Ruimte voor wassend water De kommen dansen in de kasse Meegroeien met de Zee reportage zaterdag 9 november 1996 27 Familie Paaimans Eindewege Na de Deltawerken had Nederland zo'n beetje af moeten zijn, maar de zeespiegel blijft stijgen en dus kunnen we straks opnieuw beginnen met het ophogen van de dijken. Tenzij we ontpolderen, zeggen deskundigen. Zo'n uitspraak leidt tot discussie in een polderland als Nederland. De een wil een vliegveld in de Markerwaard, de ander wil eb en vloed aan de verkeerde kant van de duinen. Kunnen ecologie, economie en veiligheid samengaan? Tijd voor een herbezinning op de strijd tegen het wassende water. De overstromingsdeskundigen van de Deltawerken zeiden het in de jaren zestig al: je kunt niet ongestraft zee-ar- men afsluiten en polders aanleggen zon der iets te doen voor de grote rivieren. De Nederlandse delta is zo volgebouwd dat het rivierwater niet snel genoeg meer weg kan. Overstromingen kunnen het gevolg zijn, zoals iedereen in het rivierengebied inmiddels weet. Mede om die reden is het volgens critici onverstandig om de Markerwaard, het zuidelijk deel van het IJsselmeer, in te pol deren ten behoeve van woningbouw of een tweede luchthaven. Het bekken van het IJsselmeer is nodig om rivierwater op te vangen. Zelfs als het IJsselmeer volle dig i ntact blij ft is de capaciteit te klein om voldoende water te bergen. Door klimaat veranderingen valt er de komende eeuw zoveel regen, dat ook langs de rivieren zelf extra overstromingsgebieden nodig zijn als bufferzones. In het plan Levende Ri vieren van het Wereld Natuur Fonds wordt daar al aan gewerkt. Zeespiegel Maar daarmee is Nederland er niet. Ter wijl het water uit het achterland ons over de klompen loopt, stijgt in het westen en noorden de zeespiegel. Voeg daarbij de gestage daling van polders en veengebie den als gevolg van ontwatering, en het probleem wordt duidelijk: de klassieke Nederlandse stategie van dijkverzwaring en inpoldering moet worden aangepast. We moeten het water niet langer bevech ten en buiten de deur houden, we moeten het de ruimte geven, zo luidt de nieuwe boodschap. Volgens het plan Meegroeien met de Zee, gemaakt in opdracht van het Wereld Natuur Fonds, is Nederland over vijftig tot honderd jaar veranderd in een waterrijke delta met moerassen, brakwa tergebieden, ondergelopen polders en een grotendeels natuurlijke, brede zeewering. In dat model is natuurontwikkeling ge koppeld aan recreatie, veiligheid en drinkwateropslag, zegt professor Pier Vellinga. Deze waterbouwkundig ingeni eur uit Delft promoveerde op een studie naar kustveiligheid en doceert nu milieu wetenschappen aan de Vrije Universiteit Delta Expo. ren vrezen overlast van de ganzen die op deze meuwe natuurgebieden afkomen En langs de Dollard discussiëren natuur beheerders en het waterschap Dollard- zijlvest over verruiming van de polder boezem. Vanwege de hoge waterstanden moeten de boezemkades worden opge hoogd, maar eigenlijk kan het hoge water veel beter worden opgevangen in een overstromingsgebied. De natuurbewe- ging pleit echter voor een groot brakwa tergebied terwijl de meeste boeren juist een klein zoetwatergebied willen. Boeren hebben een hekel aan zout, weet ook Vellinga. „Het overgrote deel van Ne derland wordt ingenomen door land bouwgrond. Toch draagt de agrarische sector slechts zes procent bij aan het bruto nationaal product. In Europa zijn op ter mijn miljoenen hectares landbouwgrond over. De teelt van suikerbieten en graan is dan niet meer rendabel in Nederland Als we niets doen, worden de akkers lang zaam maar zeker opgekocht door project ontwikkelaars en particulieren die er huizen en bedrijven neerzetten. Dan ver andert West-Nederland in een soort Los Angeles". Economie Zo'n ontwikkeling zou uiteraard haaks staan op de filosofie van de compacte stad, de bundeling van infrastructuur en de ontwikkeling van waterrijke natuur ten behoeve van recreatie, veiligheid en drinkwateropslag. Zo'n ontwikkeling zou bovendien niet bijster goed zijn voor de economie, denkt Vellinga. „Nederland heeft door de eeuwen heen altijd land ontrokken aan de zee ten behoeve van de landbouw. Maar nu de landbouw veel effi ciënter is geworden, hebben we niet al die agrarische ruimte meer nodig. Het is goedkoper om overtollige akkers op te ko pen dan om nieuw land op te spuiten in zee". Landbouwgronden in sommige delen van Noord-Holland en Flevoland leveren vol gens Vellinga nu al steeds minder op door de oprukkende verzilting. ..Stel dat je die gronden onder water zet Dan krijg je een recreatiegebied dat bijvoorbeeld geschikt is voor de pleziervaart. Op die manier le vert de ruimte veel meergeld en werkgele genheid op dan met landbouw". Dat mag zo zijn. maar mede gezien de emotionele reacties in Zeeland is Neder land wellicht nog niet helemaal toe aan het binnenlaten van de zee. Mensen die op de plattegrondjes van het Wereld Natuur Fonds een moeras zien op de plek van hun huis, worden mogelijk een beetje zenuw achtig. Vellinga beseft dat ook „Mee groeien met de Zee is geen blauwdruk voor de korte termijn. Het rapport is voor al bedoeld als aanzet tot een nieuwe ma nier van denken. Uiteraard willen we niet zomaar de dijken doorsteken. De veilig heid staat voorop. Dat is steeds het uit gangspunt geweest. Meegroeien met de Zee geeft een indruk van Nederland zoals het er over vijftig tot honderd jaar uit kan zien. Met compacte steden, een gebundel de infrastructuur, voldoende schoon drinkwater en prachtige waterrijke na tuur om met z'n allen van te genieten". Michel Brandsma De Zuid-Hollandse kust. foto Roland de Bruin Amsterdam. Hij is tevens een van de sa menstellers van Meegroeien met de Zee. Vellinga gelooft niet in het klassieke natuurdenken waarbij de natuur in reser vaten wordt afgeschermd van de boze buitenwereld. Hij gelooft evenmin in het 'megalomane denken' van economen die de natuur puur functioneel willen maken. „We moeten naar co-evolutie, naar een koppeling tussen ecologie en economie". Als ongewenste uitkomsten van de klas sieke strijd tussen natuur en economie noemt Vellinga de bouw van de Ooster- scheldekering en de mogelijke aanleg van de HSL-tunnel door het Groene Hart,De Oosterscheldekering was een heel duur compromis. Zelfs nu kost de dam nog veertig miljoen gulden per jaar aan on derhoud. Het had goedkoper gekund, met een natuurlijker kustverdediging". De hogesnelheidslijn moet volgens Vel linga langs de bestaande snelweg worden geleid. „Wij pleiten voor bundeling van infrastructuur en het compact houden van steden. Alleen op die manier blijft er voldoende ruimte voor natuur, recreatie en wateropslag". Maar terwij 1 de professor en zij n geestver wanten de co-evolutie van de volgende eeuw prediken, gaan de waterbouwers onverdroten voort met het ontwikkelen van klassieke oplossingen. Ruimte nodig? Bouw maar een nieuwe polder of een ei land in zee, luidt hun devies. Daarin past de inpoldering van de Markerwaard, maar ook de aanleg van een vliegveld bij IJmuiden, een tweede en zelfs derde Maasvlakte, een wooneiland voor de Zuid-Hollandse kust, de woonwijk IJ- burg in het IJmeer bij Amsterdam en wo ningbouw in het IJsselmeer bij Enkhui zen, Makkum en Almere Inpoldering van de Markerwaard is voor Vellinga net zo taboe als een vliegveld voor de kust van IJmuiden, maar met IJ- burg en een tweede Maasvlakte heeft hij minder moeite. „Aan het IJsselmeer moe ten we niet te veel meer doen. Dat hebben we nodig voor recreatie, natuurontwik keling en wateropslag. IJburg kan nog net, mits de gemeente denkt vanuit na tuurontwikkeling. Het Wereld Natuur Fonds en Natuurmonumenten zijn nu be zig om de plannen voor IJburg aan te pas sen. Je bent er niet door alleen maar nee te zeggen. Mensen moeten ergens wonen. IJ burg kan een prachtig woongebied wor den, gekoppeld aan de natuur. Maar de mensen moeten er wel accepteren dat hun tuintjes 's winters soms onder water staan". Schiphol Een nieuw Schiphol voor de kust van IJmuiden brengt volgens Vellinga te veel geluidsoverlast met zich mee. „Leg de tweede Maasvlakte aan, dan kan Schip hol daar naartoe worden verplaatst. Het huidige Schiphol ligt zeer ongelukkig, op een kwartiertje van de binnenstad. In Washington, Chicago en Londen liggen de vliegvelden zestig tot tachtig' kilometer buiten de stad. Schiphol wordt niet bin nen twintig jaar verplaatst, maar op de lange termijn moet je dit soort activiteiten bundelen ten westen van de huidige Maasvlakte. Dat is de beste locatie, ook voor de doorvoer van vracht. Het vracht transport kan dan deels over het water in plaats van over de weg" De t weede Maasvlakte moet volgens Vel linga zo worden aangelegd, dat de natuur er baat bij heeft. Handig gesitueerd kan de nieuwe Maasvlakte de ontwikkeling bevorderen van zandplaten voor de Zeeuwse kust. De zandbanken vormen zowel natuurlijke golfbrekers als een kraamkamer voor nieuw zeeleven. Beperkte landaanwinning in de Noordzee mag dus, maar uitsluitend op basis van een natuurvisie. „Het plan om een woon eiland te bouwen voor de kust van Zuid- Holland zag er in eerste instantie heel mooi uit", zegt Vellinga. „Het sloot aan op de bestaande natuur. Maar dan valt zo'n idee in handen van een stel yuppie-archi tecten die er een kostendekkend project van willen maken met een woongebied voor 90.000 mensen. Heel jammer". Westerschelde Al even jammer vindt Vellinga de (voorlo pige) mislukking van een natuurproject langs de Westerschelde. Daar zouden en kele polders ontpolderd moeten worden als compensatie voor het natuurverlies dat ontstaat door verruiming van de vaar geul. De Zeeuwse bevolking reageerde echter furieus. Met de watersnood van '53 nog vers in het geheugen ligt het doorste ken van dijken nogal gevoelig in Zeeland. „Maar de veiligheid zou er juist door wor den vergroot", zegt Vellinga. Ook in het Noorden worden natuurpro jecten langs de kust argwanend bekeken In Friesland wil It Fryske Gea buitendijk se zomerpolders ontpolderen, maar boe- de veelzijdigheid van het treinbedrijf Het spoor heeft vele ka nten. De PZC toont in een serie artikelen de veel zijdigheid van het treinbedrijf. Van daag de eerste afleveringwonen naast een goederenspoor. Vijf passen scheiden de gevel van huize Paaimans van het goederenspoor. Als de staaltransporten en LPG-bommen langsdenderen, dansen 'de kommen in de kasse'. Eindewege heeft een moeizame relatie met het spoor. „Toen ik hier in 1974 kwam wonen, vond ik dat wel leuk, zo af en toe een treintje." Maar Arie Paaimans is niet meer zo blij. Zeker twintig goederentreinen scheren dagelijks langs zijn lieflijke huisje. Op weg naar de havens in het Sloegebied. Hoe vetter het economisch trekpaard wordt, hoe minder Eindewege slaapt. Van de risico's willen ze liever niet wakker liggen. „Natuurlijk weet je dat bij een grote 'boem' Eindwege weg is. Maar met die gedachte leef je niet." Vanuit Paaimans' achtertuin kun je nog met tegenwind op de rails spugen, zo nabij is de lijn. Met de hedendaagse mi lieunormen is zo'n bizarre situatie on denkbaar, maar in de jaren dertig keek de overheid niet zo nauw. Het lijntje kwam er in 1931 voor het vervoer van suikerbieten. Het liep via Borssele, Oudelande en Hoe- dekenskerke terug naar Goes, een spoor- ring door de Zak van Zuid-Beveland. Bij Eindewege krulden de rails zich om de achtergevel van het naamloze cafeetje aan de Arendstraat, dat de familie Paai mans later verwierf. Niemand maakte zich druk om de decibellen of de schade lijke roetwalmen die door dakraampjes naar binnen slopen. Ach, zo wild ging het er ook niet aan toe. Twee treinen per dag was veel in de 'peetijd'. Wonen naast het spoor levert heel wat overlast op, vlnr Arie Paaimans, Dien van Damme met kleinzoon, Annie en Annemarie Paai mans. foto's Lex de Meester Fruitteler Rinus van Damme. overbuur man van Paaimans, herinnert zich nog de vooroorlogse levendigheid.Boeren kwa men hier naar toe met het gerij. Het was soms file. Druk èn heel veel slik. Op de karren werden eerst netten gelegd en ver volgens schepten knechten de bieten er op. Dat vergemakkelijkte het laden van de wagons." Een mooie tijd? „Nou. 't was hard werken. Nu is er minder armoe, dat vind ik mooier." Verandering De spoorbiet floreerde tot ver in de jaren zestig, tot plotseling de vrachtwagen de wagon verdrongHet was een tij d van ver andering. Het spoorhuis, van waaruit Pietje van de Vreede heel vroeger de bo men van de spoorwegovergang aan de lijn Vlissingen-Bergen op Zoom met het handje opende en sloot, werd in 1975 af gebroken ..Maar de tuinbloemetjes ko men er nog elk jaar op." Architectonisch echter een minder gevoe lig verlies dan het stijlvolle station 's-Heer Arendskerke, vlak na de oorlog wegge vaagd in naam van de wederopbouw. Het wisselgeld kwam wat later, maar was niet mis: forse goederentransporten naar het uitdijende Sloegebied. eerst voor Hoechst, daarna voor Pechiney en Euro- gas. En veel munitie waarvan de houd baarheidsdatum bijna was verstreken. De kogels, granaten en bommen waren af-, komstig van Britse bases in Duitsland en gingen weer terug naar Good Old Eng land. „Tegenwoordig rijden ze linea recta naar het Sloe, maar vroeger stonden die munitietransporten een poos stil op het rangeerterrein in Goes. Middenin de stad Dat mocht natuurlijk niemand weten." En toen knalde het echt. Stoptrein 4611. vertrokken vanuit Goes, vloog 27 oktober 1976 om 7.15 uur bij Eindewege in dichte mist achterop een stilstaande goederen trein, die met lege tankwagens op weg was naar Hoechst De trieste balans: ze ven doden en zeven gewonden. „Vanuit het dakraam kon je zien hoe steil die trein stond. Het voorste rijtuig was over de ach terste wagons geschoven", weet Arie nog. En Dien van Damme, de echtgenote van Rinus, waarschuwde destijds een NS- ambtenaar die 'op het dorp woonde' ..Het sein voor de trein vanuit Middelburg moest worden verzet om erger te voorko men. Dat kon met de hand. Wij, verschil lende bewoners, hebben toen de passa giers opgevangen." Arie: „Door de klap was het hoofd van de machinist platgesla gen. Dat vergeet ik niet meer. Het was zo erg, zieken- enlijkauto's reden af en aan." Risico's Het enkelbaansgoederenspoor takt bij Eindewege van de hoofdlijn af. Passa giers- en goederentreinen volgen elkaar soms op enkele minuten. De treinramp legde de risico's bij dit wissel keihard bloot. De Nederlandse Spoorwegen stu deerden op een betere beveiliging Maar de Eindeweegse overgangen op het goe derenspoor bleven onbewaakt. „Toen we dit huisin 1974 kochten, kwam eraf en toe een trein langs. Dat vond ik wel pittoresk Maar door de economische opmars van het Sloe groeide het goederenvervoer enorm. Het werd hier steeds gevaarlij ker." De goederentreinen, regelmatig waren dat de LPG-bommen van Eurogas. ston den soms twintig minuten stil in Einde wege, wachtend op een vrije doortochtZe moesten stapvoets rijden en bij de onbe waakte ovenvegen diende een NS-er het verkeer te waarschuwen, gesecondeerd door een flinke hijs aan de locfluit. Paai mans vocht in de jaren tachtig, gerugge- steund door de Stichting Overlegorgaan 's-Heer Arendskerke, voor knipperlich ten op de overgangen aan de Spoorstraat en Arendstraat. Hij was een roepende in de woestijn. Totdat hij zes jaar geleden op een mistige februaridag zelf slachtoffer werd. „Hier, precies voor mijn deur, botste ik met m'n besteleend tegen de flank van een loc. Eén seconde eerder en ik had er onder gezeten. Het was niet mijn schuld. Die machinist had de sokken erin, voerde nauwelijks licht en was vergeten te toete ren. Een jaar daarna kreeg de Arendstraat een automatische knipperlichtinstalla tie, evenals de Spoorstraat. Voor de rest is de zaak in de doofpot gestopt. De NS heeft mijn schade vergoed, maar nooit excuses aangeboden." Weggedrag Is het nu veiliger in Eindewege? „In prin cipe wel", zegt Rinus van Damme Maar het weggedrag van automobilisten is hardnekkig. „De Arendstraat is een door gaande route naar Wolphaartsdijk. Veel bestuurders, ja ook mensen van 't dorp, rijden door rood. Ze weten dat het enkel spoor is, zien de trein uit 't Sloe aankomen en proberen 'm voor te zijn. Of ze kachelen snel naar de overgang aan de Spoorstraat Soms kan het maar nèt. De verwoi-ven knipperlichten kennen ook een nadeel. De goederentreinen mogen nu met hogere snelheid Eindewege passeren. Zijn vrouw Dien: „Het hele huis schudt, in de muren zitten al scheuren Rinus: „Ja, want dit is een wringende bocht. Al die tonnen staal wrikken zich er doorheen En hoe zit dat aan de overkant in huize Paaimans? Annie: „Als de trein langs komt, kun je niet meer praten De lamp slingert heen en weer, de schilderijen zak ken scheef, 's Morgens na vijven komt de eerste, maar voor dat gedreun word je doof. Het ergste is als ze 's nachts aan het spoor werken. Al dat gehamer en die enorme lichtbundels, ja, dan slaap je dus niet." Het ministerie van Verkeer en Wa terstaat studeert momenteel op een betere spoor-ontsluiting van het Sloegebied. Volgens Arie is een veel westelijker gele gen aftakking aan te bevelen. „Diegoede- renlijn is rendabel, dus een investering waard Kijk naar dat gigantische Sloe, dan is zo'n verbinding toch een aanflui ting. Dat die transporten nog langs Ein dewege en Heinkenszand gaan, is werke lijk absurd Ik hoop dat ze snel het hele zootje opdoeken." Frank Balkenende Het goederenspoor bij Eindewege.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 27