Geen geld,
geen werk,
geen steun
Arm Amerika
staat in de kou
PZC
reportage
ZATERDAG 14 SEPTEMBER 1996
Sylvia is het prototype van een bijstandsmoeder. Zwart. Jong, véél te
jong, een kind gekregen. En nog een. En nóg een. Drie kinderen voor
haar twintigste. De vader is in geen velden of wegen te bekennen. De
school natuurlijk nooit afgemaakt. Een leven getekend door drugs,
geweld en de zorg voor drie peuters. Haar enige manier om in leven te
blijven was jarenlang haar hand op te houden: iedere maand 377 dollar
bijstand. En 270 dollar aan voedselbonnen. Te weinig om van te leven,
Het bestaan van duizenden Sylvia's in
de zwarte getto's van Chicago lijkt
uitzichtloos. Het is een vicieuze cirkel: ze
krijgen geen werk omdat ze in het getto
wonen en voor kleine kinderen moeten
zorgen. En ze zijn tot het getto veroor
deeld omdat zij geen werk krijgen. Alleen
door de bijstand kunnen ze het hooiti bo
ven water houden. Maai- daaraan komt nu
wellicht ook een eind. 'Washington' heeft
immers beslist dat ze nog maai' twee jaar
steun krijgt. Dan móet ze werk hebben ge
vonden. Daarna houdt de bedeling op.
En lokt een leven op straat. „Hoe halen ze
het in hun hoofd?", roepen wanhopige
maatschappelijk werkers in de armste
buurten van de grote Amerikaanse ste
den. „Bill Clinton laat ons in de steek",
zegt Doug Dobmeyer, die er al een half le
ven als hulpverlener in Chicago's zwarte
getto op heeft zitten. „Het zal moeilijk
worden de mensen van de straat te hou
den. Op wie kunnen we nog rekenen, als
zelfs Clinton ons laat stikken? Er wordt
gekort op de bijstand, maar ze doen niets
om de gevolgen op te vangen."
Want waar moeten de Sylvia's van Ame
rika werk vinden? Niemand wil ze hebben.
Ze hebben onvoldoende scholing, zijn
vanwege de kinderen niet flexibel in hun
werktijden, komen uit buurten met een
slechte naam. 'Moeilijk plaatsbaar' heet
dat. Sylvia, nu 36, heeft nog geluk gehad.
Zij heeft voorlopig een baantje bij de hulp
organisatie die vrouwen als zij opvangt en
begeleidt. Maar zij beseft dat ook dat zo
voorbij kan zijn. „Je bent nooit verder dan
één loonstrookje verwijderd van de ar
moe", zegt zij realistisch.
Tweede kans
Vorige maand zette president Clinton met
een pennenstreek een streep door een zes
tigjarige traditie: de door Franklin Roose
velt in 1935 ingevoerde, federale inko
mensgarantie voor de armste Amerika
nen. Een van de grootste sociale verwor
venheden van de eeuw, zeggen sommigen.
Een uit de hand gelopen systeem dat; mil-
■j oenen Amerikanen niet heeft geholpen
maar juist afhankelijk heeft gemaakt, zeg
gen anderen. „De bijstand is een manier
van leven geworden", zei Clinton in au
gustus, „in plaats van een tweede kans."
In 1992 beloofde Clinton „een eind te ma
ken aan de bijstand zoals we die kennen".
Vier jaar lang was dat echter voor hem
geen prioriteit. Hij vond de hervorming
van de gezondheidszorg belangrijker. En
snijden in de bijstand was taboe voor de
Democraten in het Congres. Maar toen de
Republikeinen daar in 1994 de macht
overnamen, herinnerden zij de president
aan zijn belofte. Hun prioriteit was het
wegwerken van het begrotingstekort en
de 55 miljard dollar die de bijstand kost
werd een van hun doelwitten.
Clinton blokkeerde meerdere Republi
keinse bezuinigingsvoorstellen, maar
ging deze zomer overstag voor een plan
dat zowel door een groot aantal Democra
ten als door alle Republikeinen werd ge
steund. Hij deed dat niet van harte overi
gens, maar uit puur politiek opportunis
me. Zo kon hij tenminste aantonen een
van zijn omstreden verkiezingsbeloften
uit 1992 te hebben ingelost. En tegelijk
ontnam hij zijn rivaal Bob Dole een the
ma, waarmee die hem tijdens de verkie
zingscampagne om de oren kon slaan.
Al op de dag dat hij zijn handtekening on
der de wet zette, kondigde hij echter aan
na zijn eventuele herverkiezing voorstel
len te zullen doen de ergste pijn te ver
zachten. Maar dat zal hem alleen lukken
als het Congres weer stevig in Democrati
sche handen komt en de kans daarop is
gering. Linkse Democraten en sociale ac
tivisten hebben dan ook geen goed woord
over voor 'hun' president. „Deze wet
wordt een ramp", zegt Bill Leavy, een so
ciaal werker van het Great West Town-
project in Chicago. „Er zullen meer bede
laars komen."
Onder de nieuwe wet krijgt niemand nog
langer dan twee jaar bijstand. In de tus-
Washington was dit jaar het toneel van massale protesten tegen korting op steunpro
gramma's voor jongeren. foto Greg Newton
sentijd moet je een baan zoeken. Vind je
die niet, dan valt elke steun weg en moetje
maar zien hoe je rondkomt. En per gezin
mag niet langer dan totaal vijf jaar bij
stand worden 'genoten'. Einddoel is, zo
stelt de wet, dat in 1998 een kwart en in
2002 de helft van de huidige 12,8 miljoen
bijstandstrekkers aan het werk is. Een lof
felijk streven, ware het niet dat er voor de
ze nauwelijks opgeleide mensen geen ba
nen te vinden zijn.
Bill Leavy leidt ons rond door Chicago's
West Side. „Hier", wijst hij op een grote
kale vlakte, „stond ooit de Campbell soep-
fabriek." „Daar", naar een even kaal ter
rein een paar honderd meter verderop,
„het hoofdkantoor van de Sears waren
huisketen." Campbell, Sears en de vlees
verpakkingsbedrijven die tienduizenden
mensen een baan boden, zijn naar dè bui
tenwijken van de stad verdwenen. Er is
niets voor in de plaats gekomen. De eco
nomie van de West Side wordt nu bepaald
door drugshandelaren en gangs. De wijk is
sinds enkele jaren wel twee gevangenis
sen rijker.
„Er zijn geen banen in deze buurt meer",
zegt Cheryl Francis van de hulporganisa
tie Bethel New Life. „Die zijn nu in de sub
urbs. Maar hoe moeten deze mensen daar
komen? Er is geen openbaar vervoer. Geld
voor een auto hebben zij niet. En als ze al
een baan vinden moeten ze weer geld heb
ben voor kinderopvang." De overheidsbij
drage daarvoor houdt immers op zodra je
verdient, hoe weinig ook. Is het dan een
wonder dat talloze vrouwen - driekwart
van de bijstandstrekkers is vrouw - in de
bijstand is vastgeroest?
In de bijstand worden tenminste ook hun
ziektekosten vergoed. Ook dat valt echter
weg zodra zij een baantje krijgen. Sharon
Een busstation in Chicago, augustus 1996.
Barnhill heeft drie kinderen, alle drie
chronisch ziek. De oudste, 11, heeft diver
se operaties achter de rug, de tweede (7)
loopt met beugels, de derde is drie en au
tistisch. Met haar maandelijkse bijstand
en de betaling van de ziekenhuiskosten
door de staat komt zij net rond. Maar als
Sharon moet gaan werken, moet zij zelf
een ziekteverzekering nemen. Om van de
kinderopvang maar te zwijgen.
Solliciteren
En een opleiding die haar een goed betaal
de baan garandeert heeft zij niet Kleine
organisaties proberen nu hulp te bieden.
Zij organiseren, met steun van de lokale
overheid, omscholingscurssusen en leren
mensen te solliciteren. Want de nieuwe re
gels bepalen dat je je uitkering kan kwijt
raken als je niet tien sollicitaties per week
doet. „Maar dan bieden ze me een baan
Protest tegen de afschaffing van de bij
stand. foto Stephen Jaffe
de schuld is van de economische proble
men van Amerika, en dat bijstandstrek
kers alleen maar profiteurs zijn. „Maar er
zijn geen banen. Er is bij de overheid geen
enkele bereidheid om iets aan opleiding of
herscholing te doen." Dat Amerika maar
vijf miljoen werklozen heeft (5,1 procent
van de
beroepsbevolking) geeft een vertekend
beeld. De meeste nieuwe banen vragen
hoge opleidingen.
In zijn recente boek 'Als werk verdwijnt',
schrijft Julius Wilson, een bekende zwarte
hoogleraar aan de Harvard-universiteit,
dat bij gebrek aan banen in de privésector
de overheid voor werk moet zorgen. „Het
aanbod van laaggeschoolde arbeiders is
zo groot, dat het tot vijftien jaar zal duren
voor het bedrijfsleven dat kan opnemen."
De overheid, met zijn miljardentekorten
en bilj ardenschulden, heeft echter niet de
mogelijkheden, en nog minder de poli
tieke wil. om op te treden als werkgelegen-
heidsverschaffer.
Amerikaanse droom
Veel Amerikanen geloven nog steeds dat
wie er maar hard genoeg voor knokt ook
zal slagen, het uitgangspunt van 'de Ame
rikaanse droom'. Het is opmerkelijk dat
zelfs bijstandstrekkers dat optimisme uit
stralen. Sylvia, de moeder van drie, juicht
de hervorming van de bijstand toe. „Zon
der dat zouden sommigen hun leven lang
in de bijstand blijven." En in Arlington in
de staat Virginia zegt Lucretia Bailey, een
jonge bijstandsmoeder, ronduit „dat bij
standje lui maakt. Je went er aan en daar
door doe je niet veel moeite meer."
Veel sociale diensten hebben de afgelopen
jaren al hun eigen regels gesteld om hun
cliënten te motiveren. Zo moeten zij in
Virginia een 'verantwoordelijkheids
verklaring' tekenen, waarin zij beloven
een baan te zoeken, als dat niet lukt ge-
meenschapswerk te doen en lessen te vol
gen om zich beter voor te bereiden op
werk. Wie een les verzuimt of zelfs maar te
laat komt zonder reden, wordt gekort op
zijn uitkering. Een bijstandstrekster zegt
die stimulans nodig te hebben. „Anders
deed ik er waarschijnlijk niets voor."
In meer dan veertig van de vijftig staten
wordt al geëxperimenteerd met hervor
ming van de bijstand. Het zijn de gouver
neurs van de staten die president Clinton
ook onder druk hebben gezet de hervor
mingswet te tekenen. Zij krijgen nu ook de
verantwoordelijkheid voor de uitvoering
van de bijstand. De federale garanties val
len weg en het bijstandsgeld gaat voor
taan rechtstreeks naar de staten. Die mo
gen ermee doen wat zij willen. En daarin
schuilt volgens de critici het grootste ge
vaar voor de bijstandstrekkers.
Als staten in financiële problemen komen
zullen zij geneigd zijn te bezuinigen op de
bijstand. Dat creëert scheve verhoudin
gen. Een staat die het goed doet zal hogere
bijstand kunnen betalen dan een armere
staat. Dat kan leiden tot 'bijstandstoeris-
me', waarbij mensen naar de staat met de
hoogste uitkeringen trekken. Om dat te
voorkomen zal er een nationale registra
tie van bijstandstrekkers komen, maar
daarin hebben weinigen in dit land, dat
niet eens een burgerlijke stand kent. enig
vertrouwen.
Immigranten
foto Robert F. Bukaty
waar ik om zes uur 's morgens moet begin
nen", zucht een jonge, zwarte vrouw ver
twijfeld. „Terwijl ik alléén voor drie kinde
ren moet zorgen."
De wet drukt miljoenen Amerikanen er
met de neus op dat de bijstand - officieel
'Steun aan Gezinnen met Afhankelijke
Kinderen' genoemd - een gunst, en geen
recht is. Een vangnet, wordt gezegd. Maar
een met grote mazen. De bedragen varië
ren per staat, van zo'n 300 tot 600 dollar
per maand. Voeg daarbij de voedselbon
nen, waarmee je bij de supermarkt kunt
betalen, en de doorsnee bijstandstrekker
vangt 700 dollar in de maand, zo'n 1150
gulden. En alleenstaanden komen al hele
maal nauwelijks meer voor bijstand in
aanmerking.
„De bijstand is er om te overleven", zegt
Bill Leavy. „Het is geen vetpot." Republi
keinen doen volgens hem alsof de bijstand
Een groep die extra getroffen gaat worden
door de nieuwe wet zijn de immigranten.
Niet de illegale - die al geen recht op bij
stand hebben - maar de legale. Op aan
drang van de Republikeinen is bepaald
dat legale immigranten vanaf oktober
hun recht op voedselbonnen en op bijdra
gen voor de ziektekosten verliezen. Toe
komstige legale immigranten zullen pas
na vijf jaar voor bijstand in aanmerking
kunnen komen. Deze maatregel zal vooral
van grote invloed zijn in Californie, dat 40
procent van alle legale immigranten her
bergt.
In totaal zullen 1,6 miljoen immigranten
erdoor worden getroffen. De gemeen
schappen van Mexicanen, Salvadorianen
en andere immigranten staan op hun ach
terste benen. Een krant meldde dat vele
immigranten vrezen gedeporteerd te wor
den als zij naar het ziekenhuis gaan. In
New York is in augustus het aantal aan
vragen voor naturalisatie plots verdub
beld. President Clinton heeft de bepaling
al „ronduit verkeerd" genoemd, en wijzi
gingen beloofd. Maar intussen heeft hij de
wet waar zij in staat wel getekend,
De kritiek op de president is er dan ook
naar. De Amerikaanse bisschoppen ver
oordeelden de -wet als „slecht voor de
zwaksten in de samenleving, onze kinde
ren", want het zijn vooral de jongsten die
de dupe zullen worden. De Democratische
Afgevaardigde Charlie Rangel uit New
York sprak zelfs van „een gemene aanval
op de armen." En Marian Wright Edel
man, voorzitster van het Childrens Defen
se Fund en een dikke persoonlijke vrien
din van de Clintons noemde het „een mo
rele vlek op zijn presidentschap."
Hans de Bruijn