Familie-imperium op kippengaas
^PZC
j Blokker nog
lang niet
uitgewinkeld
reportage zaterdag 6 april 1996 29
Prikpil
voor mannen
zal condoom
niet verjagen
Mocht de 'mannen-prik
pil' ooit massaal ge
bruikt worden, dan zullen
mannen het condoom toch
blijven gebruiken, Het aan
tal geslachtsziekten zal dus
niet noemenswaardig toene
men door de toekomstige in
troductie van de 'mannen-
prikpil'. Dat verwacht L.
Kooiker, leider van de Veilig
Vrijen-campagnes van de
Utrechtse Stichting SOA-
bestrijding (Seksueel Over
draagbare Aandoeningen).
Het condoom is volgens de
Stichting steeds meer in
zwang als middel om HIV en
andere seksueel overdraag
bare ziekten te voorkomen.
En steeds minder als anti
conceptiemiddel. Uit recent
onderzoek van de Stichting
en de Universiteit Utrecht
blijkt dat 68 procent van de
mannen met wisselende
sekscontacten uit angst
voor geslachtsziekte of HIV
een condoom gebruikt. „Het
rubbertje blijft dus nodig,
ook als de mannenprikpil, in
welke vorm dan ook. be
schikbaar is. Maar dat duurt
nog jaren", zegt Kooiker.
Ook dr. E. Ketting, plaats-
vervangd directeur van het
NISSO (Nederlands Insti
tuut voor Sociaal-Seksuolo-
gisch Onderzoek) in Utrecht,
ziet veel in het condoom in
combinatie met de mannen-
prikpil. „De laatste tien jaar
is 'double Dutch" in trek: zij
aan de pil, hij vanwege de
angst voor besmetting met
HIV of geslachtsziekte aan
het condoom. De mannen-
prikpil beschermt niet tegen
geslachtsziekte of HIV-be-
smetting, dus het condoom
zal populair blijven".
Getest
De Wereld Gezondheidsor
ganisatie (WHO) heeft de
mannen-prikpil ruim twee
jaar onderzocht en getest bij
399 (echt-)paren. Daaruit
blijkt dat deze prikpil (met
het mannelijk hormoon tes
tosteron) in 98,6 procent van
de gevallen werkt: deze man
nen konden geen kind meer
verwekken. De WHO noemt
de mannenpil even betrouw
baar als de pil voor vrouwen.
Wel wordt gezocht naar een
vriendelijker toediening:
hormoonpleister of implan
taat.
Kooiker betwijfelt echter of
de prikpil ooit populair
wordt bij mannen. „Daar ge
loof ik helemaal niets van. Ik
twijfel erg aan hun bereid
heid om zich verantwoorde
lijk te voelen voor de anti
conceptie. Tientallen jaren
ervaring laten zien dat het
meestal de vrouw is die daar
op let", zegt Kooiker.
Uit onderzoek van de afde
ling Fertiliteit (vruchtbaar
heid) van het Academisch
Ziekenhuis Utrecht blijkt
bovendien dat 80 procent
van de Nederlandse vrou
wen het niet eens zou ver
trouwen als hun partner
voor de geboortenregeling
zou zorgen. Deze vrouwen
doen dat liever zelf.
Bijdragen
Ketting van het NISSO
heeft wat meer vertrouwen
in de bereidheid van de man
om voor de anti-conceptie te
zorgen. „Van alle sterilisa
ties, na de pil de belangrijk
ste manier van anti-concept
ie. gebeurt 60 procent bij
mannen en 40 procent bij
vrouwen. De Nederlandse
man wil dus best iets bijdra
gen. Als er over een paar jaar
vriendelijker toepassingen
voor de mannenprikpil zijn,
zal dat voor mannen niet
zo'n probleem zijn. Maar dan
moet de vrouw ook vertrou
wen hebben. Veel vrouwen
willen terecht zelf de macht
over hun vruchtbaarheid.
Maar ze willen óók een goede
verdeling van de lusten en de
lasten: hij mag ook wel eens
iets aan geboortenregeling
doen. Dat wringt".
Ketting en Kooiker betwijfe
len trouwens sterk of de
mannenprikpil ooit echt op
de markt komt. „De investe-
rings- en ontwikkelingskos
ten van een nieuw voorbe
hoedmiddel lopen tegen
woordig in de honderden
miljoenen. Een middel moet
uitentreure worden getest
om mogelijke torenhoge
schadeclaims te voorkomen.
Daar gaat vaak vijftien jaar
overheen. Een bedrijf moet
dan wel heel zeker zijn van
een grote afname, wil het de
kosten van een nieuw mid
del kunnen terugverdienen.
Met de mannenprikpil in de
ze vorm zie ik dat niet zo snel
gebeuren", zegt Ketting.
H. Bonink. arts bij de Rut
gers Stichting, verwacht bij
mannen nauwelijks animo
voor de prikpil. „Hooguit bij
de kleine groep die een vaste
relatie heeft, geen kinderen
(meer) wil en zich wil laten
steriliseren. Dan is de prikpil
misschien een alternatief
Met de pil kun je stoppen,
een sterilisatie is onherroe
pelijk".
Patricia van der Zalm
Blokker bestaat echt. Blokker is
een meneer. Er zijn er zelfs twee.
Zij geven 'nooit' interviews, maar
voor het eeuwfeest van de
winkelketen is een uitzondering
gemaakt. Een gesprek over honderd
jaar huishouden met Blokker. Van
petroleumlamp tot body-trimmers,
van marktkoopman tot
internationaal ondernemer. „Wat
gebleven is, is de betrokkenheid."
Bijna iedere zaterdag staat de
directie van het miljardenconcern op
de winkelvloer, tussen blikopeners
en karakterpoppen.
Een partij kinderwagens ging in feestelijke optocht vanaf het station naar de winkel
Onopvallende blokkendoos op een
Amsterdams bedrijventerrein. Geen
rustieke gevel, noch spiegelende ruiten.
Geen parkeerplaatsen voor de directie,
geen luxe ontvangsthal of moderne kunst,
maar een mevrouw in Blokkerblouse die
koffie schenkt voor „meneer J.", Jaap
Blokker (54), directievoorzitter van Blok
ker BV, het familiebedrijf dat deze maand
honderd jaar bestaat en ook nog een me
neer A. (50) in de vijfkoppige directie kent.
Het hoofdkantoor van het miljardencon
cern aan de Amsterdamse Van der Made-
weg is zeldzaam gewoon. De entree bijna
oubollig. Het is de bescheidenheid en so
berheid van een oud familiebedrijf, waar
franje als zonde geldt en spaarzaamheid
een deugd is. Waar de vrouwen gerokt
gaan en in de hal de familiespreuk 'Eerst
plicht, dan genoegen' prijkt. Waar publici
teit wordt geschuwd omdat op de voor
grond treden „nergens voor nodig is" en
zelfs „buitengewoon hinderlijk" kan zijn.
„Nee, ik wens geen bekende Nederlander
te zijn", zegt J. Blokker stellig. Geen foto's
dus, wel volop plaatjes uit de oude doos.
Van Jacob Blokker, de stichter van de eer
ste winkel in Hoorn. En van zijn vier zoons
Pieter. Koos. Jacob en Albert die het fami
liebedrijf uitbouwden tot een landelijke
winkelketen.
De derde generatie heeft van het concern
een internationaal grootwinkelbedrijf ge
maakt. Vijf enorme landkaarten op Blok
kers kamer geven een actueel beeld van
het imperium. Van Den Helder tot diep in
Duitsland, België en Frankrijk zijn hon
derden kleurige spelden geprikt. Oranje
staat voor Blokker. De andere kleurtjes
verbeelden filialen van Giraffe, Novalux
en de aangekochte winkelketens Mars
kramer, Bart Smit, Intertoys. Leen Bak
ker. Xenos, Hoyng en het buitenlandse
Casa. Zeventienhonderd winkels in to
taal. Want, o ja, er zijn ook al winkels ge
opend in Luxemburg, Spanje en Portugal.
Nederland lijkt op het oog wel 'volgeblok-
kerd'. Verbaasde blik boven een vrolijke
das. „Nederland vol? Nederland is hele
maal niet vol. Er kunnen nog veel meer
winkels bij."
Vier generaties vrouwen deden het huis
houden met Blokker. De winkel door
stond de industriële revolutie en de eman
cipatie van de vrouw. De 19e-eeuwse
dienstmeid kocht er haar wastobbe en de
hedendaagse studente haar vacu-vin. De
emancipatie kun je aan het winkelassorti
ment aflezen; het gemak dient de vrouw.
Geen koperen pannen meer, geen wasbor
den, geen zware strijkbouten die moesten
worden gevuld met gloeiende houtskool
of cokes. Alleen de mattenklopper lijkt
onvervangbaar.
„Met de tijd is ook het imago van Blokker
veranderd. Blokker is chic en bon-ton ge
weest, maar ook volks en gezellig. Nu is
van een specifieke etiquette nauwelijks
meer sprake. Blokker is van Wassenaar en
van de volksbuurt. Alle inkomensklassen
zijn bij ons evenredig vertegenwoordigd."
Nederland telt nu vierhonderdvijftig
Blokker-winkels en 'meneer J.' kent ze bij
na allemaal van binnen. „Een aantal heb
ik nog niet gezien. Dat vind ik erg. Het is
niet goed voor de betrokkenheid. Zater
dag probeer ik net als de andere directiele
den in een Blokkerzaak te zijn. Ik spreek
er met de bedrijfsleider en de verkoop
sters en hoor het commentaar van klan
ten. In die paar uur in de winkel leer je
meer dan in een maand hier op kantoor.
De taal van de werkvloer is het belang
rijkst. Wij denken die nog steeds te ken
nen."
Eierlepeltjes
De directie van het concern, met een jaar
omzet van ongeveer drie miljard gulden
en vijftienduizend medewerkers, staat op
zaterdagen tussen de eierlepeltjes, brood
roosters en tuinstoelen. Blokker haalt zijn
schouders op. Alsof zijn betrokkenheid
met de winkelvloer zo bijzonder is. Het is
niet meer dan vanzelfsprekend. „Iedereen
van de directie kent de producten van
Blokker en praat er dagelijks over. Nie
mand die zich daar verheven boven voelt.
Zou dat wel gebeuren, dan is het snel afge
lopen met het bedrijf."
Als de directeur op een zaterdagmorgen
klanten hoort mopperen over die handige
kurkentrekker die niet meer in het assor
timent zit, dan loopt hij maandag meteen
bij de afdeling inkoop binnen. Zoals hij
ook rechtstreeks contacten onderhoudt
met de distributiecentra of de makers van
de folder. „De lijnen hier zijn heel kort. Die
werkwijze is denk ik ook een beetje inhe
rent aan een familiebedrijf in de detail
handel. Het woord zegt het al: je moet oog
voor detail hebben."
Zijn belangstelling voor de winkelvloer
houdt Blokker niet alleen alert, maar
schept ook loyaliteit bij de medewerkers.
„Het kennen van mensen is wezenlijk voor
betrokkenheid." Op de afgelopen huis
houdbeurs werd de onderneming niet ver
tegenwoordigd door praatgrage stand
werkers en speciaal opgeleide demonstra-
trices, maar door tachtig van de winkel
vloer geplukte verkoopsters die de dagen
met schorre stem en vol overgave afsloten
met de 'Blokker-shuffle'. „Dat vind ik nou
mooi. Daar ben ik trots op. Natuurlijk
doet het me wel wat om overal in het land
winkels te zien die mijn naam dragen,
maar dat haalt het toch niet bij het zien
van de inzet van mensen voor het bedrijf.
Zo zal ik nooit vergeten dat in '89 bij de
grootste brand van Nederland ons distri
butiecentrum werd verwoest en verkoop
sters en filiaalleiders uit alle hoeken van
Nederland naar Amsterdam kwamen om
ons te helpen een noodcentrum in te rich
ten. Werkelijk ontzagwekkend."
Trends
Betrokkenheid en alert inspelen op
trends, dat zijn volgens Blokker de be
langrijkste pijlers van het succes van het
familiebedrijf. „De inkoop en de snelheid
waarmee je iets in de winkel kunt krijgen
zijn van kardinaal belang. Door de korte
lijnen in ons bedrijf kunnen we heel snel
trends naar de winkelvloer vertalen."
Een prijzig nieuwtje dat nu nog alleen bij
exclusieve zaken te koop is, kan binnen
twee maanden in de Blokkerwinkels lig
gen voor een aantrekkelijke prijs. Tot gro
te ergernis van mensen die zich willen on
derscheiden met iets exclusiefs. Dat 'zijn'
product per definitie van een mindere
kwaliteit is, bestrijdt Blokker ten stellig
ste. „De tijd dat bijvoorbeeld het Verre
Oosten inferieure kwaliteit maakte, is
voorbij." En over Blokker als trendvolger:
„Wij zijn ook trendsetter. De witte rage, de
hoela-hoep, de magische kubus, waarvan
we er een miljoen hebben verkocht, de
Oranje-artikelen. Wij hadden ze als eer
ste."
Pionierszin kan de Blokkers niet worden
ontzegd. De eerste Blokkerwinkel opende
marktkoopman Jacob Blokker op de dag
na zijn huwelijk (25 april 1896) met een
startkapitaal van duizend gulden dat hij
van zijn vader had geleend. De door olie
lampen schaars verlichte 'Goedkoope Ij
zer- en Houtwinkel' accepteerde geen ge-
pingel of gepof, maar hanteerde 'vaste la
ge prijzen' voor het kippengaas, de vaar
bomen, melkzeven, zeisen en jachtgewe
ren. Blokker stelde zich tevreden met
kleine winstmarges in de hoop dat hij met
zijn lage prijzen meer spullen zou omzet
ten en dus voordelig (want veel) zou kun
nen inkopen.
Die formule bleek (tot op heden) een suc
ces. Niet in de laatste plaats door alle aan
dacht die Blokker wist te trekken. Met een
fijn gevoel voor publiciteit en theater zet
te hij het provinciaalse Hoorn regelmatig
op stelten. Hij projecteerde bewegende
beelden (film!) op zijn gevel, plaatste bran
dende kachels op het trottoir, liet orkes
ten opdraven, voerde een ware pennen-
strijd in de krant met concurrenten en or
ganiseerde complete optochten. „Mijn
grootvader was een fantastische stunt
man. Toen er een zending van driehon
derd kinderwagens aankwam op het sta
tion. nodigde hij alle kinderen van Hoorn
uit om de wagens in optocht met een om
weg naar het magazijn te rijden. Een
praalwagen ervoor en traktatie erna en
het spektakel was compleet."
Marktkoopman
Twaalf jaar na de oprichting telde Blok
ker drie speciaalzaken aan de Hoornse
Breed: een land- en tuinbouwwinkel, een
kachelzaak en een luxe huishoudwinkel.
In 1923 werden de zaken samengevoegd in
een groot nieuw pand met verdiepingen
en een heuse lift. „de eerste van West-
Friesland." Naast deze 'stadse fratsen'
was Jacob in de eerste jaren ook nog altijd
marktkoopman. Zijn vrouw Saapke deed
de winkel.
De vier zoons gingen ieder hun eigen weg.
De jongste, Albert, vertrok naar Java
waar hij zes dagen per week in een waren
huis werkte en op zondag met motor en
zijspan het binnenland introk om huis
houdelijke voorwerpen te verkopen. De
andere drie openden ieder een eigen zaak
in Utrecht, Haarlem en Amsterdam. Toen
vader Blokker zich in de crisisjaren ge
dwongen zag zijn zaak te verkopen, keer
de Albert spoorslags terug uit Indië, sa
neerde de schulden met zijn spaarcenten
en stichtte samen met zijn broers de ven
nootschap onder firma Gebr. Blokker.
Van dat moment af is de winkelketen
sterk gegroeid. Niets dat de Blokkers kon
tegenhouden. Lag de detailhandel tijdens
de bezettingsjaren zo goed als stil, dan
kocht Blokker panden aan en ging over op
de verkoop van noodkachels en surro-
gaatprodukten. Daalde het rendement
per winkel, dan werd het aantal filialen
uitgebreid. Leek Nederland 'volgeblok-
kerd', dan trok de onderneming de lands
grenzen over of nam andere winkelketens
over. In België leidde dat zelfs tot een pro
testdemonstratie tegen de Hollandse 'slo
kop'. De kritiek op deze expansiedrift laat
Blokker koud. Groei staat voor het bedrijf
gelijk aan lijfsbehoud. Stilstand is achter
uitgang. „En vergeten wordt'dat ons vaak
de mogelijkheid werd geboden om te sco
ren. Als anderen kansen lieten liggen, dan
waren wij erbij om ze op te rapen."
Koffiekannen
Bij herhaling was Blokker concurrenten
te snel af. Op hoog niveau (bij overnames)
maar ook op de winkelvloer. In een felle
concurrentiestrijd met Albert Heijn wordt
eind jaren zestig een peloton Blokker-me
dewerkers de Amsterdamse AH-filialen
ingestuurd om alle 'hittebestendige gla
zen koffiekannen met filter' op te kopen
omdat deze nog goedkoper worden aange
boden dan in Blokkers befaamde 'week
endkoopje'. Als alle schappen leeg zijn,
vult Albert Heijn de voorraad kannen aan
en komen de Blokkermedewerkers op
nieuw in actie. De AH-caissières krijgen
de opdracht de kassa's te sluiten, maar de
Blokkerploeg laat zich niet door een ijze
ren kettinkje tegenhouden. De kannen
worden geteld en het verschuldigde be
drag netjes naast de kassa gelegd.
Jaap Blokker is dan al lid van de directie.
Hij is nog jong, maar het vak is hem even
als broer Albert met de paplepel ingego
ten. Ze groeien op boven de winkel waarin
hun ouders werken. De tijd waarin de dag
opbrengsten van de winkels nog bewaard
bleven in de grootste grijs gewolkte email-
pan en na sluitingstijd werden opgehaald
door vader. Op zaterdagen en in vakanties
zijn de broertjes liftboy in het filiaal aan de
Kalverstraat. „De sjieke Kalverstraat!
Dat was wat, toen daar in 1951 plots een
Blokkerwinkel werd gevestigd. Die uit
breiding heeft een belangrijke symboli
sche waarde gehad: het was een opwaar
dering van Blokker en betekende een do
sis erkenning voor de leveranciers." Zijn
moeder heeft tot haar tachtigste jaar in de
winkel aan de Kalverstraat gestaan. „Ze
was één van de beste verkoopsters. Hield
ons voortdurend wakker. Toen ze zeven
tig was heb ik voorzichtig gevraagd of ze
niet wilde stoppen. Hoe ik het in m'n
hoofd haalde... Op haar 75ste verjaardag
heb ik die vraag herhaald en op haar tach
tigste, vier jaar geleden, heeft ze zelf beslo
ten er een punt achter te zetten."
Tentoonstelling
Ter gelegenheid van het eeuwfeest is de
geschiedenis van het familiebedrijf te
boek gesteld. Het 288 pagina's dikke boek,
dat ook de geschiedenis van de branche
beschrijft, wordt eind deze maand gepre
senteerd aan de burgemeester van Hoorn
en zal in beperkte oplage in de boekhan
del te koop zijn. Het museum van de twin
tigste eeuw in Hoorn heeft van 19 april tot
6 augustus een tentoonstelling gewijd aan
honderd jaar Blokker.
De kans dat het familiebedrijf wordt
voortgezet door een vierde generatie is
klein. De oudste zoon van Jaap Blokker
studeert weliswaar economie, maar be
landt daarmee niet als vanzelfsprekend in
de directie van het bedrijf. „Het is maat
schappelijk onverantwoord dat een be
drijf van onze omvang automatisch door
zoons of dochters zou worden geleid. Een
bedrijf waarvan zoveel gezinnen afhanke
lijk zijn verdient de beste leiders. De toe
komst van het bedrijf is belangrijker dan
de eventuele wensen van de kinderen."
Blokkers toekomstverwachting laat zich
raden: groter groeien, alle voorspellingen
over verzadiging en computergestuurde
huishoudens ten spijt. „Zoals wij in het
voorwoord van ons jubileumboek schrij
ven zal er wel'wat gaan veranderen in de
detailhandel, maar dan passen we ons ge
woon aan, zoals we dat altijd hebben ge
daan. Laat ik het zo zeggen: op de dag dat
ontwikkelingen als 'virtual reality' ook
huishoudartikelen zullen gaan omvatten,
liggen deze hoe dan ook bij ons in de win
kel. En voordeliger."
Monique de Knegt
Foto rechts: Blokker anno
1896, met het oprichtersecht
paar Blokker in de deurope
ning
Foto links: In de oorlogsjaren
waren noodkacheltjes in de
aanbieding
Foto onder: Een oude adver
tentie van Blokker