Paars stevent opgewekt naar ongewisse toekomst Vis is niet alles meer in Urk PZC Einde van een tijdperk reportage 27 zaterdag 5 oktober 1996 van zowel de negentiende als de twintig ste eeuw. Postmodernisme wordt dat ook wel genoemd; kunstenaars gebruiken ci taten en collages om iets nieuws te schep pen uit bestaande stijlen. Wat dat betreft past de omstreden werkwijze van een wandelende kopieermachine als René Diekstra wel aardig in het fin de siècle, al is plagiaat uiteraard niet per se postmo dern. Revolutie Maar voor de toekomst bevat het fin de si- ècle-gevoel natuurlijk weinig perspec tief. Alles is al geprobeerd, niets is meer nieuw. Kwade tongen beweren dat het so cialisme failliet is en andere kwade ton gen (of misschien zijn het deels dezelfde) zeggen zelfs dat God dood is. Daar sta je dan als Nederlandse beschaving, op de drempel van een nieuw millennium. Hoe nu verder? Baghwan, Jomanda en Emile Ratelband hebben het gat in elk geval niet kunnen vullen. Krul weet het ook niet zeker. Maar hij ziet, naast overeenkomsten, in elk geval een belangrijk verschil met het eind van de negentiende eeuw, althans in Nederland. Toen zag jehet begin van de massademo cratie, van de grote toekomstvisioenen. Daar werd heel veel over geschreven. Utopia leek aanstaande. Nu zijn we con servatiever. We hebben het zo goed dat we liever niet te veel veranderingen meer zien. Beter kan het toch niet worden." De Amerikaanse filosoof/historicus Francis Fukuyama denkt dat ook. Hij be schouwt de val van de Muur niet alleen als het einde van een tijdperk, maar tevens als het einde van onze complete geschie denis. Er valt niets nieuws meer te beden ken, gelooft Fukuyama. Hij ziet nog maar één mogelijke uitweg: een nieuwe revolu tie, die van de computer, van Internet. De pc is de stoommachine van deze eeuw, de industriële revolutie maakt plaats voor de elektronische. Maar waar de stoommachine de massa's knechtte tot een productiecollectief tegen wil en dank, lijkt de pc juist het omge keerde te doen. Internet is zo groot en zo veelomvattend, dat niemand er meer greep op heeft. Internet is anarchie, het summum van individualisme. Je kunt er doen wat je wilt, pakken wat je wilt, weg gooien wat je wilt. Zonder sociale contro le, zonder ideologie. „Alles mag, dus iedereen staat voor alles open. Dat heeft zeker te maken met het fin de siècle-gevoel" (zangeres Sheila van de travestietengroep The Working Girls, over androgynie als trend). Alles mag. Dat is mooi voor Sheila, maar Krul ziet een mogelijk probleem. „We kampen met het verval van de ideologie. De verzuiling is weg, de duidelijkheid van de koude oorlog is voorbij In veel landen komt daar nationalisme voor in de plaats, maar of dat hier ook kan? Misschien wordt voor ons de democratie wel het nieuwe, bindende ideaal. De democratie van een verenigd Europa. Dat verenigde Europa is volgens Krul een typische reactie op het fin de siècle-ge voel van de jaren tachtig. ,,Toen werd de Europese gedachte nieuw leven ingebla zen. Het was een reactie op de decadentie, op het verlies aan Europese invloed, op de angst af te glijden als cultuur, als politieke wereldmacht. De democratie werd be dreigd. Daarom is het misschien ook wel goed dat die democratie zich nu, als nieu we ideologie, moet verdedigen tegen men sen als Le Pen in Frankrijk en Haider in Oostenrijk. Daar kan een nieuw elan uit ontstaan.'' Melancholie Ook het fin de siècle-gevoel in de vorige eeuw kwam voort uit decadentie. Krul: „Het is niet voor niets een Frans begrip. Begin 1800 was Frankrijk nog een we reldmacht, maar in de j aren tachtig van de vorige eeuw waren Groot-Brittannië en Duitsland veel machtiger geworden. De Fransen beschouwden zichzelf als cultu reel zeer verfijnd, zeer hoogstaand, maar toch brokkelden de fundamenten van hun beschaving af. In Oostenrijk leefde dat idee ook, want ook dat land verloor zijn machtspositieEr viel niets meer te verbe teren, het kon alleen nog maar minder worden. Het einde van een tijdperk was nabij. Uit die omstandigheden is het be grip fin de siècle geboren. En daarmee was tevens de basis gelegd voor dat typische gevoel dat er onlosma kelijk mee verbonden lijkt te zijn, de me lancholie van het déja vu. Objectief ge zien klopt die beleving niet, denkt Krill. „Het einde van de vorige eeuw is juist het begin geweest van enorme vernieuwin gen." Maar een gevoel bestrijd je niet zomaar. Kennelijk trekken we heel gemakkelijk conclusies uit het door onszelf geconstru eerde gegeven dat er een eeuwwisseling voor de deur staat „We zijn het avantgardisme voorbij. We leven in het fin de siècle en zoeken een syn these met het verleden" (Componist Krzystof Penderecki). „Ik probeer uitdrukking te geven aan de onmacht. We zitten midden in het fin de si ècle. Er is geen weg terug" (De Amster damse kunstenaar Nicolas Dings). Vanzelfsprekend is onze muziek verwar rend. Dat is kenmerkendvoor het fin de si ècle" (Zanger/gitarist M. Doughty van de New Yorkse jazzrockgroep Soul Coug- hing). Maar in het opgewekte futurisme van het paarse kabinet zijn die gevoelens van me lancholie niet terug te vinden. Is Paars de onmacht en verwarring al voorbij? Of be schouwt Wim Kok zijn aanval op de toe komst juist als de beste verdediging tegen de onzekerheid van nu? Krul zou dat laatste wel logisch vinden. ..Een regering zal toch iets moeten onder nemen. Je kunt wel denken dat alles al ge daan is, dat het allemaal voorbij is. maar de tijd houdt daar geen rekening mee. Die gaat gewoon door." En dus denderen we de toekomst tege moet in Wim Koks eigen paarse trein van de 21e eeuw. Op weg naar een nieuw be gin, niet wetend wat er komen gaat, maar in de vaste overtuiging dat er aan het ein de van elke eeuw wel iets groots gebeurt. Hoewel dat laatste volgens Krul nogal be trekkelijk is. „Aan het einde van de mees te eeuwen gebeurt wel iets bijzonders, maar dat geldt ook voor het begin en het midden van de meeste eeuwen. Het fin de siècle is een idee uit de negentiende eeuw. Voor die tijd bestond het niet zo. Alleen aan het einde van de tiende eeuw is er dui delijk sprake geweest van paniek. Het millennium was bijna afgelopen en bij belvorsers hadden berekend dat de we reld precies duizend jaar na Christus zou vergaan." Dat laatste is niet gebeurd, en inmiddels zijn we weer duizend jaar verder. Op nieuw staan we op het punt om behalve een eeuw ook een millennium af te sluiten. En dat maakt heel veel los. Of, zoals zan geres Sandra Reemer het begin dit jaar treffend samenvatte: „Ik praat over het spirituele. Daar zijn heel veel mensen mee bezig. Ze zoeken ankers. Dat heeft te ma ken met het fin de siècle-gevoel. Het is nogal wat: we sluiten duizend jaar af." Zo is het, al tikt de klok natuurlijk door. En dus maakt Paars zich op voor de sprong van de eeuw. Zo vanuit het fin de siècle een nieuw millennium tegemoet. Michel Brandsma Zelden was de Troonrede zo positief van toon als dit jaar. Het gaat goed met Nederland, en kennelijk moeten we dat weten ook. „Zeer opmerkelijk", zegt de Groningse historicus dr. Wessel Krul over de optimistische boodschap van Paars. Hij ziet een parallel met honderd jaar geleden, met het fin de siècle van de negentiende eeuw. „Ook toen ging het goed met Nederland. Er werd hoopvol vooruit gekeken naar de volgende eeuw." Is Paars in de ban geraakt van het nieuwe fin de siècle? „Als mensen er maar hard genoeg in geloven, komt het effect vanzelf." De ruggen recht, de hoofden fier gehe ven. Zo bestormen we onder aanvoe ring van Wim Kok de volgende eeuw. Althans, zo ziet het paarse kabinet het kennelijk graag. De agenda 2000-plus is geboren, de ministers debatteren in praatgroepjes over de lange termijn en Kok is, als ware hij de Bill Clinton van de lage landen, machinist op de trein van de 21ste eeuw. „Misschien hebben ze eindelijk gemerkt dat het jaar 2000 heel dichtbij is. Dan ligt het voor de hand naar de toekomst te kij ken", zegt historicus dr. Wessel Krul. „Mi nisters wordt vaak verweten dat ze niet ver genoeg vooruitkijken, dus wat dat be treft zijn die praatgroepjes van het kabi net wel positief." Krul. die in Groningen promoveerde op zijn onderzoek naar het werk van de grote Nederlandse geschiedschrijver Johan Huizinga. vindt dat de politiek nu al de problemen van de toekomst moet formu leren. En die problemen zijn groot. „De energievoorziening is een tijdbom onder ons systeem. En wat als we het klimaat echt veranderen met onze broeikasgas sen? Dan komen we nog voor gekke ver rassingen te staan." Regeringen kunnen die tendensen door trekken naar de toekomst, maar voorspel lingen doen is bijna onmogelijk, zo leert de geschiedenis. Krul: „Het is een optel som met onverwachte uitkomsten. Be paalde ontwikkelingen raken elkaar. De som is meer dan het geheel der delen. Bovendien is het nog maar de vraag in welk bestel, volgens welke doctrines en ideologieën onze toekomst vorm krijgt. Krul constateert dat we zojuist een hele duidelijke periode van twee eeuwen heb ben afgesloten. „Van de Franse revolutie in 1789 tot de val van de Muur in 1989. Dat is de grote periode van het socialisme ge weest, van de maakbare samenleving. Zo wordt dat tijdperk later ongetwijfeld be schreven door historici. Maar met de val van de Muur is de duidelijkheid verdwe nen. We vinden het moeilijk ons de toe komst maakbaar voor te stellen." Daarom blikken we niet alleen vooruit, maar ook terug. Geheel in de traditie van het fin de siècle. In de veronderstelling dat we een tijdperk afsluiten waarin alles al is gedaan. „We worstelen met het fin de siè cle-gevoel. We zijn moe en weten het niet meer. We kijken vooral terug naar de jaren zestig en zeventig", zei directeur Simon Verlaat van het Nederlands Mode Insti tuut vorig jaar over het gebrek aan creati viteit in de mode. Het idee dat we alleen nog maar kunnen kopiëren is inderdaad typerend voor het fin de siècle, zo bleek in de jaren tachtig Op weg naar de 21ste eeuw. illustratie Edith Buenen In het vissersdorp Urk is een revolutie aan de gang. Fileerders scholen zich om tot timmerman, schippers worden metselaar, tongvissers worden schelpen vissers. Noodgedwongen. De strenge quotering van platvis laat dit jaar haar sporen na. Kotters liggen met een dikke ketting geketend aan de wal. De werk loosheid stijgt schrikbarend snel. De Ur- kers beseffen: de vis brengt niet langer werk voor iedereen. Maar Urk zou Urk niet zijn als er niet naar een oplossing werd gezocht. Barend Hakvoort zit aan de vooravond van zijn vertrek naar IJsland. Hij heeft er al heel wat buitenlandse reisjes op zitten dit jaar. Als medewerker van de visa fslag is hij in buitenlandse vissersplaatsen op zoek naar een gouden idee waarmee de Urker vissers kunnen overleven. Op IJsland doen ze aan 'fly-shooting'. Het gaat de IJslanders niet om de hoe veelheid. maar om de kwaliteit van de gevangen vis. Ze vissen met lijnen en ha len met kleine hengelaartjes heel gericht de juiste exemplaren uit het water. Zo vang je een vis van superkwaliteit, weet Hakvoort. Op IJsland zal hij de kunst van het fly-shooting afkijken. Wellicht is de methode voor meerUrkers een goed alternatief. De UK22 probeerde de lijnen als enige Urker uit. Toen de schipper drie jaar ge leden begon met zijn hengelaartjes, werd hij hard uitgelachen door zijn collega's Nu niet meer. De UK22 werd een gezond bedrijf. De bemannning haalt per dag drie- tot vierhonderd kisten vis uit het water. „Ponen van superkwaliteit. Die dingen liggen 's zaterdags op de markt in Parijs." Dank zij de hengelaar brengen de ponen van de UK22 8 tot 9 dollar per kilo op. Terwijl voor ponen, gevangen met de oude vertrouwde sleepnetmetho de, niet meer dan 1,50 dollar per kilo wordt neergeteld. De visafslag op Urk kreeg het dit jaar voor het eerst druk met vragen van vis sers die hun quotum hebben volgevist. Sinds begin vorig jaar mogen ze 45 pro cent minder schol en 35 procent minder tong vangen. De vissers zoeken iets an ders, Hakvoort helpt graag. „We hebben een vloot van honderd schepen. Het be lang dat de kotters blijven bestaan is groot; zonder vloot geen afslag." Wie niet, zoals de UK22, vroegtijdig an dere wegen zocht, zit nu met de brokken. Driekwart van het jaar is om en het quo tum nadert de grens. De Urkers zien ge beuren dat ze hun' schip weken en mis schien maanden noodgedwongen aan wal moeten houden. De eerste slachtof fers zijn al gevallen. De vloot verloor dit jaar vijf kotters vanwege de quota. De schepen zijn verkocht of liggen te ver stoffen op de wal. Hakvoort, bezorgd: „En het laatste kwartaal moet nog ko men." Jacobsschelpen De zoektocht naar andere vis is begon nen. Soorten die niet aan een quotum zijn gebonden. De afslag is tegenwoordig een broeiplaats van allerlei vreemdsoor tige dieren. Het is niet langer tong, schol en schar wat de klok slaat. Zo vissen een stuk of vijf kotters momenteel op kreeft. Het enige dat ze nodig hebben is andere, fijnmazige netten van zo'n 7000 dollar per stuk, en een andere spoelinstallatie voor aan boord. Vijftig mijl boven Ter schelling zwemmen de diertjes in groten getale rond. Het kreeftenseizoen duurt maar kort, tien weken ongeveer. „Maar voor eventjes is het een leuk alternatief. Jacob Snoek van de UK154 probeert weer heel iets heel anders. Zijn schip vist tegenwoordig voor de kust van het Zui d-Engelse Brixham op Sint Jacobs schelpen. De vis is niet gequoteerd en mag naar hartelust worden gevangen. Het lijkt een groot succes te worden. Er is een goede markt voor de 'Shell-schelp'. vooral in de restaurantwereld. De vissers worden uitbetaald per schoongemaakte kilo vis, dus alleen voor het pure vlees. De prijzen liggen nu op 23 dollar per kilo. Tegen de feestdagen zal de prijs opklim men tot 30 dollar per kilo, verwacht Hakvoort. Hoe de toekomst er voor de Urkers uit ziet, blijft nog ongewis. Veel hangt af van nieuwe quota-afspraken. Voor 1997 is een verdere verlaging van 2 0 procent van het scholquotum aangekondigd. „Van die schelpen verwachten we meer", zegt Hakvoort. „Veel Urkers kijken eerst de kat uit de boom. Het heeft nog wat tijd nodig. Maar de prijzen zijn goed en de vangsten ook." Hakvoort is ervan overtuigd dat de Ur kers zullen overleven. Ze zitten nu in een uitprobeerperiode maar zullen in toene mende mate op andere vangsten over gaan. „Al blijft onze basis de platvis. De tong, de schol, de tarbot. Daar zijn we sterk in en dat blijven we." Niels Daan is onderzoeker van het RI- VO/DLO in IJmuiden. De bioloog weet van de pogingen om op andere vangsten over te gaanmaar ziet er geen heil inJe hebt altijd last van de bijvangsten. Je vangt met je boomkor ook andere soor ten die wel zijn gequoteerd, zoals kabel jauw, tongscharen een beetje schol. Moet je nog uitkijken voor je quotum." En de verdiensten ziet Daan ook niet zitten. „Door de lange reistijd is het weinig ren dabel. Dan moeten de prijzen wel erg ex plosief stijgen." Arbeidsvoorziening Niet alleen op zee is de verandering in gang gezet. Ook op de wal is een omscho ling aan de gang. De Arbeidsvoorziening Flevoland opende onlangs een kantoor tje op Urk waar consulent Mark Postma iedere ochtend spreekuur houdt. Postma heeft het razenddruk De werkloosheid op Urk lag altijd ver onder het landelijk gemiddelde. Het per centage schommelde zo rond de 4 pro cent. Maar inmiddels zijn de rollen om gedraaid. Het eerste halfjaar was al 10,7 procent van de beroepsbevolking op Urk werkloos en de stijging zet schrikbarend snel door. Postma: „De werkgelegenheid in de vis neemt langzaam af. Het grote probleem is het aantal schoolverlaters. Dat neemt gigantisch toe. Er is domweg geen werk voor ze. De vanzelfsprekendheid om direct na de middelbare school 'in de vis' te gaan ver dwijnt. Er verschijnen banen- en scho lingsmarkten die de Urkers alternatie ven aanbieden. Tientallen fileerders la ten zich vrijwillig omscholen. Ze zien de bui hangen en vrezen een massaontslag als hun bedrijf over de kop gaat. „Ieder een op Urk is in afwachting van de grote klap." Bos Diepvries is wat dat betreft het dieptepunt van de afgelopen maand. Het bedrijf sluit haar vestiging op Urk. Voor de zeventig medewerkers is in het vissersdorp geen werk meer. Postma krijgt iedere week minstens vijf Urkers aan de balie, die iets anders wil len. Schrijnende gevallen soms, zoals die visser van vijftig jaar die zijn quotum had volgevist Recht op een WW-uitke- ring had hij niet. Hij gleed terug van 100.000 dollar inkomen per jaar naar de sociale dienst, moest eerst zijn huis op eten en had tien kinderen te onderhou den. De man nam de gok en liet zich om scholen tot bouwvakker. De gemeente Urk werkt inmiddels aan een beleidsplan waarin staat dat er an dersoortige industrie naar het dorp moet komen. „Anders gaat het hier over een paar jaar gigantisch fout." Saskia van Westhreenen Fileerders in Urk. fotoAxipress

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 27