Muster heeft op
tennisbaan geen
vrienden nodig
Jacht op goud houdt springruiters scherp
Oostenrijker aast
op positie Sampras
Eric van der Vleuten
richt zich op Spelen
PZC sport
VRIJDAG 12 JANUARI 1996
Thomas Muster is geen geliefde jongen in het
tenniscircuit. De meesten van zijn collega's vinden hem,
in populair Nederlands, een ongelooflijke eikel. De
Oostenrijkse nummer drie van de tenniswereld kan bar
slecht tegen verliezen. Als hij niet wint is dat louter omdat
hij ziek, zwak of net op dat moment misselijk was, betoogt
hij steevast. Bovendien misgunt Muster, toch al een keer of
wat miljonair, de mindere goden hun loon. Omdat de
meesten niet half zo hard werken als hij, vindt hij.
Impopulair of niet, hij is wel één van de beteren. En na zijn
overwinning op Roland Garros afgelopen zomer wil hij in
het nieuwe tennisjaar eigenlijk maar één ding: de eerste
plaats op de wereldranglijst. Boven Sampras en Agassi.
Vanaf maandag krijgt hij zijn eerste kans, als in Melbourne
het Australian Open begint.
Als Thomas Muster zich een machts
greep heeft voorgenomen, dan moet
de rest oppassen. Wat de 28-jarige zich tot
nu toe voornam, bereikte hij ook. De voor
beelden zijn legio: ergens halverwege de
jaren tachtig zag hij in een rivier voor zijn
hotel in Nigeria een lijk voorbij drijven,
achteloos in het water gegooid door de po
litie. Muster was een nog volstrekt onbe
kend talent, op kleine toernooitjes punten
sprokkelend voor de wereldranglijst. Wei
nig inkomsten, behoorlijke uitgaven.
Goedkope hotelletjes dus.
„We moeten maar zorgen dat we snel uit
het Satellite-circuit komen, want dit wil ik
nooit meer zien", zei hij tegen zijn maatje,
manager en coach Ronald Leitgeb, nu nog
altijd zijn begeleider. Dat gebeurde dus
ook. In 1985 werd hij prof en in 1986 won hij
op het Hilversumse Melkhuisje zijn eerste
proftoernooi.
In puin
Drie jaar later, in 1989, stootte hij door
naar de absolute top. Maar hij stond am
per in de top tien of zijn knieen werden in
Amerika in puin gereden door een dron
ken automobilist. Maar Muster wilde te
rugkomen. dus kwam hij terug. Een paar
weken en enkele operaties later kroop hij
alweer cfp een speciale stoel om te kunnen
trainen. Sloeg zittend duizenden ballen,
zag vreselijk af - maar dat kan hij nou juist
als geen ander - en won in 1993 zeven toer
nooien. Alleen Sampras won er toen meer,
tien.
Half 1994 nam Thomas Muster zich weer
iets voor. Hij was financieel al lang bin
nen, was nog altijd de gerespecteerde
nummer zestien van de wereld, maar voor
uitgang was er niet meer. Ronald Leitgeb,
als student medicijnen mislukt, maar als
tenniscoach aanzienlijk succesvoller,
vroeg hem wat hij nou wilde: „De zoveel
land Garros. Ook die droom kwam uit.
Dus gaat Muster nu ongetwijfeld met een
nieuwe uitdaging aan de slag: het ongelijk
van zijn collega's bewijzen en de wereld la
ten zien dat hij wel degelijk de eerste
plaats kan halen.
Boris Becker heeft dat gevaar onderkend.
„Nadat hij in oktober ook het sterk bezet
te indoortoernooi van Essen heeft gewon
nen, denk ik dat hij overal toe in staat is",
zei Becker. Alleen op gras zal Muster nooit
wat presteren. Daar hebben werktennis-
sers niets te zoeken. Dat weet hij zelf ook.
daarom sloeg hij Londen afgelopen zomer
maar helemaal over. Maar bij het Austra
lian Open tennissen ze sinds eind jaren
tachtig al niet meer op gras, maar op re
bound ace. Voorspelbare stuit, wel snel.
maar niet supersnel. Vaak wonnen daar
serve- en volley-spelers. Maar Jim Cou
rier. baseliner van het zuiverste soort en
ook meer het type werktennisser dan sty
list met bergen talent, won er in 1992 en
1993. Die was in die tijd in Parijs ook de
beste. Dat weet Muster ook.
Impopulair
Hij heeft één ding tegen, het 28-jarige
beest uit Leibnitz; niemand zal hem een
punt cadeau doen. Daarvoor heeft hij in
zijn loopbaan teveel collega's op de tenen
getrapt. In 1990 al werd hij door de ATP
tien weken geschorst en kreeg hij 25.000
dollar boete omdat hij in een wedstrijd na
één game van de baan stapte en een bles
sure voorwendde. Hij had al gezegd dat hij
dat zou doen, want hij wilde zijn plaats
niet aan een lucky loser afstaan. Als zo'n
jongen mee wilde doen, moest hij maar be
ter spelen, vond hij. Vorig jaar januari
noemde hij Jacco Eltingh een clown, na
dat Eltingh hem in Melbourne had wegge
speeld door bij iedere bal het net op te zoe
ken. „Dat had niets met tennis te maken",
meende Muster.
Afgelopen week kreeg de alleraardigste
Marokkaan Younes El-Aynaoui er weer
van langs nadat hij Muster in de halve fi
nale van het toernooi in Doha in 69 minu
ten had verslagen. „Hij heeft één klap, zijn
opslag", zei de slechte verliezer. „Als die
niet in is. heeft hij niets. Maar ik had last
van een enkelblessure." De Marokkaan,
afgelopen zomer ook verrassend goed op
dreef op Roland Garros, antwoordde zoals
veel van zijn collega's zouden hebben ge
daan. „Hij is geen vriendelijke jongen. Ik
denk niet dat hij veel vrienden heeft op de
tour."
Al die kritiek laat de Oostenrijker koud.
Waarschijnlijk put hij er zelfs kracht uit.
„Tennis is mijn werk en in mijn werk hoef
ik geen vrienden te hebben. Sterker nog,
ik wil ze niets eens hebben. Stel dat ik zo
iemand op de baan tegenkom. Dan zou ik
me misschien wel verplicht voelen hem
punten cadeau te doen."
René van Hattum
het beest van het
tenniscircus.
foto Reuters
dalen, maar moest hem op het hoogte
punt van de stuit pakken. Liever nog iets
eerder. Hij moest de ballen niet meer te
rugslaan. maar moest ze afvuren op zijn
tegenstanders. Iedere slag voluit. De ex
treme topspingrip mocht blijven. Dat viel
toch niet meer te veranderen, zei Leitgeb.
Muster trainde zich nog suffer dan hij al
deed en werd nog fitter dan hij al was, ter
wijl hij al één van de allersterksten was.
Rambo
Daardoor en door zijn enorme eerzucht
werd hij vorig jaar de rood-wit-rode Ram
bo, zoals het Duitse Tennis Magazin hem
deze maand noemt, dé tennisser van 1995,
met twaalf toernooizeges, 4.1 miljoen gul
den aan prijzengeld en een derde plaats op
de wereldranglijst. De eerste sinds de il
lustere Ilie Nastase die de toernooien van
Monte Carlo, Rome en Parijs op rij won.
Als de wereldranglijst geen Amerikaanse
vinding was geweest en de Europese gra
veltoernooien net zo zouden worden ge
waardeerd als toernooien op snellere -
vooral Amerikaanse - banen, had Muster
het afgelopen seizoen waarschijnlijk al
een keer op de eerste plaats gestaan. Hij
heeft het zelf al eens een Amerikaans com
plot genoemd.
Dat hij de keizer van het graveltennis is.
betwijfelt niemand. Elf van de twaalf toer
nooien won hij afgelopen jaar op gravel. In
tien jaar proftennis won hij er 33 op gravel.
Maar juist daardoor denken ze in het we
reldje ook dat hij nooit de nummer één
wordt. Te specialistisch.
Daarin schuilt voor zijn collega's nou net
het gevaar. Als kind, zo onthulde hij na de
winst op Roland Garros, droomde hij dat
het matchpoint in elk willekeurig partijtje
het matchpoint was in de finale van Ro
ste topper worden die steeds verder weg
zakt en tenslotte naamloos verdwijnt? Of
wil je er nog een keer tegenaan?"
Het beest van het tenniscircus, zoals
Lendl - notabene zelf een fitnessfreak -
hem ooit noemde, wilde nog wel een keer.
Om te beginnen stuurde Leitgeb Muster
twee meter naar voren: niet meer tennis
sen van achter, maar vanaf de baseline.
Muster mocht de bal ook niet meer laten
Thomas Muster:
Het is een typische uitspraak van Eric
van der Vleuten. „Ik ben in mijn
hart sportman en ik wil het hoogste ha
len. Maar niet ten koste van de paarden."
Zo staat de 34-jarige Brabantse topruiter
ook bekend in het bijzondere wereldje
van de springsport. De coming-man in de
wedstrijdserie om de wereldbeker heeft
zijn carrière zorgvuldig uitgestippeld.
Zijn toppaard Vink Especiale wordt een
grote toekomst voorspeld en wordt
klaargestoomd voor Atlanta. Maar het
plotselinge succes is Van der Vleuten
niet naar het hoofd gestegen.
Jawel, natuurlijk wil hij naar de Spelen.
Eric van der Vleuten, die dit weekeinde is
te zien op Indoor Zeeland, haalde tot nu
toe in de wereldbeker de beste uitslagen
van alle Nederlanders. Hij voerde zelfs
even het klassement aan. voor wereld
sterren als Franke Sloothaak en Ludger
Beerbaum. Toch weigerde hij een uitno
diging om op het Europees kampioen
schap op te treden. „Mijn paard is er nog
Eric van der
Vleuten met zijn
toppaard
Especiale:
kanshebber voor
de Spelen,
foto archief
Van der Vleuten
te jong voor en ik wil haar niet overvra
gen". zei de ruiter uit Mierlo.
Maar nu is hij klaar voor het grote werk
en in het jaar van de waarheid wil ieder
een erbij zijn. De selectie van springrui
ters maakt zich op voor de laatste aan
loop naar Atlanta. Nederland won vier
jaar geleden goud in Barcelona. De win
nende équipe (Jan Tops. Jos Lansink.
Piet Raymakers) zal ook nu meedingen
naar een plaats in de selectie. Hans Hom,
de bondscoach, heeft acht kandidaten
aangewezen voor vier plaatsen. Eric van
der Vleuten en Especiale (zijn bijna 10-ja-
rige merrie) zijn in topvorm.
De jacht op het goud moet de springtop
scherp houden. Het indoorseizoen werd
door Eric van der Vleuten ingezet met
een internationaal aansprekende over
winning en kleinere successen in de
Scandinavische landen. Zijn optredens
daar zijn geen toeval. Van der Vleuten
wordt gesponsord door Vink: een gespe
cialiseerd bedrijf, dat onder meer de
overkapping van het nieuwe Ajax-sta-
dion verzorgt. Die sponsor heeft belan
gen in Scandinavië en krijgt zo langza
merhand een aardige reputatie. Van der
Vleuten won in korte tijd in Drammen.
Aarhus. Falsterbo en Helsinki. De eind
zege in de Grote Prijs van Helsinki (we
reldbeker) bracht hem aan kop van het
klassement. En door die successen wordt
hij sinds die tijd angstvallig gevolgd door
de concurrentie.
In zijn eigen springstal in Mierlo. op tien
minuten rijden van Eindhoven, gaat het
leven niettemin gewoon door. 'De Vleut'
dirigeert een onwennige hengst stijlvol
over een oxer. Twee amazones, die stage
lopen, kijken ademloos toe. Even later
schuift de ruiter aan in de bovenzaal van
zijn manege, serveert koffie en haalt af en
toe de zaktelefoon boven tafel. Druk.
druk, druk. „Je moet ook weer niet den
ken dat het leven van een topruiter al
leen uit mooie dingen bestaat", lacht hij.
Topsport is hard. „Maar", zegt hij bijna
ongevraagd, „wie er alles voor over heeft,
kan ver komen. Ik vind mentaliteit voor
een ruiter nog belangrijker dan talent."
Ja. toegegeven: Eric van der Vleuten
heeft ook geluk gehad. Hij is opgegroeid
met paarden, woont in de streek waar de
helft van de nationale top binnen een
straal van twintig kilometer zit. Piet
Raymakers. Jan Tops. Rob Ehrens. Bert
Romp. Henk van der Pol. ze resideren al
lemaal op een steenworp afstand.
Daar. op het Brabantse platteland, be
gint de carrière van Eric van der Vleuten.
„Ik heb het geluk gehad, dat ik al heel
jong bij Piet Raymakers terecht kon. Hij
werkte in die tijd op de manege bij André
Heyligers in Asten. Ik ging er helpen in
de vakantie. Piet was een boerenzoon,
die heel hard wilde werken. Dagelijks in
de weer met paarden, een gewone jon
gen. Hij kreeg altijd goeie paarden, want
ze wisten die bij hem goed werden gere
den. Ik wist al snel dat mijn toekomst
daar ook lag. Toen ik achttien was kon ik
bij de familie Beekman in Eindhoven te
recht. Ik had de mavo net af. Het was
mijn ideaal: paarden trainen, wedstrij
den rijden. Het is nooit bij me opgeko
men om iets anders te gaan doen."
Zijn eerste grote succes behaalde Van
der Vleuten in de nationale jeugdploeg.
Hij werd individueel Europees kampioen
bij de young riders in 1982 en vanaf dan is
het snel gegaan. Als opvolger van Albert
Voorn en Bert Romp kwam hij op de stal
van Henk Nooren, won daar de Grote
Prijs van Strassbourg, brak internatio
naal door, maar kreeg ook een lichte te
rugval. „Ik was geboeid door Henk Noo
ren. ik was heel leergierig en ik ging zijn
manier van rijden nabootsen Dat heeft
kennelijk niet goed gewerkt. Ik ging
slechter rijden in plaats van beter
Van der Vleuten bleef er drie jaar en hield
het toen voor gezien. Met zijn vrouw (en
inmiddels drie kinderen) runt hij nu
sinds 1988 de manege in Mierlo. Van der
Vleuten bezit al een paar jaar talenvolle
paarden. Diejasper en Baltazar hebben
hem hoog op de internationale ranglij
sten gebracht maar met zijn bruine mer
rie Especiale is zijn carrière in een
stroomversnelling gekomen.
Daarom is hij nu één van de belangrijk
ste gegadigden in de equipe van Hans
Horn op weg naar Atlanta. „Ik heb er
heel voorzichtig naartoe geleefd, zonder
te forceren. Twee. drie jaar geleden heb
ik voor het eerst het gevoel gekregen dat
ik een toppaard had. Ik kreeg Vink Espe
ciale van mensen uit Limburg, die ik al
kende uit de tijd bij Beekman. Toen reed
ik een Expo-paard van die mensen. Ik
heb met Especiale opgebouwd vanaf de
1.20 parkoersen. Ze was in het begin
moeilijk, heel sensibel, met een moeilijke
galop. Maar met een verschrikkelijk
goeie instelling en altijd voorzichtig."
Twee jaar later zit Vink Especiale dicht
tegen de wereldtop.
„Ze is klaar voor het grote werk. ik hoop
ook voor Atlanta", is Van der Vleuten
overtuigd. Want daar is alles op gericht.
„Je moet geluk hebben dat ze met je wil
len meegroeien. En dat is gebeurd met
dit paard. Ze kan nu de allergrootste par
koersen rijden. Ik heb de bondscoach vo
rig jaar eerlijk gezegd: ik wil nog geen Eu
ropees kampioenschap rijden, ik wil met
dit paard naar Atlanta."
En welk aanbod er ook komt: Especiale
blijft voorlopig in Mierlo. tot en met de
Olympische Spelen. „Het blijft een gok.
want morgen kan er iets gebeuren met
het paard. Ze kan wel verkeerd van een
vrachtwagen afspringen, of een klap van
een ander paard krijgen. Maar ik ben
sportman in mijn hart Ik kan nu wel heel
veel geld krijgen voor Especiale, maar
kan nooit terugkopen wat ik nu heb."
Frits Bakker