Het nieuwste Disneyland
Antarctica
Een boenksoenk onder d'outvumme
buutenkieke
PZC vrije tijd
ZATERDAG 6 JANUARI 1996 J J
Zeeziek, zeeziek, zeeziek.
Wie naar Antarctica wil
zeilen, moet er wel wat voor
over hebben. De oversteek
vanaf Argentinië betekent
steevast een langdurige
ontmoeting met de woeligste
en stormachtigste zee van de
wereld: Drake Passage. Elf
mensen op een schip van
achttien meter bedwongen met
moeite de winden, de golven
en de ijsbergen. Eenmaal op
Antarctica veranderden deze
avonturiers plotsklaps weer in
echte toeristen.
Wie gaat er mee zwemmen?." Goed,
het slappe bier heeft rijkelijk ge
vloeid in de tot authentieke pub omge
bouwde zolder van het Britse weten
schappelijke station Faraday, maar de ra
dio-officier die de vraag heeft geroepen,
meent het echt. Er valt een stilte. Is dit na
anderhalfduizend kilometer zeilen het
eerste contact met de menselijke bescha
ving?
Triomfantelijk staren tien paar ogen in de
richting van de bezoekers. Dan steekt de
vrouw van de kapitein haar vinger op. Ze
knikt enthousiast van 'yes'. Een paar be
manningsleden beginnen onmiddellijk
aan haar verstandelijke vermogens te
twijfelen. De Italiaan volgt, want Britten
die in zijn gezelschap ongevraagd de ma
cho uit gaan hangen, moeten worden ge
straft. De Franse bakkersdochter roept
ook ja. want zij heeft tenslotte een oogje
op de Italiaan.
Niets menselijks is de toerist vreemd, dus
ook niet op Antarctica. De volgende och
tend varen de uitgedaagden in een rub
berbootje naar de basis. Vanaf de steiger
wordt een duik genomen in het water dat
slechts één graad boven nul is. Wie er lan
ger dan vier minuten in verblijft, gaat har-
stikke dood. Het groepje zwemmers klimt
er na de duik echter in razendsnel tempo
uit, holt over de steiger naar het hok met
de generator. Daar blijkt zich een
groenige, stinkende bak met smeltwater
te bevinden. Warm water! De Britten noe
men het trots hun 'jacuzzi' (bubbelbad).
Plons.
Op de' ochtend van het vertrek vindt voor
het eerst het in Antarctica o zo bekende
ritueel plaats: paspoorten stempelen. Ie
dere basis heeft een eigen stempel, som
mige bases verkopen voor grof geld souve
nirs, Faraday is de enige met een postkan
toor in het gebied. Massaal worden post
zegels en ansichtkaarten gekocht, be
schreven en op de bus gedaan. De post
gaat mee met een van de twee Britse sche
pen of met een van de cruiseschepen die
de basis in de zomer aandoen. Via de Falk-
land-eilanden gaat de post naar Europa.
Zo lang er geen echte postzegelverzame
laar tussen zit, is de aankomst gegaran
deerd.
Het weer is redelijk, het regent alleen een
beetje, en dus kan de basis gemakkelijk
worden verlaten. Voorzichtig manoeu
vreert de kapitein tussen de ijsbergen
door. Aloha! Een grote oranje duim is op
de keet van de generator gespijkerd. De
Britse helden zwaaien, totdat de boot 'La
in Colorado. Na twee keer een zware wan
deling op en neer is de pret er alweer van
af. Echt lang is de helling niet en de
sneeuw glijdt ook niet lekker, zeggen ze.
Haar zoon is op onderzoek uitgeweest en
komt juichend met een verbleekt walvis-
bot op de proppen. Die trofee gaat straks
mooi mee naar school.
Via de radio wordt contact gelegd met
Palmer Station op Antwerpen Eiland. Wie
de Amerikanen wil bezoeken, moet een
halfjaar van tevoren toestemming vragen
in Washington. Daarbij moet de datum en
het bezoekuur worden vermeld. De wacht
lijst is lang, maar voor zeilschepen is er
meestal nog wel een gaatje vrij. Vanwege
het zeer slechte weer, storm en regen lukt
het echter niet om op tijd te komen. De
Amerikanen maken er geen punt van. Bij
hoge uitzondering mag iedereen na een
vlotte rondleiding door de laboratoria en
een bezoek in de souvenierwinkel aan
schuiven bij de lunch.
Het enorme station, waar veel onderzoek
naar pinguïns en vogels wordt verricht,
draait als een geoliede machine. Alles, van
pooltafel tot afwasautomaat. is aanwezig.
Toch verklaren de Amerikanen juist de
bezoekers voor gek. ..Waarom zeilen jullie
in hemelsnaam naar Antarctica?'klinkt
het vragend. ..Tsja. 't leek ons wel leuk."
Iets heldhaftigers komt er helaas niet uit.
tot grote teleurstelling van de stationbe
woners.
De huilende wind begint de boot nu echt
hard tegen de steiger te beuken. Tijd om
te vertrekken, een ijsbergveilige ligplaats
op te zoeken en te wachten tot de wind
weer gaat liggen.
Palmer Station heeft een Adelie-pinguïn-
kolonie op een naburig rotseilandje in
tweeën gesplitst. Met een bordje en een
lint wordt toeristen verboden om de ene
helft van de afzetting te bezoeken Gecon
troleerd wordt het niet. maar het lijkt erop
alsof men zich eraan houdt. Het experi
ment is bedoeld om mee te kunnen praten
in de discussie over de verstoring van de
dieren op Antarctica door menselijke aan
wezigheid. Wetenschappers maken de
laatste tijd nogal wat ruzie over de vraag
of pinguïns nu wel of geen last hebben van
toeristen.
„Dit is de Chileense marine. Wilt u zich
identificeren. Wat is uw bestemming." De
kapitein hoort de dreigende oproep op de
radio, maar reageert niet. „Antartica is
van niemand, al denken de Chilenen daar
anders over. Laat ze het eerst maar eens
wat vriendelijker vragen. De enige macht
die hier regeert is het weer."
Vriendelijk
Hij kent zijn pappenheimers wel, want na
luttele tevergeefse oproepen, wordt de ra
dio-officier opeens reuze aardig. Hij stelt
zichzelf voor. herhaalt zijn verzoek nog
eens vriendelijk en dit keer met succes. Le
Croix Saint Paul H meldt zich keurig
netjes. Evenals de Amerikanen met een
cruiseschip in de buurt en de Russen met
een oude Siberische ijsbreker die is omge
bouwd tot wetenschapsschip. Al snel klet
sen de heren vrolijk door elkaar heen. De
nieuwste roddels en de laatste weerbe
richten worden de ether in geslingerd. Het
lijkt wel een theekransje voor dames.
Goedbeschouwd is het op Antarctica een
drukte van belang. Het zomerseizoen is
maar kort. het loopt van december tot
maart, en de bestemming wordt alsmaar
populairder. Antartica is het nieuwste
Disneyland. Toeristen tellen er grif dui
zenden dollars voor neer. Tienduizend
mensen zetten er vorig jaar 1995) voet aan
wal. Toeristenbureaus willen, in tegen
stelling tot natuurliefhebbers, dit aantal
het liefst jaarlijks verdubbelen. Wat dit
voor het allerlaatste ongerepte continent
betekent, laat zich raden...
Een klein tipje van de sluier wordt nu al
opgelicht op een van de mooiste plekjes
op het Antarctisch Schiereiland: Paradise
Bay. Een ronde, diepdonkere baai om
ringd door fantastisch gletsjers. Cruise
schepen varen er af en aan. De meestal be
jaarde passagiers worden met tientallen
tegelijk overgevaren in grote rubberbo
ten. Voor het bezoek krijgen ze een half
uurtje de tijd. Doorgaans beklimmen ze
met z'n allen de heuvel achter het Argen
tijnse station Almirante Brown. De spo
ren daarvan zijn al duidelijk uitgesleten in
de eens zo maagdelijke sneeuw.
De bewoners van het station, Argentijnse
militairen, lepelen automatisch hun ver
haaltje op. De prijzen van de Almirante-
souvenirs schieten elk jaar omhoog. In
middels moet voor de eenvoudigste but
ton zeven dollar worden neergeteld. Nu
vast nog een koopje!
Karin Swiers
de aanslag worstelen de ongenode gasten
zich door de bijtende stank en de lagen
drek heen.
Aaien
Eindelijk een dierentuin zonder hekken.
De videocamera wordt van heel dichtbij
op een moeder met haar twee jongen ge
richt. Het slachtoffer pikt tevergeefs met
de snavel omhoog en loopt als dat niet
helpt hard weg. Borst vooruit, flippers op
standig naar achteren. Haar kuikens als
prooi voor de boven de kolonie cirkelende
jagers (skua's) achterlatend. Het Franse
bankiersechtpaar kraait echter van
vreugde, kunnen ze nog beter, inzoomen
op de kleintjes. Aaien durven ze nog net
niet; want er is een Zweedse natuurfoto
graaf aan boord, die dat uitdrukkelijk ver
boden heeft. Zijn advies om op vijf meter
afstand te blijven, wordt daarentegen wel
massaal genegeerd. Ook bij de zee-olifant
met haar jong, ook bij de krabeter die in de
sneeuw ligt te slapen. Wat is er mooier dan
samen met een zeehond voor een foto te
poseren. Dat de dieren van schrik hun in
de winter o zo nodige vetreserves verbran
den. beseft niemand.
Buttons zijn nog goedkoper op het Argentijnse onderzoeksstation Almirante Brown.
Croix Saint Paul II' uit zicht is. De gast
vrijheid van de Engelsen is hartverwar
mend. De meeste werknemers van de Bri
tish Antarctic Survey (BAS) zitten er
maar liefst twee jaar aan één stuk. En al
leen in de zomer is het mogelijk om eens
tegen anderen aan te praten. Vrouwen
ontbreken in dit station, dus wie eens in
de belangstelling wil staan van twintig
echte mannen...
Faraday is reuze populair bij de zeilers die
Antarctica in de zomerperiode regelmatig
aandoen. Ze vinden het jammer dat het
station, ook de BAS moet wel eens bezui
nigen, wordt verkocht aan de Oekraïne.
Het is nog maar de vraag of de nieuwe he
ren de pub open kunnen houden. Want de
Oekraïners kampen met een nog veel gro
ter geldgebrek. Het station, waar veel on
derzoek wordt verricht naar de ozonlaag,
wordt nu al bijna platgelopen door toeris
ten en het wordt alleen maar erger.
Dorian Cove baadt in het zonlicht. Witte
bergtoppen steken af tegen een knal
foto G PD
blauwe hemel. Er staat geen zuchtje wind.
Ijsbergen smelten hoor- en zichtbaar weg.
Het zal de enige stralende dag worden tij
dens het verblijf van drie weken op de
Zuidpool. De Fransen zijn opgetogen, ein
delijk mogen ze op eigen houtje voet aan
land zetten. De twee rubberbootjes wor
den in het water gehesen en alras pedde
len de eersten naar de pinguïnkolonie op
de rotsen. De ezelpinguïns protesteren
luidruchtig als de in fel rood geklede be
zoekers arriveren. Met de fotocamera's in
De Franse beleggings-analiste peddelt
enigszins beneveld van de drank naar de
ijsschots met een zeehond erop. Tenmin
ste dat denkt ze. Het dier laat echter een
bek vol blikkerende tanden zien. „Ach,
wat lief. hij lacht naar me", roept ze vro
lijk. De rode bek gaat nog wijder open. de
'zeehond' maakt zich klaar om aan te val
len. „Pas op. dat is een zeeluipaard, maak
dat je wegkomt", gilt iemand vanaf de
wal. Net op tijd peddelt ze van de schots
vandaan. Het uiterst gevaarlijke roofdier
gaat blazend weer liggen.
Trofee
De vrouw van de kapitein wandelt met
een paar oude skies de met meters sneeuw
bedekte gletsjer op. Haar zoon. de Italiaan
en de bakkersdochter volgen. Dat is pas
nieuws voor het thuisfront: skiën in An
tarctica! Weer eens wat anders dan Aspen
Het snoeihout, daar ging het om bij de
aanplant van knotbomen. Ooit was
het een rendabele vorm van bosbouw,
die in het Zeeuwse wijd verbreid was. Het
zwaartepunt in het voorkomen van knot
bomen lag en ligt in Zeeuws-Vlaanderen.
Daar werden door de dijkbermen door de
eigenaren vaak plantrechten uitgegeven
aan boeren die knothout nodig hadden.
Het knotten of 'koppen' gebeurde in de
regel om de vier jaar en snelgroeiende bo
men als wilg en populier hebben in zo'n
tijdsbestek al flink dikke takken ge
vormd. Die werden er eerst uitgehaald
voor het maken van weipalen (voor de af
rastering langs weilanden). Vervolgens
werden de rechte dunne takken uitge
zocht om dienst te doen als bonestaken.
Het fijnere hout en de takken die voor an
dere doeleinden te krom waren werden
op 'muster(d)s' gebonden. Het samen
binden van de takkenbossen gebeurde
met 'wissen', takjes van de bindwilg wa
ren te breekbaar om er een knoop in te
leggen. Bindwilg werd speciaal ge
kweekt in 'Wissebus' op natte terreinen.
Daar groeiden heel lage stammetjes, van
niet meer dan een paar decimeter hoog.
waar jaarlijks de pruik afgesnoeid werd.
Van dat wissebus zijn in de provincie
maar een paar kleine fragmentjes meer
te vinden, onder meer langs de stoom-
treinroute op Zuid-Beveland.
De musters werden vooral gebruikt als
brandstof voor de bakkersoven. Maar
ook op de boerderij werden ze in de bak-
keet of buitenshuis als brandhout ge
bruikt. Veel boeren hadden een groot
stenen fornuis in de open lucht, waar on
der meer 'verkenspetaten' klaarge
maakt werden; kleine aardappeltjes die
met schil en al gekookt werden als var
kensvoer. Het was trouwens ook een van
de voorrechten van de boerenjeugd om
af en toe op verkenspetaten getracteerd
te worden.
De musterds waren niet direct bruikbaar
als brandhout. Eerst moesten ze onge
veer een jaar lang worden opgeslagen om
het vocht er uit te laten trekken. Dat ge
beurde in een 'outvumme'; een stapel
takkenbossen die de vorm had van een
klein huisje. De bovenste takkenbossen
werden in dakvorm op de stapel getast
om het regewater af te voeren.
Een outvumme vormde een kleine le
vensgemeenschap op zichzelf. Tussen de
kleine takjes wemelde het van pissebed
den. spinnen, insekten en ander klein
grut.. Die lokten de nodige insekteneten-
de vogels aan die niet zelden ook tussen
de takkenbossen nestelden. Winterko
ning, witte kwikstaart en heggemus wa
ren typische bewoners van de outvum
me. Ook zoogdieren zoals egels en spits
muizen bewoonden het takkenhuisje.
Maar dè bewoner van d'outvumme was
toch wel de bunzing. Nachtdier als hij is
krijg je een bunzing maar zelden te zien.
Maar het nest heeft zo'n penetrante geur
datje het toch wel in de gaten krijg. Een
boenksoenk onder d'outvumme was net
zo'n vanzelfsprekende combinatie als
die van de boerenzwaluwen in de
koeiestal. Was er eenmaal een bunzing
gevestigd dan beperkte dat natuurlijk
het aantal andere bewoners. De bunzing
is de aartsvijand van ratten en muizen,
en vandaai' ook dat zijn aanwezigheid
door de boer veelal geaccepteerd werd.
Behalve natuurlijk als er een 'oenderkot'
op het erf lag, want in het kippenhok is
een bunzing niks beter dan een vos.
De boenksoenk onder d'outvumme is
voltooid verleden tijd. Hoeweleen ken
nis die uit nostalgische overwegingen
nog een 'outvummetje' op zijn erf heeft
trof daar ook anno 1995 nog een bunzing
met vier jongen aan! Maar de bunzing
heeft zich ontpopt tot een rasechte cul
tuurvolger. Het beest lijkt zich onder het
fietsenschuurtje midden in een nieuw
bouwwijk net zo lekker te voelen als
vroeger onder d'outvumme.
Chiel Jacobusse
4»
De bunzing is de aartsvijand van ratten en muizen,
werd.
zijn aanwezigheid door de boer veelal geaccepteerd
foto Chiel Jacobusse
Zeilen in Antartica betekent ijsbreken en voorzichtig manoevreren tussen majestueuze ijsbergen.
foto G PD