voor luchtvervuiling. Voor wat betreft de ecologische betekenis van de kerstboom is er één uitzondering. En dat is het voorkomen van een bijzon dere roofvogel, de sperwer. De rond 1900 aangeplante fijnsparbossen bereikten reeds voor 1940 een aanzienlijke stam- dikte en hoogte. Uit toenmalig onderzoek van de bioloog Luuk Tinbergen, broer van de Nederlandse Nobelprijswinnaars Nico en Jan. bleken de fijnsparbossen uitste kend geschikt als broedgebied voor de sperwer, een middelgrote op het eten van vogels gespecialiseerde roofvogel Fijnsparren van middelbare leeftijd blij ken een optimale dekking te bieden voor de sperwers, die hun prooien het liefst vanuit een schuilplaats onverhoeds ach tervolgen. Open plekken in het bos funge ren als aanvliegroute. Nog steeds is de kerstboom de meest geliefde broedplaats van deze roofvogel. Voor de kerstboom in Nederland lijkt al leen nog toekomst in de huiskamers Het areaal kerstboombos is zo klein gewor den, dat de soort in de jaarlijkse bosstalis- tiek alleen nog opduikt in het hoofdstuk 'overig naaldhout'. Hier en daar laten boseigenaren nog een fijnspar staan om de schoonheid. Maar daar is dan ook alles meegezegd. Jan Benge voord In Nederland heeft de kerstboom lange tijd geen enkele betekenis gehad. De verhalen dat de hunebedbouwers al kerstbomen uit de Drentse naaldwouden sleepten om heidense rituelen met geurig groen op te fleuren, zijn fabeltjes. Na tuurlijk stookten de steentij dmensen en de latere Germanen vuurtjes bij hun kam pementen en versierden ze hun hut of boerderij mogelijk met een takje groen, maar dat heeft met kerstgebruiken zoals we die nu kennen helemaal niks van doen. Sterker: in de Nederlandse bossen kwam de kerstboom, de fijnspar of Picea abies, tot pakweg 1850 helemaal niet voor. Het was de Berlijnse banketbakker C. Nölken, die aan de wieg stond van de Ne derlandse traditie om een kerstboom in huis te halen. Op 1 mei 1844 besloot hij z'n geluk in ons land te beproeven met Duitse lekkernijen.' Zoals veel Duitse midden standers in die tijd vestigde hij zich in Amsterdam. Om in de kersttijd klanten te winnen voor zijn gebak en andere zoetig heden plaatste hij, geheel volgens Duitse middenstandstraditie, een rijk versierde kerstboom voor z'n zaak. Dat baarde veel opzien want kerstbomen waren in die tijd een rariteit in ons land. De Maatschappij tot Nut van het Algemeen wilde eind vorige eeuw dat elk gezin een versierde kerstboom in de huiskamer zette. foto archief Wim R ie mens

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 36