Een gedachte kun je niet pakken i PZC Lezingen over Britse componist Purcell De enige autoriteit Objecten van Harry Hutjens Von Brucken Fock in de herkansing Boeiende vertelling, in Spaanse traditie kunst cultuur 13 Peter Terhorst in galerie Van den Berge )d exposities 199! VRIJDAG 10 NOVEMBER 1995 van onze verslaggever MIDDELBURG - Het is dit jaar drie eeuwen geleden dat de Engelse componist Henry Purcell (1659-1695) is overle den. Hij wordt tot de belang rijkste componisten van de tweede helft van de zeventien de eeuw gerekend, maar is merkwaardig genoeg ook een van de onbekendste. De laat ste jaren pas komt een groot gedeelte van zijn oeuvre be schikbaar voor de muzieklief hebber. Ter gelegenheid van het Purcell-jaar houdt de Mid delburgse musicus en muziek criticus Leen de Broekert op de vrijdagen 17 en 24 novem ber in de Zeeuwse Bibliotheek in Middelburg twee lezingen over het werk van de Engelse componist. Over Purcells levensloop is weinig bekend. Zeker is dat hij in roerige tijden leefde en werk te in Londen, op een steenworp afstand van Whitehall en West minster Abbey. Hij maakte de beruchte pestepidemie mee, de grote brand van 1666 en de re geringsperioden van Charles H, James n en de Nederlands/ Engelse koning Willem Hl. In twintig jaar tijd componeerde hij een indrukwekkend oeuvre. Leen de Broekert studeerde piano en orgel aan het Konink lijk Conservatorium in Den Haag en bekwaamde zich te vens op klavecimbel en forte piano. Hij is organist van de Koorkerk in Middelburg, do cent aan de Zeeuwse Muziek school en recensent voor de PZC. In zijn lezingen besteedt hij aandacht aan Purcells reli gieuze muziek, odes welco me songs, opera en semi-ope- ra's, theatermuziek en instru mentale muziek. De lezingen in de aula van de Zeeuwse Biblio theek worden gehouden op vrijdag 17 en 24 november om 20 uur. idoor Nico Out 77» en losse gedachte noemt Peter Ter- Cj horst zijn tentoonstelling in Gale rie Van de Berge in Goes. De titel geeft het thema aan dat hem steeds opnieuw tot zeer uiteenlopende werken voert. Niet dat denken hetzelfde is als los zand, maar het kan vele vormen aanne men. Is het denken over het denken niet het werkterrein van filosofen? Wat kan een kunstenaar daar nu over te melden hebben? Sinds het begin van de eeuw is het aan tal thema's dat kunstenaars aanpak ken gegroeid, net als de vormen waarin hun visie gieten. De visuele werke lijkheid, opvattingen over leven en dood, schoonheid, gevoelens en erva ringen zijn niet meer de enige onderwer pen. Kunstenaars bezinnen zich over alles wat zich voordoet. En omdat de mens zich juist door zijn vermogen om te denken onderscheidt van andere le vende wezens, is dat thema van wezen lijk belang. Hoewel, wat voegt Terhorst toe aan lijn gedachten over het denken? Waar leidt dat toe? Denken is toch gewoon...? ?ja, en dan blijf ik het antwoord schul- lig. Terwijl ik het toch dagelijks doe. !en logische redenering opzetten? As- lociëren, combineren, deduceren? Ik reet het: denken is leren begrijpen, iaar, sommige mensen denken wel, tonder de intentie om te begrijpen, •enken is zoeken naar argumenten oor het eigen standpunt. Stilstaan jTerhorst zet alleen door zijn thema al kan stil te staan bij een dagelijkse be- jzigheid. Wat hij toevoegt? Ik bekijk een Ifotoreeks. Negen foto's van vage beel dden. Het lijken foto's van een TV- lscherm met storing. Er valt geen touw [aan vast te knopen. In het midden on- Iderscheidt zich één foto van de rest. In tiet grijs is een vaag beeld zichtbaar: teen achterovervallende vrouw. Deze ■verbeelding van gedachten wijst op het Jproces: uit de ruis in ons hoofd kan plot- ■seling iets ontstaan. Maar wat moet ik met een vallende vrouw? Daar heb ik Eén van de vlocrbeelden van Peter Terhorst die bij Galerie Van de Berge te zien zijn. toch niet om gevraagd? Ik veronderstel dat Terhorst aangeeft dat gedachten zich kunnen aandienen, zonder datje er bewust om vraagt. Vervolgens houd ik mij bezig met veer tien vierkante platen die op de vloer lig gen. Op elke plaat is iets te zien. Eén is er voorzien van steenkool, een andere is oranje geschilderd en dient als drager voor een uitgehold brood. Er zijn ook vierkanten zonder plank. Een hoopje fijn zand, met twee minuscule pop petjes. Een verzameling kiezels met beeldje van een op haar buik liggende zonaanbidster. Op enige afstand van haar ligt een plastic spin. Elk vierkant eilandje is verschillend. Het beeld heet: 'Ik denk aan jou en aan niets anders'. Nu valt alles op zijn plaats. Op de vloer ligt de verbeelding van de onmogelijk heid een gedachte vast te houden. En tegelijkertijd komt de vraag op wat het 'denken aan jou' eigenlijk inhoudt. Als we aannemen dat de liggende vrouw wordt bedoeld, gaan de gedachten dan uit naar haar lichaam, de mens die zij is, een met haar gevoerde conversatie (en welke conversatie dan?), een gezamen lijke wandeling, de chocoladepoppen die ik met haar opsnoepte of onze droom om samen verre reizen te maken. Of volgen al de gedachten elkaar op? foto Willem Mieras Ik zet mij op een bankje, waarnaast aan beide zijden een sinaasappelboompje staat. In mijn blikrichting zie ik een blok was op een dun metalen frame staan. Over het blok hangt een gordijn, dat de voorzijde vrijlaat zodat een vage afbeelding van een landschap zicht baar is. Was is kneedbaar als gedach ten. Uit die onbenoembare massa doemt dan dat landschapsbeeld op. Maar het gordijn van de tijd kan op elk moment de gedachte weer verhullen. Misschien is denken toch meer te verge lijken met los zand dan ik dacht. Door zijn beelden heeft Terhorst mij verder gebracht. Zonder dat ik mij heb ver diept in de filosofische scholen die in zijn werk Sprach Insel via de getekende monden van hun geïsoleerde vertegen woordigers worden aangeduid. Er is niet betoogd, niet uitgelegd. Denken is iets wat iedereen kan, mits hij de tijd neemt zijn hersens te gebruiken. Stil staan bij het denken leidt tot het rela tiveren van standpunten. Als gedach ten kunnen vervliegen is dat dan ook niet zo met waarheid? Dat weet ik nog zo net niet. U wel? Behalve de solo-expositie van Peter Terhorst toont Van den Berge in de ach terzaal Momentopname. Een selectie van werk van vier kunstenaars die re gelmatig in de galerie tentoonstellen. Door Roel Achterbergs gezeefdrukte teksten over alledaagse en verheven onderwerpen schemeren vlekken heen. Het geschilderde fond lijkt net zoals de conversatie een moment uit een stroom. Achterberg etaleert wat men sen zeggen (en denken) en verwijst zo wel naar complexiteit als naar onbenul. Zijn licht cynische spiegel bevalt mij. Net als de landschappen van Mark de Weijer. Het zijn stereotiepe composi ties. Maar de huid van het schilderij leeft. Zijn werk roept de vraag op naai de aard van een schilderij. En juist om dat een standaard compositie zo'n fraai doek oplevert geeft hij ook antwoord: het gaat (hem) om het schilderen. Mar cel van Eeden's tekeningen, altijd op een staand formaat van 19 bij 14 cm, to nen lijnen en vlakken. Subtiel en krach tig getekend, zijn het beelden van her innering. Van Eeden tekent immers al tijd naar andere afbeeldingen. Hij maakt zich daarmee een verleden ei gen, dat hij desondanks niet kan (be- tgrijpen. Ton van Kints gezaagde en ge niete tekeningen, er hangt er één, zijn een synthese van destructie en con structie. De puzzelstukken zijn met nietjes weer aan elkaar gezet. Eenvoud en raffinement gaan in zijn werk hand in hand. Peter Terhorst, 'Een losse gedachte'. 'Mo mentopname', werk van Roel Achterberg, Marcel van Eeden. Ton van Kints en Mark de Weijer. Galerie van den Berge. Goes. Tot en met 25 november. rrtijdens de Week van het Zeeuivse Boek laat de PZC T dagelijks een schrijver aan het ivoord over de rol die Zeeland speelt in zijn of haar werk. Vandaag: Meindert Inderwisch, schrijver te Vlissingen. In 1985 debuteerde hij met zijn poëziebundel Romantische ge dichten Nijgh Van Ditmar). Vier jaar later kioam, nadat hij was verhuisd naar uitgeverij Contact, zijn volgende dichtbundel Het comfort van een vertrouwde minnaar uit. In 1992 volgde de novelle De discipline van de leugen, een jaar later de verhalenroman Ellen dige Sex. Inderwisch werkt momenteel aan zijn derde prozawerk Ontrouxv. Mijn bundel Romanti sche Gedichten begint Aan Zee, waarmee ik mijn sterkste invloed meteen neerzet. Het water, het strand, de lucht is een décor dat mij zeer bekoort. Ik heb bijna altijd in Vlissingen ge woond, de zee past bij mij. Toen ik in Tilburg studeer de, vermoedde ik zee achter de bossen. Ik ben nu een maal geen bos- en hei-type. Het mooie van de zee is dat het water geen beperkingen kent, alles is nog open. Lucht en zee suggereren grenzeloosheid. Mijn gedichten zijn overwe gend zwaarmoedig, maar dat heeft met mezelf te ma ken. niet met het décor. De kustlijn van Walcheren - nou ja, laten we de grens bij Dishoek trekken - is één van de mooiste plaatsen op de wereld. Een gebied dat me adem schenkt. Ik heb ergens gelezen dat de zee geen ge heugen heeft, wat ik bijzon der aangenaam vind want dat maakt haar elke dag op nieuw vrij voor een nieuwe interpretatie. De zee is - als ik me laat meesleuren door de golven - de enige autori teit die ik accepteer. Omdat de zee niets met mij voor heeft en mij ook niet lastig valt. In Het comfort van een ver trouwde minnaar en De dis cipline van de leugen speelt Zeeland geen rol, des te meer in Ellendige Sex, de roman die de negatieve zijde van mijn seksuele ontwikkeling schetst, en in mijn nieuwe boek Ontrouw. Ik leef in Vlis singen, ben nu eenmaal een autobiografisch schrijver, dus waarom zou ik plaatsen en namen wijzigen? Je moet schrijven over dingen waar over je kan meepraten, niet teveel bedenken. Natuurlijk vraag ik de mensen die in mijn boeken voorkomen of ze bezwaar hebben tegen het gebruik van hun naam. Als ik daar geen zin in heb, geef ik ze automatisch een pseu doniem. Mensen in mijn om geving moeten er wel reke ning mee houden dat ze op mijn bladzijden kunnen be landen. Overigens ben ik in mijn werk het meest genade loos voor mezelf, maar het is de verantwoordelijkheid van anderen wat ze tegen me zeggen en hoe ze zich tegen over mij gedragen. Meindert Inderwisch. Een object van edelsmid Arno Hutjens. foto Willem Mieras Goese edelsmid exposeert in Arnhem van onze verslaggever GOES - Niet elke edelsmid is ook een kunstenaar, vindt Harry Hutjens. Niet alleen omdat de wet be paalt dat een kunstenaar onder meer een erkende opleiding heeft gevolgd, is aangesloten bij een vereniging van kunstenaars èn van zijn werk leeft, maar vooral omdat niet iedere edelsmid ob jecten maakt waar een idee achter zit. Hutjens, edelsmid in Goes, doet dat wel. „De vox-men die ik maak zijn niet zomaar uit de lucht gegrepen." Vanaf volgende week neemt hij deel aan een expo sitie van draagbare objecten in het Sonsbeekpa- viljoen in Arnhem. Hutjens' edelsmederij is gevestigd in het centrum van Goes. Een klein, exclusief juwelierswinkeltje, zo lijkt het op het eerste gezicht. Dat er ook het atelier van een kunstenaar is gevestigd, komt bij niemand op. „Mensen denken vaak aan het rin getje en het oorbelletje", verklaart Hutjens. „Maai er zit meer achter. De meeste kunstwerken maak ik in opdracht en die zien de mensen niet. 'Doe je nog wel eens wat?', vragen ze me dan. want ze zien alleen de winkel." Hij volgde een opleiding als goud- en zilversmid aan de Vakschool in Schoonhoven en doorliep de kunstacademie in Maastricht. Hutjens maakt wat hij zelf noemt objecten. Soms zijn het overduide lijk sieraden en spreekt hij bijvoorbeeld van 'hals objecten' of 'schouderobjecten'. Andere keren zijn het eerder sculpturen, soms twee meter hoog, waarvan wel zijn vaardigheid als edelsmid op een of andere manier is af te lezen. Associaties Zijn werk is duidelijk herkenbaar, vindt hij zelf. door de fijne, fragiele vormen, vaak driehoekig of langwerpig, die tegelijkertijd een sterke indruk maken. Het zijn vaak associaties op bestaande af beeldingen. Zo is zijn sieradenserie 'Whisper' - die landelijk bekend is en dus ook veelvuldig geko pieerd - gebaseerd op de dwarsdoorsnede van een tand. Voor andere ontwerpen was een kruisboog, het schilderwerk van Piet Mondriaan, of de licht val op een Citroen het uitgangspunt. Regelmatig werkt Hutjens samen met anderen. Volgende week zaterdag begint in het Arnhemse Sonsbeekpaviljoen een tentoonstelling met werk van dertien Nederlandse edelsmeden en vormge vers, waarvoor hij samenwerkte met de Goese kun stenaar George Schade. Als thema koos Hutjens voor ritme. Zijn ontwerpen laten herhalingen van vormen zien, onderbrekingen en variaties in leng te, net als het ritme in een muziekstuk. Voor de presentatie maakte Schade bijbehorende karton- reliefs, waarin de vorm van het sieraad terugkeert. Ook andersom bestaat een wisselwerking. Voor de expositie Is dat een sieraad?, die in januari in Al melo begint, werkt Hutjens aan een verbeelding in zilver en goud van de vormprincipes die Schade hanteerde bij het maken van zijn kunstseries Time en New York. Foto's In Almelo zullen ook objecten te zien zijn die Hutjens baseerde op foto's van fotograaf Fred Me- we: associaties op vrouwelijke naaktportretten. De sieraden worden in een soort kijkdoos tentoon gesteld met op de achtergrond de foto's, zodat de link duidelijk wordt. „Omdat het object in een aan tal stappen wordt ontworpen, is de relatie met de oorsprong niet op het eerste gezicht duidelijk", al dus Hutjens. „Als ik het aan mensen vertel, zien ze het wel natuurlijk De exposities leveren Hutjens erkenning op als ontwerper en doen beseffen - hoopt hij - dat zijn kunst niet alleen in galeries en musea te verkrijgen is, maai- ook in zijn eigen 'workshop'. Uiteindelijk hebben alle activiteiten, ook de werkzaamheden voor de mede door hem opgerichte Nederlandse Edelsmeden Vereniging, één doel: „Het streven naar kunstkwaliteit." Sculpturen en draagbare objecten, onder meer van Harry Hutjens, in het Sonsbeekpaviljoen, Tellegenlaan 3, Arn hem. van 18 nov tlm 22 dec, van 13 tot 17 uur. VLISSINGEN, St. Jacobskerk Het Zeeuws Orkest en het Zeeuws Philhamionisch Koor met medewer king van Miranda van Kralingen (so praan), Marga Ockhuyzen (alt), Ha- rald Quaaden (tenor) en Hans van Heiningen (bariton), het geheel olv Ernst van Tiel Werken van Gerard von Brucken Fock en Edvard Grieg door Kees Cijsouw Je kunt moeilijk zeggen dat het concertleven overvoerd wordt met werk van die roman tische muziekmaker van Mid delburgse komaf, Gerard von Brucken Fock. De afgelopen veertig jaar bijvoorbeeld kwam in deze provincie maar af en toe werk van hem tot klinken, en de herdenking in 1954 van slacht offers een jaar na de waters noodramp daargelaten, gebeur de dat overwegend bij aan hem zelf gewijde herdenkingen: tien jaar geleden, bij zijn vijftigste sterfdag en dit najaar, zestig jaar na zijn dood dus. Hoewel tijdgenoten, musici als Mengelberg en Julius Röntgen zich waarderend over de compo nist hebben uitgelaten, lijkt het me zeer de vraag of zich. buiten een periodieke herdenking in de ze provincie, ooit een breed Von Brucken Fock-revival zal voor doen. Daarvoor mist veel van zijn muziek de allure. Wat ik deels live, deels via de radio van hem heb gehoord aan piano werkjes, koorcomposities en gis teren dus de combinatie koor. orkest, solisten in 'De Schelde' en een part Requiem herinnert me aan een uitspraak die ooit is over Brahms is gedaan: 'De sym fonieën van Brahms zijn als zo merdagen in november: mooi, maar nutteloos.' Even afgezien van de juistheid van die uitspraak: de muziek van Von Brucken Fock staat in derdaad achterstevoren in de tijd. Dat, en het gebruik van ro mantisch gezwollen teksten in bijvoorbeeld De Schelde zou voor de appreciatie van zijn werk geen probleem hoeven te zijn, als die muziek zelf een ster ke persoonlijkheid uitstraalde. Die miste ik echter, in veel van zijn als keuvelend ervaren pia nostukken en ook in De Schelde. Een bevredigend, avondvullend programma met uitsluitend zijn werk lijkt me moeilijk samen te stellen. Begrijpelijk is dan ook de keuze, bij twee van de concer ten, koormuziek van Von Bruc ken Fock en Mendelssohn te combineren of - zoals deze week bij Zeeuws koor en orkest - met Griegs spetterende, kleurrijke toneelmuziek bij Peer Gynt. Ha chelijk is het ook: in beide geval len waren voor deze luisteraar althans de anderen de compo nisten met de sterkste greep op de materie. Aan de waarde van de herdenking zelf doet die be vinding overigens niet af: de in druk kan immers alleen worden geformuleerd doordat Von Brucken Fock tot klinken kwam. Nieuwsgierig was ik naar de Se- quentia uit zijn Requiem, dat geldt als een wel gelukte greep op de grote vorm. Het bleek, voor mij althans, muziek die een vonk van buitenaf nodig heeft: ik kan me voorstellen dat het werk in een emotioneel geladen setting als een rampherdenking indruk maakt. Gisteren, op een doordeweekse dag, bleef bij mij echter vooral de indruk achter van ceremoniële inplaats van doorleefde muziek. Daar konden een adquaat solistenkwartet, een prima en fraai in balans zin gend koor en een dirigent die de dynamische contrasten in de muziek onderkende weinig aan veranderen. Je vraagt je af of Von Brucken Fock zijn intenties wel in klank heeft kunnen van gen. Dat dit Grieg wel - en royaal - lukte in zijn toneelmuziek bij Peer Gynt - daar hoeft geen en kele twijfel over te bestaan. De overwegend geslaagde uitvoe ring gisteren maakte ook nog eens duidelijk hoeveel deze toch al zo rijk geïnstrumenteerde en sprankelende partituur wint als ze met koor en solisten wordt vertolkt. Een feest voor het oor was het. De enige instabiele fac tor erin was soms het orkest, dat de verstilde delen niet altijd even subtiel speelde, al nam men aan het slot fraai revanche. Maar het geheel klonk orke straal aanstekelijk, het koor was opnieuw voortreffelijk op dreef. Van Tiel bleek een onderhou dend verteller en Miranda van Kralingen stal voor mij met een prachtige zilveren, ongeforceer de stem de show. Veel bijval, na Grieg. Het programma klinkt zater dagavond in de Middelburgse Concertzaal en 's middags gaat Grieg tijdens een jeugdconcert. De vaste collectie van het blik museum De Blikvanger in Re- nesse is tot 6 januari uitgebreid met een expositie van kersstal letjes. Deze mini-stalletjes zijn eigendom van mevrouw Willy Kaland uit Serooskerke (Wal cheren). Het kleinste stalletje is ongeveer zo groot als een halve walnoot, het grootste is ge maakt van een kalebas. Voorts stelde de familie J. Simons uit Haamstede een ongeveer 50 jaar oude kerstbeeldengroep be schikbaar. Eén vitrine is geheel gevuld met Santons. Dit zijn Zuidfranse beeldjes waarmee een kerstlegende wordt uitge beeld. Bethlehem zou daarbij in Zuid-Frankrijk liggen. Elk beeldje vertegenwoordigt een beroepsgroep. Het museum is geopend op dinsdag en vrijdag van 10.00 tot 12.00 uur en boven dien op de zondagen 10 en 24 de cember van 11.00 tot 15.00 uur. In de hal van scholengemeen schap Het Goese Lyceum in Goes zijn deze maand werken tentoongesteld vane heer Hage naar. Deze oud-docent expo seert een aantal olieverfschilde rijen met verschillende onder werpen. De tentoonstelling is op werkdagen te bezoeken (ingang Van Dusseldorpstraat 78) tussen 9.00 en 16.00 uur. Galerie Molenwater in Middel burg stelt onder de titel Voor beeld werk tentoon van Hendri van der Putten. De opening van de expositie is zaterdag om 17.00 uur en daarna kunnen geïnteres seerden zondag 12 en vervolgens van donderdag 16 tot en met zondag 19 november terecht tus sen 14.30 en 18.00 uur. Schilderijen n Fons van Gin- deren uit Essen hangen tot en met 1 december in het gemeen tehuis in Kapelle. Bezoekers zijn alle werkdagen welkom tussen 8.30 en 12.00 uur en tussen 13.00 en 16.00 uur. In Het Markiezenhof in Bergen op Zoom begint zaterdag een ex positie van Hans Luiken. Met behulp van collagetechnieken knipt, plakt, scheurt en schil dert deze kunstenaar uit oude voorstellingen nieuwe beelden, uitgaande van zijn optiek: alles is tijdelijk en probeer dat maar niet te ontkennen. Hans Luiken gaat bij het vervaardigen van deze werken steeds uit van één voorstelling: het profiel van het gelaat van de geliefde vrouw die uit zijn leven is verdwenen. Zo probeert hij het verdriet over dit verlies te verwerken. De exposi tie is te zien tot en met 7 januari van dinsdag tot en met zondag tussen 14.00 en 17.00 uur. Het overzicht van de lopende exposities is te vinden op pa gina 15. GOES, 't Beest 'Hemelse woorden', van Rarnón Ma ria Del Valle Inclan. door Theater De Korre, met Jan Steen, Antje De Boeck. Wim Willaert en Ianka Fleer- ackers Regie van Bob de Moor. door Willem Nijssen Als jongetje, goed katholiek opgevoed, herinner ik mij openmondig aangehoorde, wonderbaarlijke verhalen (vaak van oudere vrouwen) die met een ruwe kwinkslag (vaak van een man) in het belachelij ke werden getrokken. Verhalen over pastoors die met heilige voorwerpen in sloten waren be land en waar op die plek nog ja ren een licht boven het water had gezweefd. Die pastoor had dan zeker...enzovoorts. Heilige verontwaardiging haalde het verhaal weer terug naar het se rieuze. En dat op zijn mooist een paar keer heen en weer. Want prachtig vond ik het. die dynamiek van heilig naar lullig en weer terug. Zoiets kan haast alleen maar in de volksmond, en wat de charme aan die verhalen geeft, is die ingebouwde neiging van het intense om óm te slaan in het dwaze. Je kunt zo van twee walletjes tegelijk eten. Het verhevene proeven, en het luch thartig opnemen. Zo ongeveer heeft Theater De Korre een verhaal van de nauwe lijks bekende Spaanse schrijver Ramón Maria Del Valle Inclan naverteld. 'Hemelse woorden' gaat over een mismaakt jongetje wiens moeder, die hem langs alle kermissen zeulde, plotseling sterft. Nog terwijl de gestorvene boven de grond staat, breekt in de familie de twist uit over wie dat winstgevende gedrochtje mag erven. En als de pinnige en geslepen schoolzuster Maria Gail a er dan tenslotte uiterst lu cratief mee op pad gaat, heeft ze onder het kermisvolk al gauw een liefje. Stof genoeg voor een kleurrijk verhaal, vol valse moraliteit van afgunstige dorpelingen en vol blinde woede van een jaloerse echtgenoot. Met op de koop toe een bovennatuurlijk voorval. Realistisch gespeeld wordt het een draak, maar met een niet mis te verstane ondertoon ver teld kan het een juweeltje wor den. Omdat het dan een eigen dynamiek krijgt. Zo brengt Theater De Korre het verhaal onder de mensen. Geze ten in een levensgrote 'poppen kast' wordt het verteld door vier spelers, waarvan twee een vaste rol hebben en twee anderen steeds weer iemand anders zijn. In dik aangezette emoties, vol ironie gespeeld, af en toe onder broken door volstrekt niet ter zake doende opmerkingen. 'Dat decor hebben we dus niet' en 'Hier moet eigenlijk een mu- ziekske tussen de scènes'. Dat voortdurend afstand nemen van het verhaal brengt adem. humor. De tragiek is het opge legde pandoer van de slechtheid van de mensen, de goeden niet uitgezonderd. Achter naasten liefde zit winstbejag. Achter de sociale controle zit afgunst en geile nieuwsgierigheid. Het is al tijd zo geweest, en het zal altijd zo zijn. Dat is onverkoopbaar oud nieuws. Maar het krijgt door de ingehouden izelftspot waar mee de vertellers hun aandeel le veren, even een fris jasje aan. Jan Steen met zijn uitgestreken maar expressieve gezicht (eigen lijk is elke vezel van zijn lijf vol uitdrukking.) is de spil van de vertellersgroep, maar naast hem leveren alle drie anderen ook fraaie staaltjes van onderkoeld melodrama. 'Hemelse woorden' is van Spaans bloed, vol van sporen uit een grootse, Don Quichotterige verteltraditie. Die wordt met zo'n vertolking al le eer gedaan. Lezing over Zeeland en VOC MIDDELBURG - Dr L. J. Wage naar, conservator van het Am sterdams Historisch Museum, houdt donderdag een lezing over Zeeland en de VOC in het atelier van het Zeeuws Museum (ingang Korte Burg 2) in Middel burg. De uiteenzetting begint om 20.00 uur. Lodewijk Wagenaar studeerde nieuwe en theoretische geschie denis in Amsterdam. Zijn be langstelling voor de Verenigde Oostindische Compagnie da teert van 1980, toen hij de op dracht kreeg tot het maken van een tentoonstelling over de ban den tussen de Nederlanden en Ceylon in Colombo. Sindsdien heeft hij zich op uiteenlopende terreinen beziggehouden met de VOC. (Advertentie) Misdaad In de aanbieding Er bestaat niet alleen een nette maar ook nog goedkope manier om met justitie in aanraking te ko men. Verleden en heden van ge recht en gevang in Zeeland zijn te boek gesteld in de door Jacques Cats samengestelde dubbeluitga- ve 'Voor het hekje' en 'Achter het hekje'. Misdaad boeit. Vele pagi na's vol achtergronden en annek- dotes. Plus informatie over de nieuwe gebouwen van de recht bank en gevangeniswezen. Ter gelgenheid van de Week van het Zeeuwse boek - en verder zolang de voorraad strekt - is de uitgave voor 7,50 verkrijgbaar. Fanoy, Van Benthem Jutting, Middelburg: De Ruiter, Van de Hoeven, Bikker. Vlissingen; Hu- son, Oost-Souburg; De Koperen Tuin, Goes.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 39