Huisapotheek voor ambtenaren PZC The Bob Color had moeite om Surrender te evenaren Dillinqsweq i rfMfówl Talking Heads is oer-swingend Zierikzee hoefde de naam niet zo nodig zeeland ,;u, pop week 34 Ook de conciërge wil wel weer naar school straatnaam MAANDAG 19 AUGUSTUS 1996 7 van onze verslaggever Jacques Cats Hoewel de samenleving met het vorderen van het seizoen wel be ter weet, lijkt de Lange Jan er nog in te geloven: 'Zomer in Zeeland' zingt het carillon over Middelburg. Vertoe vend op het door hoge Abdijmuren omsloten Muntplein heeft het zo na bije, onaangekondigd aanvangend klokkenspel hetzelfde verpletteren de effect als een plotseling opstekend knetterend onweer. Zonet heb je op die verstilde plek net als de monni ken uit de tijd van toen een moment van innerlijke vrede gevonden of de rust wordt verstoord door het speel werk in de schuin boven het pleintje oprijzende toren. En wel zo ruw dat het maar goed is dat er langs de kant banken staan, waarop je kunt bijko men van de schrik. Die laat zich ook fluks bedwingen. De rustig makende melisse geurtje er te gemoet. Andere kruiden die de door het korte, indringende kloklawaai veroorzaakte hartkloppingen kunnen verdrijven en een beginnende hoofd pijn kunnen smoren zijn er voor het grijpen. Het Muntplein is immers sinds een jaar ingericht als kruiden tuin. Je staat daar op zeer historische grond. Middelburg is er begonnen. De plek werd in vroeger tijden ook wel aangeduid als 'het Pandhof. Een groene ruimte tussen de bebouwing. Na het herstel van de oorlogsverwoes tingen was het lang een saai, met ijsel- steentjes volgelegd pleintje, met als enige evenement een plomp uitgeval len pomp uit zeventienhonderd zo veel. Het piepende poortje dat vanuit de Kloostergangen toegang verschaft tot de binnenplaats werd in het verle den slechts zelden geopend. Een uit komst voor een stel duiven dat koe rend bezit nam van de ruimte. De vogels houden zich nu meer op in de dakgoot. Vanuit die hoge positie werpen ze een nieuwsgierige blik en vaak ook nog wat anders op het plein tje. Dat bestaat nu meer uit kruiden- planten dan uit steentjes. Het is het resultaat van het nijvere werk van een twintigtal dames. Zij koesteren in de meeste gevallen thuis al een uit de hand gelopen tuinhobby, maar zien toch nog kans om bij toerbeurt de kruidentuin in het Abdij complex op orde te houden. Inspiratiebron De aanblik van een kruidentuin bij de Utrechtse Dom vormde de inspiratie bron om ook eens zoiets in Middel burg te gaan vertonen. In het als 'kruisgangtuin' omschreven plan, met straatjes die ook op rolstoelers zijn berekend, werden door buxus- boompjes omzoomde vakken uitge Een van de initiatiefneemsters van de Abdijtuin Thilly van der Rijst: „De tuin is nu volgroeid". fotografie Ruben Oreel spaard, waarin de planten kwamen te staan. Eerste richtlijn vormde de plantenlijst van de kruidentuin in Utrecht. Daarna is ook gezocht in oude boeken. „In principe zijn we uitgegaan van oude planten die in de middeleeuwen bekend waren", meldt mevrouw Thil ly van der Rijst-Ribbius, een van de initiatiefneemsters. Er staan nu medi cinale kruiden, tuinkruiden, verfkrui- den en inheemse planten. Bij elkaar ruim honderd soorten. Vanwege de benaming Muntplein voor de ruimte is er extra accent gelegd op een varië teit aan muntsoorten. De buitenstaander zal wellicht vreemd opkijken van de hoog op schietende stokrozen op die plek. maar een ingewijde kan direct vertel len dat de bladeren en de bloemen van een stokroos in de geneeskunde wor den gebruikt als middel tegen slijm vliesontstekingen. De tuin is nu een eind volgroeid, stelt Thilly van de Rijst vast. „Hier en daar zullen nog wel wat ingrepen nodig zijn. Enkele kritische bezoekers heb ben er al op gewezen dat bepaalde planten niet tot de echte originele kruidachtigen behoren en er zullen ook wat herschikkingen moeten plaats vinden. Beetje gek Thilly van der Rijst: „Je zou er af en toe een beetje gek van worden. Je moet rekening houden met de kleur, je zit met zon en schaduw en met de hoogte van de planten. We zijn mis schien wat onbezonnen aan het avon tuur begonnen, maar langzamerhand raken we er steeds meer bedreven in. En het is ook leuk om in de boeken te duiken om er zo nog meer van te we ten te komen." Bezoekers van de in het Abdijcom plex ondergebrachte attractie Histo- rama hebben die kruidentuin er gratis bij gekregen. Het betreden van de tuin werkt nog niet erg uitnodigend, maar als een voorganger het poortje heeft laten openstaan ontstaat er wel eens een klein oploopje. De in het Neder lands en Latijn aangeduide planten krijgen naar verhouding maar weinig aandacht. De meeste interesse van het hoofdzakelijk toeristengezel schap gaat uit naar de hoogbejaarde pomp. De zwengel wordt uitvoerig uit geprobeerd en men zet elkaar, met het bouwsel als decor, in uiteenlopende poses op de foto. Wie alleen voor de tuin komt, dient bij de kassa van Historama een gulden vijftig neer te tellen. Men vergete niet een bij de toegangspoort tot de tuin opgestelde tafel voorbij te lopen want daarop ligt een naslagwerk waarin men nadere informatie kan vinden over de planten. Over de eigenschap pen, de werkingen, de bijnamen. Zo heet het Bernagiekruid in de volks mond 'nachtpitje'. Geplaatst in een vaasje in de slaapkamer moet het bij dit kruid prettig dromen zijn. En dan zijn er natuurlijk de merkwaardige verhalen. Zo valt over monnikskap te lezen dat dit kruid door heksen werd benut om met hun bezem te kunnen vliegen. Apotheek Met de kruidentuin zo dicht binnen bereik hebben de provincie-ambtena ren de beschikking over een eigen huisapotheek. Lavendel tegen de hoofdpijn, klein hoefblad ter bestrij ding van een rochelend rokershoestje, een aftreksel van lievevrouwebedstro als middel tegen een haperende spijs vertering. En staan ze ten provinciehuize voor een moeilijke vergadering vol heikele zaken dan biedt de kruidentuin even eens uitkomst. Men plukke gewoon wat van de bosaardbei. Heeft een gun stige uitwerking op opvliegende lie den. van onze verslaggever Marten de Jongh Bier vloog door de lucht, fans schreeuwden hun ke len schor en gitaren kermden; beter kon Surrender het zich niet wensen. Schijnbaar moei teloos speelde de Zeeuwse band zaterdagavond mosselrock plat. 'Tekeer haen toet an de stikken derof vliehun' noemt de driemansformatie dat. Een prestatie waarvoor het achter- hoekse gezelschap Normaal zich geen moment zou schamen. Recht-toe-recht-aan ragden de muzikanten hun repertoire af. De opwarmer bleek wat te heet voor de hoofdschotel van de avond. The Bob Color, aange kondigd als sensationele slo tact, moest alles op alles zetten om het publiek voor zich te win nen. Ze staan bekend als podium junks. Treden op door heel Eu ropa. Kregen Berlijn, Keulen en Montreux aan hun voeten. Het Yersekse mosselrockfestival bleek andere koek voor de ras muzikanten van The Bob Color. Anders dan op het North Sea Jazz Festival of de T. T. in Assen slaagden ze er niet in hun gehoor direct te overdonderen. De lang gerekte ijselijke kreet waarmee de Amsterdamse feestband het podium bestormde, werd voor kennisgeving aangenomen. Het publiek leek verzadigd. „Het valt niet mee om op te treden na een band als Surrender", ver zuchtte de kaalhoofdige zanger Rob Wiedijk na het eerste num mer. Om vervolgens een kraker van Ike en Tina Turner er tegen aan te gooien. De festivalbezoe kers moesten wel ontdooien. The Bob Color beheerste het po dium dat eerder op de dag toebe hoorde aan bands als Sound Cir cus, Eat Roadkill en De Arro- gantjes. Kniebeschermers Zweet, en sfeer, daar staat The Bob Color voor. De muzikanten willen hun publiek bij de keel grijpen met een spetterende show om pas weer los te laten als de laatste tonen wegsterven. In Yerseke betekende dat nog meer dan anders hossen, sprin gen, rennen, huppelen en klaute ren om het beoogde resultaat te bereiken. Het was niet alleen voor de sier dat de zanger knie beschermers droeg. Geheel on verwacht verscheen hij bovenop het puntdak van het podium. Di rect nadat de zangeres even ver rassend achter het publiek was opgedoken om vanaf een me tershoge stellage haar niet ge ringe vocale talent te demon streren. The Bob Color speelde zowel covers als eigen werk, een men geling van soul, funk en rock 'n roll. De kortgebroekte gitarist, in uiterlijk een kruising tussen Elvis Costello en Woody Allen, speelde het archetype van de an- ti-held. Hij toonde zich een grap- jurk die ook nog aan de snaren wist te plukken. De blazers van wie er één gehuld ging in Schot se kilt declen in muzikale veelzij digheid nauwelijks voor hem on der. Talloze muggen die als con fetti dansten in het licht van de schijnwerpers gaven het optre den ongevraagd een nog feeste lijker aanzien. Het publiek mocht dan wat langzaam op gang komen, The Bob Color mis stond niet als slotact. Al waren de Nederlandstalige teksten zwak. Verbaal bleef de humor steken op het bedenkelijke ni veau: 'Wild ding, wil je mijn flip- po zien.' The Bob Color was een geslaagde slotact op Mosselrock. foto Willem Mieras Hubert Leeman: Uit de bol met Talking Heads. foto Ruben Oreel Hubert Leeman: Psycho Killer moet je hard spelen van onze verslaggever Hans van den Dobbelsteen Specifieke herinneringen aan bepaalde nummers heeft Hubert Leeman niet, maar steeds als hij de forma tie Talking Heads hoort, zet hij het volume iets hoger. „Dat is nou eenmaal geen mu ziek die geschikt is om zacht op de achtergrond te draaien. Talking Heads moet je echt beleven", stelt hij. De New Yorkse cullband onder lei ding van David Byrne heeft slechts enkele grote hits op zijn naam staan, waaronder Psycho Killer ('78) en Road to nowhere ('85). Eind 1991 zwe gen de Talking Heads voor goed en sloegen de afzonder lijke bandleden andere muzi kale wegen in. Leeman (37) is in het dagelijks leven als beleidsmedewerker kunst en cultuur verbonden aan de Zeeuwse Raad voor Volksgezondheid, Maat schappelijke Ontwikkeling en Cultuur. Hij vond de muziek van de Amerikaanse band aanvan kelijk helemaal niet leuk: „In het begin ergerde ik me mate loos aan die malloot die stond te zingen. Maar langzamer hand veranderde die irritatie in een soort respect. De melo dieën waren vaak simpel, maar wel ijzersterk. Achter dat rare mannetje bleek ie mand te zitten die wel dege lijk iets te melden had." Leeman heeft naast twee cd's ook een viertal elpees van de band op cassette. „De platen maatschappij heeft niet echt veel aan mij verdiend. Ik werkte in die periode in jonge rencentrum De Piek in Vlis- singen en kon veel opnemen van de mensen met wie ik werkte. Die hadden over het algemeen een zeer progres sieve muzieksmaak. Natuur lijk ontbrak ook Talking Heads niet in hun collecties." Fantastisch Talking Heads is in 1975, toen nog onder de naam: Vogue Dots, door David Byrne (zang /gitaar), Chris Frantz (drums) en Tina Weymouth (bas) op gericht. Jerry Harrison (toet sen) voegde zich in 1977 bij de band. Leeman heeft maar één concert van hen bijgewoond; in Torhout, tijdens het grote popfestival van Torhout/ Werchter, „Dat was fantas tisch", mijmert hij. „Desondanks heb ik nadien geen live-optreden meer van ze bijgewoond. Ik heb wel hun film 'Stop making Sense' drie keer gezien. Die blijft fantas tisch." Ook de gedachte ach ter de muziek boeit hem: „Byrne hakt als het ware al lerlei muziekvormen in mootjes en voegt de belang rijkste elementen hiervan sa men tot een ruggegraat, waar door zijn muziek overeind blijft staan. Dit klinkt mis schien wat academisch, maar als je het hoort kom je tot de conclusie dat het gewoon oer- swingende muziek met een sterk ritme is, die onmiddel lijk pakt. Je kunt er waanzin nig van uitje bol gaan." Gemakzucht Vanuit zijn werk is Leeman ook betrokken bij de stichting Popmuziek Zeeland. Hij heeft nog geen Zeeuwse opvolger van Talking Heads bespeurd. Dit komt, volgens hem, onder meer omdat veel bandleden te makkelijk over een carrière in de popmuziek denken. Naar zijn mening overheerst bij velen nog de twijfel tussen kiezen voor een leven in de muziek of voor de zekerheid van het huisje, boompje en beestje. „Ik bespeur bij veel groepen een soort gemak zucht. Ook in hun presenta tie", gaat hij verder: „Dat is jammer want juist als Zeeuw se band zou je er een extra schepje bovenop moeten doen om ook in de Randstad bekendheid te verwerven. Daar kan immers de basis voor een carrière in de muziek worden gelegd. Plaatsen als Vlissingen en Middelburg zijn wel leuk maar bieden weinig soelaas voor muzikanten die echt hogerop willen." van onze verslaggever Arnold Vonk Deze week gaan honder den Zeeuwse kindpren weer naar school. Na een vakantie van zes weken, waarin de fietspaden, schoolpleinen en gymzalen opvallend leeg waren, zijn de basisscholen vanaf van daag weer het toneel van joelende kinderen, ijverige leerkrachten en enthousias te conciërges. Tot die laatste groep be hoort John Baker. Hij gaat vandaag als eerste naar school om 'alvast wat koffie te zetten'. Hij werkt zo'n twintig uur per week op de Uilenburch in de Middelburgse wijk Kla- renbeek. John Baker („me neer John voor de kinderen, anders krijgen ze niets van me"): „Vroeger zat ik heel lang op school, maar nu doe ik het wat rustiger aan. Meestal ben ik er van acht tot elf en dan ga ik weer naar huis. Ik doe wat ik kan." Als hartpatiënt is Baker af gekeurd voor zijn werk, maar dat belet hem niet om zich als vrijwilliger volop in te zetten voor de school. „Meestal doe ik wat kleine klusjes op en rond de school. Ik ben namelijk ook timmer man". zegt de conciërge. „Maar als er groter onder houd plaats moet vinden, dan bel ik een aannemer of een schoonmaakbedrijf. In de vakantie is het uiteraard veel rustiger op school, maar ook dan ben ik er vaak te vin den. Anders heb ik de hele dag niets te doen; je moet wel bezig blijven." De afgelo pen weken kon hij echter niet naar school, omdat hij een knie-operatie onderging Daarom loopt hij nu op krukken. In die tijd is de school gelukkig niet verloe derd. want 'er was bijna niks te doen'. Hoe langer de vakantie duurt, hoe meer sommige kinderen zich gaan vervelen. Blijkbaar is de school voor hen toch aantrekkelijker dan ze zullen toegeven, want het schoolplein voor de Ui lenburch wordt 's avonds en in de vakantie bevolkt door een groepje jongelui. „Daar is op zich niets mis mee", zegt Baker, „maar de troep die ze achterlaten is ver schrikkelijk Bierblikjes, le ge flesjes, glasscherven, soms plegen ze zelfs vernie lingen." Omdat het plein niet van de school is, maar van de ge meente, zorgt het opruimen van het vuil voor een pro bleem. Baker: „De gemeente zegt dat wij het moeten op ruimen en wij zeggen dat zij daar voor moet zorgen. Uit eindelijk doet de directeur of ik het. dan maar." De laatste week van de vakantie is de conciërge nog een paar keer naar school ge gaan. maar veel hoefde er niet meer te gebeuren. Van daag gaat Baker er met fris se moed naartoe, om met zijn koffie de onderwijzers naar binnen te lokken. De kinderen komen toch wel. V~ van onze verslaggever Arnold Vonk Het is niet ongebruikelijk om plattelandswegen de naam te geven van iemand die er een boerderij heeft. Zo is de Dillingsweg bij Sirjansland vernoemd naar Henricus Dil- linck, een regent uit Zierikzee. Toch is er iets bijzonders aan deze weg. De boerderij die aan het eind van die weg stond was weliswaar wel van hem, maar hij woonde er niet. Hij zat hoog en droog in Zierikzee. Daar was hij een actief politicus, vooral aan het einde van zijn le ven. Dillinck (1639-1708) was burgemeester, schepen, notaris en zat van 1694 tot 1708 in de stadsraad. Verder had hij de 'vier pannen van Duiveland' in bezit, hoewel dat louter fonneel was. Deze voormalige heerlijk heid. bestaande uit Nieuwer- en Ouwerkerk, hoorde gewoon bij Zierikzee, maar mocht volgens de wet alleen op naam van een persoon staan. Die persoon was Dillinck. Iemand die zo'n band met de stad heeft, woont natuurlijk niet in een boerderij. Dillinck woon de op het Kraamplein (nummer 16); de boerderij was slechts een kapitaalinvestering. Hij bezat wel meerdere boerderijen. Toch zijn er niet meerdere Dillingwe- gen op Duiveland, zelfs niet in de regentenwijk van Zierikzee. Daar word je pas genoemd als meerdere familieleden in de raad hebben gezeten. Dillincks zoon, Aalbrecht, was weliswaar ook burgemeester en schepen, maar dat was blijkbaar toch niet voldoende om Zierikzee ook een Dillingsweg te geven. Boerderijen Terug naar die van Sirjansland. Na de overstroming van 1953 en de daaropvolgende ruilverkave ling werd de weg onder handen genomen. Rechte lijnen, weinig onnodige toestanden Op het terrein waar eens de boerderij van Dillinck stond, kwamen kassen. Aan de andere kant staan twee boerderijen. De rest van de bebouwing aan de Dil lingsweg bestaat uit een dozijn buiten bedrijf zijnde kleine boer derijen. Zoniet de Favoriet. Die boerde rij is ruim driehonderd jaar oud en nog steeds draaiende. Sinds tweehonderd jaar is de hoeve in het bezit van de familie Op 't Hof, dus net niet lang genoeg om banden te hebben met Henricus Dillinck. Maar die woonde er toch niet. De Dillingsweg, ick heeft er nooit gewoond. foto PieterHonhoff

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 19