Autokapers van Johannesburg schieten snel Weerloze wezen in Kabul PZC reportage Could a snap decision put an end to hijacking. zaterdag 7 december 1996 sbw Ze verloren beiden hun ouders in een van de vele veldslagen om de Afghaanse hoofdstad Kabul. Sindsdien beperkt het leven van Lafeeta (10) en Wazhma (12) zich tot een van ratten vergeven verdieping in een smerig weeshuis in Kabul. Lafeeta en Wazhma mogen net als ongeveer tachtig andere meisjes vanwege de strenge islamitische zeden niet buiten spelen. Ze zijn al ruim een jaar niet uit het weeshuis geweest. Het Bareltadeeb weeshuis in een bui tenwijk van Kabul valt op door zijn lelijkheid en grauwheid. Lang geleden hebben er ramen in het gebouw gezeten. Vervuilde kinderen in gescheurde kleren klauteren door de gaten in de deuren naar buiten. Op de binnenplaats worden jerry cans gevuld bij de enige waterput en naar een van de vijf verdiepingen gesjouwd, want de waterleiding werkt al lang niet meer. In de gangen komt nauwelijks dag licht. Elektriciteit ontbreekt. Ratten schieten door de gangen, kakkerlakken kruipen over de muren. Een kaalgescho ren jongen krijgt van een oppasser een mep, omdat hij niet in de rij voor de eet zaal wil staan. Over de dakrand wapperen de hoofddoekjes van weesmeisjes. Het Bareltadeeb weeshuis is het laatste station voor kinderen die geen ouders of familie meer hebben. Het zijn er honderd duizenden in het door oorlog verscheurde Afghanistan. Zonder familie ben je in dit traditionele land overgeleverd aan de wil lekeur van één van de strijdende partijen. Maar voor meisjes is het nog erger. Lafeeta en Wazhma wonen op de hoogste verdieping van het weeshuis, streng ge scheiden van de jongens, in een volge propte kamer waarin achttien bedden staan. De lakens en kussens zijn bijna zwart van het vuil. De koude herfstwind waait door de gaten in het plastic waar mee de ramen zijn afgeplakt. Net zoals de tachtig andere meisjes in het weeshuis mogen ze niet naar buiten. Nooit. Lafeeta en Wazhma zijn al een jaar niet buiten ge weest, maar anderen soms al jaren niet meer. De enige plek waar ze mogen spelen en frisse lucht kunnen inademen, is het dak van het weeshuis - vijftig meter lang en tien meter breed. In een hoek op het dak kookt een vrouw op een houtvuur een maaltijd van rijst en bonen. Even verder op wordt door enkele meisjes de was ge daan. Lafeeta en Wazhma kijken vaak over de rand van het dak. Beneden zien ze de jongens spelen. „Wij zouden ook graag eens buiten willen spelen. Of een keer naar de stad", vertellen ze hoopvol. Burgeroorlog In het weeshuis verblijven kinderen van een half jaar oud tot en met 21 jaar. Het zijn er zo'n achthonderd. In zijn kantoor zit Abdul Muzlem, de administrateur van het Bareltadeeb weeshuis, te piekeren hoe hij de komende winter moet doorkomen met z'n kinderen: in een onverwarmd ge bouw, zonder geld om eten of brandstof te kopen. De laatste keer dat de Afghaanse overheid geld stuurde was maanden gele den. „De situatie is zeer zorgwekkend. We krijgen geen enkele steun, ook niet van hulporganisaties uit het buitenland." Dat de meisjes niet buiten mogen spelen, vindt hij niet ongewoon. „We hebben hier meisjes die al vijf of zes jaar niet buiten zijn geweest, hoogstens een keer op een georganiseerd uitstapje van een dag. Als ze geen familie hebben om ze mee uit te nemen, dan mogen ze niet naar buiten, overeenkomstig de islamitische wet." Het heeft alles te maken met de strenge is lamitische zeden in Afghanistan, die in Het had erger kunnen aflopen voor Sally en Mark Trevor. Ze hadden ook dood kunnen zijn. De nachtmerrie van hun autokaping eindigde voor hen in Soweto. waar Mark uiteindelijk uit zijn auto werd gegooid en Sally door de ka pers meermalen werd verkracht. Dat ze hun auto kwijt waren, was vergeleken daarmee nog hel minste. De nachtmerrie begon op hun eigen op rit, waar twee mannen zich achter de bosjes hadden verscholen. Terwijl de Trevors stonden te wachten tot hun au tomatische hek openschoof, duwde een van hen een pistoolloop door de smalle spleet van het openstaande autoraam- Mark werd in de kofferbak opgesloten en ze dwongen Sally met hen naar Soweto te rijden. Op dit moment wacht ze vol angstige spanning op de uitslag van een aids-test, in de wetenschap dat de kans groot was dat een van haar verkrachters besmet was. Autokapingen, al dan niet met dodelijke afloop, zijn in Johannesburg aan de orde van de dag. Dagelijks worden gemiddeld 30 automobilisten met een pistool onder de neus gedwongen hun auto plus de sleutels af te staan. Het verschijnsel heeft zo'n vlucht genomen, omdat de meeste Zuid-Afrikaanse auto's inmid dels zijn beveiligd tegen gewone diefstal. Ze zijn uitgerust met alarminstallaties en apparaatjes om de benzinetoevoer te onderbreken en worden zo veel mogelijk in de garage geparkeerd. Overal Kapingen kunnen je overal overkomen: voor je eigen huisdeur of terwijl je in de file staat te wachten voor het rode stop licht. Omstanders zijn meestal te bang om iets te doen. De politie adviseert au tomobilisten standaard om deuren op slot en ramen dicht te houden en om 's avonds niet te stoppen voor rood licht. En verder, om kapers vooral niet het ge voel te geven dat je je verzet, maar zo goed mogelijk mee te werken. De politie zelf kan de strijd tegen de mis daadsyndicaten die de autokapi ngen or ganiseren, niet meer aan. Een gat in de markt voor commerciële beveiligingsbe drijven als Netstar, die zich toeleggen op het opsporen van gestolen auto's. En met succes: het bedrijf weet zo'n 94 procent van de wagens binnen enkele uren terug te vinden. „Tijd is alles", zegt Netstar-directeur Blair Sadler. Want een auto die niet in en kele uren is gevonden, wordt waar schijnlijk nooit meer gevonden. „Die is hetzij uit elkaar gehaald om in onderde len verkocht te worden, hetzij over de grens verdwenen, op weg naar een koper in Malawi of Zambia, die wel graag Mer cedes wil rijden, maar daar niet meer dan 50.000 rand (20.000 gulden) voor neer wil leggen. De auto's worden veelal be taald in drugs, die vervolgens op de Zuid-Afrikaanse markt worden ver kocht." Illegalen De internationale georganiseerde mis daad heeft een flinke vinger in de pap van Zuid-Afrika's gestolen automarkt. Dat geldt volgens Sadler ook voor de ka pers zelf: „Dat zijn voor een groot deel il legalen, Angolezen, Mozambiquanen met jaren van ervaring in de burgeroor logen in hun land, die voor niets terug deinzen." De beveiligingsorganisatie beschikt daarom over getrainde mensen, meest voormalige politieagenten, om de auto's terug te halen „Ze zijn tot de tanden toe bewapend", zegt Sadler. Zo af en toe ko In Zuid-Afrika wordt volop gediscussieerd over de aanpak van autokapingen. foto Patrick de Noirmont men de Netstar-mannen in een vuurge vecht terecht. Het is ook wel gebeurd dat hun helicopter van de grond af werd be schoten. Maar directe confrontatie wordt zo mo gelijk vermeden „Wij beschouwen het niet als onze taak om de kapers te arres teren. alleen om de auto terug te halen. We werken samen met de politie en als wij ergens heen gaan, komen er agenten achter ons aan. In principe laten we de arrestaties aan hen over." Het hart van Netstar's beveiligingssys teem schuilt achter een deur met een bordje '24 uur per dag gesloten houden'. Daarachter bevinden zich, verrassend weinig opwindend, een aantal bureaus met computers en een paar telefoons. De computers staan in directe verbinding met de auto's van de pakweg 30.000 Net- star-abonnees. De computers staan in paren: op de ene is een gedetailleerde stadsplattegrond te zien, op de andere de gegevens van auto's die als gestolen of gekaapt zijn gemeld. Het zijn er, 's ochtends om elf uur, vijf, waarvan er vier die ochtend zij n gekaapt en een die vermoedelijk al een dag of twee eerder is gestolen. Twee van de ge kaapte auto's zijn al teruggevonden. De andere twee bevinden zich ergens in So weto, zo heeft hun zendertje doorgege ven. Het computerscherm geeft aan in ongeveer welk deel van de wijk. Een heli copter en Netstar-auto's zijn al op weg naar de lokatie om de wagens op de spo ren. Privacy Wie zich bij Netstar aansluit, koopt een hoop zekerheid voor zijn auto en mis schien ook voor zichzelf, maar levert wel een flink stuk privacy in. Met een druk op de knop hoest de Netstar-computer van iedere klant alle gegevens op: niet alleen merk en kleur van de auto, maar ook wie er normaal in rijdt en vooral, wat het normale rijgedrag van een wagen is. Een Netstar-klant die zijn auto normaal al leen gebruikt om overdag boodschappen te doen, kan beter niet besluiten om 's avonds plots zijn dienstmeisje naar huis in Soweto te brengen. Want alle auto's worden permanent gevolgd en als er plotseling een flinke afwijking plaats vindt, gaan in de controlekamer de waarschuwingslampjes branden. Verder kan op afstand worden gezien of er in een auto wordt ingebroken en zelfs, of de wa gen wordt weggetakeld. En dan is het aan de man achter de com puter om te besluiten wat er moet gebeu ren: contact opnemen met de eigenaar, een patrouille uitsturen. Als uiterste maatregel kan hij, op afstand, de benzi netoevoer van iedere wagen stoppen. En dat zal hij ook doen als je normaal nooit in Soweto komt. „Natuurlijk vergissen we ons daar wel eens mee en krijgen dan een boze klant aan de lijn", zegt Sadler, „Maar liever dat dan dat ons ontgaat als een auto gestolen is." Paniekknop Voor echte noodgevallen zijn de auto's uitgerust met een 'paniekknop' die de bestuurder kan indrukken bij acuut ge vaar. Niet helemaal zonder risico, waar schuwt de politie: kapers zijn over het al gemeen bedacht op ieder afwijkend gebaar en schieten snel, ook al omdat ze bang zijn dat automobilisten zelf bewa pend zijn. Maar het grootste probleem van de op- sporingsapparatuur is dat autokapers er tegenwoordig rekening mee houden, ze ker bij de duurdere merken. En dan blijkt de beveiliging om te slaan in een gevaar. Er zijn inmiddels een aantal ge vallen, waarbij de eigenaar gemarteld werd om te verraden waar het apparaat verborgen zat. Zinloos, zegt Sadler: „We zeggen dat niet tegen onze abonnees, juist om dat risico te vermijden." Een er varen electrotechnicus kan het apparaat wel vinden. „Maar dat kost hem al snel een uur, en dat is voor ons meestal genoeg om de wagen op te sporen." Het beste bewijs dat de opsporingsappa- ratuur werkt, is volgens hem dat veel du re auto's tegenwoordig binnen een half uur ergens geparkeerd worden terugge vonden. „De kapers laten de wagen ach ter en houden op een afstand in de gaten of hij wordt opgespoord. Zo niet, dan kunnen ze hem zonder risico mee de grens overnemen." Runa Hellinga 1992 tot wet werden verheven toen de gu errillastrijders (mudjahedeen) de macht van de communisten overnamen. Op het platteland komen de vrouwen hoogstens buiten de deur om een boodschap te doen of water te halen. Waarom zouden weer loze weesmeisjes dan buiten mogen spe len, redeneert de leiding. Taliban De verovering van Kabul door de de ul tra-orthodoxe Taliban-beweging, eind september, heeft de situatie er niet beter op gemaakt voor het weeshuis. Alle ver pleegkundigen en vrouwelijke docenten, negentig procent van het personeel, is door de Taliban naar huis gestuurd. „De kinderen worden niet meer gewassen, ook hun kleren niet", zegt de administrateur somber. Vrijwel alle kinderen zijn vervuild. Slaapkamers worden niet meer schoon gemaakt. Onderwijs krijgen de kinderen niet meer. 'Allah houdt van ons', valt in één van de vieze kamers, waar oudere jon gens verblijven, op de muur te lezen. Als de lunchpauze aanbreekt, stormen de jongens op de eetzaal af. Een bewaker met een oud geweer houdt een oogj e in het zeil. De ongefilterde kolenrook van de ovens trekt vanuit de keuken door de eetzaal de duistere gangen in. In de van de rook doortrokken eetzaal schrokken tientallen jongens met kaalgeschoren koppen hun maaltijd naar binnen, terwijl buiten de volgende groep staat te wachten. „De laatste keer dat de kinderen vlees hebben gegeten is vijf maanden geleden", vertelt Abdul Muzlem. 's Ochtends voor het ontbijt eten ze brood en thee. Eén keer in de week, maar meestal eens in de twee weken, krijgen ze melk. Tussen de middag staat er rijst met bonen op het menu en 's avonds brood en thee. „De kinderen krijgen eigenlijk veel te weinig te eten", meent de administrateur. „Veel hoop voor de toekomst hebben we niet. Want de oor log duurt al zo lang en niemand weet wan neer er weer vrede komt." Cees van der Laan Uitzichtloos bestaan in het weeshuis van Kabul, hoofdstad van het door oorlog verscheurd Afghanistan, foto's Cees van der Laan

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 26