kerst
Koerdistan
laat hem
nooit
meer los
PZC
24
Kerst heeft weinig met geloof te maken
Sophie Mar got, 6 december 1988
dinsdag 24 december 1996
Alleen een gewapende
strijd voert tot een vrij
Koerdistan of een gebied met
enige autonomie. Daarvan is
Sam Barzendji, een
Koerdische vrijheidsstrijder
uit Irak die in 1991 naar
Nederland is gevlucht, na
jarenlang verzet overtuigd.
Aan de vrijheidsstrijd van de
Koerden komt volgens hem
voorlopig dan ook geen einde.
Die gaat waarschijnlijk door
tot de laatste man of vrouw is
gevallen. Omdat hij het beu
was om zich continu te moeten
verschuilen heeft hij zijn
vaderland verlaten voor een
nieuw leven in het Westen.
„Hier kan ik veel meer voor
mijn mensen doen",
verklaart hij.
Wie de beelden van de
tentenkampen in het
onherbergzame noordoosten van
Irak ziet, gruwelt. Sinds 1991 zijn
hier 150.000 Iraakse Koerden
naar toe gevlucht. Zij verkeren al
jaren in erbarmelijke
omstandigheden, zonder wanne
kleding, te weinig voedsel en
zonder hoop op verbetering in de
nabije.toekomst. Het gebied is
moeilijk bereikbaar, ook voor
hulpverleners, zeker nu de strijd
tussen de PDK (Democratische
Partij van Koerdistan) en de PUK
(Patriottische Unie Koerdistan)
weer is opgelaaid. Veel
vluchtelingen hebben
familieleden verloren en vechten
nu voor hun eigen leven. Murw
geslagen laten ze de ellende die
met de dag groeit over zich heen
komen. De meesten hebben elk
vertrouwen in de wereld verloren.
In een van die kampen verblijven
de moeder en de twee zussen van
Sam Barzendji. Na bijna vijf jaar
heeft hij eindelijk hun
verblijfplaats gevonden via
Koerden in Nederland. Maar er
bestaat geen mogelijkheid om met
ze in contact te komen. Er komt
geen post. Telefonisch contact is al
helemaal ondenkbaar in een
gebied waar zelfs elektriciteit
ontbreekt. En zelf kan Barzendji
niet terug. „Misschien kan mijn
moeder een keer naar Nederland
komen", zegt hij, zonder dat hij
het meent. Hij beseft ook wel dat
dat nooit zal gebeuren. Daar kan
zelfs een Henny Huisman met zijn
Supriseshow niets aan
veranderen. Haar gezondheid laat
haaf geen zware reizen meer toe.
Bovendien is heel veel geld nodig
om de Turkse grens te kunnen
passeren. Er moeten illegale
documenten worden aangeschaft
en douaniers vragen een fiks
bedrag voor hun diensten.
Politiek spel
Over de ontwikkelingen in zijn
vaderland is Barzendji bezorgd.
„Het is niet slim", merkt hij op en
schudt zijn hoofd. Volgens hem is
de strijd tussen de PDK en de PUK
het gevolg van een politiek spel
waar de Turkse regering achter
zit. Hij volgt het nieuws over zijn
land op de voet. Dat doet hij
vanuit zijn huiskamer in
Middelburg. In de woning, die hij
deelt met zijn Nederlandse
echtgenote Ineke, herinnert
overigens opvallend weinig aan
Koerdistan of Noord-lrak. Bijna
alles heeft hij moeten achterlaten.
Boven de eettafel heeft hij een
kaart hangen van Koerdistan. Een
land dat verspreid ligt over vijf
staten: Irak, Iran, Syrië, Turkije en
de Sovjet-Unie. „Daar kom ik
vandaan, Koerdistan. Irak is niet
mijn land. In Irak ben ik
vreemdeling. Ik moet er Arabisch
spreken. Onze taal en cultuur zijn
er verboden. Koerden
bestaan in Irak niet."
Op zeer jonge leeftijd werd hij
geconfronteerd met de
wreedheden van de Ba'athpartij.
„Mijn vader is in 1974 vermoord
door de mensen van de geheime
dienst. Ik was toen acht jaar oud.
De geheime dienst had
infiltranten in alle lagen van de
bevolking. Mijn vader was een van
de leiders van de PDK die toen al
ondergronds opereerde. Ik
herinner me de geheime
vergadei-ingen bij mij thuis heel
goed. Bij de Ba'athpartij was
bekend dat mijn vader, die
voorman was bij een oliebedrijf in
Kirkuk, actief was in de politiek.
Ze hebben hem op straat
doodgereden omdat ze bang
waren dat hij de Koerden tegen
hen in het harnas zou jagen.
Daarna zijn ze onze familie
blijven lastig vallen. Mijn broer
die met zijn gezin in Kirkuk
woont, wordt regelmatig
opgepakt en zonder reden
vastgehouden."
Tijdens zijn studie voor docent
talen en sport sloot hij zich aan bij
een kleine, links georiënteerde
vx-ijheidspartij. „In 1983 ben ik
gevlucht omdat ik niet in het
Iraakse leger wilde vechten in de
oorlog tegen Iran. Zo kwam ik bij
vx'ijheidsstrijders in de bergen
terecht, 's Nachts gingen we
stiekem naar de stad om daar met
mensen te praten over onze strijd.
We droegen wapens bij ons omdat
militairen op ons schoten.
Gelukkig heb ik maar één keer
moeten schieten. Het was raak,
maar ik weet niet of hij gewond of
dood was. In 1985 ben ik naar
Sylaymanyah gevlucht waar ik
kon onderduiken bij familie. Het
was er onveilig. Je kon er ieder
moment worden neei-geschoten,
Dus ik moest altijd binnen blijven.
Omdat ik dat niet kon volhouden,
ben ik gevlucht."
Schrikbewind
Zijn vrouw Ineke vult hem aan. Ze
vertelt over de verhalen waarvan
hij haar deelgenoot heeft
gemaakt. Over de vreselijke
afslachtingen van de
regeringspartijwaaraan hij liever
niet herinnerd wordt. In de dorpen
werden willekeurige mensen uit
de huizen geplukt en
neergeschoten. De lijken werden
op een stapel op het dorpsplein
gegooid. „Een dergelijk
schrikbewind maakt
haatgevoelens bij de Koerden
wakker, ook al zijn ze voor een
oplossing zonder geweld. De
mensen zijn zo verbitterd. Ze zijn
keer op keer teleurgesteld zodat ze
in een psychologisch vacuüm zijn
geraakt. De meeste Koerden zijn
in een passieve toestand terecht
gekomen. Ze wachten af."
Sam heeft in elk geval alle
vertrouwen in een vreedzame
oplossing vexioren. Alleen Europa
of Amerika kan volgens hem
verandering in de situatie brengen
door in te grijpen. Op dit moment
blijft het echter bij woorden. Ex-
staan te veel economische
belangen op het spel. Enkele
belangrijke expox-tproducten, olie
en uranium, komt uit het
Koerdische gedeelte van Irak. Dat
is ook een van de x-edenen waarom
Ix-ak de Koerden niet wil vrijlaten.
„Ik heb veel geduld, daar staan de
Koerden om bekend. Maar ex-
verandert niets als Europa of
Amerika niet ingrijpen. Alleen zij
kunnen beslissen. Anders vrees ik
het ergste. Zeker is dat zolang
Saddam Hoessein nog leeft, de
Koerden geen vrijheid hebben.
Een Europeaan zou misschien al
lang zelfmoord hebben gepleegd.
Maar ik blijf hoop houden. Hoop
dat de Koerden in de toekomst
kunnen zeggen wat ze willen in
hun eigen taal. Dat ze een eigen
land krijgen waarin ze vi'ij zijn."
Nicole Kluijtnians
Enkele aanwijzingen om de
tweeling uit elkaar te houden:
Max-got mist momenteel vijf
tanden en Sophie zes. Makkelijk
genoeg. Nou wil het nogal eens
wisselen met het wisselen, dus is
het handig te weten dat Margot
aan de achterkant een golfje in het
haar heeft terwijl Sophie over iets
grotere ogen beschikt. Raar en ook
wel een beetje dom van 'de
juffrouws' op school dat ze toch
niet altijd weten wie ze nu
eigenlijk voor zich hebben en dus
geregeld de verkeerde naam
noemen. De tweelingzussen
maken geen misbruik van hun
sterke gelijkenis, zaaien zelf geen
verwarring. Ze zouden het wel
grappig vinden om te ontregelen,
maar ze dóen het niet, nóg niet.
Acht jaar zijn ze geworden, op de
dag na Sinterklaas. De dames Van
Beest uit Hengstdijk zijn even
oud, maar om helemaal precies te
zijn is Sophie de oudste. En de
bxutaalste. Voor de
buitenstaander is het eerlijk
gezegd makkelijker te bepalen wie
wie is door naar het gedrag te
kijken dan naar het uiterlijk.
Margot is wat meer op zichzelf,
wat bedachtzamer. Sophie neemt
graag de leiding, slaat nogal eens
aan het regelen.
Natuurlijk waren het zeer
gewenste kindex-tjes, maar Maaike
en Tim van Beest moesten destijds
toch wel even slikken toen
duidelijk werd dat hun oudste
dochter Coco gevolgd zou worden
door twee nieuwe gezinsleden
inplaats van één. Ze hadden hun
kleine huis pas verbouwd en nu
moest er opeens weer meer ruimte
bijkomen. „We zouden voor twee
kinderen gekozen hebben", zegt
hun moeder. „Het is toch wel druk
hooi-. Ook al omdat ze iets hebben
van 'Samen Sterk'. Ze trekken
gezamenlijk op als iets niet mag.
Maar het is voox-al heel urüek,
geweldig leuk."
Kort geleden heeft zich een crisis
voorgedaan in het leven van de
tweeling. Sophie was verliefd op
een jongen op school en slaagde
erin met hem vaste verkering te
nemen. Die jongen heeft het
uitgemaakt en toen weer aan.
Maar de relatie was toch te ver
heen. Hij vond Sophie 'te vettig'.
En nu heeft Margot verkering met
diezelfde jongen. Sophie weet de
slag aardig te boven te komen.
Jaloers is ze niet. „Alleen als
Margot zo'n lange kauwgum van
hem krijgt."
Allebei zien ze wel bezwaren tegen
het tweelingschap. „Wemaken
vaak ruzie en dat is niet leuk",
verklaart Margot. „Je zit altijd op
één kamer", zegt Sophie. Dat
hoeft trouwens helemaal niet
want er is voorzien in de
mogelijkheid apart te slapen. Dat
hebben ze ook een tijdje
geprobeerd. „Maar ik ging telkens
huilen", erkent Margot.,„Ik was
een beetje bang alleen."
Nu delen ze dus weer een
slaapkamer, maar ze doen ook wel
dingen gescheiden. Uit logeren
gaan bij voox-beeld. Hun ouders
vinden dat goed, want de eenheid
bestaat toch uit twee individuen.
Om daar het accent op te leggen,
krijgen ze verschillende kleren,
hetgeen ook door de
onderwijsgevenden van de
basisschool De Schakel in
Vogelwaarde wel wordt
gewaardeerd. „Ze moeten wel
allebei tot hun recht kunnen
komen", vindt hun moeder.
Vlakbij hun huis is een manege en
daar hebben ze een verzorgpony.
Ze krijgen er les en mogen nogal
eens vrij rijden. Voor Sophie heeft
dat een toekomstbeeld
opgeleverd. Ze wil iets met dieren
gaan doen als ze groot is.
Margot ziet het anders. Zij wil
voor haar moeder blijven zorgen.
Als die oud is.
AJ. Snel
fotografie Ruden Riemens
Ooit droomde dat katholieke
jongetje uit Vlissingen van
een mooi leventje in de oerwouden
van Afxika. Hij moest er een lange
weg voor afleggen, maar hij kwam
er. Want Wim Hofman - nu
tekenaax-, schilder en schrijver van
jeugdboeken - meldde zich op
twaalfjarige leeftijd aan de poort
van het Sint Pauluscollege van de
Witte Paters in Sterksel om er te
worden opgeleid. In de jax-en
daarna genoot hij zeer. Het
celibaat? Het kostte hem geen
enkele moeite,, De stilte was
belangrijk, het mediteren. Je kon
je overal in verdiepen. In vragen
rond ontwikkelingssamen-
werking, maar ook in Sartre en in
de God-is-dood-theorie. Er was
alle tijd. Ik had vrijwel geen
bezittingen. Ja, daar kijk ik met
genoegen op terug", zei hij een
paar jaar geleden in een terugblik.
Maar toen al tekende de kentering
zich voorzichtigjes af. De Witte
Paters vonden hem niet geschikt.
Hofman hield er immers zo z'n
eigen opvattingen op na en dat
was verboden. Niet naar Afrika,
wél priester. Na het groot-
semenarie in Hoeven werd hij
kapelaan in Rijsbergen. Maar
weer ging het niet zo goed. En
uiteindelijk bleek een ommezwaai
in het denken van de Witte Paters
een geschenk uit de hemel. Hij
werd uitgezonden. Oeganda,
Tanzania. Toen hij terugkeerde,
trouwde hij en vex-liet uitei-aard de
kerk. Op dat moment was hij al
behoorlijk atheïstisch. Het was
een onomkeerbaar proces. Drie
jaar geleden: „Ik geloof niet meer,
ik wil er niets meer mee te maken
hebben. De morele dwang in de
kerk is vreselijk. Ik ben er geen
voorstander van ondergeschikt te
zijn aan een hogere macht. Die
wordt altijd opgevoerd om
mensen te knechten."
Nu, vlak voor kerst '96? „Dat
beeld is absoluut niet veranderd.
In deze tijd van het jaar word je
wel weer gemakkelijk aan alles
herinnerd. Het kerstfeest zoals dat
nu bijvoorbeeld wordt gevierd...
het heeft weinig meer met het
christelijk geloof te maken. Het is
allemaal overdaad, maar mensen
hebben dat kennelijk nodig. Het is
commercie, maar schrij f je dat met
een hoofdletter, dan zie je
hetzelfde effect: de mens buigt varx
huis lüt voor hogere machten."
Hij ergert zich groen en geel, niet
alleen aan 'het gedoe rond kerst',
maar vooral ook aan al de
kerkelijke opsmuk eromheen. En
aan alle ontwikkelingen in de
wereld van het geloof. „Ik vraag
me weieens af of het ooit nog
ophoudt. Ja, ik verzet me nog
steeds."
Wout Bareman