In de welvaartsstaat heerst honger Rapporten kun je niet eten p reportage zaterdag 26 oktober 1996 fotografie Lex de Meester In Nederland wordt honger geleden. Ongeveer twee- tot driehonderdduizend gezinnen moeten leven van een inkomen onder het sociaal minimum. Twee- tot driehonderdduizend gezinnen - dat zijn méér mensen dan er in heel Zeeland wonen; geen nieuwe kleren, geen telefoon, geen krant. In ongeveer veertigduizend huishoudens komt niet dagelijks meer een warme maaltijd op tafel. En in twintigduizend gezinnen heerst honger. Verbijstering alom. Behalve dan bij al die organisaties en instellingen die reeds lange tijd verkondigen dat het armoedeprobleem onaanvaardbare vormen heeft aangenomen. Zij waarschuwen al jaren. Nu begint het besef dat armoede de welvaartsstaat is binnengeslopen ook tot Haagse Kringen door te dringen. Eindelijk. „Dit hadden ze toch op hun klompen kunnen aanvoelen?" De vorstin formuleerde het vorig jaar in haar Troonrede stijlvol: De regering doet een be roep op burgers, bedrijven, andere overheden en maatschappelijke organisaties om gezamenlijk de sociale opsluiting en stille armoede in onze samen leving eensgezind en met kracht aan te pakken. En daarmee, stelde het Tweede-Kamerlid K. Adel- mund (PvdA) deze week op een bijeenkomst van haar partij te Vlissingen op cynische toon vast, ver wierf het armoedeprobleem in Nederland óók ko ninklijke erkenning. Maar wat hielp dat? Districtsbestuurder C. Damen van de FNV-Zeeland: ,,Het heeft in zoverre gehol pen, dat nu overal armoedenota's verschijnen. Maar rapporten kun je niet eten." Paars verkeerde op de derde dinsdag van septem ber dit jaar in jubelstemming; het gaat weer goed met Nederland. Een gênante vertoning, zegt Da- men. En dat vindt ze nog zwakjes uitgedrukt. „Het was om woedend van te worden. Want met grote groepen mensen gaat het helemaal niet goed." Reeds een reeks van jaren roepen vele instellingen en organisaties dat armoede een serieus probleem is geworden. Zij stuitten op scepsis en ongeloof. Nu, ruim een maand nadat minister Zalm van fi nanciën in triomf zijn begrotingskoffertje hief, be gint de werkelijke waarheid door te dringen: in de welvaartsstaat Nederland heerst honger. Begin deze week presenteerde het Ministerie van Sociale Zaken een rapport, waarin de omvang van de problematiek wordt geschetst. Tussen de zes honderd- en negenhonderdduizend huishoudens moeten leven van het sociaal minimum. In vele tienduizenden gezinnen is zelfs geen geld meer voor een fatsoenlijke maaltijd. De verbazing die nu van de gezichten van politici tuimelt - daarover maakt FNV-bestuurder Damen permitteren. En dan bestaan er wel allerlei prach tige aanvullende regelingen, maar er zijn veel ou deren die daar geen gebruik van maken, óf omdat ze niet weten hoe ze dat aan moeten pakken, óf uit schaamte. Elke keer naar die ambtenaar achter dat loket, elke keer die formulieren - die regelingen moet zó toegankelijk worden gemaakt, dat je niet steeds op je knietjes hoeft." Veel politici, zegt Van Wezel zuchtend, hebben niet de geringste notie van hoe het er buiten het Bin nenhof werkelijk aan toe gaat. Al die Kamerleden die hun prettig betaalde commissariaten in het be drijfsleven verdedigen met het argument dat ze dat uitsluitend doen om voeling met de samenleving te houden; Van Wezel grimlacht daarover Want de echte samenleving bevindt zich niet in vergader- vertrekken met comfortabele zetels en glanzend gewreven tafels. Het werkelijke leven speelt zich af op straat, in wijken, verzorgingshuizen. „Een ty pisch voorbeeld. In Zierikzee heb je het bejaarden huis Borrendamme. Daar staan een stuk of dertig aanleunwoningen bij, in twee lagen. Op die boven ste laag wonen mensen die negentig jaar oud zijn, geopereerd zijn aan hun knieën, eigenlijk niet meer kunnen lopen. En toch moeten ze elke keer dat be tonnen trapje op. Als ouderenbonden zijn we er al drie jaar over bezig om daar een lift te krijgen. Maar het gebeurt niet. Waarom gaat een politicus daar niet een keer kijken, waarom gaat-ie zo'n vrouwtje niet eens helpen dat zich vrijdags met de boodschappen stapje voor stapje aan die trapleu ning moet optrekken?" Franje „Ik heb af en toe het gevoel", zegt ook FNV-be stuurder Damen, „dat de politiek te ver verwijderd is van wat zich in de samenleving afspeelt. Ze heb ben waarschijnlijk geen idee wat het betekent om vah een kleine uitkering te moeten levenAlle fran je van de sociale zekerheid is er af gehaald. En nu ze eindelijk beginnen te beseffen hoe schrijnend de gevolgen van het beleid zijn, roepen ze vol verba zing: 'goh,het is toch wat uit de hand gelopen'. Dan denk ik: hebben jullie soms boter op je hoofd? Dit hadden ze toch op hun klompen kunnen aanvoe len?" Hoe lang wordt dit nog gepikt? Voorzitter Van Noord van de werkgroep 'De arme kant van Zeeland', somber; ..Ik ben bang té lang. En mijn grote zorg is dat het aantal armen alleen maar groter wordt. Kijk naar de eerste effecten van de Ziektewet; de groep werknemers met een vlekje die tot voor kórt nog net binnen kon blijven, gaat er nu ook uit. En dat betekent dat steeds meer mensen de kans lopen in de armoedekuil te vallen." FNV-bestuurder Damen: „Ik heb de indruk dat mensen murw geslagen zijn. Als ik in ons district rondkijk; er zijn veel mensen die buitengewoon be trokken zijn bij de armoedeproblematiek, daar ook heel bevlogen mee bezig zijn. Maar de mensen om wie het gaat, hoor je nauwelijks meer. Dat is ook niet zo'n wonder. Als je keer op keer wordt gepakt, krijg je op een gegeven moment zoiets van: ik laat het maar over me heen gaan, het zal mijn tijd wel duren." Willem van Dam B. van Noord van 'De arme kant van Zeeland' Districtsbestuurder C. Damen van de FNV ANBO-voorzitter J. van Wezel zich nog het kwaadst. Want hoe vaak is er niet voor gewaarschuwd dat steeds meer mensen naar de rand van de afgrond worden geduwd; hoeveel no ta's zijn daarover al niet volgeschreven? Oók in Zeeland. De FNV, de Algemene Nederlandse Bond voor Ouderen (ANBO), kerkelijke organisaties verenigd in de werkgroep 'De arme kant van Zee land' ze vroegen allemaal, vaak vergeefs, aan dacht voor het armoedevraagstuk. Verdediging In de tweede helft van de jaren tachtig al signaleer den kerkelijke organisaties in Zeeland dat het ver keerd dreigde te gaan en kwamen tot oprichting van de werkgroep 'De arme kant van Zeeland". Slechts weinigen luisterden echt naar de bood schap die de werkgroep uitdroeg. Werkgroepvoor zitter B. van Noord: ..Elke keer weer als je over het bestaan van armoede begon, moest je meteen in de verdediging. Niemand die het serieus nam. Er was maar één manier om daar iets aan te doen: probe ren om het zichtbaar te maken." In 1993 presenteerde de werkgroep de resultaten van een onderzoek. De bevindingen stemden niet opgewekt; ruim tienduizend Zeeuwen lijden ar moede. En de reacties? Van Noord: „Vooral onge loof - zo van: 'maar we zien ze niet, waar zijn ze dan?' Nou, je kunt je beter afvragen waar ze niet zijn. Ai-moede doet zich overal voor. Ook bij mij in de straat. Er zijn een heleboel plekken waar je ar men tegenkomt. In de goedkopere supermarkten, in het tweedehandscircuit. Mijn zwager is in het midden van het land onderwijzer op een middelba re school. Die kinderen moesten op schoolkamp. Ze konden kiezen uit Rome, Parijs. Londen of een week roeien op de Loosdrechtse Plassen. Maar Ro me kostte wél veertienhonderd gulden. Dus al die kinderen uit éénoudergezinnen met een bijstands uitkering zaten op de Loosdrechtse Plassen te roei en. Op dat soort momenten zie je de zaak zich uit schiften." Districtsbestuurder Damen van de FNV-Zeeland: „Als je in deze tijd van een bijstandsuitkering moet rondkomen, heb je gewoon niks te makken. En pro beer dan maar eens een kapotte wasmachine of een versleten bankstel te vervangen. Dan kun je wel zeggen: 'dan doe je toch een beroep op de bijzonde re bijstand', maar heb je de stapel formulieren wel eens gezien die je krijgt als je dat aanvraagt omdat je bijvoorbeeld een nieuwe bril nodig hebt?Die zijn zó ingewikkeld; je moet ongeveer vijf pagina's in vullen, met alle gegevens d'r bij - je bankafschrif ten, noem maar op. Nóóüühh, mensen vóllen dat niet, of zijn daartoe niet in staat." Zwembadkaartje Ook vanuit het FNV-kantoor te Middelburg klin ken al jaren waarschuwingen dat het armoedepro bleem steeds grotere vormen aanneemt. Diverse malen drong de vakorganisatie bij de (lokale) over heden aan op een soepeler kwijtscheldingsbeleid, een ruimhartiger hantering van de bijstandsregels. Al die moeite voor niets? Niet helemaal. Er waren gemeenten die in een genereuze bui be dachten dat het wellicht aardig zou zijn de ver drukten in de samenleving met Kerst een paar tientjes extra toe te stoppen. Andere gemeenten verzonnen regelingetjes die het mogelijk maakten hen korting te geven op een zwembadkaartje of hen een tegemoetkoming te verstrekken in de kosten van het lidmaatschap van een sportvereniging. Damen, schamper: „Dat zijn toch allemaal lap middelen? Een alleenstaande bijstandsmoeder van wie het kind op basketbal wil; die gaat toch niet eerst naar de gemeente om te vragen of dat goed is? Voor die twintig piek in de maand word je het hemd van het lijf gevraagd. Da's om door de grond te gaan van schaamte. Ik weet dat er mensen zijn die het desondanks doen, maar het gros zegt: 'nou, lie ver niet'." Even flakkerde er hoop toen de Majesteit zelf vorig jaar in haar Troonrede het armoedevraagstuk aan roerde. „Daar zijn we in zoverre iets mee opgescho ten, dat nu overal armoedenota's verschijnen en het probleem wordt erkend. Maar rapporten kun je niet eten. De honger is nog precies hetzelfde en de armoede is even groot gebleven. Er is geen extra geld naar de gemeenten gegaan, die moeten nog steeds bezuinigen. Als je de gemeenten vraagt: 'goh. doe 's wat aan de verruiming van je kwijt scheldingsbeleid, geef 's wat extra's', komt daar nog altijd weinig van terecht. Daar zitten ze zich alleen maar suf te rekenen om de begroting rond te krijgen. Wat de regering moet doen is gewoon een pot geld neerzetten. Dat klinkt misschien wat sim pel. Maar economisch gaat het weer een stuk beter in Nederland, er komt meer en meer geld. Maar juist bij die mensen die het zo kei- en keihard nodig hebben, komt dat niet terecht. En dan heb ik het niet alleen over de bijstandsgerechtigden, maar ook over bijvoorbeeld de AOW'ers." Op je knietjes Vrij recent nog publiceerde de Algemene Neder landse Bond van Ouderen (ANBO) in Zeeland een notitie om aan te tonen dat veel ouderen nauwe lijks nog de stijgende huren, gemeentelijke belas tingen, waterschapsheffingen en energielasten kunnen opbrengen. ANBO-voorzitter J. van We zel: „Vooral de alleenstaande ouderen die geen aanvullend pensioen hebben en alleen maar van AOW moeten leven, hebben het moeilijk. Die moe ten het zien te redden met veertienhonderd gulden. En als er een keer extra kosten zijn - stofzuiger ka pot, nieuwe bril nodig na een staaroperatie; dat soort elementaire uitgaven kunnen zij zich niet

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 21