Vandaag
geen wonder
Ik zag een dame in het wit
Motorambulance overwint Londense files
PZC
Kinderbedevaart
naar Lourdes
reportage
Tl
zaterdag 26 oktober 1996
De gelovigen stromen sneller uit de kerkbanken dan erin. Aan de andere kant
neemt het aantal Nederlandse bedevaartgangers toe. De Vereniging Nationale
Bedevaarten noteerde dit jaar een stijging van 15 procent. Zo'n 12.000 pelgrims
vonden vanuit Nederland hun weg naar Lourdes. Volgens schattingen, waarvoor
kentekens van bussen en auto's werden genoteerd, knielen jaarlijks 40.000
Nederlanders bij de ingang van de grot.
Pelgrims in de 'ziekenbedevaartplaats' worden vaak getypeerd als zieke oude
mensen die Maria vragen of ze beter mogen worden. Een bos bloemen bij het
majestueuze beeld, een kaars bij de grot waar Bernadette 'haar' heeft gezien en
natuurlijk een slok van het heilige water. Voor thuis wordt een jerrycan gevuld of
een bescheiden plastic Madonna volgetapt.
Eens in de drie jaar verjongen de Nederlandse pelgrims tot de leeftijd van
basisscholieren. Geen wonder, want dan treinen er ruirii honderd kinderen naar
Maria. Jong, blozend en vrolijk, al is ook het gros van deze pelgrims ziek. Voor de een
is het een uitje, voor de ander een zoeken naar steun. Een derde eert de heilige maagd
en dankt haar voor de goede zorgen. Verslaggever Rien Floris reisde vorige week als
'gezonde pelgrim' mee op kinderbedevaart naar Lourdes en leerde van
hulpbisschop Niënhaus in Utrecht het verschil tussen een wonder en een mirakel.
Stilletjes hoopt iedereen op een won
dertje. Dat het slappe been weer sterk
wordt, dat het hoofd van zoonlief weer in
orde komt, of dat die sluipende ziekte nu
eindelijk een halt wordt toegeroepen.
Maar de Nederlandse bedevaartgangers
zijn nuchter genoeg om te weten dat een
flacon Lourdes-water het been niet ster
ker maakt. Een wees-gegroetje willen ze
- er nog wel eens aan wagen. Nog voor de
Lourdestrein de grens heeft bereikt, klin
ken de eerste al door de coupé. En als na
vijftien uur treinen alle mensenluchtjes,
etensgeurtjes en parfummetjes zich tot
een ondefineerbaar 'bouquet' hebben ge
mengd, galmt bij binnenkomst in het
bergdorp blijmoedig uit alle coupés: 'Te
Lourdes op de bergen verscheen in een
grot, vol glans en vol luister de moeder
van God'.
Thea en Edo Rutten komen van Texel. Ze
hebben de bedevaart aangeboden gekre
gen. Tante Fien had brutaalweg aange
klopt bij cle Westelijke Land- en
Tuinbouw Organisatie (WLTO) om het
boerengezin eens op een welverdiende be
devaart te sturen, Samen met hun twee
kinderen, de achtjarige Linda en de tien
jarige Niels. Linda is een wijsneus, maar
dat zou je niet zeggen als je haar zo totaal
verslapt bij vader op schoot ziet liggen.
„Haar 'koppie, koppie' is goed hoor. Ze
heeft alleen last van een soort spierver-
lamming", zegt Thea.
Eiwitten
Linda heeft een onverklaarbare stofwis
selingsziekte waardoor ze snel moe
wordt. Als blakende baby van acht pond
kwam ze op de wereld, maar na een tijdje
bleek ze haar hoofd niet op te kunnen til
len en ze kon ook niet kruipen. Eiwitten
maken in haar lichaam stoffen aan die als
een soort gif werken. En zo heeft de boe
rendochter een sterk eiwitbeperkend di
eet.
Ze zijn gelovig en broertje Niels is misdie
naar, maar ze verwachten geen voor
spraak bij Maria. „Ik verwacht niet dat ze
wandelend thuis komt. Maar ik hoop wel
een stukje rust te vinden. Datje er makke
lijker mee overweg kunt".
Pastoor Van Velthoven uit het Noord-
Hollandse Venhorst en monseigneur
Niënhaus hebben nog geen wonderen ge
zien en ze zijn toch al zo'n 200 keer naar
Lourdes geweest. Van Velthoven is vijf
tien jaar voorzitter geweest van de Bede
vaartclub' Hij is sinds kort opgevolgd
door pastoor Cassee die echter niet aan
boord is. Van Velthoven neemt de hon
neurs met graagte waar, net zoals mon
seigneur Niënhaus, hulpbisschop in
Utrecht. Ze reizen samen in de coupé met
de tekst: 'directie' en pakken zo nu en dan
de microfoon om de pelgrims toe te spre
ken, te zingen of te bidden.
Mirakel
Niënhaus: „Wonderen? Nee. Ik denk ook
niet dat er ouders zijn die een wonder ver
wachten. Voor mij is het wonder van
Lourdes altijd dat zoveel duizenden men
sen weer blijmoedig en gesterkt terugke
ren. Een echt wonder is natuurlijk een mi
rakel. Dat is als je met een been in het
water stapt en er met twee weer uitkomt.
Dat is mirakels!"
De kinderbedevaart vindt Niënhaus een
heel idealistische week. „De kinderen le
ren daar met elkaar omgaan, met of
zonder handicaps. En ik vind het heel ver
frissend om kinderen bij de liturgie te be
trekken. Je kunt kinderen best op een reli
gieus 'level' aanspreken. Natuurlijk
worden de kinderen door ouders en bege
leiders op sleeptouw genomen, want een
bedevaart is niet iets waar ze zo gauw zelf
op zouden komen".
Stefan Fatels heeft het meer op blikjes
dan op bedevaarten. Hij verzamelt alle
mogelijk soorten blikjes en moeder Wille-
ke kiepert ze af en toe weer in de vuilnis
bak als z'n kamer thuis te vol wordt. Ze
ven jaar en lichtelijk autistisch. Behalve
als hij een leeg colablikje ziet, want dan
moet je dat even voor hem uit de vuilnis
bak vissen.
Uitje
De bedevaartsreis is Stefan, Willeke en
vader Hans Fatels aangeboden door de
parochie in Heemskerk. De Fatels vinden
het een uitje. In de trein slaapt Stefan in
het ambulancerijtuig. Een slaaprijtuig
dat is bedoeld om gewonde Franse solda
ten van het front weg te halen. In vredes
tijd wordt de 'ambulancetrein' gebruikt
voor ziekenvervoer bij bedevaarten. Aan
boord is er opvang voor de kinderen en
ook in het pelgrimsdorp zelf is dat gere
geld.
Carla Leeman met haar dochters Patricia Links en Inge bij het majestueuze Maria
beeld in Lourdes.
Edo Rutten knielt naast dochter Linda hij de grot waar Maria verscheen aan Berna
dette. foto's Rien Floris
Op de mistige morgen van 11 februari 1858 gaat de
veertienjarige Bernadette Soubirous hout sprok
kelen. Bernadette loopt naar het bosje bij de oude grot
Massabielle. Barrevoets wil ze de rivier instappen, op
weg naar de overkant, als 'het' gebeurt. Ze hoort een
windstoot. „Ik keek om naar het weiland en zag dat de
bomen niet bewogen, dus ging ik verder me van mijn
schoeisel te ontdoen. Weer hoorde ik hetzelfde geluid.
Toen ik naar de grot keek, zag ik een dame in het wit".
Totaal verward, bidt Bernadette een rozenhoedje. Niet
een keer, maar achttien keer ziet Bernadette de ver
schijning. De laatste op 16 juli 1858. Bij de negende
verschijning ontdekt ze de bron die Maria haar wijst.
De laatste verschijningen zouden door honderden ge
lovigen zijn bijgewoond. Er zijn zelfs verslagen van ge
maakt door autoriteiten die Bernadette verhoorden.
Bernadette treedt in het klooster (1860), wordt ziek en
overlijdt op 16 april 1879. Haar lichaam ligt nog steeds
opgebaard in een kapel in Nevers.
De wonderen die volgden op de Mariaverschijning
worden in Lourdes bijgehouden. Dossiers vol onver
klaarbare genezingen. Het zouden er duizenden zijn,
terwijl de kerk er maar een ruime zestig erkent.
Stefan wordt ondergebracht in het pavil
joenbij de tachtig vrijwilligers die de kin
deren vermaken en verzorgen. Dan kun
nen vader en moeder even Lourdes op
adem komen. „Ik weet nog niet eens of ik
wel met hem naar de grot ga. Hij wordt er
toch niet beter van. Ik haal uit zo'n bede
vaart ook geen extra kracht. Ik vind het
leuk om de boel te bezichtigen, de gezel
ligheid", zegt Willeke Fatels.
Carla Leeman, met haar vrolijke dochters
Inge (3) en Patricia (4), heeft een duidelijk
doel voor ogen met de bedevaart naar
Lourdes. „We gaan uit dankbaarheid".
Inge die een vorm van leukemie had, is
lange tijd ziek geweest. Een beenmerg
transplantatie. waarbij ze beenmerg
kreeg van zus Patricia, heeft - zoals het er
nu uitziet - de redding gebracht. „Je kunt
nog niet met zekerheid zeggen dat ze hele
maal is genezen, dat duurt vijf jaar. Maar
de doktoren zijn heel optimistisch en ik ga
er vanuit dat het goed is gegaan. Daar
mag je best je dankbaarheid voor tonen.
Blazen
De welkomstmis voor de kinderen in de
Pyramidekerk in Lourdes zit vol symbo
liek. Samen bouwen ze van kartonnen do
zen een 'huis van liefde' en testen of het
bestand is tegen stormen: 'allemaal even
blazen'. Frank Kok zwaait de maat voor
het koor. Achttien jaar zit hij bij het
jeugdkoor in Hoogkarspel, al hij met zijn
32 jaar inmiddels wel een oudere jongere
geworden.
„Hoe kom je erbij hè. Vrienden van ons
hadden het al vaker gedaan en zo rol je er
m. Vorig jaar speelde ik keyboard bij de
jongerenbedevaart en nu ben ik de diri
gent." Jongeren en bedevaarten anno
1996. „Voorheen dacht ik dat in Lourdes
alleen maar oude mensen Avé Maria lie
pen te zingen. Ik geloof op mijn manier in
Christus. In het contact dat mensen met
elkaar hebben, zie ik het verhaal van God.
Maar ik ga ook naar die grot hoor. Daar
vind ik een gevoel van innerlijke rust. Al
die mensen met een gezamenlijk doel. Die
steun vinden bij elkaar. Dat vind ik van
grote waarde in deze gejaagde maat
schappij. En dan die kinderen, ik heb er
zelf ook twee. Als ik de kinderen hier zie,
denk ik: je mag blij zijn dat die van jouw
zo gezond zijn."
Eindelijk naderen we de grot waar Niën
haus de mis gaat opdragen. Bij de eeuwig
stromende kranen met heilig water is het
een dringen van plastic Madonna's, jerry
cans met plaatjes van Lourdes en gewone
waterflessen. Een moeder en kind vullen
de Madonna en drinken het dan samen
leeg. Het water is al een paar keer onder
zocht en er blijkt niks bijzonders in te zit
ten.
Een vrouw houdt haar been onder het wa
ter, een man smeert het water in zijn nek
Niet één springt daarna dansend rond, al
zou je dat wel gaan denken vanwege de
achtergelaten krukken die bij de ingang
van de grot zijn opgehangen. „Vroeger
hingen er veel meer", weet pastoor Van
Velthoven. „Ze hebben er een stel wegge
haald omdat je er anders op rekent dat je
geneest".
Zingen
Nederlanders nemen een gitaar en accor
deon mee naar de grot en vinden het heel
gewoon daar te zingen. En als de kinderen
wat laat zijn doordat het ontbijt uitloopt,
dan rolstoelen ze die wel door de massa
naar voren. Ook al is de mis aan de gang.
Geen Nederlandse bisschop die er aan
stoot aan neemt. De Franse brancardiers
wel. Ze dribbelen driftig heen en weer om
dat Hollandse zootje ongeregeld in goede
banen te leiden. Edo Rutten zit geknield
naast de rolstoel van zijn dochter. Carla
Leeman is op de grond neergeploft, te
midden van haar dochters en Stefan volgt
het tafereel vanuit een rolstoel.
De mis loopt ten einde. Ondanks de don
kere blikken van brancardiers grijpt Car
la - 'dit doet me wel wat' - haar kans.
Dochter Inge wordt even op de plek gezet
waar Bernadette knielde toen ze Maria
zag verschijnen. Zelf loopt ze nog even de
grot in terwijl een brancardier met ge
spreide armen de gelovigen probeert weg
te duwen omdat de volgende eucharisüe-
vierders staan te dringen. Het is een door
lopende voorstelling.
Hans Fatels is onder de indruk en rolt
zoon Stefan naar de vele kranen waar het
heilig water uitstroomt „Doe je handen
er maar onder". Hans doet het voor en
maakt het voorhoofd van zijn zoon nat.
„Zo nu krijg je van mij de zegen". Hij ver
wacht geen wonder. „Dit is gewoon leuk
om mee te maken. Of je er wat aan hebt...
Je moet er wel een beetje in geloven want
anders ga je hier niet naartoe"
Rien Floris
Peter Redmond gruwt al bij het idee:
„Motorambulances in Den Haag?
Brrr, al die tramrails bij jullie, dat is voor
motorrijders geen pretje." Trams zijn er
in Londen niet, het wegdek is vrijwel
rails-loos. Zonder die - zeker bij regen -
gevaarlijke obstakels zijn er al genoeg ri
sico's. In de vijfjaar dat Redmond op zijn
motorambulance Londen doorsnijdt,
kwam hij drie keer lelijk ten val. „Auto
mobilisten letten vaak niet goed op",
verklaart Redmond.
Redmond en 26 collega-motorbroe
ders bemannen de tien groen-witte
Honda Pan European-motorambulan-
ces van de London Ambulance Service
(LAS). De eerste exemplaren kwamen in
1991 op straat. Het kwam te vaak voor
dat de traditionele ambulances bleven
steken in de eindeloze files van de Engel
se hoofdstad. Het bleek een voltreffer. De
'bike paramedics' arriveren doorgaans
rijf tot tien minuten eerder op een plaats
des onheils dan hun vierwielige collega 's
„Minuten die kunnen beslissen over een
mensenleven", zegt de 38-jarige Red
mond.
In Nederland, waar de verkeersdicht
heid óók een groot probleem is, blijft de
motorambulance echter nog een novi
teit. Enschede had deze maand de pri
meur met de introductie van een gifgroe
ne SuzukiDen Haag is van plan volgend
voorjaar twee BMW's de straat op te stu
ren. In Londen zal de vloot van tien mo
toren in de naaste toekomst worden uit
gebreid. „Dat het gebeurt staat vrijwel
vast, de beslissing over het tijdstip moet
nog vallen", zegt LAS-voorlichter Dan
Humphreys.
Een blik op het gebied dat de LAS moet
bestrijken zegt voldoende. De provincie
Utrecht past makkelijk binnen de gren
zen van Groot-Londen, maar er wonen in
de Engelse hoofdstad wel zo'n negen
miljoen mensen. Per dag reageert de LAS
op zo'n 1500 alarmtelefoontjes - de tien
motorambulances rukken gezamenlijk
gemiddeld zo'n tachtig keer per dag uit.
We spreken met Redmond op het LAS-
hoofdkwartier in de schaduw van het
drukke Waterloo-station. Zoals de mees
ten van zijn collega's (a'llemaal mannen
tot dusver) is hij ook in zijn vrije tijd een
enthousiast motorrijder. Dat moet ook
wel, want één van de eisen om tot deze
gespecialiseerde dienst te worden toege
laten is vijf jaar ervaring als motorrijder.
Vervolgens moet dan nog een drie weken
durende cursus bij de politie worden ge
daan, precies dezelfde die is voorge
schreven voor aspirant-motoragenten.
Afleren
„Bij de politie zeggen ze wel eens, dat het
beter zou zijn om kandidaten zonder rij
ervaring te krijgen", vertelt de in zwaar
leren broek en kniehoge laarzen gesto
ken Redmond. „Er moet veel tijd worden
besteed aan het afleren van slechte ge
woontes, zoals te snel de bochten ingaan
en een onjuiste plaats op de rij baan inne
men".
Zijn job heeft meer overeenkomsten met
het politiewerk. „Je merkt dat mensen
langzamergaan rijden als je achter ze zit.
Hoewel we groenzwarte jassen hebben,
denken ze dat je van de politie bent. Het
is me al meerder malen overkomen dat ik
aan de kant van de weg wat papieren in
vulde en automobilisten stopten met de
vraag of ik soms een bekeuring wegens te
snel rijden aan het uitschrijven was",
lacht hij.
Minder grappig zijn vaak de reacties als
hij met sirene en zwaailichten op een
alarmtelefoontje afmoet. „Er is veel
agressie. Men gaat niet opzij, denkt dat
Eén van de tien motorambulances in Londen.
fotoGriffitus
het om een politiesirene gaat. Soms wor
den 'gaatjes' expres dichtgemaakt. Zeer
gevaarlijk. Sommige collega's hebben
dat moeten bezuren met gebroken lede
maten", zegt hij. En met een blik op de
meeluisterende persvoorlichter: „Maar
over het algemeen zijn de reacties van
het publiek prima hoor. Men geeft alle
medewerking".
Aanvullend
Dat mag trouwens ook wel. De motor-
broeders zijn een aanvullende service op
de gewone ambulance-dienst. Ze wor
den tegelijk met een vierwiel-exemplaar
uitgestuurd als in het telefonisch overleg
met de alarmcentrale blijkt dat het om
een levensgevaarlijke situatie gaat.
Meestal betreft het gevallen van hartstil
stand of hartaanvallen en ademhalings
problemen. Maar ook bij rampen of ter
roristische aanslagen rukken de motoren
uit „We zijn als eerste ter plekke, kun
nen dan via onze radio de centrale mel
den om wat voor zaak het gaat, hoeveel
ambulances nodig zijn of dat het alle
maal meevalt", legt Redmond uit.
Voor de eerste hulp heeft de 300 kg we
gende Honda een indrukwekkende hoe
veelheid apparatuur en medicamenten
in de twee zijkoffers en tanktas. Een
flink aantal flessen infuusvloeistof, me
dicijnen, een zuurstofcylinder, diverse
soorten zuurstofmaskers en niet te ver
geten een handzame hartmonitor. plus
een voorziening om patiënten bij hart
stilstand een electroshock toe te dienen
De LAS streeft ernaar om binnen veer
tien minuten na het eerste telefoontje
met een ambulance op de gewenste
plaats te zijn Volgens de voorlichting
lukt dat in 92 procent van de gevallen en
wordt, die limiet in de toekomst verlaagd
naar acht minuten. Peter, zuinig: „Met de
motoren halen we dat altijd. In het begin
was het zo'n succes dat onmiddellijk het
terrein dat we moesten bestrijken werd
uitgebreid. Daardoor is de tijdwinst iets
teruggelopen, meer motoren zou ge^
wenst zijn".
Volgens Redmond reageren patiënten
positief als de motorbroeder zich meldt,
„Soms is er enige teleurstelling dat di
rect transport naar een ziekenhuis niet
mogelijk is - ik hoef toch niet achterop,
zei ooit iemand tegen me - maar in de
meeste gevallen is er grote blijdschap dat
zo snel hulp kan worden geboden, ver
lichting van pijn kan worden gegeven. Ik
blijf bij de patiënt tot de auto-ambulan
ce is gearriveerd", vertelt hij.
De motorduivels van de LAS zijn 365 da
gen per jaar, van 's morgens zeven tot 's
avonds elf, paraat, weer of geen weer.
We hebben in elk geval handvatverwar-
ming", bagatelliseert Redmond de vraag
naar gladde wegen 's winters. „Echt vrie
zen doet het hier trouwens zelden", zegt
hij
Hij is zeer tevreden over de llOOcc Pan
European, die met alle voorzieningen
zo'n twintigduizend pond (vijftigdui
zend gulden) kost. Een betrouwbare ma
chine. vindt hij, met alle extra-instru
menten te bedienen met schakelaars bij
het handvat. Zo zijn knopjes om de ra
dio-installatie te bedienen, of om sirene
en zwaailichten in te schakelen, onder
handbereik. „Bij andere merken, BMW
bijvoorbeeld, gaat het vaak om stan
daardmotoren die later worden aange
past. Dan zitten sommige instrumenten
vaak op plekken die tijdens het rijden
lastig te bereiken zijn"
De eerste twee motoren die in 1991 in
dienst kwamen waren Norton Comman
ders. Een patriottische keuze wellicht,
waarop de LAS is teruggekomen. Ook
BMW verloor de slag, net als trouwens
bij de politie en het leger. „Honda bood
gewoon het beste pakket, met de beste
voorzieningen voor onderhoud en on
derdelen", zegt voorlichter Humphries.
Opmars
De opmars van de motorambulance lijkt
onstuitbaar. Ook in andere Engelse ste
den worden al exemplaren getest. Na
vrant blijft natuurlijk, dat de introductie
noodzakelijk was vanwege het dicht
slibben van het stadsverkeer met vier
wielig blik, terwijl juist voor automobi
listen bedoelde voorzieningen gevaar
voor motorrijders opleveren.
In Londen mogen de tramrails ontbre
ken, het wegdek wordt er - zeker op
doorgaande wegen - wel overdadig met
witte verf bekladderd om richtingen, rij
stroken, plaatsnamen en wegnummers
aan te geven. Een regenbuitje, een beetje
olie, en de glijbaan is daar.
Redmond herkent de frustratie van een
collega-motorrijder over de oogkleppen
van verkeersplanners en wegenbouwers.
„Het zal wel te veel geld kosten om al die
verf door een veiliger substantie te ver
vangen. Het enige wat erop zit is uiterst
voorzichtig zijn", zegt hij.
De motorbroeder heeft in elk geval het
voordeel dat een gewone ambulance
nooit echt ver uit de buurt is.
Hans Geleijnse