Geen lijf voor hockey Op weg naar de wereldtop Noor Holsboer Bert de Jonge en Erwin Simpelaar PZC VRIJDAG 10 NOVEMBER 1995 sport scholing die hij bij Frans Maas (versprin ger uit Goes) krijgt. Bij John IJzermans is hij op medisch gebied in goede handen en bij het Cios zit hij in de topsportklas. Hij heeft de sleutel van het krachthonk van de atletiekbaan en hij zit in het High-Five team. Een atleet die hogerop wil, is er bij gebaat als hij dichtbij huis uitgebreide trainingsfaciliteiten heeft. Daarin zijn we redelijk geslaagd." Verder van huis timmert Erwin Simpelaar ook aan de weg en dat blijft niet onopge merkt. Deze week nog kreeg hij te horen dat hij is opgenomen in het Mars-plan van de atletiekunie (KNAU), waarmee hij een plaats heeft vergaard in het selecte gezel schap van Nederlandse talenten. Op aller lei gebied kan hij in de toekomst steun van de KNAU verwachten. Autoriteit Vorig seizoen kreeg hij al de bevestiging een talent te zijn. toen hij uitgenodigd werd voor het BOK-project. Intussen heeft Simpelaar samen met de nationale werp-elite Corrie de Bruin. Jacqueline Goormachtigh. Mike van de Bilt (Neder lands recordhouder discuswerpen bij de A- junioren met 61.22 meten een aantal bij eenkomsten van het BOK-project ge volgd. waarin zijn werptechniek uitgeplo zen werd door wetenschappers. ..De voor hem ideale afstoothoek en aanschuifaf- stand tot in het midden van de ring kun nen berekend worden. En dat gebeurt er ook bij die bijeenkomsten van het BOK. Een groepje wetenschappers maakt twee dimensionale, binnenkort zelfs driedi mensionale. beeldopnames van de bewe gingen. Klaus Bartomietz uit Mainz is er bij betrokken. Hij is een autoriteit op het gebied van bio-mechanica. Hij heeft met Lars Riedel gewerkt en met Astrid Kum- bernuss. de Duitse kogelstootster die goud won op het EK onlangs in Góte- borg." Net als de andere trainers van de topwer- pers stapelt Bert de Jonge alle informatie op die tijdens het BOK-project naar voren komen. ..Daar komen veel nieuwe dingen aan het licht. De trainers worden nauw bij de evaluatie betrokken, maar als het aan mij ligt zouden we daarna onderling nog meer met elkaar kunnen overleggen." De gedrevenheid van Bert de Jonge is aanstekelijk. Zeker als het gaat om pupil len als Erwin Simpelaar bij wie de vonk vier jaar geleden al is overgeslagen. „Het is natuurlijk ideaal om met Erwin te werken, maar ik geniet er ook veel van als Maritza op 't Hof en Robin Raithel zich inzetten voor de werptrainmg en merken dat ze vooruitgaan. Ik zie in Zeeland echt meer talentjes rondlopen en ik hoop dat die niet te lang wachten om voor hun favo riete discipline te kiezen. Misschien komt het er van dat Erwin eens een aantal pro vinciegenoten zal stimuleren. Dat zou mooi zijn De Jonge betreurt het dat hij zelf pas als 21-jarige serieus met atletiek is begonnen Daarvoor was hij fanatiek handballer bij GSC in Goes en EMM in Middelburg. ..Het zou goed kunnen dat ik daarom zo hamei- op een vroege keuze voor een atletiek-on- derdeel. Ik weet natuurlijk niet of ik nog net zo veel plezier in het trainen had ge had, als ik al als tienjarige mijn hart had verpand aan atletiek. Maar ik denk van wel. Het is de sport waarin ik alles terug vind." Recordhouder Maar ook al was De Jonge in de atletiek een laatbloeier, hij is nog steeds Zeeuws recordhouder discus (49.58) bij de senio ren en nog niet zo lang geleden door zijn 'leerling' teruggeworpen als Zeeuws re cordhouder kogelstoten (15.64 meter). „Maar daarom rouw ik niet, in tegendeel zelfs, ik zou willen dat er veel vaker een Zeeuws record verbeterd zou worden. De atletiek in onze provincie zou weer bloeien als de records niet langer dan twee jaar in de boeken vermeld zouden staan." Simpelaar gaat in elk geval jacht maken op een nieuw record met de 7 kilo kogel. De limiet voor het WK junioren in augus tus 1996 is op 16.50 meter gesteld, „Het be reiken van Sydney is voor komend jaar ons gemeenschappelijk doel. En dan niet door een keer bij toeval de limiet te stoten. Nee, pas als Erwin het hele seizoen een hoog gemiddelde heeft, weten we dat hij daar echt thuis hoort. Daarnaar streven Edith Ramakers geneeskunde leerde in de praktijk elk botje van haar lichaam kennen. „Doktoren heb ben me al zo vaak geadviseerd te stoppen. Maar ik kan het niet. De kick om met zes tien mensen naar een topprestatie te werken is te machtig. Er is niets mooier dan het winnen van een gouden plak. Alleen die van de Olympische Spelen ontbreekt bij mij aan de muur. Het EK (afgelopen zomer) en het WK (1990) heb ik al eens gewonnen. Ik stop pas met hockey als ook die olympische medaille hangt." Haar gedrevenheid rijmt niet met de onze kerheid die ze voortdurend uitstraalt. In Holsboer schuilen twee persoonlijkheden. De negativist die bijna nooit tevreden is over haar spel en de positivist die altijd te rugvecht na weer een blessure. „Het is men taal wel steeds moeilijker te herstellen", geeft ze toe. „Weer alleen trainen, alleen rondjes lopen. Dan vraag ik me geregeld af waar ik het allemaal voor doe. Blijkbaar is mijn lijf niet gemaakt voor hockey. Toch lukt het elke keer weer terug te komen." Bovendien kan ze als geen ander pijn ver dragen en daar ook mee spelen. „Soms denk ik weieens bij mezelf: kan ik wel zo goed pijn verdragen of ben ik gewoon een zeikerd? Maar als ik eerlijk ben. speel ik altijd met pijn. Die is fel. scherp en op wisselende plaatsen: enkel, schouder, rug. Ik kan de he le dag op eieren lopen, en toch 's avonds spe len. Als de wedstrijd begint, vergeet ik de pijn namelijk en voel ik niets meer. Ik heb geleerd daar mee om te gaan." Doodeng Eigenlijk spreekt ze liever niet over haar wankele gewrichten, want als ze speelt, speelt ze goed. Heel goed zelfs, zoals op het jongste EK. In Amstelveen behaalde Oran je deze zomer goud, vijfjaar na het WK-goud in Sydney. Als enige van de huidige selectie maakte Holsboer beide toernooien mee. De dienende middenveldster van toen voelde zich in 1990 een broekie tussen al die geves tigde namen. „De Nederlandse vrouwen staken met kop en schouders boven ieder een uit, ik vond het doodeng in dat team te zitten. Ik keek echt tegen ze op." Vijfjaar later is Holsboer de stuwende, stu rende kracht van de ploeg. „Ik voel me bui ten het veld geen leidster, maar binnen het veld luisteren ze naar me. Ik neem de ver antwoordelijkheid op me." Dat hoort ook als libero, een plek waar ze zich thuisvoelt. „Voor het lijfis het goed dat ik geen directe tegenstandsters heb. Ik vind het heerlijk te verdedigen en op te bouwen. De rechterknie van hockeys ter Noor Holsboer (28) mankeert niets. Geluk kig maar, want al haar andere gewrichten zijn al eens zwaar gekwetst geweest. Hols boer is met haar fragiele lijf niet geschikt voor hockey, maar kan het spelletje met bal en stick niet loslaten. Daarom speelt ze nog steeds. Altijd met pijn. De jongste kwetsuur betreft de linkerschou der. Dinsdag trainde de speelster van HGC voor het eerst weer mee met Oranje, dat zich voorbereidt op het olympische kwalificatie toernooi dat komende woensdag in Kaap stad begint. Met een blij gemoed verliet ze het veld in het Amstelveense Wagenersta dion. De oefeningen gingen goed en zonder al te veel pijn. Bondscoach Tom van 't Hek knikte tevre den. Hij selecteerde Holsboer ondanks haar blessure. „Ook al kan ze maar vijf van de zeven duels spelen, dan nog is het belang rijk dat zij erbij is", gaf de oud-international de waarde van zijn centrale verdedigster aan. „Noor is een hockeyster die boven de wet staat en daar hebben we er niet meer zoveel van in Nederland. Zij dwingt zoveel respect af bij de tegenstandsters dat die bij voor baat al links- of rechtsaf slaan als ze haar tegenkomen. Om die reden heb ik Noor wei eens vergeleken met Ruud Krol." Blessures Net als de voetballer had Holsboer ook re cord-international kunnen zijn. Sinds 1987 zit ze bij het Nederlands team, toch speelde ze „pas" 123 interlands. Het gevolg van tal loze blessures. De bloedfanatieke studente Omdat ik pas het laatste jaar op die plaats speel, ben ik nog lang niet uitgeleerd. Mijn passes kunnen nog beter. Ik begreep die juichverhalen over mijn spel op het EK ook niet, vond dat overdreven. Ik zag nog heel veel minpuntjes, een verkeerde pass vind ik vreselijk. Ja, ik ben een redelijke zwartkij ker." Holsboer is altijd op haar hoede, van over moed is ze nooit te betichten. Het olym pisch kwalificatietoernooi in Kaapstad ziet ze als een van de moeilijkste evenementen waaraan ze heeft deelgenomen. Van de acht deelnemers - Zuid-Korea, Argentinië. Duitsland, Groot-Brittannië, China. Ca nada. Zuid-Afrika en Nederland - plaatsen de beste vijf zich voor de Spelen in Atlanta. „We gaan zeven loodzware wedstrijden te gemoet, allemaal finales." Of ze alle wedstrijden zal spelen, is de vraag. Maar ze wil de trip voor geen goud missen. Al is het alleen maar om het feit dat ze voor het eerst weer teruggaat naar het land waar ze bijna negen jaar woonde. Als baby van zes maanden vertrok ze naar Johannes burg. op haar negende verhuisde ze naar Oegstgeest. „Back to the roots", lacht ze. Terug naar de bron. Met een ontvelde schouder, waar de afdrukken van de tape getuigen van een zwaar gevecht. Het zoveel ste dat ze won. Christiaan Ruesink Noor Holsboer: een hockeyster die boven de wet staat. foto ANP Coach Bert de Jonge laat er geen twijfel over bestaan. Zijn hart gaat uit naar atletiek. Hij wil meegroeien met zijn talentrijkste pupil Erwin Simpelaar en schuift daarvoor alles opzij. Voor elke ontwikkeling in het kogelstoten, speer- of discuswerpen staat hij open. Hij schat die op waarde om daarmee het trainingsprogramma van de werpers bij AV'56 in Goes aan te vullen. De rijzige atletiektrainer wordt ook steeds vaker in de gelegenheid gesteld zijn kennis van het werpen uit te breiden. Hij analyseert mee als enkele wetenschappers van Body of Knowledge (het BOK-project) de techniek van Erwin Simpelaar - de Nederlands B-juniorenkampioen kogelstoten en discuswerpen - beoordelen en hij overlegt regelmatig met ex-atleet Erik de Bruin over de specifieke trainingsaanpak. „Van die dingen geniet ik en vanaf nu wordt het alleen maar interessanter. Erwin wil een wereldtopper worden en ik vind het fantastisch dat ik hem daarbij kan helpen." Erwin Simpelaar (17) en Bert de Jonge zien elkaar sinds driejaar bijna dage lijks. Vanaf het moment dat duidelijk werd dat Simpelaar voor het werpen viel, werd een 'veelzijdig doelgericht program ma' gevolgd. „Ik"begrijp absoluut niet dat er nog steeds zoveel trainers zijn, die zeg gen dat atleten zich pas na hun vijftiende jaar mogen specialiseren. Erwin is vanaf zijn dertiende bezig met oefeningen voor het werpen. Daarbij horen algemene spring-, loop-, sprintvormen. Als je crea tief bent, kun je atleten een breed pro gramma aanbieden. Al die oefeningen staan in dienst van het discuswerpen of kogelstoten. Als je een topper wilt wor den, moetje niet in een groep blijven. En bij voorbeeld de ene week met vijftien at leten tegelijk een warming-up doen, zes keer werpen en weer uitlopen, de andere week een uurtje hoogspringen en de week daarop weer eens een keertje kogelsto ten." Hij ziet het nog te vaak om zich heen ge beuren dat trainers het bewegen in groep jes koesteren. „Als er op de training een 'zakdoekje-leggen-sfeer' ontstaat, is er ge zellig en dus goed getraind. Daarmee ben ik het absoluut oneens. Je moet de atleten vroeg boeien en warm maken voor atle tiek. Als ze zeventien zijn en nog steeds niet in de gaten hebben datje door gericht trainen jezelf snel kunt verbeteren, ben je ze kwijt aan de disco. Ik weet zeker dat er meer atleten zijn die talenten hebben en die intensiever zouden willen trainen, dan dat er op dit moment gebeurt. Het gaat slecht met de Zeeuwse atletiek, wordt er telkens gezegd. Dat klopt, want veel top pers hebben we niet. Ik denk dat trainers Bundelen De Jonge lijkt even van zichzelf te schrik ken en merkt op dat hij misschien zijn on genoegen te 'zout heeft verwoord, want er zijn ook collega's goed bezig'. „Maar ik zou zich moeten afvragen of ze hun atleten ge noeg en op tijd sturen." zo graag willen dat er eens minder eiland jes gevormd worden in de Zeeuwse atle tiek. Onze kennis zouden we moeten bun delen. Ook zou er vaker onderling gespro ken moeten worden over problemen waar mee je als trainer te maken hebt, dan dat je je druk maakt om clubbelangen of futili teiten. Als het uitgangspunt is dat de at leet er beter van moet worden, kun je je als trainer met iemands mentaliteit bezig houden en met het effect van een bepaal de trainingswijze. Dan boek je vooruit gang. Ik blijf dit evangelie verkondigen, in de hoop dat elke vereniging een structuur zal aanbrengen waarin er een scheiding- komt tussen recreatie- en topsport. Het lijkt nu wel of het vies is in de atletiek om voor topsport te kiezen." Erwin Simpelaar heeft vier jaar geleden de keuze voor de wedstrijdsport gemaakt. Hij is nu bezig met topsport. Dat is geen grootspraak als het persoonlijke record met de 5 kilo kogel op 19.36 meter staat en wanneer je als nieuwbakken A-junior de 6 kilo kogel al laat neerploffen na 17.88 me ter. Hij heeft twee jaar de tijd om het na tionale record, dat met 19.34 meter op naam van zijn grote voorbeeld Erik de Bruin staat, te verbeteren. Met Erik de Bruin heeft het duo regelma tig contact. Ze zijn gevoelig voor de aan wijzingen van de discuswerper en kogel stoter, van wie ze denken dat zijn wed strijdervaring en vakkennis hen kan ver rijken. Toen Simpelaar in het voorjaar een geldprijs ontving van de Zeeuwse Sport raad voor de benoeming 'het sporttalent van Zeeland', wist hij daarvoor direct een goede besteding. Aan Erik de Bruin stel den zij de vraag of hij Simpelaar acht keer achtereen wilde trainen. De Bruin ging akkoord en met een video camera in de hand legde hij in het begin van deze week op de atletiekbaan van AV'56 een groot aantal worpen van Erwin Simpelaar vast. „Het is altijd fijn om met mensen te werken die zo gemotiveerd zijn als Erwin en Bert", zei hij tijdens de trai ning. Aanleg Sinds De Bruin zich door dopingperikelen uit de atletiek terugtrok, treedt hij regel matig op als begeleider van atleten. De Bruin: „Het is de bedoeling dat ik dit va ker zal doen. Ik kan werpers, die leergierig zijn, een stap verder brengen. Ei-win is een jongen die goed nadenkt over zijn tech niek. Als ik een aanwijzing geef. verwerkt hij die snel. Hij heeft aanleg en hij kan het aan om intensief te trainen." De ex-atleet, die op het onderdeel discus werpen zilver greep op het EK 1990 in Split met 64.46 en een jaar later op het WK in Tokyo met 65.82 meter opnieuw tweede werd, sprak Simpelaar toe. toen die zich opmaakte voor weer een nieuwe discus worp. „Neem even rust. Overdenk de uit voering nog een keer en sta vooral stil bij de houding van je rechterheup. Begin pas weer als je de totale beweging weer op een rijtje hebt." Het is geen wonder dat Simpelaars aan dacht zo af en toe verslapte. Hij liet de de discus vaker dan 80 keer door de lucht zei len, tijdens de middagtraining die onge veer twee uur in beslag nam. Na elke worp volgde een oordeel van De Bruin. „Ik train zo ook vaker met Bert. Het fijnste is dat Erik de Bruin heeft gemerkt dat Bert en ik op de goeie weg zijn, we volgen dezelfde lijn. Erik wijst me op dezelfde dingen als Bert. maar hij zegt het net even anders. Het is een stimulans om door een persoon lijkheid als Erik bekeken te worden", merkte Erwin Simpelaar op. die zich daar na snel weer naar het Cios in Goes moest spoeden, waar hij eerstejaars student is. Beloning Het speet Bert de Jonge dat hij de training met De Bruin moest missen. Hij werd die middag bij zijn werkgever, de PTT in Mid delburg. verwacht. „Maar het gaat om Er win. Voor hem is het weer een prikkel om intens te blijven trainen. Hij heeft heel veel over voor de sport, werkt er keihard voor en dan zul je er af en toe iets voor te rug moeten krijgen. Een mooiere beloning dan een trainingssessie met Erik de Bruin is er bijna niet." Simpelaar en De Jonge leven voor atletiek en trekken elkaar èn passant omhoog. De atleet en trainer als hechte eenheid. „Ik wil onze samenwerking niet te eng zien. Het is van belang dat er een situatie wordt gecreeerd. waarin Erwin zich kan ont plooien. Daarin past uitstekend de loop- Bert de Jonge: „Ik zie in Zeeland echt meer talentjes rondlopen." Erwin Simpelaar (voorgrond) en Erik de Bruin, die de talentvolle werper met raad en daad terzijde staat. foto's Willem Mieras

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 1995 | | pagina 25