De Wereldatlas
van de vogeltrek
Rode lijst bedreigde soorten
PZC
Nieuw
naslagwerk
Dieren
in nood
vrije tijd
37
puzzel
Oplossing
postzegels
ZATERDAG 9 MAART 1996
van
Jjvogels hebben altijd mensen
/[gefascineerd. Al vanaf de
^oudheid doen de meest
tastische verhalen de ronde
over het verdwijnen en
L< verschijnen van vogels volgens
ihet ritme van de seizoenen,
ingeveer de helft van alle
'ogels vertoont trekgedrag, de
andere helft wordt gerekend
tot de standvogels, die
overigens in mate van
honkvastheid nog aanzienlijk
kunnen verschillen. Trekvogels
kunnen op hun beurt en bezien
vanaf één punt weer kunnen
worden opgedeeld in
a zomergasten, wintergasten en
doortrekkers. Wat dat nog
overblijft is een categorie
rariteiten, zoals de pestvogels,
die alleen incidenteel massale
trektochten ondernemen.
Over de vogeltrek zijn in de
loop der tijd heel wat boeken
volgeschreven, en je moet dus van
zeer goeden huize komen om cfiaar
nog een interessant boek aan toe
te voegen. De Wereldatlas van de
vogeltrek is een nieuw natuurboek
dat daartoe in ieder geval een po
ging doet. Een uitvoerig en verant
woord naslagwerk over de gehei
men van de vogeltrek, heet het
wervend op de achterflap. De om
slag is geïllustreerd met allemaal
Noordse sterns. Heel toepasselijk,
want dat zijn de ultieme wereldrei
zigers bij uitstek. Ieder jaar onder
nemen ze tochten van Noord-Eu
ropa en Amerika naar de Zuidpool
vice versa. De jaarlijkse trektocht
van een noordse stern" is een reis
van zo'n 30.000 tot 40.000 kilome
ter, wat ongeveer gelijk is aan de
omtrek van de aarde.
Ook binnenin is het boek fraai, en
to the point geïllustreerd. Foto's
en aquarellen van de behandelde
soorten wisselen elkaar af en ze be
slaan met de kaarten gemiddeld
ongeveer de helft van de bladspie
gel. De met behulp van nieuwe
computertechnieken getekende
kaarten geven met elkaar een pri
ma beeld van de belangrijkste tre-
kroutes. Overigens hadden de
kaarten er zonder nieuwe compu
tertechnieken niet echt slechter
uitgezien. Leuk zijn de kaarten
waarop de hot-spots van de vogel
trek worden weergegeven.
De opzet van het boek is tweeledig.
De eerste 50 pagina's zijn gewijd
aan algemene aspecten van de vo
geltrek, zoals vliegtechnieken,
oriëntatie en navigatie, weer en
klimaat en bedreiging en bescher-
Brandganzen, een trekvogel die massaal in het Deltagebied overwintert.
Sterns, zoals dit grote exemplaar, zijn echte wereldreizigers. In Zeeland komen ze alleen in het zomerseizoen
voor.
ming. In die algemene hoofdstuk
ken staat veel wetenswaardige
achtergrondinformatie, die hele
maal bij de tijd is. Kritiekpunt is
dat het hoofdstuk De evolutie van
de vogeltrek getoonzet is alsof het
om feiten gaat in plaats van om
theorieën. Omdat de meeste vo
gels maar een klein deel van het
jaar op trek zijn, heeft de evolutie
weinig aandacht besteed aan spe
cifieke aanpassingen aan lange-af-
standsvluchten. Er zijn nog altijd
veel mensen, ook gerenommeerde
wetenschappers, die er andere
ideeën over deze materie op na
houden.
Na de algemene hoofdstukken vol
gen, geografisch gegroepeerd, be
schrijvingen van vogelfamilies en
hun trekgedrag. De ordening vol
gens de belangrijkste trek-assen
brengt met zich mee dat sommige
families meerdere keren in beeld
komen. Zo worden eenden zowel in
het hoofdstuk Noordamerikaanse
trekvogels als in het hoofdstuk Eu-
foto's Chïel Jacobusse
razische trekvogels behandeld.
Voor het praktische gebruik is dat
nauwelijks een bezwaar, want het
gaat om verschillende soorten.
Het hoofdstuk Wintergasten uit
het hoge noorden gaat over zomer
gasten in het hoge noorden. Waar
mee maar gezegd wil zijn dat de au
teurs, ondanks een mondiale bena
dering van het onderwerp, toch
niet altijd ontkomen zijn aan een
blik vanuit de eigen achtertuin.
Dat lijkt ook naar voren te komen
uit de relatief geringe aandacht die
besteed is aan trekvogels van het
zuidelijk halfrond. Maar daarvoor
wordt in het boek een aantal dui
delijk oorzaken aangewezen. De
klimaatsverschillen zijn er minder
extreem en bovendien is de vogel
wereld van het zuidelijk halfrond
veel minder goed bestudeerd dan
die van het noordelijk. Misschien
zijn daar toch nog verrassingen op
trekgebied te verwachten conclu
deert de auteur. Er is erg veel be
kend over de vogeltrek en daarvan
wordt in dit boek een overzichtelij
ke samenvatting gegeven. Maar
het is een illusie om te denken dat
de laatste raadsels opgelost zijn.
Het is wel eens goed om te beden
ken dat ieder (populair-) weten
schappelijk boek de laatste inzich
ten en niet de laatste waarheid ver
woordt.
De titel De Wereldatlas van de vo
geltrek en de term naslagwerk zijn
voor dit boek te pretentieus. Het is
een leuk boek, goed voor een paar
avonden kijk- en leesplezier achter
de haard, maar het is geen boek
dat in wetenschappelijke publica
ties geciteerd zal worden. Wat dat
betreft heeft Schuyt Co de laat
ste jaren atlassen van een heel an
der kaliber uitgebracht. Dat
neemt niet weg dat deze Atlas een
mooi en lezenswaardig boek is.
Chiel Jacobusse
De Wereldatlas van de vogeltrek; sa-
menstelling Jonathan Elphick (ed.l,
vertaling Jan van Gelderen. 180 pagi
na's; prijs f 59,50, uitg.: Schuyt <fe Co
Amsterdam i.s.m. Vogelbescherming
Nederland
R
E
1
G
A
L
L
1
R
O
G
A
E
O
N
A
A
K
1
L
E
P
N
J
M
O
G
G
N
1
J
D
A
B
E
A
L
A
N
N
N
1
V
L
O
W
G
G
E
R
L
G
1
O
N
E
U
K
N
U
E
E
S
L
T
D
H
B
O
O
O
A
M
G
S
E
N
A
Z
R
E
B
J
R
A
IJ
R
G
A
E
L
T
E
A
O
1
K
T
E
O
F
N
O
L
A
E
E
A
R
G
K
V
1
L
E
T
1
R
O
R
H
P
E
S
L
E
E
S
E
H
E
H
N
V
O
1
O
E
O
Z
S
K
C
O
E
G
Z
U
N
u
G
E
E
1
A
N
B
O
E
R
O
W
D
L
N
W
V
K
1
M
B
T
Z
N
IJ
L
P
A
A
R
D
H
A
S
1
s
1
D
E
G
A
H
K
L
C
B
B
R
E
E
B
Y
L
Z
Z
1
R
G
BADJING
BAMBOERAT
BEZOEKERS
BIZON
CHINCHILLA
DINGO
GIBBON
GIER
GNOE
GORILLA
GRIZZLYBEER
HAGEDIS
JAGUAR
JONGEN
KAKETOE
KAMEEL
KANGOEROE
KROKODIL
LAMA
LEEUW
LUIPAARD
NIJLPAARD
OEHOE
OLIFANT
PELIKAAN
STRUISVOGEL
TIJGER
VISSEN
WEZEL
WOLVIN
ZEEHOND
In deze mengelmoes van letters zijn al de genoemde woorden ver
stopt. Ze zijn te lezen van links naar rechts, van rechts naar links,
van boven naar beneden of omgekeerd of schuin
Sommige letters worden dubbel gebruikt Streep alle woorden
door. De resterende letters vormen dan regel voor regel van boven
naar beneden nog een woord.
Stuur dit woord UITSLUITEND op een briefkaart naar.
Puzzelredactie PZC
Postbus 466
4380 AL VLISSINGEN
Uw briefkaart moet uiterlijk woensdagmorgen in ons bezit zijn.
Vermeldt uw naam. adres en woonplaats.
De PZC stelt de volgende prijzen beschikbaar: eerste prijs een
VVV-bon van f 50,-. Tweede, derde en vierde prijs een VVV-bon
van f 25,--.
De oplossing en de namen van de prijswinnaars vindt u in de PZC-
bijlage 'Vrije Tijd van volgende week
De prijswinnaars van het cryp
togram van afgelopen zaterdag
zijn: G. ter Woerds, Kastanje
straat 22. Eibergen (VVV-bon f
50,--). De VVV-bonnen van f 25.--
gaan naar: J.M. Borkent. De
Kanterlaan 8. Zierikzee: J
Geervliet, Trumanstede 9407,
Goes en M.J Allewijn, Ha-
venoordseweg 3, Waarde
De prijzen worden binnenkort
toegezonden.
-hs
-dubbelkruis
-w-o-e-l-e-e
warmenhuizen
-r-m-e-i1
stein-fraai
-p-l-wm-m
riddersporen-
o-i-e-u-r-n-m
fyn-ruitertjes
-ï-gk-ed-
tegenstellingen
-1-n-i-rn-i
poreus
oe-t
trans
-s-
OPLOSSING VRIJDAG
a 1
1 e
s
e
t
e
r
mo
e r
a
s
r
e
P e
n e
t
r
a
n
t
e r
n
r
e
n
t
e
r e
K a
a
1
s
O
P
e n
a k
a
r
e
n
a
1 O
n t
P
a
r
s
e n
t e
r
1
O
K
e
e d
i k
e
s
s
e
n
d e
mi
s
P
n
t
K r
O O
t
e
e
K
a
e r
0 s
a
1
P
e
n
k e
r k
s
t
O
1
k
Toen eind 1994 de zogenaamde 'Rode
Lijst' van bedreigde dieren, zowel
in Nederland als in Vlaanderen
uitkwam, gaf dit een somber beeld van
de zoogdierenfauna. Op een aantal van
bijna zeventig zoogdieren worden er in
Vlaanderen dertig soorten bedreigd en
in Nederland vijfentwintig. Deze 'Rode
(Lijsten' geven alleen aan gegevens i
omtrent de gevaren die de inheemse
(zoog) dieren lopen, waardoor zij dus
(bedreigd worden. De aantallen liegen
er niet om. Hoewel wij een
diervriendelijk volk worden genoemd
weerhoudt dit ons er niet van hele
soorten dieren zodanig te belagen, dat
jzij uitgestorven dreigen te raken.
m*8m,
Gemakshalve, hoewel er tussen
Vlaanderen en Nederland
enige verschillen bestaan om voor
opname op de 'Rode Lijst' in aan
merking te komen, zijn deze twee
lijsten even samengevoegd. Wat
dan opvalt is dat een aantal dieren
in Vlaanderen al verdwenen is,
maar in ons land gevoelig worden
genoemd.
Een paar voorbeelden.
Verdwenen of nagenoeg verdwe
nen zijn in Vlaanderen de hoefijzer-
neusvleermuizen. de otters, de tui
melaars, de mopsvleermuizen, de
bevers, de edelherten, de Euro-
peese nertsen, de wolven, de
bruine beren en de wilde katten.
De laatste vier diersoorten komen
op de Nederlandse lijst niet voor
omdat zij al heel lang geleden zijn
uitgestorven, maar er zijn nog en
kele andere merkwaardige ver
schillen. Zo zijn de mopsvleermuis,
de bever en het edelhert in ons
land nauwelijks bedreigd. Het
voortbestaan ligt 'gevoelig' noemt
men dat in de officiële gegevens. In
Vlaanderen echter zijn deze dieren
al verdwenen of nagenoeg verdwe
nen Hieruit blijkt dat een volle
dige vergelijking van de Rode Lij
Otters zijn in Vlaanderen vrijwel verdwenen, in Nederland zijn ze nog
wel te vinden.
sten niet opgaat. Niettemin ziet
het eindresultaat er droevig uit, als
signaalfunctie voldoen zij uitste
kend.
Water
Een groot deel van de zoogdier
soorten is gebonden aan water en
oevers. Volgens de Rode Lijsten
behoren negen diersoorten tot de
min of meer bedreigde dieren. Hoe
wel er nog nauwelijks natuurlijke
wateren en oevers in de beide lan
den zijn te vinden, wil dat niet zeg
gen dat de wateren en oevers die
door de mens worden beheerd, al
tijd ongunstig voor de dieren zijn.
Een voorbeeld is de turfwinning in
het verleden, die heeft geleid tot
nieuwe watergebieden met een bij
zonder gevarieerde oeverstruc
tuur. waarvan veel dieren geprofi
teerd zullen hebben. Op het ogen
blik is het beheer echter veel groot
schaliger. De oevers worden daar
door aan hun lot overgelaten en er
ontstaat verlanding, dus verdro
ging-
Gelukkig wordt er de laatste jaren
door de water- en overbeheerders
naar gestreefd het geheel wat na
tuurvriendelijker te maken. Dat
natuurvriendelijker beheer is ech
ter in belangrijke mate gericht op
vogels en planten. Voor de zoog
dieren is er nog weinig interesse,
terwijl juist die daar grote behoefte
aan hebben.
Voor de meeste zoogdieren is een
gevarieerde oever en watervegeta
tie nuttig, omdat die een ruim aan
bod van voedsel biedt. Een derge
lijke watervegetatie trekt bijvoor
beeld vissen en amfibieën aan. die
weer als voedsel dienen voor de ot
ter en de Europese nerts. Tussen
de waterplanten leven waterinsek-
ten. die als voedsel dienen voor de
waterspitsmuis, terwijl de insek-
ten die boven het wateroppervlak
leven weer een voedselprooi zijn
voor vleermuizen. Op de oever
trekt de vegetatie niet alleen in-
sekten aan. maar ook slakken, vo
gels en kleine zoogdieren, welke
gegeten worden door de otter en de
waterspitsmuis. Maar niet alleen
de levende bevolking dient als
voedsel. Ook de planten en hun za
den zijn voedsel voor bijvoorbeeld
de noordse woelmuis en de bever
en vooral voor deze twee soorten is
een gemengde plantengroei nood
zakelijk. Zij hebben namelijk elk
seizoen een andere beheofte aan
plantaardig voedsel.
Naast het voedsel is de vegetatie
ook nestplaats voor de dieren,
waar zij kunnen rusten en hun jon
gen kunnen werpen. Zelfs is de be
groeiing een beschermende plaats,
omdat zij niet alleen beschutting
geeft tegen de elementen, maar
ook tegen verstoring van hun rust
door mensen en andere dieren. Het
is -als voorbeeld- bekend dat
noordse woelmuizen zich terug
trekken in de hogere vegetatie van
natte oeverdelen als er koeien in de
buurt aan het grazen zijn. En zo
heeft onderzoek in Schotland aan
getoond dat otters een voorkeur
hebben om te nestelen in rietvel
den. Zij zijn daardoor moeilijker
bereikbaar voor mensen en grotere
roofdieren. Ook voor de water
spitsmuizen blijken overigens riet
velden een ideaal leefklimaat te
scheppen. Hoewel dus veel dieren
gediend zijn met oevers waar een
natuurlijke vegetatie bestaat, is
dit niet het geval met de vleermui
zen. die insekten van het waterop
pervlak moeten pikken.
Ook de oeverstructuur is van be
lang. Wat te steil is voor een water
spitsmuis. is dat niet voor een ot
ter. Toch zoeken waterspitsmui
zen hun prooi in belangrijke mate
langs steile oevers. Het is niet een
voudig natuurbeheer voor ieder
dier aantrekkelijk te maken, maar
gebleken is dat een afwisselende
oeverstructuur toch aan zeer ver
schillende diersoorten de meeste
kansen biedt.
Er bestaan in ons land en Vlaams
België een drietal verenigingen,
die gezamenlijk het kwartaalblad
Zoogdier uitgeven. Het aardige is
dat het blad. naast aantrekkelijke
onderzoeksuitslagen van leden
ook mogelijkheden aan de hand
doet om de zoogdierenstand te ver
beteren. Zonder klaaglijk te doen
over soorten, die dreigen te ver
dwijnen. is er altijd een positief uit
gangspunt om tot verbetering te
komen. Elk kwartaal weer een ple
zier om het blad in de bus te mogen
ontvangen.
Iz. M. de Klerk
PTT POST blijkt de oplagen
van de Vermeer-zegels, die 27
februari zijn verschenen, nog dras
tischer te hebben verlaagd dan
aanvankelijk werd medegedeeld.
In eerste instantie waren deze - in
vergelijking met de oplagen van de
bijzondere zegels van het afgelo
penjaar - (zoals ook in deze rubriek
vermeld) al teruggebracht naar: 70
c.. 4.5 miljoen; 80 c., 7.7 miljoen: 100
c.. 2.2 miljoen en velletje. 1.2 mil
joen.
Op de dag van uitgifte van zegels
en mapjes blijken ze echter nog
meer te zijn teruggeschroefd en
wel tot: 70 c.. 4 miljoen; 80 c„ 7 mil
joen: 100 c.. 2 miljoen en velletje. 1
miljoen. En deze toch betrekkelijk
kleine oplagen zullen ook voor toe
komstige emissies gelden.
Net als drie weken geleden daarom
de opmerking: Wacht ook in de
toekomst niet met uw gang naar
het postkantoor. Dat dit geen loze
opmerking is. blijkt uit het feit dat
de Vermeer-zegels op tal van post
kantoren al na vier dagen waren
uitverkocht. Na vier dagen!!!
met de letter 'A' (16 fr.i. Zwitser
land en Liechtenstein gaven vorig
jaar 5 september ook al een zegel
tweeling uit met een identieke
waarde, maar die werd uitgedrukt
in een geld-waarde.
Met de Belgisch-Luxemburgse ge
meenschappelijke emissie wordt
de Belgische schilder Théo van
Rysselberghe 1862-1926» geëerd,
die zeventig jaar geleden overleed.
Op de zegels een olieverfschilderij
van de Luxemburgse industrieel
Emile Mayrisch (1862-1928). die
een belangrijke rol in de staalin
dustrie van het groothertogdom
speelde en ondermeer de oprichter
was van het eerste internationale
staalkartel (1926) samen met staal
producenten uit Frankrijk. Duits
land. België en Saarland. Het
schilderij is uit de latere periode
van Van Rysselberghe, toen hij
naast het schilderen van land
schappen. baadsters, zelfportret
ten en portretten van familie en
vrienden maakte, zoals dat van
Mayrisch 11912). De oplagen van de
zegel is naar behoefte.
monument van Charlotte dat op 29
april op het Claire-fontaine-Plein
in stad-Luxemburg werd onthuld.
Tot slot verscheen 4 maart een
strip van drie 16 Luf-zegels die het
50-jarig bestaan van de Luxem
burgse spoorwegen (CFL) mar
keert. De strip wordt gesierd met
een elektrisch treinstel van de se
rie 2000 dar.
1 e>:
-UXEMBOURG:
BELGIË en Luxemburg zijn 4
maart met wel een heel bijzondere
zegeltweeling gekomen. De waar
de op deze gemeenschappelijke
uitgifte wordt namelijk aangeduid
Sinds 4 maart is in Belgie ook een
16 fr.-zegel (oplage naar behoefte)
in omloop, waarmee 150 jaar libe
ralisme in België wordt herdacht.
De Liberale Partij, die op 14 juni
1846 werd opgericht, was de eerste
politieke partij in Belgie. Op de ge
heel in blauw uitgevoerde zegel
staat tien keer het woord 'liberalis
me' en de jaartallen 1846-1996.
NB De liberalisme-zegel is in
plaats gekomen van de zegel Euro-
palia-Turkije, die voor 4 maart
stond gepland, maar nu waar
schijnlijk volgend jaar zal worden
uitgegeven.
LUXEMBURG bracht 4 maart
nog twee emissies in roulatie. De
100e geboortedag van grootherto
gin Charlotte 1896-1985) wordt ge
memoreerd op een 16 Luf-zegel. die
alleen te krijgen is in boekjes met 8
zegels (128 Luf). Op de zegel het
Het is al eerder opgemerkt: verza
melaars van zegelmeerlingen ko
men steeds beter aan hun trekken.
Want ze kunnen nu niet alleen de
Belgie/Luxemburg tweeling aan
hun collectie toevoegen, maar ook
nog een tweeling die Duitsland en
Japan op 17 februari hebben uitge
geven Op deze zegels (de Duitse
heeft een waarde van 100 pf.). een
portret van een van de grootste
geesten van de 19e eeuw. de ge
neeskundige. natuuronderzoeker
en onderzoeker van Japan. Philipp
Franz von Siebold 11796-1866).
Von Siebold. die in Würzburg werd
geboren, was in Nederland arts
van koning Willem I. In 1822 werd
hij chirurgijn-major bij het Neder
lands Oost-Indisch leger en een
jaar later vertrok hij naar Japan
met de opdracht, daar zoveel moge
lijk studie te verrichten. Hij werd
snel een bekend arts en kreeg een
grote kring Japanse geleerden op
medisch, plantkundig en aard
rijkskundig gebied om zich heen.
In 1829 moest hij Japan verlaten
omdat hij van de keizerlijke hofa-
stronoom belangrijke landkaarten
had geaccepteerd. Hij bracht uit
Japan echter een grote plant- en
dierkundige verzameling mee. die
nu worden bewaard in het Rijks
herbarium en het Rijksmuseum
van Natuurlijke Historie, beide in
Leiden. Ook bracht hij een belang
rijke collectie etnografica en Ja
panse prenten mee, die de grond
slag vormden van de collectie van
het Leidse Rijksmuseum voor Vol
kenkunde.
Hero Wit