Een naaktslak praat
nu eenmaal kleverig
Het eiland als podium
PZC kunst cultuur
Ik heb zo'n hoofd
waarvan je denkt:
dat is een bitch
Gehandicapte
acteurs in
insectenland
Oerol-
festival
VRIJDAG 14 JUNI 1996 22
Zeventig meervoudig
gehandicapte jongens en
meisjes voeren dit weekend in
de Nijmeegse Schouwburg een
bewerking van Godfried
Bomans Erik, of het kleine
insectenboek op. Het is de
grootste theaterproductie, ooit
door mensen met zowel een
lichamelijke als een
verstandelijke handicap in een
Nederlands theater op de
planken gebracht. Sommige
rollen lijken op het lijf
geschreven. Zoals die van de
naaktslak, die ook in het
dagelijks leven 'kleverig' praat.
Het ziet er tijdens de repetitie
zo aan de vooravond van de
première allemaal nogal chaotisch
uit. Maar dan een chaos van het
vrolijke soort. Toch zijn de gehan
dicapte acteurs en actrices van het
instituut Werkenrode in Groes-
beek al een klein jaar bezig met het
instuderen van hun rol als insect;
van pissebed tot rode mier. „Dui
delijk praten, hè jongens", roept
regisseur Loek Joosten voor de zo
veelste keer. „En denk eraan, con
centreer je." Na afloop verzucht
hij; „Ik hoop toch maar zo, dat die
slak straks zijn tekst uit zijn bek
krijgt..."
Het is de gebruikelijke spanning
vlak voor de drie uitvoeringen,
vanavond, zaterdag en zondag. De
repetitie kenmerkt zich nu vooral
nog door vrolijkheid op de verkeer
de momenten, ingegeven door de
gierende zenuwen en af en toe een
verkeerde manoeuvre in een rol
stoel. Nu zijn het allemaal nog jon
gens en meisjes, die zich proberen
in te leven in de rol van hun leven.
„Maar straks zijn we een ster. Alle
maal", zegt Hylke van der Schoot
met een brede grijns. „Dan zijn we
toch iemand in de schijnwerpers",
grinnikt hij. Hylke zit in een rol
stoel. Hij is vanaf zijn geboorte,
zestien jaar geleden, gehandicapt.
Via de mytylschool in Eindhoven
kwam hij een jaar geleden op
Werkenrode en nu is hij één van de
slakken in de theaterproductie.
Hij gelooft al lang niet meer in
sprookjes, maar deze glansrol
komt er toch wel heel dicht bij. „Ik
ben in elk geval heel erg trots op
mezelf', bekent hij zonder enige te
rughoudendheid. En waarom zou
hij ook.
Medewerker evenementen Stefan
Rutgers van het Groesbeekse in
stituut waar zeshonderd mensen
met een meervoudige handicap in
tern verblijven; „Ik wil niet drama
tisch doen, maai- veel jongens en
meisjes hier op Werkenrode heb
ben hun hele leven steeds maar
weer gehoord dat ze toch niks kun
nen. En natuurlijk kunnen ze van
wege hun handicap ook een hele
boel dingen niet. Maar wij zeggen
altijd: Oké. laten we dan eens kij
ken wat je wèl kan en daar verder
aan werken."
Die stelregel geldt ook voor de
Hoofdrolspeler Mikel van Dijk (rechts) als Erik tijdens een repetitie. foto Sjaak Veldkamp
theaterproductie, waaraan 72 jon
geren meewerken, van wie een
aantal achter de schermen of in het
orkest en in het koor. Van de vijf
tien acteurs met een handicap ge
bruiken er zeven een rolstoel. Dra
madocent Loek Joosten. die sa
men met Marjon Wiedemeijer de
regie voert; „Wij scheppen de voor
waarden; maar wat er straks op
het toneel wordt neergezet, is wel
hun prestatie. En daar mogen ze
ook gerust een gloeiend trots ge
voel over hebben."
Natuurlijk is het voor iemand in
een rolstoel moeilijk een hoofdrol
in De Drie Musketiers te spelen.
„Maar hij kan bijvoorbeeld wel een
hele mooie naaktslak zijn", geeft
Joosten aan. „Die zijn gelukkig
niet zo snel. Als het publiek maar
voelt, waarom hij zich zo langzaam
over het toneel beweegt en niet
denkt van oh, wat zielig." Slak Hyl
ke glimt inmiddels van oor tot oor,
want hij weet dat hij het publiek
straks versteld doet staan. „Alleen
ben ik wat zenuwachtig, omdat ik
hoorde dat er zoveel mensen in de
schouwburg kunnen."
Kostumering
Overigens zal het bij de uitvoering
nauwelijks opvallen dat Hylke en
de zes andere rolstoel-acteurs per
manent op hun rolstoel zijn aange
wezen. De kostumering is namelijk
zo uitgevoerd, dat hele stellages de
rolstoelen onzichtbaar maken.
„Dat is ook het geheim en tegelijk
de kracht van het spektakel; het
decor, de kostuums, de grime en de
speciale lichteffecten; het is alle
maal zo overweldigend. Dan hoe
ven de rollen niet eens zo groot te
zijn om tot een daverende uitvoe
ring te komen. Daar is ook wel be
wust voor gekozen."
Ook aan al die facetten als decor
bouw en kostuumontwerp is door
bewoners van Werkenrode, samen
met een aantal medewerkers van
het instituut, de afgelopen maan
den hard gewerkt. Waarbij inspira
tie en transpiratie zich gelijk ver
hielden. Want niet voor iedereen is
nu eenmaal een glansrol op de
planken weggelegd. Maar toch
hebben ze stuk voor stuk het zin
derende gevoel dat het applaus
voor hen allemaal is bedoeld. En zo
is dat natuurlijk ook. En ook nog
eens voor de vijftien gastspelers
van de middelbare opleiding voor
agogische beroepen in Nijmegen.
Zoals de 17-jarige Gaby van Beest
uit Grave in haar beestachtige rol
van hoofdspin. Om boven haar
soortgenoten uit te steken, loopt
ze tijdens de uitvoering op stelten
die om haar benen zijn vastge-
gespt en ook op de repetitie doet ze
dat.
Groot is natuurlijk de hilariteit als
ze op gegeven moment pardoes
dreigt om te vallen. Het spel ligt
voor minuten compleet stil en het
is moeilijk de draad weer op te pak
ken. „Concentratie is voor veel jon
gens en meisjes van hier een groot
probleem", fluistert Stefan Rut
gers. „Dat is ook één van de proble
men bij het instuderen van de tek
sten. Daar is echt kei- en keihard
aan gewerkt. Ook al zijn het soms
maar enkele zinnetjes."
De 'ingehuurde' hoofdspin na af
loop: „Het wordt een knalmooie
show die we neerzetten. Ik zie het
echt als een uitdaging om samen
met elkaar iets dergelijks te berei
ken." Ze geeft toe, dat zij ep ook
haar collegaatjes van de beroeps
opleiding, in het begin een beetje
vreemd tegenover hun gehandi
capte medespelers stonden. „Alsof
twee werelden elkaar ontmoetten.
Zo van: Wij zijn van de normale we
reld en zij van de wereld van de rol
stoelers. Twee groepen eigenlijk,
die behoorlijk raar tegen elkaar
stonden aan te kijken. Maar na een
paar repetities vielen die verschil
len gewoon weg. Dan leer je elkaar
beter kennen en zie je door die han
dicaps heen."
Hoofdspin
Voor Hylke is dat nooit een pro
bleem geweest. „Ik heb daar nooit
moeite mee gehad, maar ik heb zelf
ook een broertje dat kan lopen.
Dus ik weet wat het is." En dan
met een hoofdknikje naar Gaby de
hoofdspin en met oprechte bewon
dering zijn stem: „Die meid, die
kan heel goed spelen." Ze strijkt
hem plagerig door zijn haar. Of is
het iets meer dan alleen maar pla
gerij... „Maar jij ook", zegt ze zon
der veinzen.
Stefan Rutgers; „Er gebeuren hier
hele mooie dingen; hoe de jonge
ren op elkaar reageren. Maar ook
op een andere manier. Zo'n meisje
in een rolstoel bijvoorbeeld, het is
voor haar een hele overwinning om
mee te doen. Het sterkt haar
enorm in haar eigenwaarde en ver
groot zo haar zelfvertrouwen. Te
gelijk is ze een voorbeeld naar an
deren toe. Door te laten zien, waar
ze ondanks alles toch toe in staat
is."
De bewoners van Werkenrode ko
men uit het hele land en hebben
elk hun eigen achtergrond. Ze zijn -
heel vaak meervoudig - gehandi
capt door een ongeval, ziekte of al
vanaf de geboorte. Soms valt, ook
bij een enkele acteur, de handicap
niet direct op. Maar bij een geope
reerde hersentumor bijvoorbeeld
kan zoveel weefsel zijn weggeno
men, dat de jongen of het meisje
niet meer als voorheen functio
neert.
De hoofdpersoon Erik in het stuk
van Bomans, dat voor deze spe
ciale gelegenheid is omgezet in een
combinatie van spel, dans en mu
ziek, is weggelegd voor Mikel van
Dijk van Werkenrode. Hoewel de
17-jarige niet bepaald ambities
had voor een hoofdrol, is hij er in de
loop van de afgelopen maanden
enorm in gegroeid. Hij is er ape
trots op en dat valt elke minuut
van de repetitie van zijn gelaat af
te lezen. Maar sterallures? Vra
gend kijkt hij om zich heen. Hij
kent het woord niet eens.
Maar zijn rol, die kent hij uit zijn
hoofd. „Die heb ik geleerd", ver
klaart hij simpel. „En wat ik weer
vergeet, verzin ik er zelf bij. Dat is
juist goed, zeggen ze." Als Erik op
reis door insectenland gaat, ont
moet hij onder andere de wespen,
die hem vragen of hij ook een angel
heeft en hem tarten om die te laten
zien. Bij dat onderdeel valt de
'cast' elke keer opnieuw bijna
flauw van het lachen als Mikel een
poging doet zijn gulp open te rit
sen. naarstig op zoek naar zijn an
gel. Loek Joosten: „Je moet een
eindeloos geduld hebben. Maar
zeg nou zelf, het is toch de grootste
beloning als je ziethoe ze in hun rol
meegaan. We willen ze straks zo op
het podium hebben staan dat ze la
ter nog steeds zeggen: 'Weetje nog.
toen...' Maai- voorlopig heb ik al
leen nog maar slapeloze nachten.
En zij ook trouwens."
Hylke de slak schudt heftig van
nee. Het houdt hem allemaal wel
bezig, maar hij slaapt er niet min
der om. Dat past toch niet bij een
ster...?! „Treden we ook nog eens in
De Kuip op", informeert hij op een
toon die voor hem nauwelijks een
vraag is.
Rob Hirdes
overheen de toeschouwers zo'n vijf
kilometer lang zwerven.
Derevo en Chrome zijn Oerol-vete-
ranen, al was laatstgenoemde al
een aantal jaren niet meer op het
eiland te zien. Deze Australiërs
doen The lizards, een voorstelling
waarmee ze in oktober vorig jaar in
hun thuisland van start gingen. De
hagedissen uit de titel, en andere
reptielen en monsters uit meer of
minder verre verledens, zijn het
thema van een voorstelling die
zich met surrealistische beelden
van de traditionele manier van
verhalen vertellen probeert te dis
tantiëren. Derevo uit Leningrad
speelt The golden egg. Zoals hun
vaderland de laatste jaren sterk
van karakter, naam en formaat
veranderde, zo is ook de uiterst
persoonlijke manier van theater
maken van oprichter Anton Ada-
sinsky aan wijzigingen overhevig.
De Japanse Butoh-elementen zijn
er nog steeds, maar elementen uit
de Italiaanse commedia dell'arte
verluchtigen tegenwoordig het
spel van deze groep. Het straat
theater is dit jaar ingepast in een
kader: de imaginaire speelfilm
Where is my penguin? Daarnaast
komt er nog een Britse delegatie
van Covent Garden, de Londense
plek waai1 straatartiesten van
oudsher hun kunsten vertonen.
Boerenschuren
Het schuurtjestheater, dat zich af
speelt in een aantal 'unieke, mooie,
typisch eilander' boerenschuren,
is een van de speerpunten. „Het
enthousiasme van jonge theater
makers is verschrikkelijk groot."
Anton Groothuis, Geert van den
Berg, Prank Sheppard (met gita
rist Franky Douglas) en Don
Duyns zijn enkele van de namen
die dit deel van de programmering
vullen. Don Duyns haalt vier ty
pisch Nederlandse helden bij el
kaar: Dik Trom, Abe Lenstra,
Johnny Jordaan en Willem Ba-
rentsz, en laat die terugkijken op
hun roemruchte verleden. Wat te
gelijk aanleiding is om meer of
minder verkapt kritiek te geven op
de samenleving van vandaag de
dag.
Zoals te doen gebruikelijk is er
weer veel muziek. Al blijft de we-
reldmuziekprogrammering, van
oudsher ook een sterke kant van
Oerol, ietsje achter, iets wat de ko
mende jaren hopelijk wordt bijge
trokken. De Siberische groep Yat-
Kha kon wel eens de verrassing op
dit vlak worden. De talloze kroe
gen van Terschelling bieden ver
scheidene groepen, van Neder
landse beloftes als Treble Span
kers en Mizpah tot Schotse blues
(Blues 'n' Trouble) en van Italiaan
se eclectica (Mau Mau) tot Friese
helden Ernst Langhout en The
Dicksons. In de Groene Weide te
Hoorn gaat plaatselijk fenomeen
Hessel gewoon zijn eigen gang.
Het contract met Dommelsch
strekt zich uit over driejaar. „Voor
een mooi, substantieel bedrag",
zegt Mulder, „maai1 ik heb afge
sproken dat we geen bedragen zul
len noemen." Dit jaar blijft de be
groting steken op zo'n acht ton,
maar volgend jaar, als de twee ton
uit het Kunstenplan mee gaan tel
len, verwacht Mulder wel op dat
miljoen uit te komen. „Dit Kun
stenplan-verhaal is natuurlijk ook
een extra ondersteuning in het
overleg met de sponsors."
Een nieuw fenomeen binnen Oerol
is De Morgenster, een dagkrant die
het eiland elke ochtend zal voor
zien van de laatste Oerol-nieuw-
tjes. De redactie wordt ter plekke
gevoerd, de krant wordt gedrukt in
Amsterdam en wordt 's ochtends
met de snelboot naar het eiland ge
bracht. Als dat gaat lukken is De
Morgenster de enige echte och
tendkrant op Terschelling. De re
guliere ochtendbladen halen het
eiland pas rond het middaguur.
Jacob Haagsma
De champagne vloeide rijkelijk op
de Oerol-burelen toen de 'uitslag'
van het Kunstenplan bekend werd.
„Toch een heel leuke stunt", zegt Joop
Mulder, artistiek directeur van het
Oerol-festival, over de plannen van de
Raad voor Cultuur. Van 1997 tot en met
2000 wordt het festival, dat vandaag
(vrijdag) weer losgaat en duurt tot en
met 23 juni, bedeeld met 200.000 per
jaar. „Ik had het niet ingeschat."
Ik ga het vast nog een keer
zien. Eindelijk kun je weer
eens lekker lachen in het thea
ter." Dit zei een enthousiaste
bezoekster na afloop van de
première van De Gidsen verle
den jaar zomer. Die gelegen
heid wordt momenteel volop
geboden. Deze theaterhit met
21 actrices toert momenteel
opnieuw door het land. Welis
waar niet geheel met dezelfde
cast, want sommigen hebben
inmiddels verplichtingen el
ders. Wivineke van Groningen
is wel weer van de partij met
'onverminderd enthousiasme
en plezier'. „Het is hartstikke
leuk om weer in De Gidsen te
spelen. Behalve dat het een
plezierig stuk is, geeft die her-
name je een herkansing om
dingen in je rol aan te scher
pen".
Wivineke van Groningen ver
tolkt in deze door Victor van
Wivineke van
Groningen
Swaay geregisseerde en Ed
ward Montie geschreven revue
achtige voorstelling een van de
zestien puberale padvindsters
die onder toezicht van drie leid
sters in Frankrijk op zomer
kamp zijn.
Voor De Gidsen is ze gevraagd
en ze heeft wel vaker in het
lichtere genre meegedaan. Zo
heeft ze ongeveer een jaar voor
dokter Eva van de Berg in de
tv-serie Medisch Centrum West
gespeeld en stond ze in diverse
komedies waaronder een stuk
van Ayckbourn. Voorts kan ze
bogen op stukken als No Exit
met Henk van Ulsen en op film
rollen als die in Belle. Samen
met veelal bevriende theater
makers en geheel op eigen risi
co bracht ze producties uit,
waaronder het recente Ada en
Evert.
Vrije keuze
Voormalig toneelgroep Cen
trum was het eerste en tot op
heden laatste gezelschap waar
ze een vaste verbintenis had.
Het freelancen bevalt haai- be
ter, omdat ze het vreselijk
vindt om bijvoorbeeld al voor
de komende drie jaar gepland
te worden wat voor rollen ze
moet doen. „Ik had geen vrije
keuze daarin. Dat bepaalde de
artistieke leiding. En ik ben ie
mand die graag mijn eigen
keuzes maak". Maatschappe
lijke onzekerheid neemt ze
daarbij voor lief. Evenals het
harde gegeven: zo word je voor
het voetlicht bejubeld, zo don
der je weer de bijstand in. De
ambitie om tot de 'Lievelingen
van het Grote Publiek' te wil
len behoren heeft ze niet. „Ik
ben helemaal niet iemand van:
aanbid en bewonder me!"
„Naarmate ik ouder word is
theater voor mij niet meer zo
heilig. Dat vind ik wel prettig.
Ik haal de laatste jaren mijn
geluk en zaligheid niet enkel
en alleen uit toneelspelen. Het
idee dat ik nooit meer zou kun
nen acteren, maakte me vroe
ger panisch. Dat is nu voorbij.
Een paar jaar geleden ben ik er
zelfs maandenlang mee ge
stopt. Het spelen gaf me geen
voldoening meer; het maakte
me zelfs ongelukkig. Vraag me
niet waarom. In die periode
heb ik voor de VPRO de kin
derserie Optiema Forma ge
schreven en gespeeld. Dat is
een van de leukste dingen aie
ik gedaan heb. Die tussenstop
heeft wel geresulteerd in de be
slissing dat ik momenteel in
mijn vak alleen maar doe wat
ik leuk of interessant vind".
Afgewezen
De weg naai- de toneelschool
heeft zé niet rechtstreeks afge
legd. Na de havo gaf ze zich zo
wel op voor de selectiecursus
sen van de Toneelschool in
Arnhem als de Kleinkunstop
leidingen in Maastricht en Ai ï-
sterdam. Te jong en te weinig
levenservaring waren de rede
nen dat ze door alledrie de in
stellingen werd afgewezen.
Met ruzie vertrok ze uit de ou
derlijke woning in Wychen
naar het Zeeuwse plaatsje Re-
nesse, waar ze spontaan haar
hart verloor aan barkeeper
Koen. In een vakantiehuisje
woonde ze smoorverliefd enige
tijd met hem samen. „Ik ben
niet impulsief, maar wel heel
intuïtief, zeker in de liefde, en
tussen haakjes ook in de keuze
van mijn rollen. Ik keek die
jongen aan en toen was het
raak en besloot ik daar te blij
ven. Mijn ouders hadden pas
eèn half jaar later met hem
kennisgemaakt. Ik was toen op
een leeftijd, dat ik dacht: het
kan me geen zak schelen wat
mijn vader en moeder ervan
vinden. Ik doe het gewoon".
Daarna volgde een opleiding
aan de kweekschool voor kleu
terjuf, die ze al snel veraf
schuwde vanwege al die jenge
lende peuters. Uiteindelijk
werd het toch een afgeronde
studie op de toneelschool in
Maastricht. Geheel vreemd
stond ze niet tegenover het to
neelvak. Haar moeder was lo
gopediste en die nam haar wel
eens mee naar presentaties op
de toneelschool in Arnhem.
Wivineke van Groningen is in
1957 in Soest geboren. Daar
heeft ze slechts een jaar ge
woond. In Wychen bij Nijme
gen is ze opgegroeid en de afge
lopenjaren woont ze volkomen
naar haar zin in Amsterdam.
Coen van de Vrijberghe de Co-
ningh (Sjonnie in Flodder) is
inmiddels zo'n twaalf jaar haar
levenspartner.
Niet tijdens dit gesprek, maar
doorgaans als je haar zo ziet en
eveneens in haar rollen kan Wi
vineke van Groningen als ui
terst ongenaakbaar overko
men. „Dat komt door mijn
hoofd. Ik heb zo'n hoofd waar
van je meteen denkt: dat is een
bitch. Vanwege die stuurse
blik word ik blijkbaar soms
voor bepaalde rollen gecast.
Ikzelf vind het best wel mee
vallen. In geen geval ben ik be
rekenend. Ik vind het heerlijk
wanneer ik met een goede rol
in een goed stuk sta - ik ben
niet voor niets actrice gewor
den - maar niet tot elke prijs.
Mijn relatie bijvoorbeeld is me
honderd keer meer waard dan
welk toneelstuk dan ook".
Max Smith
Wie woensdag 29 mei de voorstel
ling van De Gidsen in de geheel uit
verkochte Stadsschouwburg in
Middelburg heeft gemist, kan liet
nog proberen in Chassé Theater
Breda <15 juni), Stadsschouwburg
Utrecht (17 en 18 juni), Schouiuburg
Tilburg (20 juni) en Stadsschouw
burg Amsterdam (21 tim 24 juni).
Wivineke van Groningen was het afgelopen seizoen samen met
Bruun Kuijt te zien in de voorstelling Ada en Evert.
foto Pief Weyman
Het belangrijkste is dat we voor
de komende vier jaar weten
hoe we er financieel voorstaan",
vindt Mulder. In combinatie met
het garantiefonds, dat wordt ge
vuld door Terschellinger onderne
mers, en het meerjarencontract
met de nieuwe hoofdsponsor, bier
brouwerij Dommelsch, geeft deze
meevaller een goede financiële ba
sis. „Zodat je ruim van te voren
aan het werk kunt en vroegtijdig
coproducties aan kan gaan. Dat
tilt het festival artistiek-inhoude-
lijk enorm op, en dat is belangrijk."
Het Kunstenplan telt een aantal
erg aardige opmerkingen richting
Oerol. Vooral 'het uitgangspunt
om kunst te ervaren vanuit het
landschap"' wordt hogelijk gepre
zen. Maar daarnaast 'is Oerol artis-
tiek-inhoudelijk nog steeds niet al
te pregnant ingevuld', stelt het
plan. „Daar heb ik over gesproken
met de commissie", zegt Mulder.
„Die hadden op dat moment de
thematische aanpak van het festi
val, het Magnetisme van de Noord
pool, nog niet onder ogen gehad.
Eigenlijk is die opmerking alweer
achterhaald. Vorig jaar waren we
inhoudelijk nogal afgezwakt ten
gevolge van de financiële proble
men die we hadden, dat klopt in
derdaad."
Het Magnetisme van de Noord
pool, het thema van dit jaar, is het
De Italiaanse groep Mau Mau treedt op tijdens het Oerol-festival op
Terwschelling.
eerste uit een drieluik: volgend
jaar gaat het over de wind, het jaar
daarop over de diepte van de oce
aan. „Dat heeft allemaal te maken
met het eiland als podium. Ter
schelling is meer dan een zand
vlakte die boven de zee uit steekt.
Het heeft ook heel duidelijk te ma
ken met allerlei maritieme zaken.
Dat laat ik op deze manier terug
komen."
Het Noordpool-thema wordt inge
vuld met bijzondere voorstellin
gen van de Japans-Nederlandse
groep van Shusaku Takeuchi en
het Russische Derevo. Shusaku
•Takeuchi, de Japanse, maar sinds
jaar en dag in Nederland opereren
de theatermaker, is de ontwerper
'van Oerols openingsvoorstelling. I-
den. myth of the future is een co
productie van Oerol en Takeuchi's
.Bodytorium, een locatievoorstel
ling die zich afspeelt tijdens èen
'zwerftocht' vanaf het West-Ter-
schellinger Groene Strand. In Ta
keuchi's verbeelding krijgt het ei
land 'toendra's' toebedeeld, waar-