Mijn leven is zo barok, hè Schuwe man houdt stand Niet op eigen kracht PZC Profeten, geen verlossers Gerard Reve zonder zorgen kunst cultuur Philip Markus letterkundige kroniek Verhalen van Frans Pointl VRIJDAG 12 JANUARI 1996 1 6 Het komend voorjaar moet zijn nieuwe roman het licht zien, onder de titel Het Boek van Violet en Dood. Eind vorig jaar verscheen van zijn hand Zondagmorgen zonder zorgeneen verzameling met korte stukken en vier brieven aan Rudy Kousbroek die eerder in 'Het Algemeen Dagblad' en 'NRC Handelsblad' werden geplaatst. De bundel is een verzameling van stukken die nog op de plank waren blijven liggen. Gerard Reve, ruim twee jaar woonachtig in Vlaanderen, samen met zijn partner Joop Schafthuizen. „Mijn leven is zo barok, hè? Allerlei uitersten en aanstellerijen komen erin voor." Omringd door drie poezen, begint de schrijver (71) voortdurend te praten zonder aan vraag af te wachten. Vriend Joop Schafthuizen serveert kofie, broodjes, bier en fris, komt soms tussenbeide of toont trots een onlangs aangeschaft schilderij. Gerard Reve: Ik ben een romantisch-decadent auteur, laat ik het maar eerlijk zeggen. foto Harry Cock Reve geeft al snel aan dat zijn partner („de troost van mijn late leven") Zondagmorgen zon der zorgen eigenlijk heeft samen gesteld. „Joop vindt altijd dingen, zodat het een aardig boek is gewor den waar iedereen toch wel een beetje plezier aan kan beleven. Het is betaalbaar en het is goed dat ik weer iets publiceer. Ik heb nog ver schrikkelijk veel materiaal liggen. Ik beweer wel eens en misschien is het nog waar ook, dat ik nog meer in portefeuille heb dan ik heb laten uitgeven. Ik heb altijd weinig weg gegooid en merkwaardig genoeg heb ik ook altijd al die troep over de halve aardbol verhuisd." „Nadat ik Joop had ontmoet, ging hij dat allemaal sorteren. Dus alle manuscripten en niet voltooide ro mans liggen op hun plaats. Zelf kan ik niets meer met dat mate riaal. Joop kan de boel natuurlijk te gelde maken, wanneer een van ons beiden komt te overlijden. En er zal ooit wel iets mee gebeuren. Er moeten per slot van rekening een paar mensen op kunnen pro moveren." Wat vindt Reve eigenlijk zélf van zijn nieuwe bundel? „Ik ben geen beschouwend schrijver. Als ik arti kelen moet maken dan lukt dat wel. maar het is niet mijn aard. Want ik ben een romantisch-deca dent auteur, laat ik het maar eer lijk zeggen. Maar ik dacht: ik heb zo lang niets gepubliceerd, dat het wel weer eens tijd zou worden voor een boek. Joop zei dat het een mooie verzameling was. Geva rieerd, alhoewel het toch allemaal op hetzelfde neerkomt. En het heeft allemaal kwaliteit. Dus de mensen die het boek gaan kopen die maken toch een beetje kennis met mijn werk. En dat is dan mis schien een goede voorbereiding voor mijn grote nieuwe roman die in het voorjaar verschijnt. Veel wil ik daarover niet zeggen. Ik heb lie ver dat in een krant wordt geschre ven over een boek dat al bestaat. Anders gaan de mensen voor niets naar de winkel. En dan zeggen ze daar: die man is al dood. Goh, zegt de ander dan, dat wist ik helemaal niet. En dan koopt hij zéker niets." Potjes inkt Het is tijd voor de foto's. We verla ten de woning, om vervolgens een kleiner huis in de achtertuin te be treden: het 'schrijfhuis' van Reve. De van hem zo bekende potjes inkt staan keurig op tafel, op de arm van Maria balanceert een kleine muis. Reve wacht geduldig af. „Dood. Dood. Dood", zegt hij plot seling luid en nadrukkelijk. En een kleine minuut later weer:..Dood. Dood. Dood." Later, terug in de woning: „Toen ik mijn grote we reldroman schreef zat ik daar ie dere dag. Ik heb er twee jaar aan gewerkt, ongeveer een hoofdstuk per maand. Zelf ben ik er wel tevre den over, terwijl ik daarvoor nooit ergens tevreden over was. Het boek is een eenheid en de interna tionale huisvrouwen zijn ook erg tevreden. Ik heb ieder hoofdstuk gestuurd naar de vier internatio nale huisvrouwen, een groep van een vrouw en drie mannen. Daar bedoel ik mensen mee die niet ge kweld worden door een teveel aan kennis en eigenwijsheid." Zijn nieuwe roman bestaat uit 24 hoofdstukken. Het Boek van Vio let en Dood is een titel die ontleend is aan een boek van Herman Ge rard de Cocq. een 'handleiding tot een ordentelijk leven' dat in 1922 is verschenen. „In dat boek komt een man bij de psychiater en die zegt: het is alsof er een grote, zware plicht op mij rust. De plicht om een groot en machtig boek te schrij ven. Van het licht en de schaduw. Van het violet en van den dood. En van de geestdrift. Dat komt als motto in mijn nieuwe roman te staan." Reve benadrukt dat hij als schrij ver eigenlijk niets te klagen heeft. Zijn literaire werk heeft immers al tijd de aandacht getrokken. En hij heeft een vast publiek. „Boven dien heb ik een vermoeden wie die lezers zijn. Ik heb voor de grap ooit eens gezegd dat ik door ontelbare huisvrouwen op handen wordt ge dragen. Maar later bleek dat nog waar te zijn ook. Ik krijg veel brie ven van moeders die zwijgend hun plicht doen. Een vrouw wil bepaal de dingen lezen en niet lezen. Ze wil wel het mystieke en het gods begrip aangeroerd zien in een boek, maar een vrouw wil niet te maken krijgen met godslastering. Een vrouw wil volop over de liefde lezen, maar ze houdt niet van por nografie. En waar ik altijd van be schuldigd ben, is dat ik een gods lasteraar en een pornograaf zou zijn. Dat ben ik nu juist niet. Ik schrijf over die onderwerpen heel eerbiedig. In mijn boeken gaat het om de verwantschap tussen de li chamelijke erotiek en de dood. In het bijbelverhaal is de dood het ge volg van de erotiek en ook daarbui ten is dat waar. Daarom is de licha melijke erotiek niet smerig, maar wel degelijk schuldbeladen. In diepste wezen ligt er iets tragisch over de seksualiteit. Als je het ge daan hebt, zal ik maar zeggen, dan denk je: ja. wat nu, hoe moet het nu verder." Lange tijd woonde hij afwisselend in Nederland en Frankrijk. Het Ne derlandse adres is inmiddels ver kocht en ook huize La Grace staat te koop. Terug naar zijn geboorte land wil Reve niet meer. „Ik ben uiteindelijk een soort prediker, een theoloog, wat eigenlijk hetzelfde is als een Nederlander. Maar er is een groot verschil tussen Nederland en Belgie. Kijk, je zou kunnen zeggen dat Nederland de laatste Sovjet staat is van Europa. In 1852 werd in Rusland de lijfeigenschap afge schaft. Die hield in dat mensen niet zomaar mochten verhuizen naar een ander gebied. En in Ne derland is nog steeds lijfeigen schap, want daar mag je niet er gens wonen. Er wordt gekeken of je genoeg punten hebt. In België woont 85 procent van de mensen in een eigen huis, in Nederland is dat misschien 15 procent. Dus als ik hier een eigen huis bezit, komen ze niet mijn ruiten ingooien. En ver der vind ik het een voordeel dat in Belgie mij niemand lastig valt over het feit dat ik katholiek ben. Dus ik kan gewoon naar de mis gaan, zon der dat ik me zorgen hoef te maken dat iemand me misschien ziet." Jacob Moerman Gerard Reve: Zondagmorgen zonder zorgen. Uitgeverij Veen, Amsterdam - f29.90 Philip Markus' eerste boek De weg naar Oude God - bekroond met de Lubberhuizenprijs voor het beste prozadebuut van 1991 - was wonderlijke literatuur. De schrijver toonde onder meer aan dat Johan Cru.vff volgens de kabbalistiek de Messias zou moeten zijn. Het tweede boek van Markus is minstens even merkwaardig. In Het verlossende woord trekt een lange rij onheilsprofeten voorbij. In Het verlossende ivoord van Philip Markus zoekt de lezer vergeefs naar een genreaandui ding. Een wijs besluit van schrijver en uitgever. Want wat is dit ei- genljk voor een boek? Aanvanke lijk lijkt het of je aan een essay be gonnen bent. Later neemt het werk de gedaante van een roman aan, dan weer die van een reisver haal. Soms komt het boek over als fictie, soms als een journalistiek verslag. In het relaas maken we kennis met een groot aantal profe ten. uit heden en verleden, van ver, en van dichtbij. Ze voorspellen het ergste voor de wereld en doen dat dikwijls in overspannen en onsa menhangende geschriften. Het boek van Markus heeft nogal wat gemeen met dergelijke teksten: het gaat om koortsachtige, uitbun- dige, verwarrende üteratuur. Met opzet heeft hij zijn werk uit de hand laten lopen en geeft hij de le zer aan het slot een knipoog van verstandhouding. Want de bijna driehonderd pagina's lange woor denstroom eindigt met de veelbe tekenende woorden 'een gepast stilzwijgen'. Profeten zijn, zoals bekend, niet bepaald zwijgzaam. Ze praten veel in het boek. En de hoofdpersoon - dat is de schrijver zelf - hoort hen blijkbaar graag. „Ik ben gekomen om te luisteren", zegt hij ergens. Hij is geïnteresseerd, maar ver kiest enige afstand te houden. Hij bekent op een gegeven moment zich te voelen 'alsof ik voor het eerst een vakantieoord voor nudis- ten bezocht en zonder kleding boodschappen was gaan doen in de campingwinkel.' De verteller is doorgaans een neu trale waarnemer. Maar af en toe kan hij zijn verbazing over zoveel gekkigheid niet onderdrukken. Dat leidt tot mooie, bijtende zin nen zoals: 'Men bladerde in zijn zakbijbel alsof de Heere er binnen kort een zwaar schriftelijk examen over zou afnemen.' Sarcastisch wordt hij ook wanneer hij een groepering ontdekt met een weergekeerde Maagd Maria: 'Jozef was eveneens geïdentificeerd. Hij was ouderling bij de Nederlands Hervormde gemeente te Monnic- kendam en onderhield een buiten echtelijke verhouding met de Maagd.' Op een dag begeeft Mar kus zich naar Friesland, om daar in een kleine stad de plaatselijke pro feet te bezoeken. Op diens winkel staat de mededeling: 'Winkel da gelijks geopend, tot aan de Dag des Oordeels.' Maar de zaak is dicht, wat de schrijver fijntjes doet verzuchten: 'Ofschoon ik geen te levisie meer had, leek de kans dat de dag des oordeels ongemerkt aan mij voorbij was gegaan, me ge ring.' Zulke passages maken duidehj dat het aan Markus toevertrouwt was geweest een heerlijke satiren schrijven over alle profeten die h; persoonlijk ontmoette of in biblic- theken tegenkwam. Hij heeft - et dat is jammer - voor een anders oplossing gekozen. Natuurlijk val; er te genieten van de kleurrijke guren die de revue passeren, maa- het heeft er alle schijn van dat h. zich uiteindelijk door zijn onder werp mee liet slepen. Zelfs blijkt? ook in hem een profeet schuil ts gaan. Hij voorziet voor 'het vijfd- ambtsjaar van burgemeester Pa tijn' het einde van Amsterdam. Ds mooiste gebouwen zullen 'tijdei een intercontinentale veiling pe satelliet' worden verkocht, builde zers rekenen af met de onverkocb te restanten. Meedogenloos Wat wil Markus met dit boek? Da: blijft enigszins duister. Waar schijnlijk toch via een ingewikkel de omweg laten zien dat al die pro fetieën niet alleen amusante ona- zijn. Het heilige geloof kan zee dreigende kanten hebben. 'Mij: Baas is meedogenloos en eist di ook van mij', zegt een Amsterdam se alchemist. Maar de ernstigst waarschuwing gaat uit van de Ie vensbeschrijving van Rudo: Glauer, 'een man zonder wie de gi schiedenis van de twintigste eeut er waarschijnlijk heel anders hebben uitgezien.' Hij heeft vet bijgedragen aan de opkomst var het nationaal-socialisme en were gedreven door het waanidee dato* joden een kwalijke rol 'speeldenbi; het verhinderen van de verlossing van de wereld.' Het boek heeft - naast een proloor over een zeventiende-eeuwa staatsman die het einde der tijden voorzag - drie delen. In de eerstt afdeling komen veel eigentijdst Nederlandse profeten aan hti woord. Deel twee speelt zich vooi een belangrijk deel in Duitsland al In deel drie reist de schrijver dooi Turkije. Tijd Maar dit werk laat zich moeilijk systematiseren. Wat is waarheid wat is verzinsel? Er valt nauwelijks iets over te zeggen. En om het boek nog duizelingwekkender te ken, laat Markus ook de logica var; de tijd los. Zij hoofdpersoon kan even goed in de jaren twintig als in de jaren negentig rondlopen. Bij het verhaal over Sjabettai Zvi dis zichzelf in 1665 tot Messias uil roept, volgt ineens de kantteke ning: 'Achteraf blijkt de verslagge ver zich voornamelijk op zijn hotel kamer te hebben opgehouden, on via CNN, live bij de val van 4 Muur aanwezig te -kunnen zijn Tijd betekent dus weinig, 'wie garandeerde ons dat de tijc niet discontinu was en dat er geen parallel lopende tijdsequenties waren?' Op zijn best is Markus wanneerh? profeten portretteert die hij tegen het lijf loopt. Ze lijken allemaal even dwaas: de man die de zondas als 'het teken van het beest' be schouwt, de schrijver van dikke studies over 'de barensweeën var de eindtijd', het echtpaar dat d' koffie en dure gebakjes klaar heef omdat Jezus hun tuinpad op zal kunnen wandelen, de Messias die geen boodschap heeft, enzovoorts En wat bij alle verlossers steevast uitblijft is het verlossende woord Hans Warren Philip Markus: Het verlossende - 280 pag./f 39.90 - Nijgh Van Ditmar. Amsterdam. In Ongeluk is ook een soort geluk zijn bijna alle verhalen van Frans Pointl (geb. 1933) gebundeld. Dat wil dus zeggen dat deze bundel de eenentwintigste druk van De kip die over de soep vloog bevat, de zesde druk van De aanraking en de derde druk van Rijke mensen hebben moeilijke maten. Vóór hij in het middelpunt van de belangstelling kwam te staan, was zijn bestaan uitzichtloos. „Als het leven een schoolschrift is dan leefde ik in de kantlijn ervan", schrijft hij ergens. In de oorlog werd bijna heel zijn familie door de Duitsers uitgemoord. Maar zijn moeder en hij overleefden. Ze leidden een triest bestaan, beheerst door trauma's en armoede. Na haar dood zette hij zijn leven van twaalf ambachten, dertien ongelukken voort. Met zijn carrière liep het snel mis, van de liefde kwam weinig terecht. Maar er was één ding dat zijn leven distinctie gaf: het schrijven. Hij had wat gedichten gepubliceerd, die door bijna nie mand werden opgemerkt. Later werkte hij aan verhalen, met herin neringen aan zijn jeugd en bespie gelingen over zijn bestaan in de marge Uiteindelijk kwam het tot een bundeling. Sommige bespre kers wijdden er welwillende artike len aan, maar er gebeurde weinig. Tot, zoals Pointl in zijn verhaal 'Ongeluk is ook een soort geluk' ophaalt, er een telefoontje kwam: 'U spreekt met Adriaan van Dis. Ik heb uw boek gelezen en vind het prachtig. Zoudt u volgende week in mijn programma willen ko men?' De opmars van De kip die over de soep vloog was toen niet meer te stuiten. De naam Pointl werd voor heel geletterd Neder land een begrip. Soberheid Natuurlijk zullen bij dat succes on eigenlijke dingen een rol hebben gespeeld: de oprechte onhandig heid van de plotseling in het volle licht geplaatste schuwe man sprak tot de verbeelding. Maar nu Pointl dat aandoenlijke image goeddeels kwijt is, handhaaft zijn werk zich wel degelijk. In deze verzamelbun del - waarin de verhalen helemaal anders gerangschikt zijn - valt de kracht van zijn autobiografische proza eens te meer op. Hij gebruikt minimale middelen, maar weet daarmee maximale effecten te be reiken. Juist de soberheid van de verhalen, de haast naïeve vertel trant ervan, maakt ze zo navrant. Iedereen die Pointl. in deze nieuwe vorm, gaat lezen of herlezen, zal ge grepen worden. Waarschijnlijk niet door het sentimentele katten- verhaal 'Poelie de Verschrikkelij ke'. Vermoedelijk ook niet door de verhalen over het povere leven - reizen per Trabant en eten in de Volksgaarkeuken - dat hij in de pe riode tussen het overlijden van zijn moeder in 1958 en zijn literaire suc ces in 1989 leidde. Maar beslist wel door de verhalen die zich eerder af spelen. Zijn moeder heeft een belangrijke rol in deze verhalen die honderd zestig pagina's van de omnibus be- Frans Pointl: Minimale middelen, maximale effecten. foto Vincent Mentzel slaan. Op de ruim "tweehonderd overige bladzijden vindt men de andere verhalen, plus een woor denlijst waarin de jiddische uit drukkingen worden verklaard. Voor Pointls moeder Rebecca is de oorlog nooit voorbijgegaan. 'Raz zia, razzia!', krijst ze in haar nacht merries. 'Bij elke brief die van het Rode Kruis kwam, haalde moeder het fotoalbum te voorschijn. Aan vankelijk kon ik me niet voorstel len dat opa en oma, tante Jet, tan te Martha, tante Lies en de twee ling nooit meer zouden teugkeren', schrijft haar zoon. En bij haar be grafenis stelt iemand hem de ver schrikkelijke vraag: 'Hoe laat komt de rest van de familie?' Scè nes die de lezer niet kan vergeten en eigenlijk ook niet mag vergeten. H. W. Frans Pointl: Ongeluk is ook een soort geluk. Alle verhalen - 384 pag./f 39,90 - Nijgh Van Ditmar, Amsterdam. Stefan Hertmans (geb. 1951) is zo'n schrijver die zich niet bij één genre houdt. Zijn laatste publicaties zijn bijvoorbeeld de roman Naar Merelbeke, de es saybundel Fuga's en pimpelme zen en het poezieboek Frances co's paradox. Waarschijnlijk dankt hij zijn reputatie vooral aan zijn gedichten. Voor zijn ze vende dichtbundel Muziek voor de overtocht werd hem onlangs de driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poezie toegekend. Een belang rijke onderscheiding en dus re den extra nieuwsgierig te zijn naar opus acht. Wat bij het doorbladeren van Francesco's paradox meteen opvalt is de grote hoeveelheid motto's en citaten. Hertmans behoort tot de dichters die véél lezen, en uit die andere litera tuur put hij dikwijls inspiratie voor zijn eigen werk. Zoals altijd kan dat goed of verkeerd aflo pen. Bij Hertmans is het in elk geval niet helemaal goed afgelo pen: hij is een serieuze, maar ook nogal saaie dichter. 'Rookglans die van de regen komt, een einder die zich scherpslijpt tot zijn hoogste waterstand, en die je hals kan raken', kan hij een gedicht be ginnen. En men vraagt zich af wie na zo'n plechtmatige ope ning nog verder wil lezen. Deze poëzie blijft regelmatig be perkt tot gewichtig klinkende woordomhaal. De dichter kiest te vaak voor de weg van de min ste weerstand. Als hij het heeft over 'tegenstroom onder een ge broken brug', dan rijmt daar on vermijdelijk op 'die me herin nert aan de welving van je rug'. De gedichten van Hertmans ha len het, denk ik, meestal niet op eigen kracht. Interessant zijn ze vooral voor wie zijn spel met ver wijzingen mee wil spelen. Wie daar van houdt, komt in drie van de vier afdelingen die de bundel telt, aan zijn trekken. Symposion De reeks 'Het banket' is een 're make' van Plato's Symposion. Curieus, maar zeker niet meer dan dat. 'Eerste dood' is een se rie gedichten op de maanden van het jaar. geïnspireerd op de beroemde cyclus van Folgore da San Gimignano. Ook al niet zo bijzonder, over januari meldt de dichter onder meer: 'Na jaren is er eindelijk weer sneeuw. Je hoort het gooien van ballen en stemmen op de randen van de eeuw'. En de lezer, vrees ik, wordt getroffen door een geeuw. 'Francesco's paradox' is een reeks waarin Petrarca centraal staat. Op een wonderlijke ma nier vormen deze veertien ge dichten een soort sonnet, waar in bij de 'volta' van verleden op heden wordt overgeschakeld. Alleen het laatste deel van de bundel bevat gemengde gedich ten. Het hierbij afgedrukte 'Huisman' is eruit afkomstig. Aardig vind ik dat door het slot woord 'wringen' óók de sonnet vorm van het vers gaat wringen. De poëzie van Stefan Hertmans ontstijgt meestal nauwelijks het peil van de rederijkerij. Maar. zoals dit gedicht bewijst, gaat het wel om eigentijds klinkende rederijkerij. H.W. Stefan Hertmans: Francesco's para dox. Gedichten - 72 pag I 19.90. Meulenhoff, AmsterdamlKritak. Ant werpen. Huisman Ik heb weer ruzie met de dingen, de vormen vallen uit elkaar. Een scherf gaat in een wonde zingen. Ik leg de messenslijper bij de schaar. Ik vijl aan vingernagels en aan tanden, de ronding van een kruik maakt me al woest. Ik geef je mooiste ondergoed uit handen, en waar je bloot bent, zie ik roest. Let op de duiven in de goten, let op de slangen in je haar. Je hebt je lijf voor niets ontsloten, dit niemandsland is nooit vruchtbaar. Ik vecht voor jou in al die dingen. Ik zal hun scherven in je lichaam

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 16