Onze muziek houdt ruw randje Marokkaanse zang met Bo Diddley-beat Gitaarrock met noiserandje Het lot heeft geen haast met Jan James Magnapop The Treble Spankers Bob Mould kunst cultuur 20 VRIJDAG 10 MEI 1996 Geen VW-folder kan er tegen op. Tegen de zalige glimlach waarmee Linda Hopper haar liefde voor Nederland belijdt. Natuurlijk wordt die liefde, geeft ze lachend toe, gevoed door het gegeven dat haar band Magnapop hier een betere respons krijgt dan waar ook ter wereld. Nog enthousiaster is de blonde zangeres evenwel over Rubbing doesn't helphet eind april verschenen derde album van de punky popband uit Georgia. Magnapop: „Die meer punky aanpak komt door het toeren." Ongelijk kun je Hopper wat die plaat betreft niet geven. Mag napop heeft zichzelf overtroffen met (punky) popsongs en het be tere ballad-werk. Fraai is de vocale interactie tussen Hopper en gita- riste Ruthie Morris. Rubbing doesn't help kent de beste songs die het deels ververste kwartet ooit maakte. Op het album drumt de tijdelijke invalskracht Josh Freese. Mark Posgay bemant nu met bassist Shannon Mulvaney de ritmesectie van Magnapop. Hopper: Rubbing doesn't help is teamwork, maar Ruthie heeft heel veel energie in het album gesto ken. In vergelijking met vroeger is haar zang ook prominenter. Het vorige album Hot boxing was een haastklus. We waren op tournee en moesten de plaat even tussendoor opnemen. Opschieten, opschieten, riepen we constant tegen elkaar. Ditmaal namen we op in een kleine garage-studio en ging het er zeer informeel en rustig aan toe. Daar door kwam er meer van onszelf bo vendrijven. De composities zijn be ter ontwikkeld en de gevoelens be ter gearticuleerd. Ik ben hardstik- ke trots op deze plaat". Eerbetoon Geza X, bekend van The Dead Kennedys, produceerde Rubbing doesn't help. Het mini-debuut Magnapop en Hot boxing werden respectievelijk geproduceerd door twee musici, namelijk Michael Sti pe (R.E.M.) en Bob Mould (Hüsker Dü, Sugar». Achteraf is Hopper niet helemaal tevreden over die produktionele gang van zaken. „Michael en Bob waren toch pro ducers die te veel als muzikant dachten. Ze drukten daardoor te veel hun muzikantenstempel op de groep. Op Hot boxing hoor ik bijvoorbeeld veel Bob Mould. In de vorm van een muur van geluid en het gitaarwerk. Bovendien valt het op dat Bob de hoge tonen niet meer kan horen". Rubbing doesn't help kent zijn trieste momenten. Zeker in het poppy nummer Open the door, waarin Hopper zingt over recent gestorven vrienden. Ook in het akoestische hoogtepunt Dead let terwaarin Morris op dobro te ho ren is. is de stemming in mineur. Hopper: „Op onze vorige tournee kregen we in Manchester te horen dat Alan, een bevriende muzikant, overleden was aan een overdosis. Op zo'n moment, zo ver van huis. voel je je zo verschrikkelijk wanho pig. Met Dead letter brengen we een eerbetoon aan hem. Ruthie heeft de laatste tijd veel naar oude bluesplaten geluisterd. Nogal wat oude bluesmannen namen ooit een song op met de titel Dead letter. Vandaar die titel. De dobro zorgt voor de juiste droevige sfeer". Magnapop staat nog immer vooral voor enthousiasmerende pop met een punky inslag. Tenminste op de platen. Live was het kwartet op zijn vorige Nederlandse tournee dermate punkerig in de weer, dat het beter zijn naam zou kunnen veranderen in Magnapunk. „Dat is jouw persoonlijke mening", zegt Hopper geprikkeld. Even later: „Maar eigenlijk zijn we zo ook wel een beetje. De live show is niet op pervlakkig, maar wat eendimen sionaal. Die meer punky aanpak komt door het toeren. Je bouwt die gevoelens in de loop van de dag op". „Daarbij komt nog de opwinding van de feedback die je van het pu bliek krijgt. Live zijn we nu sterker dan twee jaar geleden. De samen werking tussen Mark en Shannon is beter dan tussen Shannon en de oude drummer. Ruthie's gitaar spel is een stuk vooruitgegaan en ik zing beter. Maar onze muziek zal live altijd een ruw randje houden." Puinhoop „In Nederland gaat het leven rus tig zijn gangetje. De mensen zijn hier zo vriendelijk en geven je alle ruimte en privacy. Kort geleden was ik een aantal dagen in Duits land. Niet direct mijn favoriete land. Duitsers denken dat ze op Amerikanen lijken, maar ze mis sen het sarcastische en cynische gevoel voor humor dat wij hebben. In Duitsland hebben de mensen geen mededogen met elkaar. In Nederland wel". Over de Verenigde Staten is Hop per minder positief. Een soort van schaamte maakt zich van haar meester als ze zegt dat de bekende republikeinse politicus Newt Gin grich, evenals Magnapop, uit Georgia komt. „Erg hè? Hij is voor zitter van het Huis van Afgevaar digden en is een van die rechtse ke rels die vinden dat business voor alles gaat. Voor hen staan de Ver enigde Staten gelijk aan zaken doen. Dat maakt Amerika sterk, zeggen ze. Van hen mogen de grote bedrijven doen wat ze willen. En over menselijke waarden en het milieu maken die lui zich geen se conde druk". Hopper trekt graag ieder gezag in twijfel. „Regeringen hebben niet altijd het beste met je voor. Kijk naar de jaren vijftig, de jaren van Eisenhower. Mijn ouders groeiden op in die tijd. Je had Walt Disney en de regering was goed. Die deed niemand kwaad, dachten ze. Tot dat ze er achter kwamen dat. de overheid in de weer geweest was met experimenten waarbij de be volking werd blootgesteld aan radioactieve straling. En met LSD- proeven op mensen. Ik zet vraagte kens bij ieder gezag. Van anarchie moet ik echter niet veel hebben. Dat maakt me bang. Anarchie is totale chaos, een samenleving waarin iedereen elkaar bevecht. In dat soort gevechten ben ik slecht". Het enthousiasme dat Hopper twee jaar geleden koesterde voor president Clinton, is inmiddels ge taand. „De regering is een mario net van het grootkapitaal. De cor ruptie is alom en niemand maakt zich in feite druk om het land zelf. Iedere politicus is bezig met zijn ei gen grote egotrip. De Verenigde Staten zijn opgezet volgens het scenario van de rijke, blanke man. Hij maakte de regels. En hij profi teert er het meest van. Het is een behoorlijke puinhoop in Ame rika". René Megens Magnapop speelt vanavond vrijdagin Doornroosje in Nijmegen, zaterdag in de Melkweg ïn Amsterdam, zondag in Nighttown in Rotterdam, dinsdag 14 meii in Paard in Den Haag, woensdag (15 mei) in Tivoli in Utrecht, donderdag 116 mei) in Vera in Groningen en vrijdag (17 mei) in de Effenaar in Eindhoven. De Spankers draaien als een lier. beaamt slaggitarist Marcel Kruup. Juist ja. The Treble Spankers brachten in januari hun tweede album Hasheeda uit. Sindsdien reist het rock roll- kwartet stad en land af om hun grotendeels instrumentale klanken aan de man te brengen. De Amsterdammers balen er echter behoorlijk van om puur als surfband gezien te worden. „Heel erg vervelend is dat. Die surfinvloeden zijn er wel. maar worden steeds minder. Wij zijn een wereldmuziek band met rock roll-invloeden". zegt gitarist en componist Phantom Frank Gerritsen. Ik stroop de hele wereld af op zoek naar mooie melodieën, die wij op onze eigen manier vertalen. Onze wereldmuziek heeft niets te maken met Fela Kuti. Ik heb er al tijd van gehouden om iets nieuws te proberen. Het maakt niet uit of het van de Indianen komt of van de Eskimo's. Die oogkleppenloze houding resul teerde op Hasheeda in een frisse plaat met een achteruitkijkspiegel en onder meer Indische, Griekse. Arabische, surf- en pop-invloeden. Een van de attracties van Has heeda is de Marokkaanse koran zanger Abdellatif, die ook live in een aantal nummers van de partij is. Gerritsen: „Dat bijeenbrengen van allerlei muzieksoorten is het unieke van The Treble Spankers. Het is ook de enige manier om de boel vooruit te krijgen. Als je heel strak in iets blijft, is het zo afgelo pen. We kunnen nu met gastzan- gers hele rare combinaties maken. We combineren de Marokkaanse zang van Abdellatif ook met een Bo Diddley-beat. Dat is heel vreemd, maar het klinkt volgens de heren critici allemaal heel van zelfsprekend". Zandvlakte Kruup ziet voor zijn Spankers een mooie rol weggelegd. „We zijn al tijd met oude muziek bezig ge weest. Ik vind de meeste heden daagse popmuziek niet meer dan een geluid. Het is ook niet melo disch. Het musiceren stond vroe ger op een veel hoger peil. Ik wil me bij Willem O'Duys aansluiten: he dendaagse popmuziek, ik begrijp het niet", zegt Kruup. „De Spankers brengen het liedje The Treble Spankers: „Als je ons hoort, hen je eigenlijk al ïn je hoofd op vakantie." met een hele sterke melodie weer terug. Het is filmische muziek die tot de verbeelding spreekt. Als je ons hoort, ben je eigenlijk al in je hoofd op vakantie. Het roept bij voorbeeld beelden op van een ein deloze zandvlakte, waar je op een paard door heen rijdt. Of van de Franse Rivièra, waar je rondtuft. in een sportwagen met een mooie da me naast je". Kruup is met eerdere bands met de nek aangekeken, geboycot zelfs. Hij verkoopt deze dagen meer pla ten van The Treble Spankers, dan hij gedaan heeft van alle groepen waarin hij gespeeld heeft. En dat waren onder meer The Pilots, The Kliek en Ouke Baas, „The Treble Spankers zitten in de lift vanwege een samenloop van omstandighe den. De mensen blijken er behoefte aan te hebben. De film Pulp Fic tion brengt onze soort muziek on der de aandacht en de mensen den ken: hé. wat leuk. Wat onze optre dens betreft, gaat het enorm snel met de mond-tot-mond-reclame", meent Kruup. Ook de overstap van het kleine la bel Semaphore naar het grote Po- lydor draagt zijn steentje bij. Nu is er eindelijk geld voor promotie. En zie: Amsterdam wist via posters op strategische plekken dat er een nieuw album van The Treble Spankers was. Van interviews in het dure Amster damse American Hotel moet Kruup echter niets hebben. „Dat rocksterren-gedoe is niet aan ons besteed. Het is bullshit. We draai en al zo lang mee en laten ons niet zo snel gek maken. Het draait bij ons om de gezelligheid. En de op tredens. Die zijn het belangrijkste. Het werd trouwens tijd dat we een keer op een major terecht kwa men. We spelen al zo lang in band jes en maken al zo lang platen. Al tijd moest je alles zelf doen. En dat vreet een hoop energie". Bob Mould kan niet zo goed tegen succes. Zodra de muziekbusiness in de gaten krijgt dat er geld aan hem te verdienen valt, haakt hij af en ontbindt hij zijn bandje. Dat is altijd nog beter dan je een kogel door de kop schieten natuurlijk, maar goed, de faam van Nirvana heeft Mould met Hüsker Dü of Sugar dan ook nooit bereikt. In het alternatieve rockwereldje was hij met deze bandjes echter groot. Misschien daarom zingt-ie Hate Alternative Rock op zijn eerste post-Sugar-solo-album (en de derde in totaal), eenvoudigweg Bob Moidd (Creation/Epic/Sony Music) getiteld. Die titel is begrij pelijk want Mould doet werkelijk alles zelf op deze cd, van muziek tot hoesontwerp. Geen verant woording aan wie dan ook. daar voelt hij zich het lekkerst bij en dat is te horen. Bob Mould is een (h(eer lijk gitaarrock-album met een pit tig noiserandje. Alleen in Thumb tack ontaardt die noise in geluid jes die nog erger zijn dan bij je tandarts, maar verder zegeviert de melodie. In veel nummers klinkt Momenteel staat een avondje Tre ble Spankers voor een totaalpro gramma, waarin het optreden van de band omlijst wordt door twee deejays, die getooid gaan met de naam Easy Aloha's. Zij draaien platen van onder anderen Herb Al- pert en James Last. Kruup: „Het is de muziek van mijn ouders. Som mige mensen begrijpen die easy tunes niet. Wij vinden het goed, want het is muzikaal. Er wordt goed gedrumd. Het is smaakvol gearrangeerd en prima geprodu ceerd". Gerritsen: „Onze deejays zijn zeer actief achter hun draaitafels. Ze staan de hele tijd te klappen. In el ke tent krijgen we van de organisa tie van tevoren te horen dat het pu bliek er niet in beweging te krijgen is. Maai- die avond weten ze niet wat ze zien. Ons geheim is dat we een hoop enthousiasme uitstra len". Kruup: „Als onze deejays gaan dra&ien, komen de meisjes als eer sten los. Al vrij snel worden er po gingen tot stijldansen onderno men. Na een uurtje geven wij een rock roll-show en komt de boel goed los. Als het optreden voorbij is, slaat de vlam in de pan als de deejays verder gaan draaien. Bij andere Nederlandse bands is het, zo kil. Ik denk vaak: kan het niet wat. gezelliger?" Het optreden op Lowlands verle denjaar was een groot succes. Ger ritsen: „Het was er heel chaotisch. We konden geen soundcheck doen en moesten binnen tien minuten onze spullen op het podium zetten. Het publiek hing er na drie dagen festival maar wat bij. Horen ze in eens een fris geluid, zomerse klan ken. Tot en met de laatste rij ston den ze te dansen. Maar in de pers geen letter. Die journalisten waren in de perstent. Of dronken". „Als we in Duitsland spelen, kijkt het publiek alsof het snot ziet branden. Wij maken dan ook een unieke combinatie, terwijl die Duitsers alleen maar seksloze mu ziek maken", stelt Gerritsen. „In de easy tunes zitten geweldige me lodieën en fantastische ritmes. Die gebruiken wij ook. Daar houdt het echter mee op, want we maken geen jaren zestig dansorkest-mu- ziek. We zijn geen James Last. Mis schien doen we zoiets over vijftien jaar. Op luxe party's. Nu hebben we daar nog te veel energie voor". René Megens The Treble Spankers zijn zaterdag avond in het kader van de Poptocht te beluisteren in de Botte Hommel in Ber gen op Zoom (22.30 uur) en vrijdag 7 ju ni in 't Beest in Goes (21.00 uur) door dat Mould zich in zijn jeugd vooral bezighield met het draaien van sixties-singletjes. Als eerbe toon daaraan sluit de cd af met het geluid dat we al zo lang gemist hebben: de uitloopgroeven van een écht plaatje. Dave Matthews Met haar tweede album Under The Table And Dreaming schaarde de tot dan toe onbekende Dave Mat thews Band zich opeens onder de categorie popsterren-om-rekening- mee-te-houden. De aangename mengeling van folk, funk en blues, bijeengehouden door subtiele rockschema's. bleek in Amerika goed voor drie keer platina. Geen wonder dus dat voor de opvolger Crash (RCA/BMG) het beproefde recept opnieuw gebrouwen wordt, ook nu weer onder de supervisie van producer Steve Lillywhite <U2, Rolling Stones). Het resultaat is een soort experimentele Hootie The Blowfish, een stuk avontuur lijker en sfeervoller in ieder geval, zeker waar viool en saxofoon een duet op het scherpst van de snede uitvechten. Komt dat- zien dus, straks op Pinkpop. Gert Meijer Jan James „Dat is het enige waar het in de muziek omgaat: ervan genieten." Thuis, in Chicago, heeft ze al behoorlijk lang niet meer opgetreden. Niet alleen omdat ze nu op tournee is in Europa, maar ook omdat volgens Jan James 'de scene volledig op zijn gat ligt'. „Er is geen bluess- cene meer in Chicago. Het is al lemaal 'alternative' wat de klok slaat." Lastig voor een zangeres als Jan James die juist zo veel blues in haar muziek stopt. Een Amerikaanse platendeal heeft ze ook al niet. Haar twee al bums, Last Train en Color Of The Rose, zijn uitgebracht bij nota bene een kleine Neder landse maatschappij met een goed oor voor blues. Maar Jan James is geen dame die snel bij de pakken neer gaat zitten. „Binnenkort opent House of Blues een filiaal in Chicago en daar is de hoop nu op gevestigd. Bovendien zijn er weer een paar kleine clubs die wat breder programmeren. Voor de oude Chicago-blues, die er voornamelijk nog is voor de toeristen, moet je in de steegjes zijn en dan nog is het goed zoeken." En die platendeal, die komt er ook. „Onze doorbraak is er nog niet- Nog even geduld. Het is geen kwestie van wel of geen talent. Meer een kwestie van mijn levenslot. We proberen ons eigen lot te beïnvloeden. Het is kansen creëren en af wachten." Toch is James, afkomstig uit Detroit, bepaald geen onbe kende in Chicago. Op de radio zijn haar platen regelmatig te horen. Platen die ze maakte met haar muzikale partner Craig Calvert. Samen schreven ze alle nummers op de beide cd's van James. En dat. terwijl Calvert toen ze elkaar leerden kennen nog in een punkband speelde. „Nog een hele beken de punkband ook: The Fix. Hun platen worden in Chicago nog altijd goed verkocht." Gruisstem Met punk heeft de muziek van Jan James niets van doen. Ze grossiert in een mengvorm van blues, rhythm and blues en soul. Geen wonder voor een meisje uit Detroit dat op groeide met de soul fabriek van Tamla Motown om de hoek, Muddy Waters, Billie Holiday en B.B. King op de platenspe ler en een eight-trackcassette van Diana Ross. James is gezegend met een gruisstem die levenservaring verraadt en haar al diverse ver gelijkingen met Janis Joplin opleverde, de in 1970 overleden blues- en rockzangeres van al bums als Pearl en hits als Me and Bobby McGee. „Langzamerhand vervelend? Ach nee. Ik vind het wel lief van de mensen om dat te zeggen. Hoe kan ik het anders opvatten dan als een compliment? Lie ver dit dan dat ze me niet goed vinden. Zolang ze maar niet gaan beweren dat ik haar pro beer te imiteren. De naam van Janis valt altijd als mensen an deren duidelijk willen maken waar ze aan moeten denken bij" de muziek van Jan James. Als ik een band hoor die als The Black Crowes klinkt, wat ligt er dan meer voor de hand dan te zeggen: deze band lijkt op The Black Crowes?' Tijdens een vorige tournee had Jan James een acht-koppige band bij zich, compleet met koortje. Nu, op haar grootste Europese tour tot nu toe, kan ze zonder. „Het koor paste vooral goed bij het repertoire van de eerste cd. die wat onge- polijster is dan Color Of The Rose." Op het podium wil ze nog wel eens een cover spelen. Van Are tha Franklin of de Stones. Ter wijl liedjes van anderen op de platen ten enenmale ontbre ken. „We konden geen nummer vinden dat we recht konden doen. Je moet iets toe kunnen voegen aan zo'n nummer. Een remake heeft geen zin. Zo'n song moet er lekkerder van worden. Dat is namelijk het enige waar het in de muziek om gaat: ervan genieten. Wat het ook is, hoe het ook heet. ik moet me er lekker bij voelen. Ik ga er voetstoots vanuit dat dat voor iedereen geldt, of ze nu naar country, jazz. blues of pop luisteren." Theo Hakkert Jan James zingt onder meer zater dag in Hcllendoorn iLantaarni zondag op Radio 3 in Leidsekade Li ve 20 04 uur) en in Leiden iLVCc maandag in het Belgische Peer Poorthuisi; woensdag in Amster dam (Melkweg) en donderdag in Tilburg iNoorderligti

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 20