Alle slachtoffers hebben
recht op hun eigen naam
PZC
Spitsuur
Israëlische
dienst voor
identificatie
Nieuwe
dollar
maakt
Russen
koortsig
reportage
ZATERDAG 9 MAART 1996 26
De dollarkoorts stijgt
met de dag in Rusland.
Op 25 maart wordt de cli
max bereikt, want dan
komt het nieuwe biljet van
100 dollar, maar hoeveel
blijft het oude waard? Dat
is de grote vraag die miljoe
nen Russen bezighoudt.
In januari had de operatie
moeten beginnen, maar ze
is om verschillende redenen
diverse keren uitgesteld.
En juist die ongewisheid
werkte op de toch al
kwetsbare Russische mo
netaire zenuwen. De wissel
kantoortjes weigeren al we
ken oude 100-dollarbiljet-
ten, zitten bovenop hun
kleine coupures of hebben
hun hei! gezocht in roebels
en Duitse marken. „De roe
bel en de mark zijn op het
ogenblik zekerder", zegt
geldwisselaar Nikolai, die
een kioskje runt in het cen
trum van de Russische
hoofdstad.
Marina, een zwaar onderbe
taalde lerares Engels, geeft
in haar vrije tijd bijles aan foe
een paar Russische kinde- sta
ren die hogerop willen ko- i
men. „Deze week vroegen
de ouders van een van hen
hoe ze het lesgeld voor april
moesten betalen. Met een
biljet van 100 dollar of in
roebels. Ze waren heel blij
dat ik zei dat het mij niets
uitmaakte en dus gaven ze
een 'oud' biljet van 100 dol
lar."
Marina zit er niet mee, maar
miljoenen Russen maken
zich wel ernstige zorgen to(
over de waarde van hun
oude 100-dpUarbiljetten. Ze
zijn zo ongerust dat de
Amerikaanse ambassade
een speciale gratis 'hot-line'
in het leven heeft geroepen.
De informatielijn is van
's ochtends acht tot
's avonds acht te bereiken.
Dagelijks wordt er zo'n 200
keer gebeld.
Vier deskundigen van het
Amerikaanse ministerie
van financiën proberen alle
vragen te beantwoorden.
Maar soms vallen ze bijna
van verbazing van hun
stoel. „Is dit de 'hot-line'?
Gelukkig, want dan bent u
precies degene die we nodig '°1
hebben. We zitten namelijk
al een week zonder heet wa
ter in onze flat", meldde een
Moskouse opbeller deze
week.
Reclame
De meeste mensen die het
nummer draaien, weten
echter wel degelijk waar het
om gaat: ze zijn als de dood
dat hun eigen regering en
de banken hen een poot uit
draaien als ze nieuwe 100-
dollarbiljetten willen heb
ben. De Amerikanen heb
ben er een reclamecampag
ne van één miljoen dollar
tegenaan gegooid om de
zorgen weg te nemen. In tv-
spots en advertenties wor
den de Russen voorbereid
op het nieuwe geld. De
Amerikaanse ambassadeur
Thomas Pickering, die zelfs
een speciale persconferen
tie belegde om de gemoede
ren te bedaren, zei: „De bil
jetten met het portret van
Benjamin Franklin uit 1928
blijven geldig en de Ver
enigde Staten van Amerika [®a
staan garant voor het be
drag dat erop gedrukt
staat."
Pickering heeft natuurlijk
gelijk, maai- de Russen ver
tonen een soort Pavlov-
reactie: ze weten dat als er
in hun land nieuwe bankbil
jetten in omloop worden ge
bracht, de oude snel aan
waarde verliezen en waar
om zou dat niet voor de dol
lar gelden? Ze vertrouwen
het niet; er zijn te veel ban
ken op de fles gegaan,
stoppen daarom de dollars
liever in een oude sok.
De Russische markt is
tengewoon belangrijk voor
de Amerikaanse geldhan
del. In geen enkel land ter
wereld, uitgezonderd de VS
natuurlijk, circuleren zo
veel dollarbiljetten bij par
ticulieren. De schattingen
variëren van 15 tot 20 mil
jard, waarvan 80 procent in
biljetten van 100 dollar.
Sinds juni 1993 hebben
Russische commerciële
banken meer dan 51 miljard
dollar geïmporteerd. Hoe
veel er op andere manieren
het land binnen is gekomen
en er weer uit is
weet niemand.
Hans Hoogendijk
De ontvangsthal van een
ziekenhuis in Tel Aviv, drie uur
na de bomexplosie. Tranen vloeien
overal en de Israëlische televisie
doet rechtstreeks verslag. „We waren
in het Dizengoff-centrum en mijn
zoon ging op zoek naar een
platenwinkel. Toen hoorden we de
klap en we konden hem niet meer
vinden." Een radeloze moeder kijkt
smekend in de camera. „Hier is hij
niet en hij staat ook niet op de lijsten
van andere ziekenhuizen. Avi,
jongen, als je me hoort, bel de
televisie. Alsjeblieft. Ik weet het echt
niet meer. Moeten we dan maar naar
Abu Kabir?" Haar man, met
overslaande stem: „Abu Kabir? God
zal me bewaren!"
Abu Kabir is een zuidelijke buitenwijk
van Tel Aviv. Maar de meeste Israë
liërs kennen de naam alleen als de aandui
ding van het instituut voor gerechtelijke
geneeskunde dat er is gevestigd. Het is
vooral een synoniem voor dood en ellende.
Iedereen die op onnatuurlijke wijze het le
ven laat, komt er terecht en dus ook alle 58
doden van de recente terreuracties. Na ie
dere aanslag verzamelen zich honderden
ongeruste mensen in Abu Kabir. Voor het
oog van de gretige televisiecamera's, die
niet genoeg lijken te hebben aan de beel
den van zwartgeblakerde lichaamsdelen,
leggen de wachtenden hun zielen bloot.
Ieder verhaal "van een nabestaande is een
drama op zichzelf. Gail Belkin (48) en haar
moeder Sylvia Bernstein (73), immigran
ten uit Zuid-Afrika, waren maandagmid
dag in het Dizengoff-centrum om samen
met Gails dochter Lauren een trouwjurk
uit te zoeken. Even na vieren vertrok Lau
ren naar de kapper en de twee andere
vrouwen wandelden in de richting van de
parkeergarage. Toen ze de straat wilden
oversteken, sloeg het noodlot met een oor
verdovende klap toe.
Om zes uur werden Sylvia en Gail thuis
verwacht, in Herzliya, even ten noorden
van Tel Aviv. „Eerst dacht ik dat ze vast
zaten in de verkeersopstoppingen na de
aanslag", zegt Larry, Gails echtgenoot.
„Maar tegen achten, toen het verkeer al
lang weer op gang was gekomen en de te
lefoonlijnen niet langer overbezet waren,
begon ik me echt ongerust te maken.
Vooral toen mijn dochter opbelde en zei
dat de auto nog steeds in de parkeerga
rage stond."
Vragen
Samen met zijn zwager belde Larry alle
ziekenhuizen in Tel Aviv en het centrale
informatiecentrum. Telkens als bleek dat
hun namen niet op de lijst van gewonden
voorkwamen, slaakte Jiij een zucht van
verlichting. Pas tegen elven begon het tot
hem door te dringen wat dat kon beteke
nen. Hij besloot naar Abu Kabir te rijden.
„Af en toe werd er iemand van de honder
den wachtenden naar binnen geroepen
om vragen te beantwoorden. Er waren
psychologen en sociaal werkers aanwezig-
om mensen geestelijk te steunen. In het
kantoor zaten politiemensen achter hoge
stapels documenten. Ze vulden vragenfor
mulieren in aan de hand van onze ant
woorden. Ik hoopte nog steeds dat zou
blijken dat ze in leven waren. Dat iemand
in een ziekenhuis vergeten was hun na
men te noteren."
Drie lange uren gingen voorbij. Tegen
tweeën werd Larry naai- het mortuarium
geleid om Gail te identificeren. De moei
lijkste gang van zijn leven. „Wat ik daar
zag leek op mijn vrouw, maar toch ook
weer niet", zegt hij.
Met de identificatie van Gail Belkin en
Sylvia Bernstein was de taak van dr. Ye
huda Hiss, patholoog-anatoom en direc
teur van 'Abu Kabir' ten einde. Hij wist nu
zeker dat in zijn mortuarium de stoffelijke
resten lagen van twaalf bij naam bekende
Israëliërs, plus een nog te identificeren
terrorist.
Als ik tegen twaalven zijn kantoor binnen
loop, zit de patholoog-anatoom aan de te
lefoon. „Nee. maakt u zich vooral geen zor
gen", zegt hij in het Engels. „Uw zoon is
niet onder de slachtoffers. Echt, gelooft u
me. We hebben iedereen geïdentificeerd
en alle nabestaanden zijn ingelicht. U
kunt gerust zijn. Niets te danken." Hij legt
de hoorn op de haak. „Dat was iemand uit
Engeland, die zich zorgen maakte over
zijn zoon, die hier met vakantie is. Het is
prettig af en toe eens iemand gerust te
kunnen stellen." Hiss glimlacht en wrijft
achter zijn bril in zijn roodaangelopen
ogen. Hij heeft voor de zoveelste nacht zijn
bed niet gezien.
„Ik wil niet zeggen dat we er in Israël aan
gewend zijn geraakt", zegt hij bijna ver
ontschuldigend. „Maar na een lange reeks
van dergelijke bomaanslagen is de aan
blik van uiteengereten lichamen voor ons
niets nieuws meer." Hij zit twintig jaar in
het vak - acht als directeur - en is eigen
lijk alleen geschokt door het grote aantal
slachtoffers van de laatste weken.
Verwondingen
Dr. Hiss en zijn team proberen in zo kort
mogelijke tijd - „De druk van de media en
de regering is enorm" - alle slachtoffers te
identificeren en iets te weten te komen
over de toedracht en de dader. „De ver
wondingen van degene die de explosieven
bij zich heeft gedragen, verschillen van de
Tel Aviv afgelopen maandag. foto Noam Vind
verwondingen van zijn slachtoffers", legt
Hiss uit. „Je kunt zien dat hij p.ch vlak bij
de kem van de explosie bevond en dat de
lading ontplofte in de maagstreek. Dat
komt doordat zelfmoordcommando's hun
bom in de regel aan een harnas op het li
chaam dragen De fragmenten van de ex
plosie die achter blijven, hebben een spe
ciale vorm en aan de hand daarvan kun ja
na een kort onderzoek vaststellen wie de
terrorist was."
„Zelfs de lichamen van slachtoffers die
vlakbij hem stonden, vertonen een ander
soort verwondingen. Naast explosieve
stoffen bevat de bom doorgaans metaal
fragmenten, van spijkers of kogellagers,
die worden toegevoegd om de verwoesten
de werking te vergroten. Door te kijken
hoe die metaalfragmenten zijn ingeslagen
in de lichamen van de slachtoffers, kun je
vrij snel vaststellen wie het dichtst bij het
centrum van de explosie moet zijn ge
weest."
Procedure
Het onderzoek in Abu Kabir is de tweede
fase in de identificatie-procedure. De eer
ste voltrekt zich op de plaats van de explo
sie. Brigade-generaal dr. Joseph Almog is
hoofd van de landelijke dienst voor identi
ficatie en gerechtelijke geneeskunde van
de Israëlische politie. Als er in Jeruzalem
een bom ontploft, is hij als een van de eer
sten ter plekke. Andere steden hebben ei
gen politie-identificatieteams, maar ook
daar verschijnt Almog, van huis uit schei
kundige, uiteindelijk op het toneel.
Terwijl artsen en broeders van de Rode
Davidsster de gewonden behandelen en
afvoeren, doorzoeken Almog en zijn van
top tot teen in het wit gestoken specialis
ten nauwgezet de plaats van de explosie.
Ze schuifelen door de geblakerde restan
ten van de bus, op zoek naar lichaamsde
len van dodelijk gewonde slachtoffers en
speuren naar aanwijzingen over de toe
dracht van de misdaad. Zo dicht mogelijk
bij de kern van de explosie worden mon
sters genomen voor laboratorium-onder-
zoek, die de samenstelling van de bom
kunnen onthullen. Eerst wordt alles gefo
tografeerd, met close-ups van de licha
men. Daarna gaan de lichamen en li
chaamsdelen in witte plastic zakken,
voorzien van een etiket met de exacte
vindplaats.
Vrijwilligers
Naast de witte brigade van generaal Al
mog opereert er de laatste jaren ook een
bij alle televisiekijkers bekende zwarte
eenheid in de buurt van de aanslag. Het
zijn ultra-orthodoxe vrijwilligers, mensen
die niets te maken hebben met het offi
ciële identificatiewerk. Na een terreurac
tie in 1989 besloot rabbijn Elazar Gelb-
stein een vrijwilligersdienst te stichten,
die ervoor moest zorgen dat alle menselij
ke resten nauwgezet van de plaats van een
ramp zouden worden verwijderd. Hij be
schouwt dat als een 'mitzva', een joodse
religieuze plicht. De leden van zijn organi
satie, 'Hesed shel Emet' (Laatste Eer),
schrapen nu met plamuurmessen zelfs de
kleinste menselijke resten van muren en
boomtakken, om ze later te kunnen begra
ven.
De orthodoxen van 'Hesed shel Emet' krij
gen cursussen van de politie en de Rode
Davidsster. Maar de professionele identi-
ficatiedienst is niet zonder meer gelukkig-
met het nieuwe fenomeen. Het aantal
zwartgehoede amateurs dreigt uit de
hand te lopen en ze zijn iets te tuk op pu
bliciteit. „Wij houden ons op een afstand
van de media, maar zij vinden de belang
stelling kennelijk erg prettig", zegt Al
mog. „Het geeft het publiek de indruk dat
zij het zijn die de identificaties uitvoeren."
Hij voegt er snel aan toe dat de devote or
thodoxe vrijwilligers op hun eigen manier
toch een waardevolle bijdrage leveren, al
was het alleen maar omdat men in Abu
Kabir in uitzonderlijke gevallen nog wel
Reddingswerkers inspecteren het wrak van een bus in Jeruzalem, foto Eyal Warshavsky
eens wat heeft aan de lichaamsdeeltjes die
ze in hun zakken verzamelen.
Volgens de joodse religieuze wetten moet
alles in het werk worden gesteld om vitale
delen van slachtoffers te vinden, bij voor
keur de hoofden. Orthodoxe joden gelo
ven dat de geest zich in het bloed bevindt,
legt Almog uit. Dat is een van de redenen
waarom de Israëlische politie altijd iden
tificatie-deskundigen stuurt naar plaat
sen, waai- ook ter wereld, waar Israëliërs
om het leven zijn gekomen. Of het nu gaat
om verongelukte bergbeklimmers in de
Himalaya of slachtoffers van de ramp met
de El Al Boeing in Amsterdam, Bij alle
identificaties is een vertegenwoordiger
van het opperrabinaat aanwezig. Die wil
zich ervan vergewissen dat de idenficatie
waterdicht is, om later de weduwe of we
duwnaar van het slachtoffer toestemming
te kunnen geven tot hertrouwen.
Teamwerk
Na het onderzoek op de plaats van de ex
plosie gaan de mannen van de identifica-
tiedienst met de stoffelijke resten van de
slachtoffers naar Abu Kabir. „Daar begint
dan een uniek soort teamwerk", zegt Al
mog. „De mensen van het instituut van dr.
Hiss stellen ons al hun faciliteiten en ex
pertise ter beschikking. Wij van onze kant
leveren onder meer onze deskundigheid
op het gebied van documenten en vinge
rafdrukken. Er zijn tandartsen aanwezig,
psychiaters en sociaal werkers." Omdat
bijna alle volwassen Israëliërs, mannen en
vrouwen, in militaire dienst zijn geweest,
beschikt de identificatiedienst via het le
ger over een uitgebreid vingerafdrukken
archief. Dat blijkt een enorme steun.
Hiss en Almog zijn trots op het werk van
hun teams. „Ik geloof niet dat er ergens
anders in de wereld zo snel en zo volledig
wordt geïdentificeerd", zegt de politie-ge-
neraal. „Zelfs met de aantallen waarmee
we de afgelopen week te maken hadden,
hebben we onze taak steeds binnen 24 uur
kunnen afronden. En de regels hier zijn
strikter dan in de meeste andere landen."
Dat komt doordat in Israel alleen posi
tieve identificatie wordt erkend, geba
seerd op vingerafdrukken, gebitsforma
ties. röntgenfoto's, littekens van operaties
of DNA-profielen. „Armbanden, kettin
gen, kledingstukken of documenten vor
men voor ons onvoldoende bewijs", zegt
dr. Hiss. „Het komt voor datje een slacht
offer binnenkrijgt met zijn paspoort in de
zak van zijn broek, die nog vastzit aan zijn
been. Dan nog is het niet meer dan een
aanwijzing."
„Vorige week nog moesten we familiele
den van een omgekomen jonge vrouw uit
Frankrijk laten overkomen, zodat we een
DNA-profiel van de ouders konden verge
lijken met het profiel van het slachtoffer.
Dat was de enige manier, hoewel er duide
lijke aanwijzingen waren om wie het ging.
Ze droeg bijvoorbeeld een op het oog-
unieke ring, maar het is natuurlijk moge
lijk dat iemand van ring wisselt of dat er
toch meer dan één exemplaar van is ge
maakt."
Ledematen
Pas als het identificatieteam zeker is van
zijn zaak, wordt een familielid gevraagd
het slachtoffer te identificeren aan de
hand van concreet materiaal. Hiss: „Ik leg
zo iemand uit wat hij gaat zien. Soms is
dat niet meer dan een pluk haar, soms
gaat het om vingerafdrukken. Ik wil in ie
der geval iets tonen, want in veel gevallen
is er geen compleet lichaam, maar bijvoor
beeld alleen een romp zonder hoofd of le
dematen. Je kunt toch al zwaar getroffen
mensen ook moeilijk vertellen dat je een
positieve identificatie hebt uitgevoerd
door een vingerafdruk omdat er niet veel
meer dan een vinger is aangetroffen."
„Ik zeg in zo'n geval bijvoorbeeld: we heb
ben het lichaam van uw zoon gevonden.
Het was niet helemaal compleet meer,
maar voor ons onderzoek was het belang
rijk dat we een vingerafdruk hebben kun
nen nemen. Die past bij de vingerafdruk
die een paar jaar geleden van uw zoon in
het leger is gemaakt. In de regel vragen
nabestaanden niet verder. Wat ze wel al
tijd willen weten is: heeft hij geleden? Dan
zeg ik: nee, hij heeft niet geleden. Hij is on
middellijk gestorven en hij heeft waar
schijnlijk niet eens beseft wat er gebeur
de."
Almog: „In negen van de tien gevallen is
dat trouwens de waarheid. De verwondin
gen zijn zo ernstig dat ze iedere vorm van
leven onmogelijk maken: heel diep en met
onmiddellijke amputatie van lichaamsde
len, Je kunt dat met geen mogelijkheid
overleven. Na een paar seconden is er een
volkomen shocktoestand en je overlijdt
onmiddellijk."
Muur
Generaal Almog volvoert zijn taak met
toewijding en grote beroepskennis, maar
is hij gewend geraakt aan wat hij bijna da
gelijks ziet? Alleen in zekere zin, zegt hij.
„Telkens als er iets gebeurt, doen we ons
werk beter en effectiever dan de keer daar
voor. We functioneren als machines, met
een soort doorzichtige muur tussen onze
emoties en ons werk. Dat is de enige moge
lijkheid."
Maar soms breekt de muur. „Zelfs de
meest ervaren mensen hebben het er wel
eens moeilijk mee. Daarom organiseren
we groepsbijeenkomsten met psycholo
gen, over het omgaan met de dood en over
hoe je moet doorgaan na het soort gebeur
tenissen van de afgelopen weken. De
meest voorkomende klachten zijn slape
loosheid en rusteloosheid. Mensen die
nooit een sigaret hebben aangeraakt, be
ginnen ineens te roken. Vooral in deze tij
den zie je dat."
Israël is een klein land en Almog heeft ook
in zijn eigen naaste omgeving slachtoffers
zien vallen. Vorig jaar september kwam
een van zijn medewerkers om het leven bij
een bomaanslag in de buurt van het
hoofdkwartier. Hij moest zelf de stoffelijke
resten identificeren. Bij een van de busex
plosies van vorige week werd de dochter
van een andere medewerker gedood. Bij
de andere busaanslag trof het noodlot de
verloofde van een van zijn secretaresses.
„Er bestaat geen anonimiteit in dit land",
verzucht hij. „Iedereen hier krijgt er vroeg
of laat mee te maken."
Ad Bloemendaal