Lichamen zijn eilanden met stugge kusten Hongarije valt weer voor Haagse School Schiele registreert hartstocht Verhulde erotiek in Oosterse sierkunst PZC kunst cultuur VRIJDAG 12 JANUARI 1996 De laatste tekening is de mooiste - op de avond van de 27ste oktober 1918 tekent Egon Schiele zijn vrouw Edith op haar sterfbed. Zelf is Schiele dan, net als zij, aangestoken door de Spaanse griep. Zij, zwanger, sterft de volgende morgen. Hij, nog maar achtentwintig jaar oud, zal haar maar een paar dagen overleven: op 31 oktober sterft ook Schiele. De werkelijke tragiek van deze tekening schuilt in het feit, dat pas als het verval ingezet heeft en de dood zowel het model als de tekenaar in zijn greep heeft, de ultieme schoonheid bereikt wordt. Wat een leven lang jachtig en gretig is nagestreefd, wordt pas bereikt als zeker is, dat er van een herhaling geen sprake kan zijn. Eindelijk vallen de emoties van waarneming en weergave op vrijwel volmaakte wijze samen en dan is het afgelopen. Maclchen-akt, 1914. Zelden zal er zo'n harmonie - en zo'n sprekende stilte ook! - geweest zijn tussen kunstenaar en model als op die ok toberdag in 1918. Haastig heeft Schiele Ediths kapsel met wat snelle bewegingen van het zwarte krijt op het papier gezet om daarna met intense aandacht de oog opslag en het handgebaar van het af scheid vast te leggen. Wie op de tentoon stelling Egon Schiele - Sammlung Leo pold Wien in Düsseldorf vervolgens weer terugloopt in de tijd, weg van de dood, naar het begin van de expositie en op nieuw de tekeningen die aan die laatste voorafgingen nog eens bekijkt, kan dan ook vaststellen, waarom die laatste schets de mooiste is. In al die voorgaande teke ningen viel nog iets te bewijzen. Op al die bladen moet nog aangetoond worden, hoe knap, hoe geniaal zelfs. Schiele tekenen kon. En ook. hoe vernieuwend zijn wijze van zien en weergeven was. Dat imponeert des te meer als men daar bij beseft, hoe jong hij was en in hoe korte tijd zijn kunstenaarschap tot volle was dom kwam. Schiele is nog maar zestien als hij in 1906 op voorspraak van zijn tekenle raar aan het gymnasium van Klosterneu- borg ingeschreven wordt aan de Akade- mie der Künste in Wenen. Twee jaar later al. in 1908, neemt hij met tien schilderijen deel aan een tentoonstelling in zijn woon plaats en in 1909 is hij met vier werken ver tegenwoordigd op de 'Internationale Kunstschau' in Wenen. Dan ook leert hij Gustav Klimt en de architecten Josef Hoffman en Otto Wagner kennen. Voorarrest Even lijkt het met de carrière van Schiele nog mis te gaan als hij in april 1912 in voor arrest wordt genomen op beschuldiging van een minderjarig meisje verleid te heb ben en de verspreiding van onzedelijke te keningen. In zijn atelier te Krumau hin gen namelijk zo maar naaktstudies en ook poseerden daar wel jonge meisjes. Schiele was, zo blijkt uit een brief van hem. het meest geschokt door het feit, dat bij dit proces een van die 'aanstootgevende' bla den verbrand werd. Met een veroordeling tot hetzelfde aantal dagen als het voorar rest kwam hij alsnog goed weg. Schieles pad was voor een belangrijk deel al geeffend door de jaren oudere Gustav Klimt. Diens zinnelijke naakten gaven ui ting aan een levensgevoel dat bij het We nen van die dagen - Freud Hoffmansthal, Schnitzeler - hoorde: nerveus en deca dent, of zoals dat in het Duits heet: 'eros- besessen und todbezogen'. De naakten van Schiele zijn minder zinne lijk. Hun magere, soms schonkige lijven zijn niet echt aantrekkelijk, ook al tonen ze onbekommerd de door Schiele soms fel rood gekleurde schelp van hun vrouwe lijkheid. Hun poses zijn ongebruikelijk: gehurkt, in zichzelf verstrengeld tot op het verkrampte af en vaak gezien vanuit on gebruikelijke standpunten. Opmerkelijk is ook, dat ze dikwijls als het ware klem zitten of liggen tussen boven- en onder kant van het blad en dat delen van het li chaam weggesneden worden aoor de zij kanten van het blad. Die keren dat dit niet gebeurt, laat Schiele onderarmen en -be nen weg. of hij schildert zoals in het magi strale doek Sitzender Mannerakt - Selbst- darstellung uit 1910 een lichaam zonder voeten. Registratie Wat dit schilderij en andere én de meeste tekeningen met elkaar gemeen heben is de tectonische contour waarin het li chaam gevangen is. Alsof de lijn een regi stratie is van de hartstocht die in zowel het lijf als de waarneming daarvan gloeit en broeit. Schieles lichamen zijn vreemde eilanden met stugge, grillige kusten. In veel tekeningen laat zich nog goed le zen, hoe de voorstelling ontstaan is en hoe de potloodlijn de verbinding tot stand brengt tussen waarneming en weergave. Pas als met die meestal heel nerveuze lijn het onderwerp zijn gedaante gekregen heeft, doet de kleur zijn intrede. Schiele was een knap kolorist die met heel weimg kleur toekon, zoals blijkt uit een reeks bla den uit 1913. waar de tekening met een en kel felrood of groen accent verlevendigd wordt. Maar soms ook kon hij zich bezat ten aan de kleur zoals in de tekening Moa, die Tanzerin uit 1911: in feite niets meer dan een aaneenschakeling van snel en dun geschilderde kleurvelden, bekroond door het gezicht van de danseres die over haar schouder nu nog haar publiek aan kijkt. Terecht siert haar beeltenis de fol ders en affiches waarmee op de tentoon stelling van deze grote Wener geatten deerd wordt. Cees van der Geer Expositie Egon Schiele - schilderijen en teke ningen uit de Sammlung Leopold, Wenen; tlm 10 maart in Kunstsammlung Nordrhein-Westfa- len, Grabbeplatz 5, Düsseldorf Open dinsdag t lm zondag: 10-18 uur <op vrijdag tot 20 uur), iTe vens van 22 maart-16 juni in Hamburg/Kunst holle en van 4 juli-20 oktober in ParijslMusée d'Art Moderne) Anneke Veldhuisen-Djajasoe- brata, conservator Indonesië van het Museum voor Volkenkun de in Rotterdam, vindt dat de ten toonstelling beter 'De verhulde erotiek eindelijk onthuld' had kun nen heten. Veel van de honderden meest gouden sieraden op de expo sitie 'Power and Gold' verwijzen rechtstreeks naar de vorm van de vrouwelijke geslachtsdelen, con creet of abstract. Zoals enkele enorme oor-sieraden voor vrouwen bijzonder duidelijk de „verplette rende mannelijke viriliteit" «Veld huizen) uitdrukken. „Al die sieraden hebben de?e dui delijke vormen omdat ze het grote belang van het voortbestaan van de mensheid symboliseren", aldus Anneke Veldhuizen. De mamuli-hangers uit Soemba zijn symbolen van macht. Hun kracht komt voort uit het samen gaan van tegengestelde elemen ten: een abstracte weergave van de vrouwelijke geslachtsorganen, maar gemaakt uit het als bij uit stek mannelijk beschouwde me taal goud. De grootste en rijkst be werkte mamuli mochten zelfs nooit aan het daglicht blootgesteld wor den. De tentoonstelling is afkomstig uit de privé-collectie van het echtpaar Barbier-Mueller in Genève. De sie raden en andere kunstvoorwerpen uit het Zuidoost-Azie van de acht tiende en negentiende eeuw waren eerder te zien in Amerika en in en kele Europese steden. Na deze ten toonstelling in Rotterdam (die tot 15 september volgend jaar te zien is) gaat de collectie definitief terug naar het privé-museum van Bar bier-Mueller. Het Museum voor Volkenkunde is trots op de eigen toevoeging aan de collectie. Medewerkers van het mu seum hebben films uit de jaren twintig gevonden waarop Indone siërs te zien zijn die sieraden dra gen zoals ze nu in Volkenkunde te zien zijn. Anneke Veldhuizen- „Bij de prachtige tentoonstelling 'Het Goud der Thraciërs' zag je alleen maar de sieraden en kreeg je geen enkel idee hoe de mensen de siera den destijds gebuikten. Dat kun je hier wél zien." De expositie bevat bovendien oude foto's van mensen die de sieraden dragen. Dergelijke foto's komen in veel grotere aantallen terug in de bijbehorende Engelstalige catalo gus. Power and Gold. sieraden uit Indonesië, Maleisië en de Filippijnen, tlm 1519196, Museum voor Volkenkunde Rotterdam. Voor groepen zijn rondleidingen te boe ken met speciale aandacht voor de goudsmeedkunst of voor de culturele achtergrond van de getoonde kunst voorwerpen. Catalogus f 69,90 Nadat het Haags Gemeentemuseum vorig jaar in het kader van een cultu rele uitwisseling een grote overzichtsten toonstelling van negentiende eeuwse Hongaarse kunst naar het paleis op het Lange Voorhout haalde, is het nu de beurt aan de Haagse School om in Boe dapest te schitteren. In de prestigieuze Magyar Nemzeti Gale- ria (Hongaarse Nationale Galerie) in het voormalige koninklijk paleis zijn tot en met 11 februari meer dan 60 schilderijen en 50 tekeningen van schilders als Weis- senbruch. Mesdag, Mauve. Jozef Israels, Jacob, Matthijs en Willem Maris te be wonderen. De 'crème de la crème' van de Haagse School, kortom. Zelfs Vincent van Gogh ontbreekt niet in de Nationale Galerie. Van Gogh was wel iswaar geen lid van de Haagse School, maar de wortels van Van Gogh liggen in Nederland. De jonge Vincent was een be wonderaar van onder anderen Mauve en de Haagse School bleef voor hem altijd een referentiekader. In de periode 1881- 1883 zwierf Van Gogh bovendien regel matig rond in Den Haag en omgeving, zo getuigen tekeningen als 'Bakkerij aan de Geest, Den Haag' en 'Achter station Rijnspoor'. Het unieke van de tentoonstelling over de Haagse School zit hem echter niet in de bescheiden inbreng van Van Gogh (twee kleine olieverf-schilderijen en een vijftal tekeningen danwel litho's). Het is de eerste grote tentoonstelling van Ne derlandse kunst in Hongarije sinds 1910. Sinds het verdwijnen van het IJzeren Gordijn wordt er gewerkt aan het her stellen van de ooit redelijk nauwe cultu rele banden tussen Nederland en Honga rije met deze tentoonstelling als (voorlo pig?) hoogtepunt. Bedevaart Voor de Eerste Wereldoorlog, toen Hon garije nog deel uitmaakte van de mach tige Oostenrijks-Hongaarse dubbelmo narchie. waren er tal van contacten, zo wordt in de helaas slechts in het Hon gaars verkrijgbare catalogus uitgelegd. Diverse generaties Hongaarse schilders gingen in de negentiende eeuw op 'bede vaart' naar Nederland. Aanvankelijk Matthijs Maris: De doopgang in Lausanne. Jacob Maris: Breistertje op balkon Montmartre. vooral om de grote zeventiende eeuwse meesters te zien, later ook voor de Haag se School. Schilders als Israël en Mesdag genoten al vroeg ook in Boedapest een grote reputatie. Dat blijkt niet alleen uit het gegeven dat ze regelmatig gevraagd werden voor ten toonstellingen in Boedapest, maar ook uit het feit dat rijke Hongaarse verzame laars als de families Palfy en Andrassy op tentoonstellingen en veiligen in binnen- en buitenland werk kochten van leden van de Haagse School, zoals het schilde rij 'Vrouwen in Katwijk' van Israéls en. een winters strandgezicht van Mesdag Schilderijen die nu deel uitmaken van de collectie van het Szepmuveszeti Mu- zeum (Museum voor Schone Kunsten) in Boedapest. Ze vormen een interessante aanvulling op de verder grotendeels uit het bezit van het Haags Gemeentemu seum samengestelde tentoonstelling. Paal De invloed van de Haagse School op de moderne Hongaarse schilderkunst valt niet te onderschatten. Hongaarse schil ders als Laszlo Paal en Muckacsy gingen niet alleen op bedevaart naar Nederland, maar onderhielden vriendschapsbanden met collega's als Mesdag en Mauve. Zo wel Mesdag als Mauve kochten ook werk van hen. Laszlo Paal werkte in de pe riode 1870-1871 maandenlang in het Drentse Beilen waar ook Mauve graag werkte. Helaas is het gros van de ruim 40 schilderijen uit Paal's Hollandse periode na zijn dood via veilingen verspreid en uiteindelijk zoek geraakt. Hollandse in vloeden zijn ook in het werk van schil ders als Perlmutter, Oszkar Mendlik. die jarenlang in Aerdenhout woonde, en Ala- dar duidelijk aantoonbaar. Veel problematischer is de vraag of. en zo ja, in hoeverre, de Hongaarse schilder kunst Nederlandse schilders beïnvloed heeft. De relatie tussen Nederland en Hongarije lijkt in dit opzicht verdacht veel op eenrichtingsverkeer. Maar dat beeld is wellicht toch wat genuanceerder dan het in eerste instantie lijkt. Het pro bleem is dat er simpelweg nog nooit se rieus wetenschappelijk onderzoek naai- die mogelijke invloeden gedaan is. Wel licht ligt hier een mooie taak voor aanko mende kunsthistorici. Hans Gertsen Expositie A Hagai Iskola, tot en met 11 fe bruari in de Magyar Nemzeti Galena te Boe dapest. Later dit jaar is de tentoonstelling nog in Wenen te zien Kunstforumvanaf maarti en vervolgens in Madnd <Sala de las Alhajasi

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 15