Zonder stropdas is links Wolharige mammoet heeft de toekomst PZC Uiterlijk verraadt politieke voorkeur m reportage 23 zaterdag 26 oktober 1996 Een politicus zonder stropdas is links, terwijl één blik op een parelketting genoeg is om te weten dat je te maken hebt met een liberale dame. Allemaal vooroordelen? Nee. Uit onderzoek van de Leidse politicoloog Ronald Hendriks blijkt dat kleding, haardracht en sieraden alles zeggen over iemands politieke kleur. Handig voor kiezers èn partijen. Wie weet wordt het tijd voor heuse partij-uniformen. In T-shirt en met baseballpetje juicht staatssecretaris Terpstra de Neder landse sporters toe tijdens de Olympische Spelen, deze zomer in Atlanta. De roddel bladen melden direct dat 'onze Erica' niets om haar uiterlijk geeft en absoluut geen smaak heeft. Maar diezelfde Erica luistert met prinsjesdag opgetut in een keurig donkerblauw ensemble met een gi gantische hoed op haar hoofd naar de troonrede. Couturier Edgar Vos tekende voor de outfit. Die blijkt, op de vrijetijds- kleding na, alles voor haar te ontwerpen. Terpstra heeft vanwege haar omvang misschien wat extra wijze raad nodig. Volgens Vos blijft het namelijk vooral 'omhullen'. Maar professionele kleding adviezen zijn heel gewoon voor bekende Nederlanders, dus ook voor politici. Ze treden in de openbaarheid en moeten er dan toch representatief uitzien. Dat wordt van hen -verwacht. Als premier Kok in spijkerbroek met trui in de Tweede Ka mer zou verschijnen staat dat direct op al le voorpagina's. Bewindslieden horen ge woon in pak. Alleen minister Voorhoeve (Defensie) mag dat heel af en toe verruilen voor een gevechtstenue. Te veel aandacht voor kleding lijken ze in politiek Den Haag niet te willen. Zo ver telde de woordvoerder van minister Sorg- clrager (Justitie) onlangs in een interview dat ze wel eens wat adviezen geeft over de kleding of het gebrek aan make-up van haar minister, maar dat te veel nadruk op haar uiterlijk voorkomen moet worden. „Er mag niet langer dan een dag gespro ken worden over de hoed die ze op prins jesdag draagt." Herkenbaar Maar of politici het willen of niet, de bui tenkant begint steeds meer mee te tellen. Want kiezers stemmen met meer automa tisch op dezelfde partij. Wie kiezers wil trekken, moet het van persoonlijkheden hebben. Herkenbare personen die het ge zicht van hun partij zijn en sympathie kunnen winnen. Geraffineerde kledingadviezen kunnen daarbij een gouden zet zijn. Politicoloog Ronald Hendriks laat in zijn afstudeer scriptie Beelden van politici zien hoe kie zers het uiterlijk van politici beoordelen en inschatten. En wat blijkt: ze hebben genoeg aan een trui of een pak, ja zelfs aan oorbellen of een armband, om iemand di rect in een politiek hokje te stoppen. Op het eerste gezicht is meestal al duidelijk Premier Wim Kok. Erica Terpstra. Vakbondsleider Wim Kok. Jan Marijnissen. Karin Adelmund. welke politieke kleur iemand heeft. Be staande vooroordelen hebben hiermee een wetenschappelijk tintje gekregen en heten 'politieke inschattingen'. Hendriks is tot zijn conclusies gekomen door een groep mensen 86 foto's van ge meenteraadsleden voor te leggen met de vraag die te sorteren. Er komen drie 'looks' uit het onderzoek: een liberale, een progressieve en een confessionele. Elke look heeft z'n eigen kenmerken. De uit komsten van het onderzoek kunnen ook op landelijke politici worden toegepast. Zijscheiding Een typisch voorbeeld van het liberale ty pe bij de vrouwen blijkt Erica Terpstra. Zij heeft werkelijk alle kenmerken: ze is wat ouder, heeft keurig kortgeknipt haar, draagt klassieke combinaties en veel sie raden. Ook al zegt Edgar Vos dat hij er bij het ontwerpen geen rekening mee houdt dat zij van de WD is, Terpstra kan er bij na niet liberaler uitzien dan ze nu doet. Overigens: postuur zegt niets over ie mands politieke uitstraling. Lijnen is dus nooit nodig om bij een partij te passen. Hetzelfde geldt voor brillen. En ook ka lende mannen hoeven niet direct voor hun imago te vrezen. Bij de mannen is CD A-fractieleider Heer- ma verrassend genoeg een liberaal type. Hij heeft de kenmerkende zijscheiding en donkere jasjes. Hoewel, z'n snor heeft weer iets progressiefs en met het baardje van een paar jaar geleden zweefde hij nog een beetje tussen de types in. De uiterlijke verwarring alleen afkan best een verkla ring zijn voor de leiderschapperikelen bij de christendemocraten. De kenmerken van het progressieve type zijn jeugdigheid, wat wilder of sportiever haar, vlotte kleding en weinig sieraden. PvdA-Kamerlid Karin Adelmund is zo'n type. Bij de mannen is dat Jan Marijnissen van de Socialistische Partij Die draagt bijvoorbeeld een spijkerbroek met een jasje dat net wat afwijkt van de gangbare jasjes. De immer dasloze fractieleider Ro- senmöller van GroenLinks behoort uiter aard ook tot de progressieven. Het confessionele type tenslotte staat voor alles wat oud is. Rijen CDA-Kamer- leden behoren met hun geruite jasjes en grijze haren tot dit type. Maar ook pre mier Kok. Hij ziet er nu totaal anders uit dan in zijn vakbondstijd toen hij nog dui delijk progressief was met zijn lange haar en zijn nonchalantere kleding. Kok straalt nu meer het premierschap uit dan het lidmaatschap van de PvdA en dat is ook wat de mensen veiwachten en beoor delen. Bij een politieke kleur hoort een be paald uiterlijk, maar dat geldt ook voor sommige functies. Imago Het onderzoek van Hendriks toont ook aan dat vrouwen geen invloed hebben op het partij-imago. Vrouwen stralen ook niet per se progi'essiviteit uit. Hoewel ze veel creatiever kunnen zijn in hun kle dingkeuze, is voor het publiek de kleding van mannen veel bepalender. Want een li berale dame in een nette spijkerbroek kan wel, maar een scheve das bij een net pak is genoeg om een liberaal imago totaal te verknallen. Bij een imago komt natuurlijk meer kij ken dan kleding en haardracht. Politici zijn wandelende visitekaartjes voor hun partij, dus moeten ze ook een beetje leuk wandelen. Voormalig CDA-kroonprins Elco Brinkman had zelfs een heel eigen loopje ingestudeerd, de Brinkman-shuf- fle. Een politicus met een boodschap stelt na- tuurlijk niets voor als hij die boodschap niet weet te verkopen. Dus leren ze spre ken in het openbaar en worden hun toe spraken 'opgeleukt' door voorlichters. Maar al is hun boodschap nog zo goed en komt hun praatje er nog zo leuk uit, als hun verschijning niet klopt of irritatie op wekt, haken kiezers af. De eerste indruk telt en politici moeten goed bedenken dat imago en product (politieke ideeën) bij el kaar moeten passen. Dat geldt voor de Haagse politiek, maar ook voor gemeen tepolitiek. „Daar gaat het contact via ver kiezingsposters en kranten", licht Hen driks toe. „Je ziet een hoofd en pas daarna hoor je bij welke partij dat hoort. De com binatie moet wel kloppen Partij-uniform Een soort partij-uniform lijkt dus de op lossing om de kiezers in één oogopslag duidelijk te maken wie er spreekt en waar diegene voorstaat. Of in ieder geval strik te kledingvoorschriften met verplichte zijscheiding voor de WD-heren en een sieraadverbod voor de dames van de PvdA Zover hoeft het volgens Ronald Hendriks ook weer niet te gaan. „Kleding kan partijen helpen in hun cam pagne", meent hij. „Partijen zijn zich vaak niet bewust van hun imago. Door op kleding te letten, kunnen ze hun imago koesteren. Je moet alleen geen vreemde fratsen uithalen. Brinkman probeerde te geforceerd het CD A-imago te veranderen en dat werkte niet." Enkele 'dissidenten' binnen een partij hebben ook hun functie bij de verkiezin gen. „Minister Wijers (Economische Za ken) heeft voor D66-begrippen een nogal liberaal uiterlijk en kan daarmee mis schien wat stemmen van een zwevende groep rechtse kiezers binnenhalen. Be sluit Paul Rosenmöller ineens een strop das om te doen. dan kan hij daarmee eigen kiezers van GroenLinks vervreemden, maar wellicht anderen juist over de streep trekken." Margit Kranenburg Volgens de huidige wetenschap hebben in een ver verleden drie soorten mammoeten bestaan, die alle ook in ons land hebben rondgelopen. Het geologisch tijdvak waarin ze leefden wordt het Pleistoceen genoemd, maar staat beter bekend als de laatste Ijstijd. Die begon 2,3 miljoen jaar geleden en duurde voort tot tienduizend jaar geleden. Deze immense periode werd gekenmerkt door grote temperatuurschommelingen. Tenminste 22 keer werden perioden van ijzige koude afgewisseld door warmere. Dit gebeurde niet zoals bij ons door middel van jaargetijden, maar deze veranderingen hielden eeuwen stand. De grootste en tevens eerste mammoet- soort was de zuidelijke of savanne mammoet. Dit dier leefde ongeveer van drie tot één miljoen jaar geleden (schou derhoogte 4 tol. 4,5 meter) en trok via de drooggevallen Straat van Gibraltar naar het Noorden. Door de veranderende om standigheden evolueerde deze soort lang zaam in de steppemammoet, die slechts 3,5 meter hoog werd. Vanaf ongeveer vier honderdduizend jaar geleden wordt ver haald over de wolharige mammoet, die zo'n 2,50 meter groot werd. De belang rijkste aanpassing die de dieren moesten doorstaan betrof de vegetatie: het voed selaanbod verschoof van twijgen en bla deren naar gras. Waarom deze soort zich, evenals de grot- tenleeuw, steppewisent, grottenbeer en reuzenhert, niet kon aanpassen aan de laatste veranderingen is nooit precies achterhaald. Het werd waarschijnlijk veroorzaakt door een complex van facto ren. De belangrijkste was het einde van de Ijstijd, waardoor de temperatuur steeg, het landijs smolt en grote delen van hun voedselgronden onderliepen. Hierdoor veranderde de vegetatie in relatief korte tijd opnieuw. Mede door hun speciaal ge bit hadden de dieren de grootste moeite nog voedsel te vinden. Hongerig begon nen de mammoeten te zwerven, ze ver zwakten en werden gevoelig voor ziekten Valkuilen De mens speelt in dit verhaal ook een rol. De Neanderthalers jaagden met primitie ve wapens op de kolossen, maar delfden zelf het onderspit zo'n 48.000 jaar geleden tegen de Cro-Magnonmensen. die speren gebruikten en ook speciale valkuilen voor mammoeten uitvonden. Uit diverse op gravingen in het Oostblok is gebleken dat zo hele kuddes werden uitgeroeid. De fos sielen en de beroemde rotstekeningen in de Franse Dordogne en Spanje's Altamira zijn tot nu toe het enig overgebleven be wijs. Japanse wetenschappers zoeken op dit moment op de bevroren toendra's in Sibe rië naar overblijfselen van de wolharige mammoet. Ze willen proberen met behulp van hedendaagse olifanten deze uitge storven diersoort terug te fokken. Naast de vraag of het mogelijk is, rijst de vraag of het esthetisch verantwoord is. Volgens collega-wetenschappers heeft het met wetenschap wéinig te maken en zal het initiatief een vroege dood sterven, omdat het met de huidige technieken onmogelijk is. Maar in de toekomst zou het wel eens kunnen lukken; althans wat het uiterlijk van het dier betreft. Meer niet. Of Neder land, dat bekend staat als een van de beste vindplaatsen, daarbij ooit een rol zal spe len, valt te betwijfelen. De mammoet maakte op de toenmalige mens al grote indruk en spreekt nu nog steeds tot de verbeelding. Alhoewel dege leerden het niet helemaal eens zijn over het exacte jaartal waarin het allerlaatste exemplaar de laatste adem uitblies, leeft deze langharige olifant bij veel mensen voort. Als belangrijkste oorzaak daar voor geldt dat we inmiddels meer weten van deze slurfdrager, zoals de familie wordt genoemd waarin ook de uitgestor ven bosolif anten en zogeheten mastodon ten of moerasolifanten vallen, dan van welke dinosaurus ook. Discussie Mede daarom kozen de Japanse geneti cus/dierenarts Kazufumi Goto en zijn collega Shoji Okutsu deze diersoort. Ze willen DNA uit mannelijke spermacellen van fossielen onttrekken en deze inbren gen bij vrouwelijke hedendaagse olifan ten. Het terughalen van de mammoet naar deze tijd heeft de discussie nieuw leven ingeblazen of het inderdaad mogelijk is om wat in de film Jurrassic Park nog ge avanceerde computeranimatie was tot werkelijkheid te verheffen. Nederland staat samen met Rusland te boek als de beste vindplaats wat betreft overblijfselen van deze mammoetsoort, maar speelt door het gebrek aan kennis geen rol in het wetenschappelijk onder zoek. Dat blijkt ook wel uit het feit dat professoren van gevestigde instellingen als het Nationaal Natuurhistorisch Muse um in Leiden verwijzen naar Dick Mol, een verwoed amateur-paleontoloog. In 1992 schreef hij samen met een collega amateur het eerste Nederlandstalige boek over de mammoet. Daarin staat be wust niets over DN A-onderzoek. Niet omdat hij te weinig weet van genetische manipulatie, maar vanwege het specula tief karakter. En dat is in de wetenschap net zoiets als vloeken. „Het terugfokken komt uit de lucht vallen, net als de initia illustratie Hans den Hoedt tiefnemers in feite. Sinds de microscoop in de eerste helft van deze eeuw haar in trede deed is er wel over gesproken, maar is het nooit serieus benaderd." „Ik heb navraag gedaan bij diverse we tenschappers. maar zij hadden net als ik nog nog nooit van deze deskundigen ge hoord. Dat zegt op zich niets, maar in ok tober 1995 werd de Eerste Internationale Mammoet Conferentie in Sint Pieters burg gehouden. Daar waren ze bijvoor beeld niet aanwezig." Dr. Adrian Lister van de Universiteit van Cambridge maakte toen bekend dat hij had ontdekt dat de wolharige mammoet nauwer verwant is aan de Afrikaanse oli fant dan aan de Aziatische olifant, zoals tot dan toe werd aangenomen. Opmerke lijker is misschien nog wel dat de Afri kaanse olifant al bestond voordat de mammoet uitstierf. Lister: „Ze hebben dezelfde voorouders in het Tertair-tjjd- perk, zo'n 2,3 miljoen tot 15 miljoen geleden. Maar dat geldt ook voor de Afri kaanse en Aziatische olifant. De familie is geüjk, maar de soort is anders." De Engelse wetenschapper houdt zich be zig met erfelijksonderzoek en genetische manipulatie „De dieren tonen evenwel grote verschillen. De wolharige mam moet heeft een hogere schedel en steil af lopende rug. De Afrikaanse olifant heeft daarentegen veel grotere oren; bijna twee meter in doorsnee tegen amper 35 centi meter van de mammoet. Waarschijnlijk beschikken de dieren over dezelfde bloedsomloop, wat het fokken zou verge makkelijken. De Afrikaanse olifant ge bruikt zijn oren om de kop koel te houden en om het circulerende bloed af te koelen. Het bloed dat naar zijn oren stroomt is vijf graden warmer dan het weer wegstro mende bloed. De mammoet had dat van wege de kou niet nodig, maar juist een wollige jas." Sceptisch Mede door deze verschillen is de kans mi- niscuul klein dat via het gerichte fokken ooit de raszuivere mammoet zal terugke ren. Lister: „De Afrikaanse lijkt veel op de zuidelijke mammoet, die later evolueerde tot onder meer de wolharige. Het heeft weliswaar honderden eeuwen geduurd, maar het zou theoretisch kunnen. Maar de mens is ongeduldig." Het bericht op 19 mei 1995, dat Ameri kaanse wetenschappers van de California Polytechnic State University een 25 mil joen oude bacterie uit het darmkanaal van een bij tot leven hebben gewekt, zegt genoeg. Bacteriën staan er om bekend om lange periodes van inactiviteit te kunnen overleven, maar zo lang was onbekend. Lister hierover: „Ik weet zeker dat colle ga's hebben geprobeerd het huzarenstuk je na te doen, maar ik heb er de laatste tijd mets meer over gehoord. Dus de bacterie zal wel uit deze tijd zijn geweest en door een slordigheidje in het onderzoeksmate riaal terecht zijn gekomen." Het terugfokken van uitgestorven dier soorten is overigens al vaker geprobeerd. Alleen werd daarbij geen DNA gebruikt; simpelweg omdat overblijfselen daarvan ontbraken. In Zuid-Afrika werd de quag- ga (een zebrasoort die in 1833 uitstierf) nieuw leven ingeblazen. In Duitsland starten in het begin van deze eeuw de ge broeders Heek, eigenaars van dierentui nen inMunchen en Berlijn, een project om het oerrund terug te fokken. Deze dier soort stierf rond de zeventiende eeuw uit en is alleen bekend van afbeeldingen. Hoe de mammoet er moet hebben uitge zien is nagenoeg bekend Dein 1977 in Si berië gevonden mammoetbaby Dima vormt een perfect model. Het ongeveer 40.000 jaar oude gemummificeerde lijkje is de meest complete vondst tot nu toe. Het diertje is waarschijnlijk verhongerd en daarna in een rivier van modder terecht gekomen. Door het sediment werd het dier luchtdicht verpakt en hierdoor per fect geconserveerd. Maar de hoeveelheid bruikbaar DNA bleek tegen te vallen. Als niet het dier wordt teruggefokt, maar een dier dat alleen uiterlijk gelijkend is, wordt nog een probleem omzeild. Mol: „Het biotoop van de wolharige mammoet is verdwenen en zal niet meer terugko men. Misschien dat in Siberië nog enkele voedselrijke toendra's te vinden zijn, maar deze vriezen in de winter dicht. Dus moeten de dieren kunnen trekken en dat is in deze huidige tijd niet meer mogelijk." Corno van den Berg

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 23