Er is een spel gespeeld met de oude Ruys VOC-wrak verbergt een historische schatkamer reportage 31 Achille Lauro was een varende doodskist ZATERDAG 25 NOVEMBER 1995 In de nacht van 29 op 30 november 1994 verging het cruiseschip Achille Lauro, als Willem Ruys in Vlissingen van stapel gelopen, voor de kust van Somalië. Het onder Italiaanse vlag varende schip was met duizend passagiers onderweg van Genua naar Durban in Zuid- Afrika. Een vuurzee maakte een voortijdig eind aan de trip. Veel gasten aan boord waren er van overtuigd dat de brand eenvoudig te blussen zou zijn geweest. Het heeft er alle schijn van dat het schip met opzet naar de zeebodem is gestuurd. Joke en Henk Claes maakten, samen met Mary en Sjors van Montfoort, de ramp mee. Een jaar later doen zij hun ver haal. Vier mensen die met één stem spre ken. „Het begon eigenlijk meteen al. Bij het vertrek van Schiphol had het vliegtuig door een technische storing vertraging. Bij Milaan hing dichte mist. Toen wij op de grond stonden waren de koffers zoek. Het inchecken aan de wal in Genua was een enorme puinhoop. De organisatie was een janboel. Eenmaal aan boord van de Achille Lauro was de teleurstelling groot. Het droom schip was anders. Alles vuil en vies. Niet onderhouden. Overal kapotte stoelen. Het wordt misschien toch nog wel leuk, dachten wij. Wij voeren op 19 november weg uit Genua. Bij het filmen bleek dat het schip scheef op de horizon lag. Dat kwam door de ballast, werd gezegd. Wij voeren via Israel, waar excursies op het program stonden, en het Suezkanaal. Kort na middernacht op de 29ste werden we wakker door geschreeuw en geren op de gang boven ons. Door de open patrijs poort kwam een lucht alsof ze saté aan het bakken waren. Er was iets aan de hand. De motoren lagen stil. Toen we de licht schakelaar aanraakten, bleek die onder stroom te staan. Wij renden gillend de gang op. Je reali seert je niet wat er gebeurt, wat je over komt. Je bent enorm opgewonden. 'Weg wezen hier', is het enige wat je denkt. De branddeuren waren dicht. Het was dood stil. Rook kwam door' de kieren en de noodverlichting was aan. Her en der ston den hutdeuren open. Wij dachten dat wij het alarm hadden gemist. Wij hebben een cruise-hostess wakker gemaakt en zijn met een reddingsvest aan naar het voor dek gevlucht. Rook Anderen, een dek lager, hadden twee knallen gehoord. Er was op hun deur ge bonkt door een bemanningslid in een zwembroek die alleen 'please out now' riep. Sommige passagiers waren dus wel gewekt. Op het dek hoorden wij dat er brand was. Meer niet. Wij kregen helemaal geen informatie. Op de brug zag je wat zaklampjes bewegen. De hostess zei dat alles onder controle «Sll ®8ili8§®l Het cruiseschip Achille Lauro drijft verlaten voor de kust van Somalië, 1 december 1994. fotoCorineDufka De Achille Lauro maakte al slagzij op het moment dat passagiers het schip verlie ten. foto Juan Ramon Molgor Passagiers klimmen aan boord van de tanker Hawaiian King, nadat ze de bran dende Achille Lauro hebben verlaten. foto Adrian Zabala was. De zwarte rook werd inderdaad min der en steeds witter. Wij dachten 'het gaat goed' totdat ineens de rook weer veel dik ker werd. Wij voelden het schip steeds ver der overhellen. Er gebeurde ook niets. Wij hadden een deken en een fles water. Zo stonden we daar urenlang. Van het voordek kon je naar het werkdek onder ons kijken. Daar liepen aangeklede bemanningsleden met koffers. Die waren bezig zichzelf te redden. Bij ons waren al leen de entertainment-groep en de hostes- sen. Wij begonnen te schreeuwen omdat wij voelden dat het schip zou vergaan. De hostess zei dat wij door het donkere, bran dende schip naar de achterkant moesten. Maar je kon ook buitenom naar het werk dek. Dat deden wij dus. Daar hoorden wij dat iedereen uit de kapiteinslounge naar sloep 1 moest. Wij gingen naar de derde sloep. Beman ningsleden waren paniekerig bezig. Niets werkte. Bij geen enkele reddingsboot, al leen bij sloep 1 van de kapitein. De bou ten, ringen, kettingen, alles zat vast. Ze stonden er met mokers en bijlen op te slaan terwijl er mensen in zaten. Ineens zakte zo'n sloep dan terwijl ze nog lang niet vol was. De Italiaanse bemanning sprak geen En gels. De kapitein keek toe maar deed niets. Ons bootje moest steeds terug naai de Achille Lauro om de andere sloepen los te trekken. Wij zijn voor ons gevoel wel tien keer gered. Het werd steeds riskanter. Vele uren later, zo tegen de middag, kwam de Hawaiian King, een Panamese tanker. Daar moesten wij heen. Dat leverde nog heel wat problemen op omdat ons roer ka pot was Toen wij vlakbij waren werden wij opzij gedrukt door een sloep vol Italia nen. En zij maar lachen. Die sadistische gezichten vergeten wij niet meer. Uitein delijk kwamen wij als laatsten op de tan ker. Mafia Vanaf de Hawaiian King kon je de Achille Lauro zien. Vlammen tot hoog in de he mel. Vooral vanaf het achterdek. Opeens sloeg het vuur door het hele schip Vrese lijk Even later was hij weg. Wij hebben er een heel raar gevoel aan overgehouden. Die Italiaanse kapitein zat bij ons. En maar grijnzen. Geen 'sorry' of niets. Pure mafia. Ondertussen waren er Amerikaanse mari neschepen. Van daaruit werd onze red ding georganiseerd. Wij kwamen op de SKS Spirit, een Schotse tanker met een bemanning uit de Oekraïne. Echte zeelui met discipline. Die brachten ons naar Mombassa, Kenia. In Mombassa kwam het traumateam uit Nederland aan böord. Er waren spannin gen. Agressie en vermoeidheid gaan een rol spelen. Landgenoten die op een tanker zo nodig moeten roken. WC-rollen die in eens weg zijn. Later bleek dat die als alter natief voor maandverband diénden. Bo vendien ga je, als je gered bent. ook aan materiële zaken denken. Je bent alles kwijt. Opzet Wij hebben een ramp beleefd en daar zijn wij nu nog mee bezig. Er is met opzet iets gebeurd, dat weten wij zeker. In een hotel zoeken wij nu meteen de brandtrap In de nacht schrikken wij ook ineens wakker. Italianen mogen wij niet. Die hebben ons naar het leven gestaan. Er zijn enorm veel vraagtekens. Waarom was de Achille Lauro zo slecht? Waarom helde het schip over? Waar was de beman ning toen de brand uitbrak0 Waarom wa ren die sloepen zo slecht? Waaropi duurde het uren voordat een S.O.S werd uitgezon den? Wat was de rol van die kapitein? De Achille Lauro was een varende doods kist. De kapitein is dood door schuld ten laste gelegd. Vier mensen Kwamen om, on der wie twee Nederlanders. Om die kapi tein juridisch aan te pakken moeten we via de Nederlandse ambassade in Rome iets doen. Het ministerie van buitenland se zaken doet niets. Nu hebben wij contact met de advocaat in Italië van de Duitse opvarenden Doodsbang Wij zijn doodsbang geweest. Voor anderen is het de 'Ver-van-mijn-bed-show'. Je ziet het op tv, maar daar zit glas tussen. Wij zitten met al die vraagtekens en vermoe dens. Je weet geen antwoorden en dus blijf je er mee bezig. Er is met je leven gespeeld, gesold. Mafiosi hebben geen geweten. De Achille Lauro was 50 jaar oud. De licentie liep af. Sloop zou enkele miljoenen heb ben opgeleverd. Nu betaalt de verzekering achttien miljoen. In de folders staat dat het schip was geres taureerd Die opknapbeurt bestond uit wat stukken vloerbedekking en een paar nieuwe stoelen. Er is een spel gespeeld. Op 29 november, de dag van de ramp, lagen wij een dag voor op het reisschema Dat kan niet bij een cruiseschip. Daarom den ken we dat er opzet in het spel was. We hoorden dat de voorraden aan boord on voldoende waren voor een cruise van 23 dagen. De feestverlichting was al van dek gehaald. Op 27 november liep de beman ning al 'may-day' te roepen." Mary en Sjors gaan rond de kerst op cruise in het Caribisch gebied. „Wij hebben geen angst, wel kriebels. En we gaan eerst naai de sloepen kijken". Joke en Henk wilden aanvankelijk toch nog een keer de reis Ge- nua-Durban maken Toen zij erachter kwamen dat de kapitein dezelfde was als op de Achille Lauro zagen ze daar maar van af. Carel Goseling Het VOC-schip Amsterdam in volle glorie, voor het tijdens de eerste reis voor de kust van Hastings zonk. foto GPD Kapitein Willem Klump en zijn beman ning van het VOC-schip Amsterdam zagen in 1749 een zeemans-bijgeloof beves tigd. Er waren drie vrouwen aan boord en het ongeluk bleef niet uit. Twee weken na het vertrek uit Texel waren vijftig beman ningsleden bezweken aan een geheimzin nige ziekte en kwam het schip bij de Zuidengelse kust in noodweer terecht. Klump wilde voor reparaties doorvaren naar Portsmouth, maar de bemanning muitte en vergreep zich aan de lading wijn in het schip. Bij Hastings zijn de gevolgen te zien: bij laag tij geeft het water de resten van de aan de grond gelopen Amsterdam prijs. Klump wist destijds de zilverschat aan boord voor zijn werkgever te redden. Maar in het schip bevinden zich in vrijwel ongeschonden staat de stille getuigen van het leven aan boord van een Oostindiëvaarder: servies goed, dagboeken, kanonnen, lampen en zo meer. Nederland lijkt zich niet echt te be kommeren om dit drama uit een roemrijke vaderlandse periode voorgoed boven water te halen. Een Britse archeoloog vecht voor overleving van de Amsterdam. Een obsessie wil archeoloog Peter Marsden het niet noemen. Liefde is een beter woord. „Ik houd van dat schip. De Amsterdam is uniek en mag niet verloren gaan". Met die boodschap bestookt de bescheiden oer- Britse wetenschapper al meer dan een kwart eeuw de autoriteiten in Engeland en Nederland. Marsden is verbonden aan het Shipwreck Heritage Center in de Zuidengelse bad plaats Hastings. Het houten gebouwtje aan het strand ligt zo'n drie kilometer ver wijderd van Marsdens zorgenkindje: het wrak van de Oostindiëvaarder Amster dam, de in 1748 te water gelaten trots van Neerlands Verenigde Oostindische Com pagnie (VOC). De Amsterdam was een drama en is dat ge bleven. Onder bevel van kapitein Willem Klump zou de eerste reis van deze koop vaarder met de uitrusting van een oorlogs schip naar Indonesië, China en Japan gaan. Zwaar beladen met koopwaar, pro viand en 336 opvarenden vertrok de Am sterdam 8 januari 1748 van Texel. Op 26 ja nuari eindigde de trip in noodweer en vloedgolven op de kust voor Hastings. De Amsterdam liep vast en vond zijn graf acht meter diep verzonken in drijfzand. Dat laatste bleek bijna tweeeneenhalve eeuw later geluk bij een ongeluk. Wat nu voor de kust bij Hastings bij laag tij zicht en bereikbaar- is, en blootgesteld aan de elementen, zijn de laatste restjes boven bouw. Onder het zand bevindt zich het in wendige van het schip. En volgens Mars den - en hij staat in die mening niet alleen - heeft het zand die onderbouw zo goed be schermd dat de Amsterdam nu 'de best ge conserveerde Oostindië-vaarder ter wereld is', 'een cultuurmonument van mondiale betekenis', een 'historische schatkamer'. Bureaucratie Marsden zit al 25 jaar in een actiegroep die maar één doel voor ogen heeft: de Amster dam beschermen tegen plunderaars en zor gen dat het schip wordt geborgen en in een museum terechtkomt. Totnogtoe liepen zijn inspanningen dood op juridische, bu reaucratische en financiële obstakels. Deze zomer luidde de archeoloog de noodklok. Er is nauwelijks zeewering bij Hastings. Om de kust toch tegen het op dringende zeewater te beschermen worden dammen van grote rotsblokken aange bracht. „Deze maand worden de eerste zestigdui zend ton rotsblokken uit Frankrijk aange voerd en in zee gestort. De Amsterdam wordt tot op honderd meter benaderd met deze zeewering. Gevolg kan zijn dat door veranderde stroming het zandbed waarin de Amsterdam rust wordt aangetast en daarmee de bescherming", aldus Marsden. Een uitvoerig rapport van hem belandde deze zomer op de burelen van het departe ment voor nationale cultuur in Londen. Maar dat zegt geen actie te kunnen onder nemen. De Amsterdam is en blijft eigen dom van de Nederlandse regering omdat het wrak vijftig meter buiten de eb-hjn ligt. Binnen die waterlijn vallen (land)objecten onder Engels beheer en verantwoordelijk heid, zo zegt de wet. De Amsterdam geniet alleen bescherming op grond van de wet op scheepswrakken; vandaar de bordjes op het strand die aangeven dat plunderen ver boden en strafbaar is. „Wij gaan natuurlijk niet betalen voor de eigendommen van een ander", zegt minis terieel woordvoerder Griffith op de vraag waarom de Engelse regering geen actie on derneemt om het wrak te lichten. Een ber- gings- en conserveringsoperatie vergt tien tallen miljoenen guldens. Waarom zou de Engelse belastingbetaler daarvoor moeten opdraaien, is zijn retorische vraag. Schat Griffith zegt dat in juli een brief aan het Ne derlandse ministerie van Onderwijs, Cul tuur en Wetenschappen (OCW) is gestuurd met onder meer de van Marsden afkom stige informatie over de huidige toestand van de Amsterdam. Ook de conclusies van de Engelse Rijkswaterstaat zijn toege voegd. Die verklaren misschien het weinig daad krachtige schriftelijke antwoord - „we be raden ons op de kwestie" - van Den Haag. Volgens de Engelse dienst is het namelijk niet uitgesloten dat de te bouwen zeewe ring juist verdere aantasting van de Am sterdam tegengaat. Een mening overigens die wordt gedeeld door archeoloog dr Jerzy Gawronski, ver bonden aan de stichting VOC-schip Am sterdam. Gawronski promoveerde in 1994 op het proefschrift De Hollajidia en De Am sterdam: twee schepen en een bedrijf. Net als de Amsterdam verging ook de Hollan- dia op de eerste reis. Aan gegevens zal het Gawronski niet hebben ontbroken, want tien j aai- geleden was hij betrokken bij het uitgraven van een deel van het wrak, wat een schat aan studiemateriaal opleverde, „Bij ons onderzoek hebben we kunnen zien dat de plek waar de Amsterdam ligt altijd al aan erosie onderhevig is geweest. Het is dus niet uitgesloten dat de nieuwe zeewe ring het VOC-schip juist tegen de werking van de zee zou kunnen beschermen", be toogt hij. Gawronski en zijn stichting VOC-schip Amsterdam hebben een ambitieus plan om het schip te bergen. Het zou onder water 'ingepakt' moeten worden en naar Neder land gesleept, om daar in een soort aqua rium tentoongesteld te worden. Het pu bliek kan dan zien hoe duikers in het wrak aan het werk zijn. Geld Probleem is echter dat voor deze commer ciële onderneming (die naar zijn schatting overeen reeks van jaren 150 miljoen gulden investeringen vergt) nog onvoldoende sponsorgelden beschikbaar zijn. Over en weer zeggen beide wetenschappers goede betrekkingen met elkaar te onderhouden. Maar Marsden heeft vanwege de dreigende teloorgang van de Amsterdam meer haast, zegt dat de operatie in Hastings uitvoeren goedkoper is. Volgens hem zou het veel effi ciënter zijn als de Nederlandse regering de eigendomsrechten overdraagt aan een En gelse stichting, waarin bijvoorbeeld de stichting Amsterdam deelneemt. In dat geval, zo betoogt hij, is er ook een kans dat er fondsen uit de Engelse lotto- pot voor culturele projecten beschikbaar komen voor de berging van het VOC-schip. En tenslotte betoogt hij dat de berging en tentoonstelling van het oorlogsschip Mary Rose in Plymouth bewijst dat succesvolle commerciële exploitatie mogelijk is. Gawronski draait het liever om. „Waar wij met het ministerie van OCW over praten is niet het zomaar weggeven. Anders wordt het yel erg moeilijk om in Nederland spon sors te vinden. Vooralsnog zeg ik dat het hier gaat om een Nëderlands cultureel erf goed. Beheer en behoud kunnen ook gedra gen worden door een Nederlandse organi satie. Er kan een vorm van overdracht zijn waarin de Engelsen participeren. Ik heb dat ook met Marsden besproken, bijvoor beeld dat hij een soort concierge zou zijn, het wrak bewaken, totdat wij volgend jaar of het jaar daarop verder gaan met onder zoek en eventueel berging." Hans Geleijnse

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 31