De Nederlandse leeuw glanst weer Geen taartje voor mevrouw op zaal Status tot in de dood Opknapbeurt koninklijke wachtkamer Amsterdam CS fond met de hand opgebracht om een warme, sfeervolle uitstraling' op te roe pen. Tijdens de eerste onofficiële bezichtiging op een ijzige winterochtend blijkt geen vierkante centimeter onversierd. Boven deuren prijken Latijnse spreuken die zo veel moeten betekenen als 'Eens wordt de stek een boom' en 'De palmboom groeit tegen de verdrukking in'. Onder een impo sant gewelfde koepel, met veel glas-in- lood, zijn fabels van La Fontaine verbeeld en de hoge statige trappen die perron- waarts voeren, worden gedomineerd door een maar liefst twee meter hoge vaas van zandkleurig albast. Alles hebben de Spoorwegen er de afgelo pen jaren aan gedaan om het monumen tale, in neo-renaissance stijl opgetrokken Centraal Station, gebouwd door architect P. Cuypers en gereedgekomen in 1889, te restaureren en waar nodig ingrijpend te vernieuwen. Uit de krappe begroting zijn tientallen miljoenen geïnvesteerd en in middels vormen de koninklijke wacht ruimte - officieel het Koningspaviljoen ge noemd met op straatniveau een speciale in- en uitgang voor rijtuigen met paarden - en daarop aansluitend de eerste- en twee de-klaswachtkamer de laatste fase in de onvermijdelijke facelift Hoestbui Het had niet veel gescheeld of aan het ver gevorderde restauratiewerk (totale kos ten: f 200.000) viel weinig meer af te lezen over de droeve staat waarin de decoraties verkeerden. Zo waren, laat men tijdens de rondleiding weten, tal van olieverfschilde ringen verregaand verzeept. Op sommige plekken zou een bescheiden hoestbui al voldoende zijn geweest de verf van het on derliggende stucwerk af te blazen. Aan scheurvorming, hier en daar centimeters diep, was evenmin gebrek. En de vele tien tallen goudkleurige Nederlandse (sier- Jleeuwtjes - van die wandversiering restte weinig meer dan een angstig dun laagje bronspoeder. Reddeloos verloren lijken inmiddels de drie (op houten panelen geschilderde) zin nebeeldige figuren in de toegangshal, voorstellende de voormalige koloniën Oost- en West-Indië en Nederland. De schilderingen gaan alweer enige tijd schuil achter replica's en zijn blijkens de mededelingen nauwelijks meer te herstel len. Geen enkele beperking wordt de verslag gever opgelegd in de koninklijke wacht kamer; veel saillants passeert de revue en wordt waar nodig van commentaar voor zien. Hoe bijvoorbeeld koninklijke familie en hofhouding in de wachtruimte van oudsher aan gescheiden tafels plegen te zitten, hoe de 'Rembrandt van de Spoor wegen', een gewezen onderhoudsschilder, de wachtkamerschilderingen decennia lang bijhield en naar eigen smaak kleuren toevoegde die intussen alle ongedaan zijn gemaakt. Onkies Foto's nemen van het koninklijk toilet is evenwel strikt verboden. Zoiets, klinkt het tamelijk serieus, zou onkies zijn tegen over de leden van het Koninklijk Huis. Al leen de restaurateurs mogen dezer dagen, bij hoge uitzondering, van het koninklijk gemak gebruik maken - een. zo leert een onverhoedse blik door een halfgeopende deur, rijkelijk betegelde ruimte met een blauw-witte closetpot van antiek Makku- mer porselein met een extra brede, houten bril. We sluiten de ogen en wanen ons met enige fantasie een ogenblik in de vorige eeuw. Joop Spanjersberg Nauwelijks gewaardeerde schilderingen blijken bij nader inzien opmerkelijke staaltjes negentiende-eeuwse schilderkunst Olieverflagen en bladgoud worden behoedzaam gereinigd, bloemversieringen van een gouden biesje voorzien. Van plint tot plafond wordt de koninklijke wachtkamer op Amsterdam CS dezer dagen gerestaureerd. De werkzaamheden vorderen in rap tempo. Waardevolle, acuut bedreigde olieverfschilderingen uit de vorige eeuw zijn in ere hersteld. Centimeters diepe scheuren met zorg gedicht, bladgoud ontdaan van het vuil van decennia. Deskundigen tonen zich verrast door de resultaten, de Spoorwegen zijn diep onder de indruk. Immers, nauwelijks gewaardeerde schilderingen blijken bij nader inzien opmerkelijke staaltjes negentiende-eeuwse schilderkunst. Een reportage uit de 'wachtkamer van Beatrix'. De deskundigen zijn 'verrast', de NS bij monde van commercieel-manager Ben Vos 'diep onder de indruk' en de res taurateurs zelf, medewerkers van het ge specialiseerde stucadoorsbedrijf Rescura uit Den Haag, spreken trots van een 'para depaardje'. Deze week ontstond in de hoofdstad enige opwinding nadat de eer ste restauratiesteigers werden verwijderd uit de koninklijke wachtkamer van het Amsterdamse Centraal Station. Onder een bruingele soep van vernis en vuil die zich in de loop der decennia had vastgezet op de wanden van de wachtka mer, kwamen na schoonmaak en herstel vijftien schilderingen tevoorschijn met onverwacht 'briljante' kleuren en onver moede details. De schilderingen, eind vo rige eeuw gemaakt door de Oostenrijkse kunstenaar Georg Sturm, blijken qua ver beeldingskracht en techniek bijzondere staaltjes van decoratieve kunst. Afbeel dingen (in olieverf) op de wachtkamer- wanden die voorheen nauwelijks enige waardering ontlokten, zijn volgens des kundigen treffende voorbeelden van 19e- eeuwse schilderkunst. Koningin Beatrix is naar verluidt nog niet op de hoogte gesteld van de resultaten die vanaf september vorig jaar zijn bereikt met de - speciaal door het Haagse bedrijf ontwikkelde - sjabloon technieken en het traditionele penseel. Te mooi Intussen hebben de NS al voortvarende plannen met de half februari geheel geres taureerde koninklijke wachtruimte. Tra ditiegetrouw zullen er weer staatsbezoe ken beginnen én eindigen maar het ligt bovenal in de bedoeling de wachtkamer te gebruiken voor representatieve gebeurte nissen in de NS-sfeer, waaronder ontvang sten en recepties. Want de koninklijke wachtkamer, zo wordt met klem beweerd, is te mooi om voor langere tussenpozen ongebruikt te blijven. Verfblikken, schilderspaletten, lege cola blikjes en een draagbare radio. Daar om heen beweegt zich de - kleine - kern van restaurateurs, onder leiding van project leider Antoinette van der Walt, die het specialistische werk in de wachtkamer verricht. Olieverflagen en bladgoud wor den behoedzaam gereinigd, bloemversie ringen van een gouden biesje voorzien en baksteenrode streepmotieven op het pla- De hoge statige trappen die perronwaarts voeren, worden gedomineerd door een maar liefst twee meter hoge vaas van zandkleurig albast. foto's GPD Voordat de business-class zijn champagne krijgt geserveerd, sluit de stewar dess het gordijntje dat bungelt op de grens van luxe en gewoon. Illustratie GPD De eerste Idas zit beter, ligt rustiger, biedt een beter zicht en geeft meer bekijks. Van de wieg tot het graf. Zien en gezien worden. Geen zitplaats meer onbezet in de twee de klasse. Op het balkon staat en hangt een tiental treinreizigers. Met uitzicht op lege stoelen in de eerste klasse. Daar, achter een glazen deur, kun je een speld horen vallen. Serieus kijkende mannen turen er zwijgzaam uit het raam of lezen een krant. Met zicht op een overvol bal kon. „Nee, ik voel me nooit opgelaten", zegt een grijze meneer met aktentas. On derzoekende blik. „Maar voor u verder gaat. kunt u zich eigenlijk wel legitime ren?" De buurmannen geven geen krimp. Niemand die op- of omMjkt. laat staan zich in het gesprek mengt. Meneer vervolgt: „Over die volle balkons..., die zijn wel storend ja. Als ik de trein uit wil, zijn mensen vaak nog te beroerd om opzij te gaan." Voor een spontaan praatje moetje in de eerste niet zijn. „Alsjeblieft! Mensen lo pen al de gehele dag tegen me aan te ou wehoeren. Ik ben blij dat niemand zich hier met elkaar bemoeit. Geen brullend grut ook. Eigenlijk is de eerste Masse slaapverwekkend. Maar dat buit ik juist uit. Even een uur de luiken sluiten." Ze is directrice van een bioscoopbedrijf. Heeft eigenhandig de rangen in haar theater afgeschaft. „Omdat het onzin is. Er zijn mensen die graag vooraan zitten, graag opzij, anderen weer bij voorkeur achter aan. Daar kun je geen prijzen aan koppe len." Rust Het zijn vooral ambtenaren en zaken mensen die in de trein eerste Mas reizen. Ze willen rust en ruimte. Het dure kaar tje wordt meestal betaald door de baas. Niets chics aan. Alleen ouderen willen nog wel eens deftig reizen. Met hun 65- plus-kaart mogen zij tegen geringe bijbe taling een aantal keren per jaar in de eer ste klas. „En dat zie je dus. Die mensen hebben zich er gewoon helemaal voor aangekleed. Een echt uitje. Grappig is dat", meent Gerard (47). Hij is conduc teur en 'knipt' het liefst in de tweede om dat de mensen er veel sneller een praatje beginnen. Zijn vijftien jaar jongere col lega Chris vindt 'de eerste' niet meer van deze tijd. Afschaffen dus? „Nee! Het moet veel luxer. In de huidige eerste klasse zit je alleen iets lekkerder. Dat is niet voldoende. Klasse onderscheidt zich door leren fauteuils, kinderafdelin gen met video, aansluitingen voor com puters en faxen. Kortom, die nieuwste IC- plus- trein. Afschaffen... het Massever- schil moet blijven! Anders ga je mensen uit de trein weren; een werkende zaken man wil nu eenmaal niet naast joelende studenten." Chris komt graag in de eer ste. Zoals veel jongere collega's. Ze krij gen er zelden een grote mond. groeien zo gezegd een maatje groter. „Niemand die me in de eerste aanspreekt met 'hé joh'. De mensen zijn er veel beleefder. Hebbep meer het idee dat wij gastheer zijn." Mevrouw is eerste Mas verzekerd maar ligt op een tweepersoonskamer omdat de laatste eenpersoonskamer is toegewe zen aan een derdeMasser die er ernstig aan toe is. „Geeft niet", zegt ze, „als ik maar niet op zaal hoef. Zo rumoerig.Me vrouw naast haai- knikt. Een broeder draagt twee dienbladen naar binnen. Drie gangen verborgen achter roestvrij staal. Op één blad pronkt bovendien een gebakje. „Heeft u geen taartje?", vraagt de eerste-klaspatiënte aan haar buur vrouw. „Nee, ik kom van zaal." Extra's „Lullig", vindt verpleegkundige Jeanien (47). „Iedereen zou tegen bijbetaling iets extra's moeten kunnen bestellen." Maar niet iedereen kan zich extra's veroorlo ven. „Het zij zo. In de gehele maatschap pij zie je onderscheid en dat wordt ook in het ziekenhuis voortgezet. Zolang de me dische en verpleegkundige zorg voor ie dereen maar gelijk blijft," Wat dat be treft is er volgens Jeanien veel verbeterd. „Vijfentwintig jaar geleden kwam de dokter bij Massepatienten veel vaker langs dan bij ziekenfondspatiënten. Ze kregen ook veel meer aandacht. De ver pleegkundige zorg breidde zich uit tot al lerlei hand- en spandiensten. Je pelde zelfs druiven, je was een dienstmeid." Waren de boterhammen van derdeMas- sers gesmeerd, eersteklassers kregen brood in een broodmandje, boter in een boterpotje en thee in een zilveren thee servies. „Toen vond ik dat normaal, je wist niet beter." Zelf is ze tweede Mas verzekerd. Mag er niet aan denken dat ze op een zaal be land. „Klasse-patiënten zijn over het al gemeen meer ontwikkeld. Derde klas lig gen meer arbeiders die hun hele ziekte geschiedenis met jou doornemen, liefst die van de hele zaal. Bovendien is op een zaal altijd wel wat aan de hand. Ik denk liever aan m'n nachtrust." Voordat de business-class zijn champag ne krijgt geserveerd, sluit de stewardess het gordijntje dat bungelt op de grens van luxe en gewoon. Toeristen hebben namelijk nog wel eens de neiging de dure passagiers aan te gapen. En daar houdt de business niet van. weet stewardess Petra (29). „De mensen willen er rust, daar hebben ze voor betaald." Kost een treinkaartje eerste Mas de helft meer dan een tweede, in een vliegtuig betalen Mas- se-passagiers drie keer de prijs van een toeristenticket. Voor dat geld zitten ze vooraan in het vliegtuig, op bredere, ver stelbare stoelen met meer beenruimte. Bij binnenkomst krijgen ze champagne en de maaltijd kent een voorafje, echt lin nen en echte glazen. Iedereen heeft z'n eigen videoscherm en heeft keuze uit ver schillende films en binnenkort ook vi deospelletjes. En niet zichtbaar, maar volgens Petra wel merkbaar: „De lucht kwaliteit in de business-class is beter omdat er veel minder mensen in een ca bine zitten." De passagiers die business-klasse vliegen zijn doorgaans zakenmensen. Achter het gordijntje zit, veel krapper bemeten, de meute toeristen die de tic kets uit eigen zak betaalt. „Gezelliger vaak, maar ook rumoerig. In de toeris- tenMasse willen de mensen over het al gemeen meer aandacht. En omdat op geen van onze vluchten nog gerookt mag worden, gaan de rokers stevig drinken." Petra werkt graag in de business. Van wege het 'huiskamereffect'. „In de busi ness heb je 32 mensen onder je hoede in plaats van 256." En met de kapsones valt het reuze mee. Alleen passagiers die voor het eerst luxe vliegen, zijn uitermate ver velend. „Eten en drinken werkelijk alles wat ze krijgen voorgeschoteld. Gedragen zich ook anders. Maar ach. ook dat gaat over." De stoel is beschilderd met bladgoud, maar het zicht slecht. Om het hele toneel te zien, moest prinses Juliana zwaar over de balustrade leunen, waardoor haar hofdame nog minder zag. De koninMijke loge in de schouwburg mag dan een ei gen foyer, lakeienkamer, garderobe en toilet hebben, het 'volk' op de derde rang ziet meer van een voorstelling dan de ko ninMijke familie links voor. „De engelenbak" wordt het derde bal kon genoemd. Het is er hoog en warm. Twintig jaar geleden nog werden de 'ge- zetenen' via een aparte, oude grijze trap naar boven geleid. Nu lopen ze over het zelfde rode velours naar hun plaatsen als de gezetenen van de eerste en tweede rang. In dezelfde vrijetijdsMeding. Want deftig gaat geen enkele rang meer. „Tien jaar geleden kwamen de mensen nog stijlvol geMeed naar de schouwburg. Op oudj aarsavond waren de vrouwen in het lang en de mannen in smoking met sjerp en zo. Nu zijn er niet eens meer voorstel lingen op oudjaarsavond." Oorbel H. Veltrop (50) woont en werkt in de schouwburg. Ze heeft nog op haar knieën door de paden gekropen op zoek naar een oorbel van een mevrouw eerste rang. Durfde de eersteMassers nauwelijks een programmaboekje te verkopen of hun plaats te wijzen. „Ik weet mijn plaats wel", zeiden ze dan met zo'n air. „Vaak moesten ze op rij vijf. De enige met been ruimte. Daarvoor werden zelfs andere re serveringen een rij verplaatst." Die tijd is voorbij. De rangen in de schouwburg zeg gen niets meer over het milieu van de be zoekers. De voorstelling bepaalt de sfeer in het theater Operette staat garant voor een gezellig, vrijgevig publiek. Haags toneel trekt nog altijd wat 'kak' en een brullende klucht werkt als een mag neet op de volkswijken „Een tijd gele den hadden we een Zuidamerikaanse musical. Dat was echt geweldig. De hal ve zaal was geMeurd. We kregen mensen die nog nooit naar de schouwburg waren geweest. Dat vind ik nou mooi. Een thea ter is er toch voor iedereen? Voor mij mo gen de rangen afgeschaft. Wie het eerst komt, het eerst maalt." Ze is nu caissière. „Nooit gedacht." Toen ze ouvreuse was of de artiesten in de foyer hun koffie aanreikte, leek de positie van caissière onbereikbaar. „De dames in de kassa, dat waren mevrouwen. Daar keek je als een berg tegenop. Ze droegen dure kleding, praatten bekakt en maak ten de dienst uit. Pas veel later ontdekte ik dat ze helemaal niet meer verdienden. Raar hè?" Begraafplaats Hun huizen stonden op voorname plek ken. Aan brede lanen, in de rug gedekt door anonieme arbeiderswijken Meneer de fabrikant, de wijnhandelaar, arts, bur gemeester. Nu rusten zij aan de brede pa den van de begraafplaats, het volk aan de voeten. „Dit is de belangrijke hoek", zegt beheerder Van de Pas. „de bijzon dere Masse. De grafruimte is er iets lan ger en iets breder dan die van de eerste klasse die weer een paar centimeter meer ruimte heeft dan de tweede klasse." Zeker zo belangrijk als het ruimer beme ten graf, is de plek. Aan het hoofdpad, voor iedereen zichtbaar. Dat de huur van een graf in de bijzondere klasse ongeveer vijf maal hoger is dan die van de tweede klasse, deert de nabestaanden niet. Als pa of ma maar in het zicht ligt bij die an dere 'belangrijke' mensen. „In de bijzon dere klasse liggen uitsluitend mensen die zeggenschap hebben gehad over an- dgren. Mensen van aanzien." Nergens een vrouw of man uit het volk waarvan de nabestaanden vonden dat zij een bij zondere plaats verdienden. Of toch, een tje. Tegen de huizenhoge coniferen ligt de grafzerk van een 25-jarige jongen, be zweken aan drugs. Zijn vader had hem aanvankelijk tweede klas begraven, maar toen bleek dat de verzekering fors uitkeerde, werd het lichaam van de jon geman met toestemming van burge meester en wethouders opgediept en als nog 'bijzondere klasse' begraven. Status Andersom liggen er ook nauwelijks 'be langrijke mensen' tweede klasse. Van de Pas weet van een chirurg die per sé 'ge woon' begraven wilde worden, maar over het algemeen leeft status door tot in de dood. „Ze roepen allemaal dat het niet uitmaakt, maar als het uur van de waar heid daar is, komt de ware aard boven." Zelf wil Van de Pas tweede klasse liggen, maar hij stoort zich absoluut niet aan de klasseverschillen. „Als mensen dat nu willen... Het is net als met een auto. Voor de één is het een gebruiksvoorwerp, voor de ander een statussymbool. Op de be graafplaats zijn de klasseverschillen er voor de nabestaanden. Daaronder is het toch gelijk." Monique de Knegt

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1996 | | pagina 23