u Droom van de Molukken zit achter prikkeldraad PZC reportage Uitgevers worstelen met de nieuwe spelling 1996 1995 1994 1993 1992 1991 1990 1989 1988 1987 1986 1985 1984 1983 1982 1981 1980 1979 1978 1977 1976 1975 1974 1973 1972 1971 1970 1969 1968 1967 1966 1965 1964 1963 1962 1961 1960 1959 1958 1957 1956 1955 1954 1953 (O) ik13 ZATERDAG 9 MAART 1996 24 De nieuwe spelling, die officieel op 1 sep tember 1997 wordt inge voerd, bezorgt de uitge vers van schoolboeken grijze haren. Aarzelend hebben zij na overleg met het ministerie van onder wijs gezamenlijk beslo ten om nu al in alle nieuwe uitgaven de nieuwe spelling te gebrui ken. Maar boeken die nog op de plank liggen zijn veelal waardeloos gewor den en wie weet zorgt de steeds weer oplaaiende discussie over de spelling wel voor een koperssta king. Bovendien steekt het de uitgevers dat hier en daar gedacht wordt dat zij wel flink zullen verdienen aan de spellingswijzi ging. Nieuwe spelling, nieuwe boeken en de kas sa rinkelt alweer, zo wordt er geredeneerd. Maar zo ligt het helaas niet, verzekeren de uitge vers. De spellingswijzi ging is feitelijk de moeite niet waard. „Voor hier en daar een c'tje in plaats van een k en een toege voegde verbindings-n of- s gaat een school die net een nieuwe methode heeft aangeschaft niet opnieuw voor vele dui zenden guldens nieuwe spullen kopen", zegt di recteur G. Janssen van de Tilburgse uitgeverij Zwijsen. „Er is geen echt onderwijskundig belang, want daarvoor verandert er te weinig." Het tegendeel is eerder het geval. De meeste ba sisscholen - want daar ligt het toch allemaal het gevoeligst, zeker waar het gaat om de taalboe ken - kijken de kat uit de boom en wachten des noods een jaartje met het vervangen van boeken. Een nieuwe methode kost een fortuin en gaat in principe tien, twaalf jaar mee. Geen school wil iets kopen wat over twee jaar alweer achterhaald is. Zolang de discussie, over de spellingsregels nog woedt, hangt de drei ging van een koperssta king in de lucht. „Er zijn zelfs scholen die gepro beerd hebben hun aan schaf van twee jaar gele den weer aan ons te slij ten. Daar kunnen we niet aan beginnen, want waar ligt de grens?", aldus Janssen. Verwarring Dat woordenboekenuit gever Van Dale zich niet heeft gestoord aan het 'Groene Boekje', het offi ciële handboek voor het gebruik van de nieuwe spelling, baart veel scho len zorgen. Er heerst ver warring in heel wat lera- renkamers en dat dempt de kooplust. Het blad 'Uitleg' van het ministe rie van onderwijs komt zelfs binnenkort met een speciale uitgave om scho len en leerkrachten te in formeren en gerust te stellen. De discussie over nieuwe spelling is echter nog niet ten einde, zeker niet nu de hoofdredac teuren van Belgische en Nederlandse kranten de Nederlandse Taalunie (opsteller van het Groene Boekje) hebben gevraagd om aanpassing van de soms onlogische regels. De uitgevers moeten er niet aan denken dat de bewindslieden toegeven aan die druk en terugko men op de eerder ge maakte afspraken. „Als dat gebeurt is er een pro bleem", zegt de ene uitge ver eufemistisch. Een an der spreekt onomwonden van „een vernietigings traject." Overigens hebben niet al le uitgevers het even moeilijk. Uitgeverij Malmberg, de marktlei der in het basisonderwijs, knijpt de handen samen omdat van twee nieuwe taalmethodes de delen voor de groepen zeven en acht nog net niet waren uitgebracht. „Juist in die groepen leren de kinde ren moeilijke woorden spellen en die delen heb ben we nog kunnen aan passen", aldus woord; voerder J. den Otter. Hij beklaagt collega-uitge vers die net even wat ver der waren en zich nu ge dwongen zien de laatste edities compleet te ver vangen. Theo Haerkens Zo dichtbij nog, en toch al weer zo lang geleden. Bla derend in het foto-archief van de PZC rijst een beeld op van een bijna vergeten verleden. Aan de hand van foto's uit dat archief laat de rubriek Terug in de tijd' flitsen van de recente ge schiedenis zien. Vandaag: Ambonezen in woonoord Westkapelle CZZJ Kampleven in Westkapelle. In maart 1960 valt het doek voor het Ambonezen-woonoord Westkapelle. Gedurende de zes jaar dat de voormalige militairen van het Koninklijke Nederlands- Indisch Leger en hun gezinnen er gehuisvest zijn, is 'Westkapelle' veelvuldig nieuws. Hier wordt streng vastgehouden aan het uitgangspunt dat men slechts militair op doorreis is. De werkelijkheid is teleurstellend; conflicten zijn onvermijdelijk. De gezinnen die in Westkapelle belanden zijn lid van de Partai Nasional Maluku Selatan (PNMS), die het strengst vasthoudt aan het Molukse ideaal. Tijdens de vrijheidsstrijd van de Indonesiërs zijn de Molukkers, in dienst van het Koninklijke Nederlands-Indisch Leger (KNIL), de Nederlandse regering steeds trouw gebleven. Ze wijzen het Indonesische gezag over de Zuid-Molukken af. Als voormalige tegenstanders zijn zij er trouwens niet erg welkom. De PNMS is het rechtst in de leer en blijft ijveren voor een eigen, vrije Molukse staat. Het uitgangspunt is onwankelbaar: als militair zijn zij naar Nederland gekomen en gedurende de tijd dat zij hier op hun terugkeer naar de Molukken wachten, dient de Nederlandse regering voor hen te zorgen. Wel of niet militair, dat wordt het twistpunt als blijkt dat de 'Republik Maluku Selatan', het vrije Ambon, voorlopig een mooie droom blijft. De overheid besluit dat de militaire status verleden tijd is. Als pleister op de wonde wordt nog zakgeld gegeven en de kampbewoners hoeven geen huur, gas, water en licht te betalen. De overheid zorgt voor voedsel, bereid en verstrekt via centrale keukens. In de ogen van de Nederlandse regering is het liefdadigheid; met het afnemen van de militaire status is de 'plicht' tot verzorging verdwenen. Zelfverzorging In april 1956 wordt de volgende stap gezet: de 'zelfverzorgingsregeling'. Voortaan worden energiekosten berekend. De Molukse militairen moeten nu maar een baantje zoeken om irl hun onderhoud te voorzien. Het eten dienen de kampbewoners zelf gaan koken, in 'gezinskeukens', het voedsel zelf te kopen. In PNMS-kringen stuiten de nieuwe maatregelen op weerbarstig verzet. Militairen zijn ze, dat is hun werk. En waarom zelf voedsel bereiden? Dat moet naar de mening van de PNMS centraal gebeuren, net zoals in militaire kampementen. De PNMS weigert als enige van de Molukse partijen de zelfverzorgingsregeling te aanvaarden. In het kamp Nadorst te Middelburg, waai- ook PNMS-leden zitten, probeert men inrichting van gezinskeukens tegen te houden, 's Avonds wordt afgebroken wat overdag opgebouwd is. Het verzet eindigt in het Huis van Bewaring te Middelburg. In het woonoord Westkapelle, bolwerk van de PNMS, loopt het conflict op 4 augustus 1956 nog hoger op. Op 13 mei gaat de zelfverzorgingsregeling in en stopt de voedselverstrekking vanuit de centrale keuken. Vanaf dit moment begint het kamp honger te lijden. Uit protest tegen de zelfverzorging willen de Ambonezen het zakgeld niet meer aannemen. Er wordt om voedsel gebedeld bij boeren, er worden groenten van het land gehaald en er verdwijnen kippen bij de buurman, boer Piet. Die zaterdag gaat een aantal «Ambonezen demonstratief inkopen doen in het dorp. 'Stuur de rekening maar naar de Uitgeleefd blijft het kamp achter, omgeven door een wirwar van kippen- en konijnenhokken, afgewisseld met bouwvallige vogelkooien. voedsel op het land, aardappels en wilde groenten, soms krijgen ze voedsel van familie uit omliggende kampen. Stiekem melken ze koeien en geiten. De melk die het Groene Kruis de kinderen verstrekt, willen ze niet aannemen. Sommigen krijgen een begin van hongeroedeem. Burgemeester Tydeman heeft weinig op met de Molukkers, die hij omschrijft, als een 'kwaal' met als enig medicijn 'gedwongen verspreiding'. Over zijn beleid hoeft hij alleen verantwoording af te leggen aan het Ministerie van Justitie. De Molukkers zijn kansloos tegen Tydeman en zijn tactiek. Wie zonder vergunning het kamp in- of uitgaat, wordt vijf dagen vastgezet. Na het uitzitten van de straf worden velen naar andere kampen getransporteerd. De hechte groep PNMS- getrouwen valt uiteen. In maart zwicht het merendeel van de gezinshoofden voor het verzoek van hun aanvoerder S. Siwalette, die in het Scheveningse Huis van Bewaring is opgesloten. Siwalette is afkomstig uit kamp Westkapelle en oprichter van de PNMS. Velen tekenen de aanvraag formulieren voor ondersteuning van de dienst Ambonezenzorg, net zoals Siwalette gedaan heeft. Daarmee wordt de zelfverzorging aanvaard. Daarmee is ook een scheuring in het PNMS-kamp een feit, want 67 Westkappelse PNMS-ers beschouwen dit als verraad aan de goede zaak. 'Trouw aan hun eenmaal aangenomen houding' weigeren zij in december 1958 medewerking te verlenen aan de inschrijving in de bevolkingsregisters. Niet meer dan een formaliteit, menen de bestuurders, die hun gegevens toch wel in huis hebben. Een principe-kwestie, vinden de PNMS-leden. De inschrijving bestempelt hen tot ingezetenen van Westkapelle en ondermijnt hun aanspraken op de status van 'militairen op doorreis'. Exodus Het wordt tijd om het gehele probleem 'Westkapelle' zo geruisloos mogelijk te liquideren. 'De bewoners leven er volkomen hun eigen leventje en trekken zich van voorschriften of maatschappelijke normen weinig of niets aan.' Dat de huisvesting in 'kampjes' niet erg bevorderlijk is voor integratie, begrijpt men wel. Elders in het land worden al speciale woonwijken gebouwd, waar de Ambonezen, hoewel nog altijd 'onder elkaar', toch meer deel uitmaken van de Nederlandse gemeenschap. In september '59 vertrekken de eerste 120 van de 187 Westkappelse Ambonezen naar Medemblik. Op 1 april moeten de anderen volgen, maar de harde kern van de PNMS- leden doet weer een beroep op de status van militair. Zij willen alleen verhuizen als het nieuwe onderkomen wordt aangemerkt als 'doorgangskamp', met vrije voeding, kleding, zakgeld en brandstof. Die toezegging blijft achterwege. De Ambonese regering in ballingschap roept de kampleiders in een ernstig telefonisch gesprek op toch rustig en kalm naar hun nieuwe bestemming te gaan. Het zij zo. Drie gezinnen willen alleen elders in Zeeland gehuisvest worden, de rest gaat naar kamp Pietersberg. In een geladen stilte wordt de vlag neergehaald. Als het sein voor de exodus gegeven wordt, zoeken de met pakken en dozen beladen gezinnen gelaten een plaats in de bus. Een vervallen en uitgeleefd kamp, op een stil en mistig terrein, blijft leeg achter. Ondine van der Vleuten Emotionele taferelen voor het Middelburgse Huis van Bewaring, waar PNMS-leden na de rellen rond de gezinskeukens ingesloten worden. regering, die heeft de plicht voor ons te zorgen', wordt erbij gezegd. Als antwoord op de politieke actie brengt het politiekorps 'Harde Bijstand', ook wel 'Karabijnbrigade' genoemd, de etenhalers terug naar het kamp en zet het daarna af. Als enkele Amonezen het kamp toch willen verlaten, worden er gerichte salvo's gelost. Negen Ambonezen raken gewond, drie ernstig. Die avond worden alle mannen die in het kamp aanwezig zijn gearresteerd. Achtentwintig uit Westkapelle en twaalf bezoekers uit het kamp Nadorst te Middelburg, waar zich eveneens ongeregeldheden voordoen. In het kamp blijven alleen vrouwen en kinderen achter. In Westkapelle wordt een avondklok ingesteld. Van 9 uur 's avonds tot 6 uur 's morgens waakt een detachement rijkspolitie erover dat niemand het kamp in of uit gaat. Het is het begin van een uitputtingsslag die tot maart 1957 zal duren. In januari 1957 wordt het woonoord verklaard tot verboden terrein voor buitenstaanders. Gewapende en gehelmde politiemannen houden dag en nacht de wacht en als de duisternis is gevallen, zetten schijnwerpers de omgeving van het woonoord in een hel licht. Om het kamp heen wordt prikkeldraad gespannen. Strafkamp Zonder een door burgemeester mr M. Tydeman van Westkapelle getekende vergunning komt men het woonoord, dat al veel weg heeft van een strafkamp, niet uit of in. Een uitzondering wordt gemaakt voor enkele leveranciers, die een paai- maal in de week - tot eind januari tevergeefs - hun waren komen aanbieden. Ze zijn ingehuurd door Tydeman, die wil voorkomen dat hem 'uithongering' wordt verweten. Maar in het kamp wórdt honger geleden. Als de vrouwen een vergunning krijgen om het kamp uit te gaan, zoeken ze Woonoord Westkapelle tijdens hel zelfverzorgings-conflict: een zwaar bewaakt kamp, bij nacht lel verlicht.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 24