Voor mij was theater nooit een vetpot Een race tegen de klok PZC reportage zaterdag24augustus 1996 24 J Pim Vosmaer Laatste hand gelegd aan Rotterdamse Erasmusbrug Hij is bruin, heeft witte ouders en was door de kerk in Indonesië voorbestemd om Amerikaan te worden. Het werd Den Haag, de toneelschool en Onderweg naar Morgen. Hij heeft weinig geld verdiend, maar wel gelachen: Pim Vosmaer. Pim Vosmaer: „Mijn grootvader van moederskant was in het voormalig Nederlands-Indië waarnemend consul van België. Een ouwe koloniaal. Hij woon de in een gigantisch huis. Als er een bede laar aan het hek had gestaan, werd er on middellijk een bediende naar buiten ge stuurd om de spijlen weer schoon te bor stelen. Die dingen. Hij was goed voor de knechten, maar ze moesten geloof ik wel zingend het eten aanbrengen." „Af en toe. als ik weer 'ns iets lees over die tijd. zie ik het beeld voor me zoals dat op de oude foto's bewaard is gebleven: de schommelstoel op de veranda en een man die met z'n vingers knipt. Verwerpelijk na tuurlijk, laat ik dat vooral gauw zeggen, maar aan de andere kant ook wel lekker, 't Is hetzelfde als wanneer je in een auto zit en je denkt op dat moment: wat zou ik doen met een miljoen? Ik denk dat ik ook in een schommelstoel zou willen zitten, want dat tropische heb ik wel: ik ben in basis erg lui." „Aan de ene kant was het slavernij vroe ger in Indië, want we hebben er natuurlijk huisgehouden, wel even de puntjes op de i. Die knechten verdienden het zout in de pap niet en toch werd de baas opgetild en naar de rivier gesjouwd. Aan de andere kant ook weer een droombeeld, het zal je toch maar lukken, laten we eerlijk zijn. Want veronderstel nu eens dat die mensen toen wél goed betaald werden, dan was er geen sterveling die er aanmerkingen op had gemaakt. Het was in wezen hetzelfde effect geweest als tijdens een van die hele dure lasershows van nu, want daar rennen de knechten van de partyservice ook hun benen uit hun kont om jan en allemaal op tijd een prak eten te serveren. Anderen op het toneel staan erbij te zingen. Er is niks veranderd: alleen het wordt nu betaald en die luxe is ontzettend lekker, dus in dat opzicht heb ik de verhalen over m'n opa best begrepen." Grondslag „Maar de revolutie ook, vergis je niet. Als je mensen bewust dom en arm houdt, kan je daar op wachten. Waar ook ter wereld staan dan mensen op en zeggen, ja hoor 'es, het is ons land. wegwezen! Elke revolu tie heeft die grondslag, dus zei Soekarno het ook en die man had gelijk. M'n groot ouders waren toen al in de Jappenkampen omgekomen en hebben 't niet meer mee gemaakt, maar m'n ouders hadden geen keuze. Of je wordt Indonesiër, of je lazert op." „Die repatriëring werd via de kerk gere geld. Ik heb later wel eens de briefwisse ling gelezen tussen mijn vader en het con tactpunt in Amerika waar wij naartoe zouden gaan. Dat bleek later een onge looflijk gat te zijn, echt in het midden van nergens, met één kerk. En dan moet je je voorstellen hoe je leven er dan uit had ko men te zien. Het scheelde éen boot en één kade. Dan ben je ineens Amerikaan, maar dan op z'n allertruttigst. Nou. godlof, dat is niet doorgegaan. Ze hebben de Sibajak genomen en kwamen uit in Rotterdam en het is verder nooit iemand opgevallen dat ze uit Djakarta kwamen." „Want m'n ouders zijn wit. M'n grootou ders van vaderskant waren wit. M'n opa. die consul was, was wit. Maar omdat hij als enige met een inlandse getrouwd was. werden m'n broer en ik bruin, terwijl m'n zusje weer wit is. Als je de familiestam boom op de foto ziet. zie je allemaal witte mensen, behalve die ene oma en wij. Heel merkwaardig." „Ik heb me weieens laten vertellen dat het -tot in de achtste generatie kan terugko men. Je vrouw kan ineens een neger baren en dan blijkt het bij navraag toch te klop pen. Mensen moeten daar niet van schrik ken. Dat heb ik ook niet gedaan. Maar ik heb zo omstreeks m'n twaalfde jaar wel op een dag gevraagd hoe dat nu precies in el kaar zat. Toen pas was het me opgevallen. Op zo'n moment denk je: hé, zou ik een andere vader hebben dan die man die bin nen zit? Maar het bleek gelukkig allemaal reuze in orde." Geen rol „Dat Indonesië speelt trouwens in m'n le ven geen enkele rol. Ik ben er geboren, maar dat is alles. Jij begint er nu over, maar er zijn jaren dat ik er nooit aan denk. Ik was één jaar toen m'n ouders naar Ne derland kwamen en ik heb nooit de be hoefte gehad om terug te gaan omdat daar nu toevallig mijn voorgeschiedenis ligt. Althans niet om die reden. Ik zou wel het land eens willen zien, maar dan voorna melijk uit toeristisch oogpunt." „Alleen dan komen weer de praktische dingen die me ervan weerhouden. Vliegen is leuk, maar ik heb een vrouw en twee kin deren, dus dat is vier keer 2200 gulden, ne gen ruggen. Waar haal ik die in vredes naam vandaan met mijn salaris? Daarom wacht ik nu maar totdat daar weer eens een Nederlandse film wordt opgenomen en dan zullen ze vast wel een bruine be diende nodig hebben. Met dit verschil dat die nu aanzienlijk meer geld kost dan toen." „Hoewel, tegen jou gezegd, een vetpot is m'n vak nog nooit geweest. Dat toneel heeft een uitstraling van heb ik jou daar, de werkgelegenheid van vier roddelbla tig man en geëindigd in een uitverkocht Carré. Dat was een hit aan het eind van de jaren zeventig en toen was voor een aantal jaren m'n kostje gekocht. Op zo'n moment kun je ook heel bewust zoeken: wat is een leuke manier van theatermaken? Ik ging rechtstreeks op m'n nieuwsgierigheid al en heb nooit ergens vaste contracten gete kend. Maar als je dertig wordt en je krijgt kinderen, dan gaan die snaveltjes open. ja en dan moet je ze voeden. Dan wordt het knokken, heel simpel." „Op die manier ben ik een paar jaar gele den ook de soap binnengerold. Toen Har ry Klooster me belde en zei dat ik gecast was, heb ik niet eens gevraagd: wat ver dien ik ermee? Ik dacht: dat is geregeld. Ik heb werk en ik ben bezig. Maar de hoeveel heid soaps is nu zó groot, dat ze echt moe ten stoppen met nieuwe, anders gaat ook die werkgelegenheid weer naar de Filistij nen. Want met al die Amerikaanse onzin erbij vind ik het eerlijk gezegd ook geen geweldige televisie. In principe zijn het al lemaal dezelfde verhaaltjes: die vrijt met die en die heeft er bonje mee." Kwaliteit „Zelf kijk ik niet. Ik vind datje best eerlijk aan jezelf de vraag mag stellen: is dit kwa litatief hoogstaand? En ik weet dan óók het antwoord. Nee. Maar ik heb wel lol in m'n werk en ik weet ook dat veel kijkers het leuk vinden. Er is duidelijk een markt voor en einaeüjK, lang leve ae vrjneia, hoeft nu ook niemand meer de keuze van een ander te recenseren, want er is tegen woordig met zoveel netten voor ieder wat wils. Niet meer dat vingertje, zo van: kijk jij daar naar? Dat bepaal ik toevallig wel even zelf." „Heb je naar Nova gekeken? Ja, ik heb naar Nova gekeken. Dan is het goed in Ne derland. Maar vorige week was toevallig wel en ook nog uitgebreid de Republikein se conventie in beeld bij Nova, met een ei gen verslaggever ter plekke, nou, als er één soap is, is dat toch wel zo'n conventie. Zo'n hele zaal die op de banken gaat staan, klappend en jankend, zulke grote tranen, omdat mevrouw Reagan roept: ik kom u iets vertellen van de man van wie ik hou. Dan denk ik: pletter toch op, joh. Wat is nu eigenlijk jullie verhaal? Wat is nieuw? Het zijn allemaal dezelfde lulver- halen. Ik beloof. Read my lips. Soap." „Ik zeg niet dat wereldleiders niet naden ken, maar door de impact die televisie heeft, gaat er mijns inziens wel erg veel denktijd verloren. Ik moet stemmen win nen anders heb ik m'n baantje niet meer. Het is belangrijker dan het inhoudelijke. Het is allemaal zo glad als een aal. Een he le batterij tekstschrijvers voor één presen tatie. waarop zo'n man dan al vanaf april zit te studeren omdat voorkomen moet worden dan hij één keer stottert. Want als hij één keer stottert dan hebben we een stotteraar als presidentskandidaat en dat kan niet. Elke misser wordt beoordeeld. Het hele wereldleiderschap is overslagen naar het behagen van mensen. De kennis speelt een ondergeschikte rol en het spon tane is eraf." Kroonprins „Zelfs als onze eigen kroonprins het veld in rent om een paar gouden-medaillewi- naars te omhelzen, onstaat er een hele bre de maatschappelijke discussie over de i vraag of dat allemaal wel verantwoord is. Laat die goser lekker meejuichen. Dan doet er eindelijk eens iemand normaal en dan is het weer niet goed. Nee, dan moet hij wachten tot het hekje is weggehaald, i zodat hij over een loper naar die mensen toe kan lopen. Het is hetzelfde als toen ik j als Haags scholiertje om het half jaar een vlaggetje in m'n handen gedrukt kreeg om te gaan staan zwaaien als er een buiten- lands staatshoofd een rijtoer maakte, I want dan leek het tenminste nog wat." „Dat geregel allemaal en die bemoeizucht van mensen. Laat me. Ik kijk bijvoorbeeld dolgraag naar dat programma van Robert ten Brink. Dan geniet ik me echt suf en i waarschijnlijk omdat ik een kijker ben die j 't juist leuk vindt als zo'n poging tot het j samensmelten van twee mensen volko men mislukt. Dat vind ik op mijn manier humor en dus heeft zo'n programma juist vanuit die optiek een geheel eigen waarde. Ook al weet ik best dat die huiltelevisie in de basis natuurlijk een misselijk makende vorm is en dat we er op den duur ook vanaf moeten." „Maar de tweede vraag is dan wel: wat wil len de mensen daarna? Nou jij weer, want er blijft een markt. Misschien zou 't beter zijn als we meer comedies gingen maken, want wat nu te zien krijgen is over het al gemeen fletse ongein. Met uitzondering dan van Het Zonnetje in Huis hoef ik bijna nooit te lachen, 't Is gewoon niet leuk. j Nooit eens lekkere afzeikhumor, maar dat schijnt in Nederland bijna niet te schrij- ven te zijn." Jan D. Swart den is erop gebaseerd, maar het staat vol komen haaks op wat je ermee verdient. Toneel wordt zwaar onderbetaald, juist omdat er zoveel mensen kunnen en willen. Oh, wil je niet voor dat geld? Dan hebben we twintig anderen. Zo gaat het." „Ik speel wel eens mee in het artiestenelf tal en als ik dan die zangers zie aankomen, één voor één in een BMW of in een Alfa Romeo. Die gasten hebben 't geschoten, alles nieuw. Dan moet je mij zien in m'n Visaatje uit 1983. Alleen wij willen zo graag, dat is het probleem, 't Is de geilheid van de artiest. Het gevoel dat er zoveel miljoenen mensen naar je kijken." „Twee weken terug was daarvan weer een toepasselijk voorbeeld toen we met het ar tiestenelftal op de open dag van Feye- noord een wedstrijd moesten spelen. Als je dat zag jongen, in die kleedkamer. Stik- nerveus allemaal. En waarom? Omdat die Kuip vol was. Ik geloof dat we binnen het protocol maximaal tweemaal tien minu ten mochten spelen, maar om één uur za ten we al in de kleedkamer en pas om vijf voor twee mochten we eruit. Ik heb nog nooit zoveel zenuwachtige gasten meege maakt, Het veld opkomen en dan vijftig duizend mensen om je heen, die je ook nog eens uitfloten natuurlijk, wantje speelt te gen oud-Feyenoord. Je bent de lui. Maar geweldig. Ik heb de hele wedstrijd gefasci neerd om me heen lopen kijken. Dat heb ben wij als geen ander, het idee dat ze naar je kijken." „En daarnaast het plezier na afloop, want we lachen wat af. Ik had aan het einde van de avond zo m'n zakken vol van de drank, dat ik dacht: nu moet ik naar huis, want anders vinden ze me vannacht ergens in Rotterdam op straat. Maar ik lééf. Ik ga er bij alles wat ik doe vanuit dat ik morgen kapot kan zijn. Ik wil genieten. Dat heb ik m'ne leven gedaan." „Toen ik zestien was drong het al tot me door dat ik er redelijk goed uitzag en ik heb echt jaren gehad van uitbuiting. Dan sen en wachten op het langzame nummer en het was oké. Eén vrouw op een avond, voor minder ging ik niet. Totdat ik op m'n negentiende verkering kreeg en ze is nog steeds m'n vrouw, dus nu ben ik een out cast. Ben je al zó lang getrouwd? Ja, ik ben zo lang al getrouwd. In mijn wereldje zijn we een bezienswaardigheid. Voor de bla den niet interessant. Maar ik wel genoten. Weinig verdiend, maar veel gelachen. Al les voor gemiddeld vijf rugjes per maand. Dus tel uit je winst als je weet dat je door de bank genomen maar contracten hebt voor vijf, zes maanden." Deurwaarder „Zie jij gegeven die omstandigheden maar eens kans om wat weg te zetten voor slap pe tijden. Dat lukt nooit met twee kinde ren. Ik wil niet dramatisch doen, maar het vooral ook niet gunstiger voorspiegelen dan het is. We hebben jarenlang zwaar moeten beknibbelen. Ik heb als toneelspe ler nooit één piek te makke gehad. Tach tig procent van het bezoek thuis was de deurwaarder. Duiken!" Ken je dat?" „Op 't laatst hebben we ze maar gewoon binnengelaten. Wil je wat drinken? Moet je wat eten? Lijmen die handel. Maar het is toch te armoedig voor woorden dat je bijna de telefoon niet op kunt nemen om- datje bang bent dat er iemand om z'n cen ten komt leuren. Heel veel toneelspelers hebben dat, alleen er zijn er maar weini gen die dat hardop durven zeggen. Je mag tegenwoordig je handen dichtknijpen als je überhaupt wat te doen hebt. Er zijn to neelspelers die zouden bij wijze van spre ken wel geld mee willen brengen om in een soap of een tv-serie te komen, want dan kun je tenminste even een poosje finan cieel op adem komen." „Kijk, toen ik pas begon dacht ik daar niet over na. Je bent negentien, dus je blik gaat op oneindig. Ik was ook nog redelijk groen, dus alles was nieuw. We moesten tijdens de selectieprocedure zes zaterda gen en twee weekeinden bijeenkomen en dan moest je overnachten op een grote slaapzaal met stapelbedden. Nou, overal om me heen werd gewipt en geblowd. Ik dacht: wat gebeurt hier allemaal? Ik durf de me niet eens te bewegen, maar ik lag wel met zulke grote ogen te kijken. Mooi vond ik 't en spannend. Maar ook een zooitje, zeker in vergelijking met het voet balleven. Want als we met VUC of de Ne derlandse jeugdselectie na tienen op de gang liepen dan had je het al van eieren gemaakt." Mazzel „Maar goed, de toneelschool nam me aan en ik heb eigenlijk ook alleen maar onwijs veel mazzel gehad. Toen ik in de derde klas zat liet Christaan Nortier me al stage lopen in het stuk Deuren van Bernlef. Ver volgens schoof ik automatisch Jan Rap en z'n Maat van Yvonne Keuls in. Begonnen in de Brakke Grond voor negenennegen Pim Vosmaer: „Ik zeg niet dat wereldleiders niet nadenken, maar door de impact die televisie heeft, gaat er mijns inziens wel erg veel denktijd verloren." foto Theo Bohmers Er wachten nog duizend-en-een klussen, grote en kleine, voordat koninging Beatrix op woensdagmid dag 4 september de nieuwe Erasmus brug in Rotterdam officieel zal ope nen. Alle verloven zijn ingetrokken om de laatste werkzaamheden op tijd klaar te krijgen. Het is een race tegen de klok. In het topje van de 139 meter hoge pyloon geven schilders 'De Zwaan' zijn definitieve kleur. Van bovenaf gezien ziet de brug er indrukwek kend uit. En het fraaie gezicht op de 'sky-line' van Rotterdam geeft nog wat extra's (foto 1). Een uitzicht dat de gebruiker van de Erasmusbrug straks natuurlijk niet zal zien vanaf de weg. Op het bruggedek wordt de laatste hand gelegd aan de rails voor tram lijn 20 (foto 2). De rails ligt in een sta len bak gevuld met kurkrubber waardoor de geluidsoverlast van de tram wordt beperkt. De Erasmusbrug, een ontwerp van de Amsterdamse architect Ben van Berkel. heeft vele 'vreemde' vlakken en hoeken. Het beweegbare brugdeel lijkt in geopende stand, schots en scheef te staan. Het juist aanbrengen van tramrails, lichtmasten, relingen en andere objecten is dan ook geen eenvoudige klus, het is echt precisie werk. Maar, hoe hard er ook wordt gewerkt, tijd voor een boterham is er altijd (foto 3). De aannemers en hun medewerkers wachten nog drukke dagen, maar Rotterdammers en bezoekers van de stad genieten dagelijks van het fraaie lijnenspel, onder meer dat van de tuien van de brug (foto 4). In het Maritiem Museum Prins Hen drik in Rotterdam is van 4 september tot 15 december de tentoonstelling 'Erasmusbrug - geschiedenis en bouw' te zien. Fotografie: Niels van der Hoeven,.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 24